Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Fiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingFiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-11-201413-11-2014vervallen verklaard

21-10-2014

Gemeenteblad, 64459

Z-14-35778/28285
01-12-200801-12-200813-11-2014geen

16-06-2011

-

Tekst van de regeling

College van B en W

Besluiten:

Gelezen de voorstellen van het stafbureau AOZ van 11 februari 2009;

Gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

Gehoord de Ondernemingsraad (vergadering: 27 november 2008);

Gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg;

Tot vaststelling van de navolgende

Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

MedewerkerDe ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.ReiskostenuitkeringEen fiscaal vrijgestelde uitkering voor reiskosten woon-werkverkeer vanwege uitruil met de bruto va-kantie-uitkering en bruto eindejaarsuitkering ingevolge de fiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer.

Woon-werkverkeerHet overbruggen van de afstand van de woning van de medewerker tot de plaats van te-werkstelling.

WerkplekDe locatie waar de werknemer doorgaans zijn werkzaamheden verricht.

WoonadresAdres in de gemeente of het nabij genoemde deel daarvan, waar de werknemer metterwoon is geves-tigd of (tijdelijk) woonachtig is. In het geval sprake is van 2 woonadressen geldt het bij de werkplek meest dichtbij zijnde woonadres. 

Artikel 2 Deelname

  • 1 Elke werknemer met een bezoldigd dienstverband bij de gemeente Middelharnis kan van deze regeling gebruik maken, indien hij gemiddeld minimaal op één dag (= binnen een tijdsbestek van 24 uur) per week heen en weer reist tussen zijn woonadres en werkplek. Het betreft de reguliere werkdagen (excl. bijvoorbeeld bereikbaarheidsdiensten).

  • 2 Uitgesloten van deelname zijn medewerkers van wie het bruto loon fiscaal reeds maximaal 30% is verlaagd en werknemers die niet hebben voldaan aan een opgelegde verhuisplicht.

Artikel 3 Bronnen

  • 1 De werknemer kan door uitruil met (een gedeelte van) zijn bruto vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering, dan wel alleen de eindejaarsuitkering een fiscaal vrijgestelde uitkering voor reiskosten woon-werkverkeer ontvangen.

  • 2 De uitruil met de bruto vakantie-uitkering in mei heeft betrekking op de maanden januari t/m mei van hetzelfde kalenderjaar, de uitruil met de bruto eindejaarsuitkering heeft betrekking op de maanden juni t/m december dan wel (ingeval van uitruil met alleen de eindejaarsuitkering) op de maanden januari t/m december van hetzelfde kalenderjaar.

  • 3 Bij de invoering van de Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer per december 2008 zal zonodig ook een deel van het salaris als bron worden ingezet voor de belastingvrije vergoeding woon-werkverkeer, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, lid 5.

Artikel 4 Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

  • 1 De maximaal fiscaal vrijgestelde uitkering bedraagt € 0,19 per kilometer woon-werkverkeer over maximaal 150 kilometer per dag (in totaal incl. de heen- en terugreis).

  • 2 Het aantal afgelegde kilometers wordt vastgelegd aan de hand van de ANWB-routeplanner op basis van de volledige postcode en de kortste route.

  • 3 Het aantal kilometers per dag wordt bepaald door de enkele reisafstand van het woonadres naar de aangewezen werkplek(ken), na afronding naar boven op hele kilometers, te vermenigvuldigen met 2.

  • 4 a. Het maximale bedrag per jaar wordt berekend volgens de formule: (aantal km woon-werkverkeer per dag heen en terug) x € 0,19 x (gemiddeld aantal reisdagen per week gedeeld door 5) x 214 dagen per jaar. b. De fiscale norm voor het aantal werkdagen bij een fulltime dienstverband is 214 dagen per jaar. De fiscale voorwaarde hierbij is dat minimaal 70% van 214 werkdagen naar de werkplek wordt gereisd. Als minstens 150 dagen (=70%) wordt gereisd, wordt de reiskostenvergoeding berekend over 214 dagen. c. Indien gemiddeld op minder dan 5 dagen per week wordt gereisd, wordt het aantal reisdagennaar rato berekend.|d. Indien een werknemer op jaarbasis minder dan 70 % van voornoemd aantal werkdagen reist, komt hij niet in aanmerking voor de fiscale reiskostenuitkering met uitzondering van desituaties zoals genoemd in artikel 5 van deze regeling.  

  • 5 Het brutoloon na uitruil mag niet lager zijn dat het loon zoals bepaald in de Wet Minimumloon en vakantiebijslag.

  • 6 De reiskostenuitkering wordt 2 keer per jaar uitbetaald, na uitruil van de bruto vakantie- en eindejaarsuitkering. In mei wordt 5/12 en in december wordt 7/12 van het maximale bedrag uitbetaald. Er wordt nooit meer vergoed dan het bedrag dat aan vakantieuitkering en/of eindejaarsuitkering wordt ontvangen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.

