Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 11de maart 2002 houdende regels ten aanzien van loodsen en het loodsen (Loodsenlandsverordening 2001)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 11de maart 2002 houdende regels ten aanzien van loodsen en het loodsen (Loodsenlandsverordening 2001)
CiteertitelLoodsenlandsverordening 2001
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van ……… (P.B. ……, no. …).

Bij de wijzigingsregeling van 27-5-2003 (P.B. 2003, no. 66) is bepaald dat zij op hetzelfde tijdstip in werking treedt als de oorspronkelijke verordening.

De regeling is op 15-12-2008 nog niet in werking getreden. De inwerkingtredingsdatum van 01-01-2010 is fictief.

Deze regeling vervangt de Landsverordening Minimumtarieven Loodsgelden (P.B. 1958, no. 155).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010art. 6, 7, 14

27-05-2003

P.B. 2003, no. 66

Zitting 2002-2003-2702
01-01-2010Nieuwe regeling

11-03-2002

P.B. 2002, no. 108

Zitting 1999-2000 2217

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 11de maart 2002 houdende regels ten aanzien van loodsen en het loodsen (Loodsenlandsverordening 2001)

HOOFDSTUK I

Algemene Bepalingen

Artikel 1
  • 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      minister : de Minister van Verkeer en Vervoer;

    • b.

      loods : degene die krachtens deze landsverordening bevoegd is als loods op te treden;

    • c.

      loodsplichtigescheepvaartwegen : de scheepvaartwegen waarop krachtens wettelijk voorschrift de kapitein van een schip verplicht is gebruik te maken van de diensten van een loods;

    • d.

      schip : een schip als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede elk vaartuig, met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water, met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een drijvend platform, een verplaatsbare boorinstallatie, een baggermolen, een drijvende kraan, een ponton en elk ander drijvend werktuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting van soortgelijke aard, gedurende de tijd dat het drijft, dan wel een samenstel van schepen of van een of meer schepen met een of meer andere vaartuigen, waarvan ten minste één schip deel uitmaakt dat ter voortbeweging gebruik maakt van zijn motor en dat dient voor het voortbewegen of het sturen van het samenstel;

    • e.

      kapitein : degene die is belast met het gezag over een schip;

    • f.

      scheepsbeheerder : degene die het beheer over een schip heeft, hetzij hij eigenaar, reder of boekhouder van de rederij van het schip is, hetzij het schip hem in gebruik is gegeven.

    • g.

      haven : een binnenwater of een gedeelte daarvan dat bij eilandsverordening of eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, als haven is aangewezen;

    • h.

      rede : iedere plaats gelegen in de territoriale zee of exclusieve economische zone waar schepen ligplaats kunnen hebben of waar opvarenden en zaken ingescheept of ontscheept kunnen worden.

  • 2. Onverminderd het bepaalde bij de Loodsenverordening 1937 (P.B. 1937, no. 93) of enige andere eilandsverordening inzake de loodsplichtige scheepvaartwegen van en naar de havens van de eilanden van de Nederlandse Antillen, kunnen scheepvaartwegen in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone, welke niet voeren van of naar bedoelde havens, bij ministeriële beschikking met algemene werking als loodsplichtige scheepvaartwegen worden aangewezen.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen zaken die geen schepen zijn voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen met een schip worden gelijkgesteld.

HOOFDSTUK II

Loodsen

Artikel 2
  • 1. De loods adviseert aan boord de kapitein of degene die de feitelijke leiding heeft over de te voeren navigatie. De loods mag met instemming van de kapitein de leiding over de navigatie voeren.

  • 2. Voor zover de loods zijn functie niet aan boord van het te loodsen schip kan uitoefenen mag deze de kapitein of degene die de feitelijke leiding heeft over de te voeren navigatie vanaf een ander schip of vanaf de wal adviseren.

