Beleidsregels uitstel van betaling bij bezwaar

1 Deze beleidsregels worden alleen toegepast voor het verlenen van uitstel van betaling indien er sprake is van een ingediend bezwaarschrift tegen een aanslag gemeentelijke belastingen.

1 Het verlenen van uitstel van betaling gebeurt in beginsel alleen na een schriftelijk vezoek van de belastingschuldige in verband met een tijdig gemotiveerd bezwaarschrift;

2 Als het bezwaarschrift te laat is ingediend, wordt alleen na een schriftelijk verzoek van de belastingschuldige uitstel van betaling verleend, tenzij het bezwaarschrift volstrekt ongegrond is of slechts tot doel heeft het invorderingsproces te traineren dan wel betalingsfaciliteiten te verkrijgen.

3 Uitstel van betaling wordt bij beschikking verleend, de voorwaarden waaronder het uitstel is verleend worden in de beschikking vermeld.

4 Gedurende de behandeling van het verzoek om uitstel van betaling handelt de invorderingsambtenaar overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als ware het verzoek toegewezen. Als er aanwijzingen bestaan dat de belangen van de gemeente kunnen worden geschaad, kan de invorderingsambtenaar ondanks het verzoek om uitstel wel invorderingsmaatregelen treffen.

1 Uitstel van betaling wordt verleend niet verder dan tot het bestreden bedrag.

2 Als geen bestreden bedrag kan worden bepaald, wordt uitstel van betaling verleend van 205 van het aanslagbedrag.

1 De verleende uitstel van betaling vervalt op het moment dat er uitspraak is gedaan op het bezwaarschrift.

2 De invordering wordt niet aangevangen of voortgezet binnen tien dagen na dagtekening van de beschikking als bedoeld onder 4.1.

3 Als sprake is van een ongemotiveerd of onvoldoende gemotiveerd tijdig bezwaarschrift wordt in beginsel uitstel verleend gedurende de termijn dat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld alsnog het bezwaarschrift te motiveren.

1 Als er sprake is van een niet bestreden bedrag, wordt uitstel van betaling verleend onder de opschortende voorwaarde dat het niet bestreden bedrag tijdig wordt betaald. Wordt niet tijdig betaald, dan wordt de invordering, zonder nadere aankondiging, voor de gehele belastingaanslag aangevangen, dan wel voortgezet.

1 Als de invorderingsambtenaar een verzoek om uitstel afwijst of een verleend uitstel beëindigd kan de belastingschuldige daartegen schriftelijk opkomen bij het college van burgemeester en wethouders.

Als ambtelijke beroepsinstantie toetst het college van burgemeester en wethouders de beschikking van de invorderingsambtenaar aan het beleid, waarbij het college van burgemeester en wethouders zal bezien in hoeverre de invorderingsambtenaar in de concrete situatie in redelijkheid tot zijn geschikking heeft kunnen komen.

Als een dergelijk beroepsschrift is ingediend, handelt de invorderingsambtenaar overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als ware het beroepschrift toegewezen. Als er aanwijzingen bestaan dat de belangen van de gemeente kunnen worden geschaad, kan de invorderingsambtenaar ondanks het beroepschrift wel invorderingsmaatregelen treffen.

1 De beleidsregels aanvraag uitstel van betaling bij bezwaar, vastgesteld op 11 april 1994, gewijzigd op 12 november 1996, worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde ingangsdatum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en wordt toegepast met ingang van 1 januari 2005.

3 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitstel van betaling bij bezwaar.