Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingVerordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011
CiteertitelVerordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-05-201101-01-201103-02-2012Nieuwe regeling.

09-05-2011

Op 'e Skille, 26-05-2011

Collegevoorstel, 19-04-2011, nr. 11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011

De raad van de gemeente Littenseradiel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 april 2011;

gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

besluit:

vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand;

  • c.

    WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • d.

    WSF 2000: de Wet Studiefinanciering;

  • e.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet;

  • f.

    WIJ-inkomensvoorzieningsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

  • g.

    uitkeringsgerechtigde: persoon bedoeld in artikel 1, onder l, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • h.

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm dan wel de WIJ-inkomensvoorzieningsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000, dan wel deze opleidingen of studies volgde in de periode in het eerste lid genoemd.

Artikel 3 Hoogte van de toeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt:

    • a.

      voor gehuwden en alleenstaande ouders: € 498,-;

    • b.

      voor alleenstaanden: € 350,-.

  • 2. D bedragen zoals genoemd in het eerste lid worden met ingang van 1 januari 2012 elk kalenderjaar conform het gemeentebreed gehanteerde inflatiepercentage aangepast.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde geïndexeerde bedragen worden zo nodig op hele euro’s afgerond.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

  • 2. De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel van 29 juni 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Littenseradiel 2011.

Ondertekening

Wommels, 9 mei 2011

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

Algemene toelichting

Algemeen

De langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand (WWB). Daarin is opgenomen dat het college “op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.” verleent.

 

De gedachte achter deze toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven. In de WIJ is er geen specifiek artikel gewijd aan de langdurigheidstoeslag. Voor personen die onder de WIJ vallen, geldt dat zij een beroep op langdurigheidstoeslag kunnen doen vanaf het moment dat zij 21 jaar zijn.

 

De gemeenteraad moet in een verordening regels opstellen (artikel 8 WWB), die in ieder geval betrekking moeten hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. Binnen de grenzen van artikel 36 WWB is dit gemeentelijk beleid. Er hoeft geen toets meer plaats te vinden op het aanwezig zijn van arbeidsmarktperspectief (amendement Spies (31441 nr. 12)).

 

In de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.

 

Er zijn echter wel mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijke administratie blijkt dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen wijzigingen zijn opgetreden, dan kan een volledig ingevuld aanvraagformulier toegezonden worden, waarna de betrokkene door het zetten van de handtekening de aanvraag officieel maakt.

 

Gemeentelijk beleid langdurigheidstoeslag WWB

De gemeenteraad stelt met deze verordening gemeentelijk beleid vast. Hieronder volgt per onderwerp het gemeentelijke standpunt.

 

Doelgroep

Naast uitkeringsgerechtigden kunnen ook werkenden met een langdurig laag inkomen een beroep doen op deze regeling. Anders zouden werkenden op achterstand worden gezet. Wel blijft het uitgangspunt om armoede te voorkomen en dat is voor de groep uitkeringsgerechtigden gericht op arbeidsparticipatie.

De ondersteunende maatregelen daartoe zijn beschreven in de Re-integratieverordening.

 

Inkomensnorm

Om in aanmerking te komen voor deze toeslag, mag het inkomen niet meer dan 105% van de toepasselijke bijstandsnorm of de WIJ-inkomensvoorzieningsnorm zijn. Voor deze regeling geldt de vermogenstoets conform artikel 34 van de WWB.

 

Langdurigheid

Degenen die langer dan 3 jaar afhankelijk zijn van een laag inkomen tot 105% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag. Dit heeft te maken met het afnemen van de reserveringsmogelijkheden na deze periode. Deze termijn sluit ook aan bij de WSNP en schuldsanering. Daarnaast is het vaak lastig om met name werkenden te vragen hun administratie van langer dan 3 jaar geleden te overleggen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1          Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 2          Voorwaarden

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het begrip “laag inkomen” wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden). Studenten komen niet in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag.

 

Artikel 3          Hoogte van de toeslag

In dit artikel wordt de hoogte van de langdurigheidstoeslag geregeld.

 

Artikel 4          Onvoorziene gevallen

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 5          Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 6          Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.