Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Uitvoeringsbesluit werkgeverssubsidies 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit werkgeverssubsidies 2011
CiteertitelBesluit werkgeverssubsidies 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Reïntegratieverordening WWB
  2. Verordening werkleeraanbod WIJ

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-201101-01-2012nieuwe regeling

05-04-2011

Gemeenteblad 2011/27, Roosendaalse Bode 17 april 2011

547163

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit werkgeverssubsidies 2011

 

“Voorsprong vanuit achterstand”

 

Burgemeester en wethouders van Roosendaal,

overwegende dat het wenselijk is aanvullende regels te geven met betrekking tot het verstrekken van werkgeverssubsidies,

 

gelet op het bepaalde in de Re-integratieverordening WWB en verordening werkleeraanbod WIJ,

 

besluiten vast te stellen het

Uitvoeringsbesluit werkgeverssubsidies 2011

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

  • b.

    UWV-Werkbedrijf: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

  • c.

    Uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de Wet Investeren in Jongeren, de IOAW of de IOAZ en voor zover zij inwoner zijn van de gemeente Roosendaal;

  • d.

    Werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die wederpartij is in de arbeidsverhouding met de werknemer en die de verantwoordelijkheid draagt voor het bedrijf en/of de inrichting;

  • e.

    Werknemer:een uitkeringsgerechtigde welke op basis van een arbeidsovereenkomst door subsidieontvanger in dienst is genomen;

  • f.

    Wettelijk minimumloon: het op de werknemer van toepassing zijnde bruto minimumloon exclusief vakantiegeld en werkgeverslasten;

  • g.

    Loonkosten: de brutoloonkosten excl. vakantiegeld en exclusief werkgeverslasten;

  • h.

    Detacheringovereenkomst: een arbeidsovereenkomst, waarbij twee werkgevers zich met instemming van de desbetreffende werknemer verbinden om de werknemer, in dienst van de één, op te nemen in het organisatorische verband van de ander teneinde hem daar de overeengekomen functie te doen uitoefenen;

  • i.

    Uitzendovereenkomst: een arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van een derde (artikel 7:690 BW).

  • j.

    Arbeidsovereenkomst: een overeenkomst conform artikel 7: 610 BW;

  • k.

    Dienstverband: een arbeidsrelatie op basis van een uitzendovereenkomst, een detacheringovereenkomst of een arbeidsovereenkomst;

  • l.

    Re-integratiebedrijf: een private onderneming die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de arbeidsinschakeling van personen bevordert;

  • m.

    Additionele kosten: kosten die de werkgever niet op een andere manier vergoedt krijgt, die net vallen onder de reguliere werkgeverskosten en die noodzakelijk zijn om de werknemer in staat te stellen zijn werk te doen;

  • n.

    Bespaarde uitkeringslast: de hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van de uitkeringskosten inclusief de sociale lasten die de gemeente gedurende de looptijd normaliter zou moeten betalen. Indien er geen afgebakende periode van besparing is aan te wijzen wordt de te berekenen periode bepaald op maximaal 18 maanden;

  • o.

    Met de periode van werkloosheid wordt gelijk gesteld; a. periode van detentie; b. periode van geheel of gedeeltelijke WW-uitkering; c. periode van geheel of gedeeltelijk WWB of WIJ uitkering; d. periode van volledig zorgdragen voor de opvang van de kinderen; e. werk in loondienst voorzover dat per kalenderjaar niet langer heeft geduurd dan 50 dagen of 400 uur;

  • p.

    Proefplaatsing: Plaatsing van een uitkeringsgerechtigde bij een werkgever op basis van werken met behoud van uitkering;

  • q.

    Leerwerkovereenkomst: Overeenkomst tussen werkgever, gemeente en uitkeringsgerechtigde met daarin a. de duur van de proefplaatsing; b. een beschrijving van de werkzaamheden die de uitkeringsgerechtigde gaat verrichten; c. een intentieverklaring van de werkgever de uitkeringsgerechtigde een arbeidsovereenkomst aan te bieden na de proefplaatsing.

 

 

Hoofdstuk 2 Werkgeverssubsidies

Artikel 2 Proefplaatsing

  • 1.

    De werkgever met de intentie een arbeidsovereenkomst voor minimaal 6 maanden aan te gaan met een uitkeringsgerechtigde heeft recht op een proefplaatsing van twee weken tot maximaal 1 maand;

  • 2.

