Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zijpe

Gemeentelijke subsidieverordening duurzame energie 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zijpe
Officiële naam regelingGemeentelijke subsidieverordening duurzame energie 2011
CiteertitelGemeentelijke subsidieverordening duurzame energie 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpMilieudienst

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene Wet Bestuursrecht, 4:23
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-07-201101-01-2015Onbekend

28-06-2011

Schager Weekblad/Zijper Nieuws 27-07-2011

Collegevoorstel d.d. 11 mei 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeentelijke subsidieverordening duurzame energie 2011

De Raad van de gemeente Zijpe;    Nr. 11.004953

 

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2011

 

gelet op de Deelverordening duurzame energiepakket Noord-Holland 2008

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht

 

gelezen het advies van het ronde tafel gesprek d.d. 7 juni 2011

 

besluit:

 

De Gemeentelijke subsidieverordening duurzame energie 2011 vast te stellen, inclusief de wijziging

 

van artikel 4a waarin wordt bepaald dat een subsidiebodem geldt van € 250,- .

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    duurzame-energielijst: lijst met voor subsidie in aanmerking komende activiteiten en de daaraan gekoppelde subsidiebedragen per activiteit (bijlage I);

  • b.

    aanschaf: eigendomsverkrijging krachtens een met een leverancier gesloten koopovereenkomst;

  • c.

    bestaande woning: een bewoonbare woning die is opgeleverd aan de eigenaar/bewoner vóór 1 januari 2011

  • d.

    aanvraag: schriftelijk verzoek aan de Milieudienst Kop van Noord-Holland om verlening van subsidie op grond van de gemeentelijke subsidieverordeningduurzame energie2011;

  • e.

    aanvrager: natuurlijk persoon die als eigenaar/bewoner van een woning, waaraan energie wordt geleverd een aanvraag heeft ingediend;

  • f.

    voorzieningen: installaties die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals zonlicht, zonwarmte, wind of maatregelen die de energievraag reduceren zoals isolatie en HR++-glas; Alle subsidiabele voorzieningen en maatregelen staan in bijlage I.

  • g.

    subsidieplafond: het beschikbare bedrag van € 4.741, - dat door de provincie Noord-Holland aan gemeente Zijpe is toegekend in het kader van de provinciale subsidieregeling duurzame energie (Deelverordening duurzame energiepakket Noord-Holland 2008).

Artikel 2 Doelstelling

De gemeente Zijpe voert een actief klimaatbeleid en heeft hiervoor van de provincie Noord-Holland subsidiebudget beschikbaar gekregen. Dit budget wordt ingezet om particulieren te stimuleren te investeren in energie-efficiency van hun woningen.

Artikel 3 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij de Milieudienst Kop van Noord-Holland.

Artikel 4 Subsidiebodem/-plafond en subsidiabele kosten

  • a. Voor de gemeentelijke energiesubsidie geldt een subsidiebodem van € 250,- en een subsidieplafond van € 4.741,-. Het subsidieplafond wordt door de gemeente Zijpe aangevuld met € 25.000,- onder de opschortende voorwaarde dat de Raad in 2011 de klimaatvisie voor de gemeente Zijpe heeft vastgesteld. Onder de subsidiebodem en boven het subsidieplafond worden geen subsidieaanvragen toegewezen.

  • b. Voor elk adres waarvoor een aanvraag wordt ingediend wordt maximaal € 1000, - subsidie toegekend. Voor elk adres wordt maximaal € 800, - subsidie verleend voor zonnepanelen en panelen voor een zonneboiler.

  • c. Het subsidiebedrag per voorziening is ten hoogste het bedrag genoemd in bijlage I, maar zal nooit meer bedragen dan 50% van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de voorziening.

  • d. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

  • e. Als er al subsidie is toegekend voor de voorziening, door gebruikmaking van een andere regeling, wordt de al toegekende subsidie in mindering gebracht op het subsidiebedrag dat via deze subsidieverordening ontvangen kan worden.

Artikel 5 Subsidiecriteria

  • a. Subsidie wordt alleen verstrekt voor voorzieningen zoals opgenomen in bijlage I en die vóór 1 april 2012 zijn uitgevoerd/toegepast en betaald.

  • b. Subsidie wordt alleen verstrekt aan natuurlijke personen.

  • c. Subsidie wordt alleen verstrekt indien de voorzieningen zijn uitgevoerd/toegepast bij bestaande woningen binnen het grondgebied van de gemeente Zijpe.

  • d. Er wordt geen subsidie verstrekt voor de technieken als genoemd onder de nummers 1 t/m 6 van de Duurzame Energielijst (bijlage I) indien sprake is van een uitbreiding van een bestaande woning.

