Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Waard

Mandaat- en volmachtbesluit Bestuursorganen De Waard 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDe Waard
Officiële naam regelingMandaat- en volmachtbesluit Bestuursorganen De Waard 2010
CiteertitelMandaat- en volmachtbesluit bestuursorganen de Waard 2010
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Afdeling 10.1.1 Awb en artikel 7 en 20 Gemeenschappelijke Regeling De Waard

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200901-01-2013nieuwe regeling

05-07-2010

Het kontakt, 8 juli 2010

WRD - 0902994/INTERN-03730

Tekst van de regeling

Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter van het Openbaar Lichaam De Waard geven ieder voor zich en ieder voor zover bevoegd met onderstaand mandaat- en volmachtbesluit de Algemeen Directeur van De Waard volmacht en mandaat voor het uitoefenen van de hieronder genoemde bevoegdheden namens het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.

 

 Overwegende dat,

  • met de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie De Waard de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland de gemeenschappelijke regeling tot vorming van een openbaar lichaam "De Waard" zijn aangegaan;

  • het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is een optimale kwaliteit van de aan het gemeentebestuur en aan de "klanten" van de gemeente te verlenen diensten en producten te bewerkstelligen en deze producten en diensten voorts op slagvaardige en efficiënte wijze te verlenen;

  • het ten behoeve van het realiseren van het belang en de doelstelling van het Openbaar Lichaam en uit het oogpunt van efficiency wenselijk is om ten behoeve van de uitvoering van taken en de uitoefening van bevoegdheden namens het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter van het Openbaar Lichaam zoveel als mogelijk op te dragen aan de algemeen directeur van het openbaar lichaam De Waard, hierna te noemen "de algemeen directeur ";

  • bovengenoemde algemeen directeur -met behoud en inachtneming van zijn integrale verantwoordelijkheid- ondermandaat kan verlenen en volmacht kan doorgeven aan de aan hem onderge­schikte afdelingsmanagers, welke functionarissen ondermandaat kunnen verlenen en volmacht kunnen doorgeven aan hoofden en teamleiders dan wel medewerkers, die naar hun oordeel blijk geven van een zodanige mate van taakvolwassenheid, dat zij dat ondermandaat op een kwalitatief goede wijze kunnen uitoefenen;

 

Gelet op

- Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op alle daarvoor in aanmerking komende wettelijke bepalingen, voorschriften en richtlijnen; 

 - de artikelen 7 en 20 van de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie De Waard.

 

 B e s l u i t e n : 

 

 

Artikel 1

Aan de algemeen directeur en - bij zijn afwezigheid, verhindering of ontstentenis - zijn als zodanig door het Dagelijks Bestuur van de Werkorganisatie De Waard aangewezen plaatsvervanger algemeen mandaat te verlenen, in de vorm van afdoeningsmandaat en indien van toepassing ondertekeningsmandaat terzake van de uitoefening van alle bevoegdheden en het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshande­lingen, die - uit welken hoofde dan ook - aan het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur dan wel de voorzitter toekomen, een en ander met inachtneming van de hierna te noemen beperkingen en aanwijzingen.

 

Artikel 2

Te bepalen dat het mandaat onder artikel 1 betrekking heeft op alle bevoegdheden en uitvoeringshandelingen die taakonderdelen betreffen welke functioneel op het desbetreffende organisatieonderdeel worden uitgevoerd. Deze worden opgenomen in een afzonderlijk bevoegdhedenregister voor de bestuursorganen van De Waard en zoals dat ook blijkt uit de functionele toedeling van de budgetten volgens de vastgestelde begroting van het Openbaar Lichaam.

 

Artikel  3

Aan de algemeen directeur en zijn plaatsvervanger, als omschreven in artikel 1, ondertekeningsmandaat te verlenen voor alle zaken waarvan de beslissingsbevoegdheid bij het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur dan wel de voorzitter blijft, met uitzondering van de in artikel 15.2 genoemde bevoegdheden van het Algemeen Bestuur, die niet aan het Dagelijks Bestuur kunnen worden op- en overgedragen.

