Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bernisse

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bernisse

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bernisse
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bernisse
CiteertitelFinanciële Verordening gemeente Bernisse 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 212 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-06-2011Onbekend

21-06-2011

Weekblad De Bernisser

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bernisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 mei 2011;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Bernisse (Financiële Verordening gemeente Bernisse 2011)

I. DEFINITIES

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Bernisse en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    rechtmatigheid: het overeenstemmen van de totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving (conform de definitie van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten);

  • c.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • d.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • e.

    programma: Een samenhangend geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • f.

    investering: een uitgave leidend tot de vorming van een actief (bezitting) op de balans.

II. BEGROTING, RAPPORTAGE EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Planning en control cyclus

Uiterlijk in de laatste raadsvergadering van het jaar biedt het college de raad een overzicht aan met daarin de data in het volgende jaar voor vaststelling door de raad van de jaarstukken, de kadernota, de zomer-nota, de begroting met meerjarenramingen en de eindejaarswijziging.

Artikel 3. Kadernota

  • 1. Het college stelt in de kadernota de beleidsmatige en financieel-technische uitgangspunten voor de nieuwe meerjarenbegroting voor.

  • 2. De raad stelt op voorstel van het college in de kadernota de programma-indeling voor de nieuwe begroting vast. Als dit leidt tot aanpassing in de bestaande programma-indeling wordt de wijziging uiterlijk met ingang van het tweede jaar doorgevoerd.

  • 3. In de kadernota wordt voor elke jaarschijf in de nieuwe meerjarenbegroting per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

Artikel 4. Programmabegroting

  • 1. In elk programma wordt tenminste voor de volgende rubrieken de daarvoor relevante informatie opgenomen:

    • a.

      meerjarig kader

    • b.

      relevante ontwikkelingen

    • c.

      doelstellingen (wat willen we bereiken)

    • d.

      aanpak / specifieke activiteiten (wat gaan we er voor doen)

    • e.

      verbonden partijen

    • f.

      risico’s en beheersmaatregelen

    • g.

      de baten en lasten (wat mag het kosten)

    • h.

      de (vervangings)investeringen

  • 2. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.

  • 3. Het college geeft bij de programma’s een overzicht van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma’s.

  • 4. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. Met het vaststellen van de begroting en het overzicht algemene dekkingsmiddelen autoriseert de raad de totale baten en lasten per programma en de in de programma’s opgenomen (vervangings)investeringen, met uitzondering van de investeringen zoals bedoeld in artikel 4 lid 4.

  • 2. Het college kan besluiten tot wijziging van lasten en daarmee verband houdende baten zonder voorafgaande goedkeuring van de raad indien deze wijzigingen geen invloed hebben op het saldo van de begroting (zgn. budgettair neutrale wijzigingen). Het college brengt deze wijzigingen uiterlijk bij de eerstvolgende rapportage (zomernota of eindejaarswijziging) aan de raad ter kennis.

  • 3. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, en die leiden tot een structurele last van € 10.000,-- of meer, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 4. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen in geval van afwij-kingen groter dan 10% (maar in ieder geval bij afwijkingen groter dan netto € 25.000,--) op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten voor lopende uitgaven in het betreffende programma van de begroting en ingeval van afwijkingen groter dan 10% (maar in ieder geval bij afwijkingen groter dan netto € 50.000,--) op de ramingen voor investeringen.

  • 5. Om slagvaardig te kunnen optreden bij het verwerven van grondposities dient het college binnen een gemaximeerd budget vrij te kunnen handelen. In afwijking van de genoemde bedragen in het voorgaande lid, bedraagt het budget voor strategische grondaankopen, conform de afspraken in de “Nota grondbeleid”, € 1,5 miljoen. Als de uitgaaf hoger is, dient het college de raad vooraf te informeren alvorens een besluit te nemen.

Artikel 6. Zomernota

  • 1.

    Het college informeert de raad over de realisatie van de begroting van de gemeente door middel van de zomernota naar de stand van zaken per 1 juli.

  • 2.

    De zomernota bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

  • a.

    de baten en lasten per programma

  • b.

    de algemene dekkingsmiddelen

  • c.

    de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten en grondexploitaties

  • d.

    de mutaties in- en stand van reserves en voorzieningen

Daarnaast wordt in elk programma aangegeven:

  • e.

    het totaal van de baten en lasten volgens de jaarrekening van het voorgaande jaar

  • f.

    het totaal van de baten en lasten volgens de primitieve begroting van het begrotingsjaar

  • g.

    het totaal van de te verwachten baten en lasten in het begrotingsjaar

  • 3.

    Het college geeft in de zomernota, naast een toelichting op de beleidsmatige afwijkingen, een toelichting op budgettaire afwijkingen groter dan 10% (maar in ieder geval bij afwijkingen groter dan netto € 25.000,--) op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten voor lopende uitgaven in het betreffende programma van de begroting en ingeval van afwijkingen groter dan 10% (maar in ieder geval bij afwijkingen groter dan netto € 50.000,--) op de ramingen voor investeringen.

