Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Beleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen
CiteertitelBeleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994, art. 149
  2. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, art. 87

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-03-2010nieuwe regeling

16-02-2010

De Brug, 02-03-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kampen

Gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en op het bepaalde in artikel 87 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

Overwegende dat;

  • ·

    voor het verbeteren van het verblijfsklimaat in het winkelgebied in de binnenstad van Kampen, aangewezen als voetgangerszone, het wenselijk is om aan eigenaren of houders van voertuigen in bepaalde gevallen ontheffingen te kunnen verlenen van het verbod om de voetgangerszone binnen te rijden;

  • ·

    het wenselijk is om het beleid voor het beslissen op aanvragen op de ontheffing vast te leggen in de beleidsregels als bedoeld in artikel 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluiten:

vast te stellen de navolgende

“Beleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen”.

Artikel 1 begripsomschrijvingen

  • a.

    voetgangerszone: het blauw gearceerde gebied in de bij deze beleidsregels behorende afbeelding Voetgangerszone Winkelgebied Binnenstad van d.d. 17 november 2009 in de binnenstad, waarvan de toegang is aangeduid met de verkeersborden C01, G07(zone) en/of G08(zone) van bijlage 1 van het RVV 1990;

  • b.

    hoofdfietsroute: de fietsroute door Gasthuisstraat en Voorstraat (gedeelte tussen Vispoort en Oudestraat) die de voetgangerszone doorsnijdt. Indien binnen deze beleidsregels (het gebied) voetgangerszone wordt weergegeven wordt daarbij ook (het gebied) van de fietsroute bedoeld;

  • c.

    voertuig: een in de zin van art. 1 van het RVV 1990 beschreven motorvoertuig met een maximale lengte van 11 meter;

  • d.

    ontheffing: een in de zin van artikel 87 RVV 1990 c.q. artikel 149 WVW 1994 door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig de voetgangerszone of een gedeelte daarvan binnen te rijden;

  • e.

    ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • f.

    transponder: het middel waarmee de ontheffinghouder zich bij de poller toegang tot de voetgangerszone en/of hoofdfietsroute kan verschaffen;

  • g.

    eigen parkeergelegenheid: een parkeerplaats op een terrein of in een garage in eigendom bij, uitgegeven in erfpacht of verhuurd aan de aanvrager van de ontheffing;

  • h.

    laden en lossen van goederen: het onmiddellijk, nadat het voertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring in – of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

  • i.

    route: de route die de ontheffinghouder dient te volgen voor het bereiken van zijn bestemming in de voetgangerszone;

  • j.

    periode: de periode, met een minimum van een dag en een maximum van 60 maanden (5 jaren), gedurende welke de ontheffing van kracht is;

  • k.

    tijdvak: de uren van de dag en of dagen van de week welke de ontheffinghouder daadwerkelijk van zijn ontheffing gebruik kan maken, dat wil zeggen zich bij de poller toegang tot de voetgangerszone kan verschaffen;

  • l.

    poller: beweegbare c.q. verzinkbare paal, geplaatst ter afsluiting van de voetgangerszone, die met een transponder of vanuit de beheerderspost bediend kan worden;

  • m.

    beheerderspost: kantoor van Stadstoezicht waar vanuit het Centraal Management Systeem de poller bediend kan worden;

  • n.

    venstertijden: tijden waarin het pollersysteem is uitgeschakeld en de voetgangerszone vrij toegankelijk is voor het laden en lossen van goederen.

Artikel 2 Verlenen ontheffing

  • 1.

    Op een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag kan ontheffing worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig voor:

    • a.

      het binnenrijden (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van de uitvoering van (spoed)werkzaamheden waarbij de aanwezigheid van het voertuig aantoonbaar noodzakelijk is en die niet alleen binnen de venstertijden mogelijk zijn;

    • b.

      het binnenrijden (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van het bereiken van eigen parkeergelegenheid;

    • c.

      het binnenrijden (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van het onmiddellijk laden en/of lossen van goederen die aantoonbaar niet alleen binnen de venstertijden mogelijk zijn en waarbij de te overbruggen buiten een 'loop'-afstand 100 meter valt.

  • 2.

    Binnen acht weken na ontvangst wordt op de aanvraag voor een ontheffing een beslissing genomen.

  • 3.

    Indien de aanvraag voor een ontheffing is toegekend, ontvangt de ontheffinghouder een transponder waarmee hij zich bij een poller toegang tot de voetgangerszone kan verschaffen.