  • e. Subsidie wordt alleen verstrekt indien bij het vaststellingsformulier (bijlage III) facturen en betaalbewijzen worden gevoegd waarmee wordt aangetoond dat de voorzieningen daadwerkelijk vóór 1 april 2012 zijn uitgevoerd/toegepast en betaald binnen de criteria van de verordening.

  • f. In het geval er een techniek wordt gebruikt als genoemd onder de nummers 1 t/m 6 van de Duurzame Energielijst (bijlage I) dient te worden aangetoond dat aan het in de Duurzame Energielijst vermelde criterium (isolerende waarde) wordt voldaan.

  • g. Het verstrekken van de subsidiebedragen voor voorzieningen 7 t/m 13 van de Duurzame Energielijst (bijlage I) geschiedt alleen als wordt aangetoond dat deze technieken zijn geïnstalleerd door een hierin gespecialiseerd bedrijf. Het bedrijf vult daartoe de aannemer-/installateursverklaring (bijlage IV) in.

  • h. Uiterlijk 1 april 2012 dient de aanvraag tot vaststelling van de subsidie (bijlage III) te zijn ingediend.

  • i. De aanvrager dient, voordat subsidie in het kader van de onderhavige verordening wordt vastgesteld, in het bezit te zijn van alle eventueel noodzakelijke vergunningen met betrekking tot de plaatsing van voorzieningen.

Artikel 6 Aanvraagprocedure

  • a. Aanvragen moeten worden ingediend voorafgaand aan het plaatsen c.q. treffen van de voorzieningen, door middel van het aanvraagformulier zoals opgenomen in bijlage II. Dit aanvraagformulier moet vergezeld zijn van een offerte of koopovereenkomst, die als ontbindende voorwaarde mag kennen het niet verkrijgen van de onderhavige subsidie.

  • b. Subsidieaanvragen kunnen alleen schriftelijk bij de Milieudienst Kop van Noord-Holland worden ingediend, met ingang van de dag na de dag waarop publicatie van de verordening in de pers heeft plaatsgevonden. Aanvragen die worden ingediend vóór deze datum worden niet in behandeling genomen.

  • c. Alleen volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvragen met offerte of koopovereenkomst worden in behandeling genomen.

  • d. Het nemen van besluiten tot verlening van subsidie vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Met dien verstande dat wanneer de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, de dag waarop die aanvraag is aangevuld -zodat sprake is van een volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraag - voor die beslissing als datum van ontvangst van die aanvraag geldt.

  • e. Het aanvraagformulier (bijlage II) moet uiterlijk 21 november 2011 zijn ingediend bij de Milieudienst Kop van Noord-Holland. Aanvragen ingediend na 21 november 2011 worden niet in behandeling genomen.

  • f. Na ontvangst van een complete aanvraag wordt binnen 6 weken op de aanvraag beschikt.

Artikel 7 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de bekendmaking van de verordening in de pers heeft plaatsgevonden.

Schagerbrug, 28 juni 2011,

Bijlage 1 Duurzame Energielijst 2011 met toelichting

Nr.TechniekCriteriumSubsidiebedrag (€)
1Dakisolatie   Rc ³ 2,5 m2K/W4,- per m2
2Vloerisolatie   Rc ³ 2,5 m2 K/W4,- per m2
3Spouwmuurisolatie   Rc ³ 1,3 m2K/W4,- per m2
4Paneelisolatie   Rc ³ 2,5 m2 K/W9,- per m2
5Isolatie massieve muur  Rc ³ 2,5 m2 K/W22,- per m2
6HR++-glas  Uglas £ 1,2 W/ m2 K of spouw 15 mm22,- per m2
7Laagtemperatuur (LT) verwarming   450,- per woning
8Warmtepomp RV of combiAanvullende eis bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht: Combinatie met gasgestookte cv ketel voor additionele warmtelevering vereist230,- per kW condensorvermogen
9Warmtepomp TWAanvullende eis bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht: Combinatie met gasgestookte cv ketel voor additionele warmtelevering vereist300,- per kW condensorvermogen
10BodemwarmtewisselaarCombinatie met cv-ketel niet vereist58,- per kW condensorvermogen van de warmtepomp
11Zonneboiler   215,- per m2 paneeloppervlak tot een maximum bedrag  € 800,-
12Douchewater-WTW   125,- per stuk tot een maximum bedrag € 800,-
13PV-systeem   2,50 per Watt piek  

Bij de berekening van de warmteweerstand(en) worden de volgende symbolen gebruikt.

• R, Rd, Rm: warmteweerstand van een materiaal.