    De werkgever dient de intentie, zoals beschreven in lid 1 vast te leggen in een leerwerkovereenkomst ondertekend door de werkgever, uitkeringsgerechtigde en gemeente.

Artikel 3 Loonkostensubsidie

  • 1.

    De werkgever die met een uitkeringsgerechtigde, die meer dan 6 maanden werkloos is, een arbeidsovereenkomst aangaat voor minimaal 6 maanden heeft recht op een loonkostensubsidie.

  • 2.

    De hoogte van deze loonkostensubsidie bedraagt 50% van het Wettelijk Minimumloon per maand.

  • 3.

    De periode waarover de werkgever recht heeft op loonkostensubsidie is afhankelijk van de duur van werkloosheid van de uitkeringsgerechtigde:

    • a.

      a. bij 6 tot 12 maanden werkloosheid bedraagt de periode 3 maanden

    • b.

      b. bij 1 tot 3 jaar werkloosheid bedraagt de periode 6 maanden

    • c.

      c. bij 3 tot 5 jaar werkloosheid bedraagt de periode 9 maanden

    • d.

      d. bij meer dan 5 jaar werkloosheid bedraagt de periode 12 maanden.

  • 4.

    De loonkostensubsidie als bedoeld in dit artikel dient te worden aangevraagd binnen 1 maand na datum in dienstneming.

  • 5.

    Aanvrager dient bij de aanvraag gebruik te maken van een door het college aangewezen formulier en dient een kopie inschrijving Kamer van Koophandel en een kopie van de arbeidsovereenkomst over te leggen.

Artikel 4 Scholingssubsidie

  • 1.

    Aan een werkgever die een uitkeringsgerechtigde in dienst neemt kan, indien dit noodzakelijk is voor een goed functioneren binnen het dienstverband, een scholingspremie worden verstrekt.

  • 2.

    De hoogte van deze vergoeding is afhankelijk van de periode, dat de uitkeringsgerechtigde werkloos is geweest:

    • a.

      Bij 0 - 6 maanden bedraagt de vergoeding maximaal € 500,00

    • b.

      Bij 6-12 maanden bedraagt de vergoeding maximaal € 1.000,00

    • c.

      Bij 1 tot 3 jaar bedraagt de vergoeding maximaal € 1.500,00

    • d.

      Bij 3 tot 5 jaar bedraagt de vergoeding maximaal € 2.000,00

    • e.

      Bij meer dan 5 jaar bedraagt de vergoeding maximaal € 2.500,00

  • 3.

    Scholingskosten dienen ter vergoeding van noodzakelijke scholingskosten (kosten scholing zelf, verhoogd met de aanschafkosten van benodigde boeken, lesmateriaal en reiskosten).

  • 4.

    De vergoeding dient vooraf te worden aangevraagd door het overleggen van een offerte.

  • 5.

    De scholing dient aan te vangen gedurende de eerste drie maanden van het dienstverband.

Artikel 5 Additionele kosten

  • 1.

    Aan een werkgever kan, in de situatie als bedoeld in artikel 3 lid 1, een vergoeding voor noodzakelijke additionele kosten worden verstrekt.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de periode, dat de uitkeringsgerechtigde werkloos is geweest:

    • a.

      Bij 6 tot 12 maanden bedraagt de vergoeding € 1.000,00

    • b.

      Bij 1 tot 3 jaar bedraagt de vergoeding € 1.500,00

    • c.

      Bij 3 tot 5 jaar bedraagt de vergoeding € 2.000,00

    • d.

      Bij meer dan 5 jaar bedraagt de vergoeding € 2.500,00

Artikel 6 Projectsubsidie

  • 1.

    In afwijking van de artikelen 3 lid 3, 4 lid 2 en 5 lid 2 geldt dat, indien een werkgever in een periode van een jaar met meer dan 5 werknemers een dienstverband van 6 maanden of meer aangaat dan wel aan zal gaan:

    • a.

      De duur van de loonkosten wordt bepaald op maximaal 12 maanden

    • b.

      De hoogte van de scholingsubsidie wordt vastgesteld op maximaal € 2.500,00

    • c.

      De hoogte van de additionele kosten wordt vastgesteld op maximaal € 2.500,00

     

  • 2.