  • 4.

    Voor het verstrekken van een transponder wordt ter bescherming van het belang van een zorgvuldig gebruik van deze middelen een waarborgsom van € 50,-- in rekening gebracht, die bij inlevering van de transponder wordt terugbetaald.

Artikel 3 Bewoners

  • 1.
    • a.

      Onder een bewoner wordt in deze regels verstaan een natuurlijke persoon die in de Gemeentelijke Basis Administratie is ingeschreven op een adres dat gelegen is in de voetgangerszone;

    • b.

      Aan een bewoner kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van deze beleidsregels.

  • 2.
    • a.

      Een bewoner dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van het kentekenbewijs deel I van zijn voertuig. Indien hij een ontheffing aanvraagt ten behoeve van het bereiken van een eigen parkeergelegenheid, dient tevens een bewijsstuk overlegd te worden van beschikking over deze parkeergelegenheid.

    • b.

      Per woning wordt maximaal één ontheffing verleend.

Artikel 4 Bedrijven

  • 1.
    • a.

      Onder een bedrijf wordt in deze regels verstaan, een ondernemer of ondernemers die op het opgegeven adres daadwerkelijk een beroep of bedrijf uitoefent/uitoefenen en daar ook gevestigd is of zijn.

    • b.

      Aan een bedrijf kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van deze beleidsregels.

  • 2.
    • a.

      Een bedrijf dient bij de aanvraag voor een ontheffing een kopie te overleggen van een maximaal één maand oud uitreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit geldt niet voor de beroepen waarvoor geen inschrijving is vereist. Indien aanvrager een ontheffing aanvraagt ten behoeve van het bereiken van een eigen parkeergelegenheid, dient tevens een bewijsstuk overlegd te worden van beschikking over deze parkeergelegenheid.

Artikel 5 Leveranciers

  • 1.
    • a.

      Onder een leverancier wordt in deze regels verstaan, een bedrijf dat goederen dient te laden en/of lossen bij een in de voetgangerszone woonachtige bewoner of een aldaar gevestigd bedrijf.

    • b.

      Aan een leverancier kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub c van deze beleidsregels.

Artikel 6 Gemeentelijke toezichthoudende, beheer- en onderhoudsdiensten

  • 1.
    • a.

      Onder gemeentelijke diensten worden in deze regels verstaan, de aan de gemeente verbonden ambtenaren die een publieke taak uitoefenen inzake beheer, onderhoud en/of toezicht waarbij het voertuig in de directe nabijheid benodigd is.

    • b.

      Aan een gemeentelijke dienst kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van deze beleidsregels.

Artikel 7 Taxi’s

  • 1.
    • a.

      Onder taxi’s worden in deze regels verstaan, voertuigen voor het vervoeren van personen tegen betaling in een als ‘taxi’ herkenbaar voertuig.

    • b.

      Aan een taxi kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a van deze beleidsregels.

Artikel 8 Aannemers, installateurs en reparateurs

  • 1.
    • a.

      Onder aannemers, installateurs en reparateurs worden in deze regels verstaan, bedrijven die bouw-, installatie- en/of reparatiewerkzaamheden uitvoeren op een adres dat gelegen is in de voetgangerszone.

    • b.

      Aan aannemers, installateurs en reparateurs kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a en c van deze beleidsregels

Artikel 9 Gehandicapte bestuurders

  • 1.
    • a.

      Onder gehandicapte bestuurder worden in deze regels verstaan personen die in het bezit zijn van een geldende Bestuurders(gehandicapten)kaart.

    • b.

      Aan een gehandicapte bestuurder kan een ontheffing worden verleend om nog 2 uur na het sluiten van de venstertijd in de voetgangerszone te mogen verblijven.

Artikel 10 Overige doelgroepen

  • 1.
    • a.

      Onder overige doelgroepen worden in deze regels verstaan personen of bedrijven, anders dan die in deze beleidsregels vermeld zijn.

    • b.

      Aan een overige doelgroep kan een ontheffing worden verleend in de zin van artikel 2, eerste lid sub a, b of c van deze beleidsregels.

Artikel 11 Gegevens, voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naamsvermelding van (rechts)persoon aan wie de ontheffing is verstrekt;

    • b.

      de periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvak gedurende welke de ontheffing gebruikt kan worden;

    • c.

      het gebied c.q. toegangspoort/poller waarvoor de ontheffing geldt;

    • d.

      een omschrijving van de verboden waarvan de ontheffing is verleend.

