Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Andijk

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Andijk
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010 zoals vastgesteld op 17-12-2009.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Andijk. De regeling is vastgesteld door de Raad van de voormalige gemeente Andijk, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2011. Op grond van art. 28 van de Wet algemene regelen gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201001-01-2012nieuwe regeling

17-11-2010

De Andijker 22-12-2010

61

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

De gemeenteraad stelt de 'Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011' vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. begraafplaats: I. de algemene begraafplaats Westerbegraafplaats;

II. de algemene begraafplaats Oosterbegraafplaats;

b. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen

met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder

gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor

bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

e. columbariumelement: een element, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

g. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

h. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

j. grafbedekking: gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting op een graf of een afdekplaat op een urnengraf;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

1. het begraven van lijken, welke door de zorg van de burgemeester worden begraven, gelet op artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging; 2. voor het lichten van een lijk of asbus op gerechtelijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten als bedoeld in hoofdstuk 8 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen drie weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010 van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag van de bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Andijk gehouden op 17 november 2010.

de griffier, de voorzitter,

mevrouw C.J.E. Holtslag mevrouw A.F.T. Streumer

Bijlage

Tarieventabel 2011

Tarieventabel, behorende bij de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2011”. Indeling tarieventabel Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten Hoofdstuk 2. Begraven Hoofdstuk 3. Grafkelders Hoofdstuk 4. Bijzetten asbussen en urnen Hoofdstuk 5. Verstrooien van as Hoofdstuk 6. Verwijderen asbussen en urnen Hoofdstuk 7. Grafbedekking Hoofdstuk 8. Onderhoud en afkoop onderhoud Hoofdstuk 9. Inschrijven en overboeken Hoofdstuk 10. Opgraven en herbegraven Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten 1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven

houden wordt geheven: 1.1.1 Voor een eigen graf voor de duur van 20 jaar € 1.150,00

1.1.2 Voor het verkrijgen van een eigen kindergraf voor de duur van 20 jaar € 575,00

1.1.3 Voor het verlengen van het recht op een eigen graf als bedoeld in

artikel 1.1.1 met een aansluitende periode van 10 jaar € 575,00

1.1.4 Voor het verlengen van het recht op een kindergraf als bedoeld in

artikel 1.1.2 met een aansluitende periode van 10 jaar € 287,50 1.2.1 Voor het verkrijgen van een algemeen graf voor de duur van 10 jaar € 575,00 1.3.1 Voor het verkrijgen van een urnengraf voor de duur van 20 jaar € 575,00

1.3.2 Voor het verlengen van het recht op een eigen urnengraf met een

aansluitende periode van 10 jaar € 287,50 1.4.1 Voor het verkrijgen van een columbariumelement voor de duur

van 20 jaar € 1.286,00

1.4.2 Voor het verlengen van het recht op een columbariumelement met een

aansluitende periode van 10 jaar € 643,00 Hoofdstuk 2. Begraven 2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon

van 12 jaar en ouder wordt geheven € 834,00

2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt

geheven € 286,00

2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind van

één jaar en ouder doch beneden twaalf jaar,

wordt geheven € 417,00

2.4 Voor het op verzoek van de rechthebbende begraven van een stoffelijk overschot, dan wel het bijzetten van een urn (asbus) op uren buiten de in artikel 9 van de Verordening Gemeentelijke begraafplaatsen bedoelde uren worden verhoogd met 50 % van de rechten genoemd in artikel 2.1 tot en met 2.3. Hoofdstuk 3. Grafkelders Voor het stichten van een grafkelder in een nieuw eigen graf wordt

het recht genoemd in hoofdstuk 1 vermeerderd met € 220,00 Hoofdstuk 4. Bijzetten asbussen en urnen Voor het door de gemeente bijzetten van een asbus of urn wordt geheven: 4.1.1 in een columbariumelement € 73,40

4.1.2 in een eigen graf € 220,00

4.1.3 in een eigen urnengraf € 220,00 Hoofdstuk 5. Verstrooien van as 5.1 Voor het verstrooien op het daarvoor aangegeven

gedeelte van de begraafplaats van as wordt geheven € 57,90 Hoofdstuk 6. Verwijderen asbussen en urnen 6.1 Voor het op aanvraag van de rechthebbende verwijderen

van een asbus uit een eigen graf, eigen urnengraf of

een columbariumelement wordt geheven € 57,90 Hoofdstuk 7. Grafbedekking Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsen van

een gedenkteken en het hebben daarvan op een grafruimte wordt geheven: 7.1.1 voor een eigen graf € 25,80

7.1.2 voor een algemeen graf € 25,80 Hoofdstuk 8 . Onderhoud en afkoop onderhoud 8.1 Voor het onderhoud van gemeentewege van een grafbedekking wordt per

jaar geheven voor:

a. een eigen graf € 71,70

b. een eigen urnengraf € 35,80

c. een kindergraf € 45,40

d. een columbariumelement € 15,10 Het onder 8.1 genoemde onderhoudsrecht wordt afgekocht door

betaling ineens voor de periode van 10 jaar en wordt als volgt

berekend:

het gewenste aantal jaren maal het jaarlijks recht met dien verstande

dat de rechten over het lopende jaar verschuldigd blijven;

De periode is niet groter dan de resterende jaren van het recht op het graf. Voor het onderhoud van gemeentewege van een grafbedekking voor de

periode van 10 jaar geheven voor:

een algemeen graf € 258,80 Hoofdstuk 9. Inschrijven en overboeken 9.1 Voor het inschrijven en overboeken van het uitsluitend recht als

bedoeld onder 1.1.1 tot en met 1.1.4 en 1.3.1 en 1.4.1 ten name

van een nieuwe rechthebbende wordt geheven € 25,90 Hoofdstuk 10. Opgraven en herbegraven 10.1 Voor het anders dan op rechterlijk bevel opgraven van:

a. een stoffelijk overschot binnen 10 jaar € 1.345,80

b. een stoffelijk overschot na 10 jaar € 491,70

c. een urn binnen 20 jaar € 181,10

d. een urn na 20 jaar € 103,50 10.2 Voor het herbegraven van het in 10.1 bedoelde stoffelijk overschot

op dezelfde begraafplaats, worden de rechten geheven als genoemd in hoofdstuk 2. 10.3 Wordt het stoffelijk overschot herbegraven op een andere begraafplaats in de gemeente, dan zullen de daaruit voortvloeiende kosten extra in rekening worden gebracht. 10.4 Voor het enkel ruimen van een eigen graf op verzoek van de rechthebbende, alsmede het verzamelen en het herbegraven van één of meer stoffelijke overschotten € 183, 70