  • 3. In het belang van de orde en veiligheid van het scheepvaartverkeer of de instandhouding van scheepvaartwegen of werken gelegen in of over scheepvaartwegen of ter voorkoming of beperking van hinder of gevaar door het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden of schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van een gebied waarin scheepvaartwegen zijn gelegen, worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels gegeven die de loodsen voor en bij de uitoefening van hun beroep in acht dienen te nemen. Deze voorschriften hebben onder andere betrekking op de omstandigheden en voorwaarden waaronder en de plaatsen vanaf waar de loods adviezen als bedoeld in het tweede lid mag geven.

Artikel 3
  • 1. De loods is, voor zover hij handelt in de uitoefening van de in artikel 2 genoemde taken en bevoegdheden, slechts aansprakelijk voor schade door hem veroorzaakt door opzet of grove schuld.

  • 2. Een eilandgebied, dan wel een instantie of rechtspersoon aan wie een eilandgebied het loodswezen geheel of gedeeltelijk heeft op- of overgedragen, in wiens opdracht een loods zijn diensten verleent, is niet aansprakelijk voor het handelen of nalaten van de loods in de uitoefening van de in artikel 2 genoemde taken en bevoegdheden noch voor het handelen of nalaten van degenen die bij de uitoefening van die taken betrokken zijn.

Artikel 4
  • 1. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gegeven met betrekking tot de bevoegdheid van de loods ten aanzien van loodsplichtige scheepvaartwegen en categorieën van schepen, voor de toelating tot het verkrijgen van de bevoegdheid van loods, de toelating tot het beroep van loods, vakbekwaamheidseisen en de bij de beroepsuitoefening in acht te nemen verplichtingen, alsmede het verliezen van de bevoegdheid van loods.

  • 2. Het is degene die daartoe niet bevoegd is, verboden diensten als loods aan te bieden dan wel te verlenen of te doen verlenen aan schepen.

HOOFDSTUK III

Loodsplicht

§ 1. Algemeen
Artikel 5

De kapitein is verplicht om tijdens de vaart van het schip op loodsplichtige scheepvaartwegen gebruik te maken van de diensten van een loods.

§ 2. Vrijstellingen en ontheffingen
Artikel 6
  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan vrijstelling worden verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 5, voor:

    • a.

      daarbij aangewezen categorieën van schepen;

    • b.

      schepen, indien de kapitein of een aan boord zijnde stuurman tijdens de vaart op de desbetreffende scheepvaartweg in het bezit is van een verklaring van vrijstelling als bedoeld in artikel 9 en de leiding over de navigatie voert.

  • 2. Bij eilandsbesluit, kan aan een schip dat gebruik maakt van een loodsplichtige scheepvaartweg in bij dat eilandsbesluit te bepalen gevallen en omstandigheden en op in dat eilandsbesluit aan te geven wijze, ontheffing worden verleend. Aan ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Eveneens kunnen deze onder beperkingen worden verleend.

Artikel 7

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden bepaald in welke gevallen en omstandigheden, en op welke wijze:

  • a.

    de kapitein die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de loodsplicht is vrijgesteld, niettemin worden verplicht om tijdens de vaart van het schip op een loodsplichtige scheepvaartweg gebruik te maken van de diensten van een loods;

  • b.

    de kapitein worden verplicht om tijdens de vaart van het schip op een scheepvaartweg die niet een loodsplichtige is, gebruik te maken van de diensten van een loods; en

  • c.

    de kapitein worden verplicht ten behoeve van het loodsen aanwijzingen op te volgen met betrekking tot:

    • 1°.

      het gebruik van meer dan één loods;

    • 2°.

      het gebruik maken van de diensten van een loods aan boord van het schip, dan wel vanaf de wal of vanaf een ander schip.

Artikel 8

Het bepaalde in deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een schip dat geen zeeschip is alsmede ten aanzien van degene die daarover de feitelijke leiding heeft, indien dit schip zich op zee bevindt.

§ 3. Verklaring van vrijstelling
Artikel 9
  • 1. Een verklaring van vrijstelling wordt afgegeven aan degene die voldoet aan daartoe bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen eisen.

