Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringermeer

Drank- en Horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringermeer
Officiële naam regelingDrank- en Horecaverordening
CiteertitelDrank- en Horecaverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en horecawet (1964)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-196701-01-2014Art. 1.c, 3.4, 4.1 t/m 4.4, 5.7.

10-11-1967

onbekend

Nr. 134

Tekst van de regeling

Raadsbesluit 1967No. 134

De gemeenteraad van Wieringermeer;

gezien het preadvies van burgemeester en wethouders van 24 oktober 1967;

gelet op de artikelen 8, 18, 20, 22 en 45 van de Drank- en Horecawet en de artikelen 168,199,203, 205 en 206 van de gemeentewet;

gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in de provincie Noord-Holland en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier;

besluit:

vast te stellen de volgende: DRANK- EN HORECAVERORDENING 

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1.1

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Drank- en Horecawet;b. horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 [lid… vervallen i.v.m. in werking treden wijziging Drank- en horecawet 1996] van de wet;c. [horecawerkzaamheid: vervallen i.v.m. in werking treden wijziging Drank- en horecawet 1996].

2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steu- nende bepalingen van deze verordening.

Artikel 1.2

De artikelen 1 t/m 4 van de Algemene termijnwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Drankverstrekking op terrassen

Artikel 2.1

Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is toegestaan op terrassen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend.Onder terras wordt verstaan een gedeelte van de openbare weg waarvoor een vergunning is verleend inge-volge artikel 24 der algemene politieverordening* tot het hebben van een terras.

Artikel 2.2

Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen. 

Artikel 2.3

Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn.

* thans: artikel 2.3.1.2 lid 5 APV.

Hoofdstuk 3 Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 3.1

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde brood jes, patates frites en croquetten worden verkocht;b. waarin onderwijs wordt gegeven;c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of - instellin- gen;d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of - instellin- gen;e. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoer-bedrijf;f. die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein of deel uitmaakt van een kampeerboerderij;g. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij culturele, geestelijke of maat-schappelijke instellingen.

Artikel 3.2

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 3.1.  

Artikel 3.3

1. Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verboden, ge- steld in de artikelen 3.1 en 3.2 Zij beslissen binnen vier weken nadat het verzoek is ingekomen.2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden wor-den verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.3. Een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, een ontheffing onder beperkingen is verleend, aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden, of een ontheffing is ingetrokken of gewijzigd, is met redenen omkleed.

Artikel 3.4

[vervallen i.v.m. in werking treden Algemene wet bestuursrecht d.d. 01-01-1994].

Hoofdstuk 4 Dansen

[vervallen i.v.m. in werking treden wijziging Drank- en horecawet 1996].

Hoofdstuk 5 Het verstrekken van alcoholvrije drank.

Artikel 5.1

Voor de toepassingen van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15 c voor minder dan 1 ½ volumeprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 5.2

1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een besloten ruimte bedrijfsmatigalcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.2. Dit verbod geldt niet:a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horeca bedrijf of een horecawerkzaamheid;b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in diebesloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen geschiedt lokaliteiten;d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 5.3

1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde ruimten.2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Artikel 5.4

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en vol-doen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid, van de wet, worden gesteld aan de bedrijfsleiders en de beheerders.

Artikel 5.5

1. Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouder. Dezen beslissen binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingekomen. 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voorschriften worden ver- bonden.

Artikel 5.6

1. Burgemeester en wethouders weigeren het verlof indien wordt voldaan aan de in artikel 5.4 gestelde ei sen.2. Zij trekken het verlof in, indien:a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 5.4 gestelde eisen;b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;c. zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. 3. Zij kunnen het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 5.5, tweede lid, gestelde beperkingen of voorschriften. 4. Een besluit waarbij een verlof is geweigerd of ingetrokken, een verlof onder beperkingen is verleend, of aan een verlof voorschriften zijn verbonden, is met redenen omkleed en wordt aan de verzoeker bij aan- getekende brief toegezonden.

Artikel 5.7

[vervallen i.v.m. in werking treden Algemene wet bestuursrecht d.d. 01-01-1994].

Artikel 5.8

Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 5.2, of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 5.5, twee-de lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie hon-derd gulden. [Artikel 70 van de wet is van overeenkomstige toepassing: Vervallen i.v.m. in werking treden wijziging Drank- en horecawet 1996].

Hoofdstuk 6 Overgangsbepalingen

Artikel 6.1

Diegene, die op 31 oktober 1967 een verlof-B-bedrijf uitoefende wordt geacht tot 1 januari 1969 een verlof ingevolge dit hoofdstuk te hebben.

Artikel 6.2

Het verbod, gesteld in artikel 5.2, eerste lid, geldt tot het tijdstip, bedoeld in artikel 87, tweede lid, van de wet evenmin voor de in dat artikellid bedoelde personen, zolang de aldaar bedoelde uitoefening duurt. De tweede volzin van genoemd artikellid is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen.

Artikel 7.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

 

Artikel 7.2

1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaverordening.2. Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, dat voor de onder- scheiden hoofdstukken en artikelen verschillend kan zijn.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 1967.

, secretaris , voorzitter

Datum goedkeuring GS: 14 mei 1968.

De datum van inwerkingtreding is bepaald op 17 juni 1968.