    De projectsubsidie dient te worden aangevraagd minimaal 1 maand voor aanvang van het dienstverband en dient de volgende zaken over te leggen:

    • a.

      Een projectplan waaruit minimaal is op te maken: de inhoud van het project; de hoogte van de aangevraagde subsidie; het aantal uitkeringsgerechtigden dat een dienstverband aan wordt geboden; de duur van en het aantal werkzame uren binnen het dienstverband; en de wijze waarop de kosten zijn opgebouwd

    • b.

      Verklaring omtrent gedrag rechtspersoon

    • c.

      Verklaring inzake het tijdig betalen van sociale lasten en belastingen

Artikel 7 Vergoeding

  • 1.

    Vergoeding vindt plaats na overlegging van de bewijsstukken. Dit houdt in dat:

    • a.

      de loonkostensubsidie wordt vergoed na het overleggen van de salarisstroken;

    • b.

      de scholingsubsidie wordt vergoed, voor zover de nota binnen 3 maanden na start van de scholing wordt overlegd, rechtstreeks aan de scholingsinstelling.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waar de werkgever, anders dan op basis van deze uitvoeringsregels, aanspraak op kan maken dan wel een beroep op kan doen.

  • 3.

    Op het moment van beëindiging van het dienstverband vervallen alle rechten op subsidies als bedoeld in het uitvoeringsbesluit die betrekking hebben op de periode na einddatum dienstverband.

  • 4.

    Op verzoek van werkgever kunnen de subsidies als bedoeld in artikel 3, 4, 5 en 6 in de vorm van een voorschot worden verstrekt, waarna de subsidie na afloop van het kwartaal definitief wordt vastgesteld.

  • 5.

    Indien voorschotten hoger uitvallen dan de definitief vastgestelde subsidie vindt verrekening plaats en zal de werkgever op verzoek van het college het te verrekenen subsidiebedrag terugbetalen.  

Artikel 8 Uitzend- en detacheringsovereenkomst

  • 1.

    Indien de werkgever besluit om de werknemer niet zelf in dienst te nemen, maar via een uitzend- of detacheringsovereenkomst bij zijn bedrijf werkzaam te laten zijn, wordt de loonkostensubsidie conform bedoeld in artikel 3 verrekend met de prijs zoals die door het uitzendbureau dan wel detacheringsbedrijf bij de werkgever in rekening wordt gebracht

  • 2.

    Als voorwaarde geldt dat de uitkeringsgerechtigde een uitzend- dan wel detacheringsovereenkomst heeft bij een organisatie waarmee de gemeente, speciaal voor dit doel, een overeenkomst heeft gesloten;

  • 3.

    Indien de werkgever besluit om de uitkeringsgerechtigde, aansluitend op de uitzend- dan wel detacheringsovereenkomst, een arbeidsovereenkomst aan te bieden, kan de werkgever recht hebben op loonkostensubsidie.

  • 4.

    Bij de bepaling van de duur van de loonkostensubsidie wordt de periode als bedoeld in lid 3 in mindering gebracht.

 

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Alleen rechtspersonen hebben recht op een vergoeding in het kader van dit besluit.

  • 2.

    In geval van een parttime dienstverband wordt de hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 3, 4, 5 en 6 naar rato verlaagd.

  • 3.

    In geval van een dienstverband van minder dan 20 uur per week vervalt het recht op subsidies als bedoeld in dit uitvoeringsbesluit.

  • 4.

    Indien de in dienst name voortvloeit uit bemiddeling door een re-integratiebedrijf waarmee de gemeente Roosendaal een contract heeft gesloten, bestaat er geen recht op een subsidie indien deze subsidie invloed heeft op een overeengekomen resultaatsfinanciering van dit bedrijf.

  • 5.

    In aanvulling op dit uitvoeringsbesluit geldt dat het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is op de subsidieverstrekking.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbenden afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels, indien toepassing van de regels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden dan wel dat de werkgever met meer dan 25 uitkeringsgerechtigden een dienstverband aan wil gaan.

Artikel 11 Intrekken oude regeling

Het uitvoeringsbesluit werkgeverssubsidies 2007 vastgesteld op 10 oktober 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de derde dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: “Besluit werkgeverssubsidies 2011”.

 

Aldus op 5 april 2011 vastgesteld door burgemeester en wethouders van Roosendaal.

De secretaris, De burgemeester,