  • 2. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot de afgifte van de verklaring van vrijstelling, de opleiding en examinering van degenen die voor een dergelijke verklaring in aanmerking wensen te komen en worden een of meer instanties of instituten aangewezen die met het verzorgen van een opleiding en het afnemen van examens worden belast.

HOOFDSTUK IV

Vergoedingen

Artikel 10
  • 1. De kosten verbonden aan de aanvraag en de afgifte van diploma's en verklaringen van vrijstelling als bedoeld in artikel 9, de deelname aan de daarvoor vereiste opleidingen en examens en de afgifte van andere documenten, verplicht gesteld bij of krachtens deze landsverordening, worden ten laste gebracht van de aanvrager van het diploma of andere documenten, onderscheidenlijk de kandidaat voor de bedoelde examens.

  • 2. Bij ministeriële beschikking met algemene werking worden de tarieven voor de kosten, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld.

Artikel 11
  • 1. De kapitein op wie een verplichting als bedoeld in de artikelen 5 of 7 rust, is gehouden loodsgeld te betalen.

  • 2. De kapitein die tijdens de vaart op een scheepvaartweg gebruik maakt van de diensten van een loods zonder dat daartoe op hem een verplichting als bedoeld in de artikelen 5 of 7 rust, is gehouden daarvoor loodsgeld te betalen.

  • 3. De verplichting, bedoeld in het eerste en tweede lid, rust mede op de scheepsbeheerder en diens vertegenwoordiger ieder afzonderlijk.

Artikel 12
  • 1. Bij ministeriële beschikking met algemene werking worden na overleg met het eilandgebied of de instantie of rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, tweede lid, de minimumtarieven voor loodsgelden vastgesteld.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt het loodsgeld, bedoeld in artikel 13, vastgesteld met inachtneming van het bepaalde krachtens het eerste lid.

  • 3. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan vrijstelling worden verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 11 voor daarbij aangewezen categorieën van schepen.

  • 4. Bij eilandsbesluit kan voor een schip geheel of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting, bedoeld in artikel 11 worden verleend in bij dit eilandsbesluit te bepalen omstandigheden of gevallen.

Artikel 13
  • 1. Het loodsgeld strekt tot vergoeding van de kosten met betrekking tot het loodsen.

  • 2. Het loodsgeld is verschuldigd aan het eilandgebied of de instantie of rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

HOOFDSTUK V

Strafbepalingen

Artikel 14
  • 1. Handelen in strijd met de voorschriften, gesteld bij artikel 5 en 11 of krachtens artikel 2, derde lid, of overtreding van artikel 4, tweede lid, wordt gestraft met hetzij hechtenis van ten hoogste twaalf maanden, hetzij geldboete van ten hoogste vijftigduizend gulden (NAF 50.000,--).

  • 2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

  • 3. Bij herhaling van een overtreding als bedoeld in het tweede lid, kan de geldboete worden verhoogd tot ten hoogste de keren van herhalen te vermenigvuldigen met ten hoogste vijfentwintigduizend gulden (NAF 25.000,--).

Artikel 15
  • 1. Bij veroordeling wegens een overtreding als bedoeld in artikel 14, tweede lid, kan het vonnis tevens inhouden:

    • a.

      schorsing of beperking van de bevoegdheid als loods voor de duur van ten hoogste een jaar;

    • b.

      verval of beperking van de bevoegdheid als loods.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde geldt ook bij veroordeling van de loods wegens handelen in strijd met of overtreden van verboden in andere wettelijke voorschriften die op scheepvaartwegen van toepassing zijn, indien de loods dit handelen of die overtreding heeft begaan bij de uitoefening van zijn beroep.

HOOFDSTUK VI

Slotbepalingen

Artikel 16

[wijzigt artikel 3 van de Loodsdienstverordening 1937 (P.B. 1937, no. 93)]

Artikel 17

De Landsverordening Minimumtarieven Loodsgelden (P.B. 1958, no. 155) vervalt met ingang van een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel 18

Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit vast te stellen tijdstip.

Artikel 19

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Loodsenlandsverordening 2001.