 

Artikel 4

Te bepalen dat de algemeen directeur ten aanzien van de in artikel 1 en 3 verleende mandaten ondermandaat kan verlenen aan de aan hem ondergeschikte afdelingshoofden. Deze functionarissen kunnen vervolgens ondermandaat verlenen aan teamleiders, dan wel medewerkers. Ook kan er ondermandaat worden verleend aan de zodanig aangewezen plaatsvervangers in het geval van afwezigheid of ontstentenis van de bovengenoemde functionaris. 

 

Artikel 5

Het bepaalde in dit besluit is van overeenkomstige toepassing op door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur respectievelijk de voorzitter verleende volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen dan wel machtigingen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Artikel 6

Voor het in artikel 1 verleende mandaat gelden de volgende beperkingen en aanwijzingen:

  • 1.

    Het mandaat is beperkt tot dagelijkse en gebruikelijke uitvoering en toepassing van regels en voorschriften en daarmee verband houdende handelingen;

 

Daaruit volgt dat het mandaat tot afdoening niet geldt indien:

  • 1.

    De afdoening van een zaak niet als routine kan worden aange­merkt en/of een afzonderlijke specifieke beoordeling of afweging noodzake­lijk is. Hiertoe worden in elk geval gerekend:

    • 1.

      Een weigering of intrekking van beschikkin­gen, tenzij dat in overeenstemming is met regels en richtlijnen die rechtstreeks volgen uit regelgeving of op schrift gestelde en bekendgemaakte beleidsregels, of indien de intrekking geschiedt op verzoek van de houder van de beschikking.

    • 2.

      De beslissing op klachten in de zin van de Awb;

    • 3.

      Het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers in dienst van werkorganisatie De Waard.

  • 2.

    Het gaat om onderwerpen waarvoor nog geen beleidsregels door de mandaatgever zijn vastgesteld en/of bekendgemaakt;

  • 3.

    De afdoening van zaken die politieke consequenties met zich mee kunnen brengen, dan wel precedentwer­king kunnen hebben;

  • 4.

    De afdoening van een zaak zou leiden tot strijdigheid met c.q een afwijking van beleid, richtlijnen, algemene of bijzondere aanwijzingen van de mandaatgever, of wettelijke en/of interne voorschriften, danwel plaatsvindt zonder dat er een toereikend budget voor handen is.

  • 5.

    In incidentele gevallen kan door de mandaatgever worden bepaald dat er geen gebruik gemaakt kan worden van het mandaat. Tenzij door de mandaatgever uitdrukkelijk anders is aangegeven, geldt het mandaat niet voor beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid ten aanzien van specifieke verzoeken van en correspondentie met bestuursorganen van Provincie en Rijk.

          

Artikel 7

Terzake van het in artikel 1 omschreven mandaat, het in artikel 3 omschreven ondertekeningsmandaat, alsook het in artikel 4 omschreven te verlenen ondermandaat gelden alle beperkingen, instructies en aanwijzingen die ten aanzien van mandaat in, dan wel op grond van de Algemene wet bestuursrecht, andere wettelijke regelingen en/of dit besluit zijn of worden vastgesteld. 

 

Artikel 8

Te bepalen dat de algemeen directeur de mandaatgevers op nader vast te stellen wijze informeert over de uitoefening van het mandaat. Terzake van de uitoefe­ning van dat mandaat kunnen de mandaatgevers te allen tijde per geval of in het algemeen instructies en aanwijzingen geven.

 

Artikel 9          

Dit besluit kan worden aangehaald als "Mandaat- en volmachtbesluit bestuursorganen De Waard 2010";

 

Artikel 10

  • 1.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2009.

 

 

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam De Waard op 5 juli 2010

 

de algemeen directeur,                                            de voorzitter,

 

 

 

ir. J.C. van Ginkel                                                    D.R. van der Borg

 

 

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam De Waard op 5 juli 2010.

 

 

de algemeen directeur,                                            de voorzitter

 

 

 

 

ir. J.C. van Ginkel                                                     D.R. van der Borg

 

 

 

Aldus vastgesteld door de voorzitter van het Algemeen Bestuur  en het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam De Waard op 5 juli 2010.

 

de voorzitter,                                                        

 

 

 

D.R. van der Borg