• Rc: warmteweerstand van de scheidingsconstructie die is samengesteld uit meerdere

lagen of onderdelen, bijvoorbeeld door een gevelopbouw van baksteen, luchtspouw,

isolatie en kalkzandsteen.

• U: totale warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructie, inclusief de overgangsweerstanden

van lucht naar de constructie en van de constructie naar lucht.

TOELICHTING/UITLEG BIJ VOORZIENINGEN

 

Dakisolatie

Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

Vloerisolatie

Het isoleren van een vloer van steen of beton verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal laten aanbrengen. Is de kruipruimte te laag of ontbreekt deze geheel, dan kan de vloer alleen aan de bovenkant geïsoleerd worden. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m² K/W. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat deze minimumeis betrekking heeft op de thermische isolatiegraad van de scheidingsconstructie van de woning, dus op de thermische gebouwschil. Deze scheidingsconstructie betreft de begane grond vloer. De kruipruimte tussen deze vloer en de bodem wordt geventileerd en maakt geen deel uit van de scheidingsconstructie. Het toepassen van bodemisolatie is derhalve niet subsidiabel.

 

Spouwmuurisolatie

Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van rotswol of papiervlokken of door de spouw van bovenuit te vullen met korrels. Een snelle en relatief goedkope methode. Vanwege het risico op condensatieproblemen dient de klus te worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Hierbij geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 1,3 m²K/W. Deze ondergrens voor de isolatiewaarde is voor vrijwel alle voorkomende spouwdiktes van de bestaande woningbouw haalbaar. Afhankelijk van de beschikbare spouwruimte kan een hogere warmteweerstand gerealiseerd worden.

 

Paneelisolatie

Materiaal voor het isoleren van niet-steenachtige en niet-glasachtige geveldelen. Denk hierbij aan dakkapellen, borstweringen en de panelen tussen de raampartij van de begane grond en bovenverdieping. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

Isolatie massieve muur

Aan de buitenkant door middel van isolatie tegen de gevel met een afwerking van gevelsteen, plaatmateriaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook het duurst. Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning van de gemeente vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koudebruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de warmteaccumulerende en vochtregelende functie van de muren behouden wordt. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.

 

HR++-glas

Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer. De terugverdientijd bedraagt dan circa negen jaar. Overigens heeft dubbelglas behalve een energiebesparend ook een inbraakwerend effect.

Laagtemperatuurverwarming (LTV)

Laagtemperatuurverwarming gebruikt cv-water van 40 à 55°C voor vloerverwarming, wandverwarming of laagtemperatuurradiatoren. Bij gewone radiatoren met een cv-ketel is dat 70 à 90°C. Het gebruik van LTV resulteert in een beter rendement van de HR-ketel en maakt het gebruik van een warmtepomp mogelijk. LTV biedt aangename stralingswarmte (comfort) en betere luchtkwaliteit, omdat er minder zwevend stof is. In het geval van vloerverwarming krijgt bovendien huisstofmijt op vloeren geen kans, want de vloer wordt drooggestookt (gezondheid).

Warmtepomp alleen ruimteverwarming of combiwarmtepomp

Een warmtepomp gebruikt bronwarmte uit bodem of lucht om energiezuinige warmte te leveren. De inzet van LTV (andere DE-lijstmaatregel) is een voorwaarde voor het energiezuinig functioneren van de warmtepomp. Een warmtepomp bespaart ongeveer 25% energie ten opzichte van een cv-ketel. Voor extra comfort kan het systeem ook aangepast worden om te koelen in de zomer. Bij gebruik van bronwarmte uit de lucht is ventilatieretourlucht een logische energiebron. Door het beperkte volume van ventilatielucht wordt vaak ook buitenlucht gebruikt. De lage temperatuur van de buitenlucht in het stookseizoen heeft een negatieve invloed op het energetisch rendement. Daarom wordt bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht een combinatie met gasgestookte cv-ketel voor additionele warmtelevering vereist. Als het rendement of beschikbaar vermogen van de warmtepomp te laag wordt, zal de cv-ketel de warmte leveren. Het omslagpunt waarbij de warmtepomp uitgeschakeld wordt ligt indicatief tussen de -2ºC en 2ºC en is ook afhankelijk van de energieprijzen. Combiwarmtepompen zorgen niet alleen voor ruimteverwarming, maar ook voor verwarming van tapwater. Een eenvoudige warmtepompuitvoering voro ruimteverwarming op basis van ventilatieretourlucht en buitenlucht betreft de UHR-ketel. Dit betreft feitelijk een gangbare combiketel, die wordt aangevuld met een warmtepompdeel. Het extra hoge rendement vand eze ketel wordt gehaald door de inzet van het warmtepompdeel. De warmtepomp gebruikt de warmte uit afgezogen ventilatielucht en buitenlucht van belansventilatie met warmteterugwinning. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.