Artikel 7. Eindejaarswijziging

  • 1. Het college informeert de raad over de realisatie van de begroting van de gemeente door middel van de eindejaarswijziging naar de stand van zaken per 15 oktober.

  • 2. In de eindejaarsrapportage informeert het college de raad over budgettaire afwijkingen in het lopende jaar groter dan (netto) € 10.000,--. De eindejaarswijziging is uitsluitend bedoeld om de budgetwijzigingen te autoriseren. De daadwerkelijke verantwoording door het college gebeurt via de jaarstukken.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen, incl. de grondexploitaties, de uitputting van de

    geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

  • 2.

    Het college geeft in de jaarstukken in ieder geval een toelichting op budgettaire afwijkingen van een product als die afwijking 10% of meer, met een minimum van € 10.000,- van het netto saldo van dat programma bedraagt.

III. FINANCIEEL BELEID

Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa

Jaarlijks worden in de paragraaf “Onderhoud kapitaalgoederen” van de programmabegroting de regels voor de waardering en afschrijving van activa in de gemeente Bernisse, waaronder de afschrijvingsmethoden en de afschrijvingstermijnen opgenomen.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

Jaarlijks wordt in de programmabegroting een “Paragraaf reserves en voorzieningen” opgenomen. Deze paragraaf is het beleidskader voor de vorming van-, toevoegingen aan- of onttrekkingen aan reserves en voorzieningen.

Artikel 11. Grondbeleid

Het college biedt de raad wanneer dat noodzakelijk dan wel wenselijk is een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt in ieder geval behandeld:

  • a.

    de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • b.

    te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

  • c.

    de verwerving en uitgifte van gronden;

  • d.

    de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden.

Artikel 12. Kostprijsberekening en renteberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Bernisse wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Naast de directe kosten worden ook de indirecte kosten toegerekend.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen aan voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en, indien van toepassing, voor de verschillende retributies, de compensabele BTW.

  • 3. De uitgangspunten voor de bepaling, berekening en toerekening van rente aan o.a. investeringen en grondexploitaties worden jaarlijks opgenomen in de “paragraaf financiering” in de programma-begroting.

Artikel 13. Vaststelling kaders voor verhuur en verkoop van onroerende goederen

  • 1. Het college biedt de raad wanneer dat noodzakelijk dan wel wenselijk is een (bijgestelde) nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen. De raad stelt de nota vast.

  • 2. Binnen de door de raad gestelde kaders is het college bevoegd nieuwe en gewijzigde prijzen vast te stellen. Besluiten hiertoe worden ter kennisname aan de raad voorgelegd.

Artikel 14. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij de uitvoering van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico;s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 2.

    Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    a.Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%,

Financiële ondernemingen (kredietinstelling, beleggings- en effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen onder wettelijk Nederlands toezicht) die gevestigd zijn in een lidstaat van de E.E.R. die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus en voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze tenminste over de rating beschikken volgens onderstaande tabel, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus:

RatingMaximale looptijd uitzettingMaximumbedrag pertegenpartij
AAA 4 jaar€ 5.000.000,--
AA 2 jaar€ 2.500.000,--
A 3 maanden€ 5.000.000,--
    • b.

      Overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd intact is;

    • c.

      Het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

    • d.

      Voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste 3 prijsopgaven bij verschillende financiële ondernemingen gevraagd;

    • e.

      Overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3.

    Bij het uitzetten van middelen en het verstrekken van garanties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college de nodige zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzetting van middelen en verstrekkingen en garanties.

  • 4.

    Het college stelt regels vast ter uitvoering van de financieringsfunctie en legt deze vast in het financieringsstatuut.

IV. FINANCIEEL BEHEER EN INTERNE CONTROLE

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de organisatorische eenheden;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, contracten, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16. Interne controle

1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college legt de raad uiterlijk voor de aanvang van de accountantscontrole het zogenaamde normenkader ten behoeve van de controle op de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen ter kennisname voor.

  • 3.

    Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 17. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de organisatorische eenheden;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Artikel 18. Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten. Deze regels zijn vastgelegd in de nota inkoop en aanbesteding. Wanneer dat noodzakelijk of wenselijk is biedt het college de raad een (bijgestelde) nota inkoop en aanbesteding aan. De raad stelt de nota vast.

Artikel 19. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen. Deze nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies. Wanneer dat noodzakelijk of wenselijk is het college de raad een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies ter vaststelling aan. De raad stelt de nota vast.

V. SLOTBEPALINGEN

Artikel 20. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt de dag na vaststelling in werking.

  • 2. Deze verordening is van toepassing ingaande de jaarrekeningcontrole over het boekjaar 2011.

  • 3. Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Bernisse’ vastgesteld door de raad op 13 april 2010.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Bernisse 2011”.

Abbenbroek, 21 juni 2011

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

J.A. Fröling-Kok P.J. Bouvy-Koene