  • 7 Eventuele technisch-administratieve aanpassingen in de fiscale wet- en regelgeving ten aanzien van het verstrekken van fiscaal vrijgestelde vergoedingen reiskosten woon-werkverkeer zullen automatisch worden doorgevoerd in de uitvoering van de Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer.

Artikel 5 Nieuw Artikel

  • 1 In geval minder dan 214 dagen per kalenderjaar is gewerkt als gevolg van langdurige, onafgebroken afwezigheid langer dan 4 weken, wordt de reiskostenuitkering naar rato aangepast.

  • 2 De reiskostenuitkering wordt eveneens naar rato aangepast bij: a. in- en uitdiensttreding in de loop van het kalenderjaar; b. wijziging van werkplek(ken); c. verhuizing; d. (tijdelijke) wijziging in het aantal reisdagen.  

  • 3 Correctie als gevolg van één van de in artikel 5 genoemde omstandigheden vindt plaats met de inhouding op de vakantie- en/of eindejaarsuitkering en zonodig de bezoldiging.

Artikel 6 Procedure

  • 1 De werknemer die wil en kan deelnemen aan de Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer verklaart schriftelijk op het aanmeldingsformulier “Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer “dat via het intranet kan worden uitgeprint”:a. hoeveel dagen per week hij gemiddeld heen en weer reist van zijn woonadres naar de voor hem aangewezen werkplek(ken) en b. hoeveel kilometers per dag hij dagelijks heen en weer reist voor woon-werkverkeer (conform het bepaalde in artikel 4). Met invulling van het aanmeldingsformulier verklaart de werknemer tevens akkoord te zijn met:c. de verlaging van de bruto vakantie- en/of eindejaarsuitkering gelijk aan het bedrag van de reiskostenuitkering; d. het feit dat verlaging van de bruto vakantie- en/of eindejaarsuitkering van invloed kan zijn op onder andere de hoogte van uitkeringen ingevolge de sociale uitkeringen (bv. WAO, WIA,WW,BWNU) en inkomensafhankelijke toeslagen en uitkeringen (bv. zorgtoeslag, huurtoeslag de kinderopvangtoeslag en Wet Studiefinanciering 2000). Een compensatie hiervoor van werkgeverszijde wordt niet verleend.  

  • 2 De werknemer levert het ingevulde en ondertekende formulier in bij het stafbureau AOZ, werkveld P&O, waarna namens het College van B&W krachtens mandaat een besluit wordt genomen.

  • 3 De werknemer is daarna gedurende de deelname aan de regeling verplicht om uit eigen beweging schriftelijk melding te maken van een wijziging zoals genoemd in artikel 5, lid 1 en 2 van deze regeling.

Artikel 7 Naheffing en verantwoordelijkheid

  • 1 Indien controle door de inspecteur der belastingen ertoe leidt dat alsnog een naheffing aan de werkgever wordt opgelegd en dit het gevolg is van een onjuiste gegevensverstrekking door de werknemer in het kader van deze fiscale regeling, dan zal deze naheffing (inclusief eventuele rente en boete) verhaald worden op de werknemer.

  • 2 Indien aan de fiscaal vrijgestelde uitbetaling wegens de belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de werknemer gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing op grond van het niet voldoen aan deze voorwaarden komt voor rekening van de werknemer.

  • 3 De werkgever aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor de mogelijk in bovengenoemde en andere (wettelijke) regelingen opkomende gevolgen van de verlaging van het brutoloon bij het gebruik maken van deze regeling.

Artikel 8 Aanmelding en keuze voor de Fiscale Regeling woon-werkverkeer

  • 1 De aanmelding voor de fiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer kan vóór 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag of intrekking betrekking heeft, worden ingediend. De aanmelding of intrekking dient vóór 1 december te zijn ontvangen door het stafbureau AOZ, werkveld P&O.

  • 2 Indien vóór 1 december geen verzoek tot intrekking is ontvangen door het werkveld P&O, wordt de uitkering ongewijzigd voortgezet, tenzij sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 4, lid 7 of artikel 5 van deze regeling.

  • 3 Medewerkers met een nieuw dienstverband kunnen deelnemen vanaf de datum van indiensttreding, waarbij men zich dan wel vóór 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft dient aan te melden.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de gemeente Middelharnis een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als “Fiscale Reiskostenregeling woon-werkverkeer Gemeente Middelharnis”.

  • 2 Deze regeling treedt in werking op 1 december 2008.Per gelijke datum worden alle eerder genomen besluiten ingetrokken. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 juni 2009.

De secretaris, De burgemeester,

Mr. H. Scholtens Drs. P. Zevenbergen