Warmtepomp alleen tapwater

Warmtepompboilers gebruiken (net als de UHR-ketel) de afgevoerde ventilatielucht uit een woning als warmtebron om tapwater te verwarmen. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatiesysteem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning. Het is niet mogelijk om met een warmtepompboiler de woning te verwarmen. Het rendement ligt ongeveer 15 tot 20% boven de beste HR-ketels. Het rendement van een zonneboiler (andere DE-lijst-maatregel) met naverwarming op gas ligt aanzienlijk hoger. Een warmtepompboiler is dus vooral interessant wanneer geen zonneboiler aangebracht kan worden. In vergelijking met een warmtepomp voor ruimteverwarming scoort de warmtepompboiler energetisch minder goed. Dit houdt direct verband met de benodigde temperatuur voor de bereiding van warm tapwater (60°C) versus ruimteverwarming (40°C voor LTV). Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.

Bodemwarmtewisselaar in combinatie met warmtepomp

Een energiezuiniger alternatief voor buitenlucht als laagtemperatuurwarmtebron is de inzet van de bodemwarmtewisselaar. Een warmtepomp in combinatie met een bodemsysteem (water/waterwarmtepomp) gebruikt warmte uit de bodem onder de woning. Hierdoor kent de warmtepomp een hoger energetisch rendement dan bij het gebruik van buitenlucht. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp die is aangesloten op de bodemwarmtewisselaar. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant. Het subsidiebedrag voor de bodemwarmtewisselaar wordt gestapeld bovenop de subsidie voor de warmtepomp zelf. Kleine gesloten bodemwarmtewisselaars voor individuele woningen kunt u zonder vergunning plaatsen. Het ministerie van VROM bereidt wel regels voor, maar deze gaan waarschijnlijk pas over enkele jaren in.

Zonneboiler

Een zonneboiler levert warm water op voor gebruik in de keuken en de badkamer. Een zonnecollector op het dak haalt warmte uit zonlicht en warmt daarmee kraanwater op in de zonneboiler. Die is meestal gekoppeld aan een combiketel of andere installatie. Als er te weinig zon is, verwarmt de installatie (of een verwarmingselement) het water na. De systemen zijn in principe overal toepasbaar. Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van een zonnecollector; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. Doe altijd navraag bij uw gemeente of kijk op www.vrom.nl/bouwvergunningen_online. Met een zonneboiler bespaart u aanzienlijk op uw energierekening. De besparing van een zonneboiler met een collectoroppervlak van 2,7 m2 kan oplopen tot ongeveer 50% van de energie die nodig is voor het gebruik van warm water. Dat is circa 150 tot 200 m³ aardgas per jaar. Of een zonneboiler voor uw huishouden een verstandige keuze is, hangt af van het aantal personen in huis (meer is gunstiger), hoeveel warm water u dagelijks gebruikt en de beschikbare ruimte voor een voorraadvat. Natuurlijk moet ook het dak van de woning geschikt zijn voor een zonnecollector en op het zuiden gericht zijn. De prijs van een zonneboiler ligt tussen de € 2.000,– en € 4.000,–, afhankelijk van het type en het gewenste comfort, zoals het aantal plaatsen in huis waar u gelijktijdig (veel) warm water wilt kunnen tappen. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het paneeloppervlak in m². Dit betreft het effectieve oppervlak, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.

Douchewater-WTW

Douchewater-WTW gebruikt warmte van wegstromend douchewater om koud water voor te verwarmen. Hierdoor hoeft het warmwatertoestel minder warmte toe te voeren en is dus zuiniger. Het vergt een kleine verbouwing en is dus vooral een optie als u de badkamer gaat renoveren. De meeste moderne boilers, combiketels en badgeisers hebben een vlamhoogte die automatisch aangepast wordt aan de gevraagde hoeveelheid warm water en zijn daarmee geschikt om te combineren met douche-WTW. Om te zorgen dat het water op constante temperatuur blijft, is een thermosstatische douchemengkraan noodzakelijk. Omdat de douche-WTW koud water opwarmt, is steeds minder bijmenging van warm water nodig. De douchepijp-WTW voor de eerste verdieping of hoger kost circa € 500,–, de douchebak-WTW voor de begane grond of een benedenappartement kost ongeveer het dubbele. In een gemiddeld huishouden scheelt douche-WTW circa 40% op de energierekening voor warm water. Met het oog op kwesties als de tapdrempel en het voorkomen van legionella dient u een installateur te raadplegen.