  • 2.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden die strekken tot bescherming van het belang van het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van de binnenstad, een goede handhaving van de wegenverkeerswetgeving en de daarop gebaseerde besluiten, het verzekeren van de veiligheid in de voetgangerszone.

  • 3.

    Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden met betrekking tot de periode, het tijdvak, het gebied en de route waarvoor de ontheffing van kracht is.

Artikel 12 Intrekkings- en wijzigingsgronden

Een ontheffing kan ingetrokken of gewijzigd worden:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder het gebied waarvoor de ontheffing is verleend metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • d.

    wanneer de ontheffing handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

  • e.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • f.

    wanneer de ontheffinghouder de voor de voetgangerszone geldende verkeersregels en verkeerstekens meer dan eenmaal heeft overtreden;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 13 Nadere regels

Er kunnen nadere regels gesteld worden met betrekking tot het aanvragen, het verlenen en het gebruik van een ontheffing.

Artikel 14 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden/noodsituaties waarin deze beleidsregels niet voorzien kan ontheffing verleend worden.

Artikel 15 Slot- en overwegingsbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de derde dag na bekendmaking er van.

  • 2.

    De beleidsregels kunnen worden aangehaald als ” Beleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen”.

Kampen, 16 februari 2010

Burgemeester en wethouders van Kampen,

de secretaris,

J.F. Goedegebure

de burgemeester

, drs. mr. B. Koelewijn

Inleiding

Eerdere besluitvorming heeft ertoe geleid dat in een groot deel van het winkelgebied van Kampen een voetgangerszone is ingesteld. Daarnaast is in 2008 een besluit genomen om een geslotenverklaring (bord C01 van RVV 1990) van de Gasthuisstraat en de Voorstraat (gedeelte tussen de Oudestraat en de Vispoort) in te stellen.

Alleen de aanwezigheid van bebording bleek niet voldoende, veel automobilisten verbleven illegaal met hun voertuig in het autovrije gebied. Daarop is besloten om het autovrije gebied fysiek af te sluiten met uitneembare paaltjes. Deze uitneembare palen konden met behulp van een (driehoeks)sleutel uit de straat gehaald worden. Voor deze driehoekssleutel is gekozen omdat dit een algemeen gebruikte sleutel voor uitneembare palen was en daarmee de hulpdiensten maar één type sleutel nodig hadden.

Deze sleutel was echter ook verkrijgbaar bij de betere gereedsschapswinkel en na verloop van tijd bleek een groot aantal burgers in het bezit gekomen te zijn van deze sleutels.

Daarnaast bleken de paaltjes een te groot obstakel voor de hulpdiensten. De handelingen van het uitnemen van deze palen nam teveel tijd in beslag indien de hulpdiensten door de afgesloten poorten moesten.

Daarom is besloten om de uitneembare palen te vervangen door een dynamische afsluiting, het pollersysteem. De poller is een verzinkbare paal die op afstand bestuurd kan worden.

Het is niet wenselijk c.q. mogelijk om al het verkeer te weren. Voor bepaalde doelgroepen wordt in de huidige situatie een uitzondering gemaakt. Voor het expeditieverkeer zijn venstertijden ingesteld die het mogelijk maken dat binnen het afgesloten gebied van maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 11.00 uur bevoorrading plaats kan vinden.

Met alleen een ontheffing komen motorvoertuigen buiten de venstertijden niet meer het gebied in. Om het gebied in te komen heeft men een transponder nodig. Een alternatief tijdens de winkeltijden is Stadstoezicht; zij kan vanuit de beheerscentrale de pollers op afstand bedienen.

Het doel van de beleidsregels is het verblijfsklimaat in het winkelgebied te versterken door het weren van ongewenst verkeer. Omdat de autovrije zone toch toegankelijk dient te zijn voor specifieke doelgroepen, voertuigen en/of automobilisten is een gedegen ontheffingenregeling van belang.

Het is van belang om een restrictief ontheffingenbeleid op te stellen, te meer omdat de mogelijkheid van het gebruik tijdens venstertijden geboden wordt. Een te soepel ontheffingenbeleid zou afbreuk doen aan het doel van de genomen maatregelen, namelijk het verbeteren van het verblijfsklimaat in het winkelgebied van Kampen.

Bijlage