Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 16-05-2018 | Nieuwe verordening | 03-03-2009 Oirschots Weekjournaal, 25 maart 2009 | BRS |
De raad van de gemeente Oirschot;
gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 17 februari 2009, betreffende onder andere de vaststelling van de “Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot”;
gezien het advies van de Klankbordgroep Subsidiebeleid en Accommodatie- en Tarieven beleid van 13 januari 2009;
gelet op de artikelen 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
a. herziening van de “Algemene Subsidieverordening Specifiek Welzijn en Sport” van de gemeente Oirschot van 28 juli 1998 noodzakelijk is in verband met de herijking en harmonisatie van de subsidies voor (niet) professionele en regionale organisaties in de gemeente Oirschot;
b. aanpassing noodzakelijk is in het kader van de rechtmatigheid;
1. in te trekken de Algemene Subsidieverordening Specifiek Welzijn en Sport (van 28 juli 1998) per 1 januari 2010;
2. vast te stellen de navolgende verordening: <vet> "Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010".</vet>
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder een:
<vet>a. Raad: </vet>de gemeenteraad van Oirschot.
<vet>b. College: </vet>het college van burgemeester en wethouders van Oirschot.
<vet>c. Instelling: </vet>een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die statutair gevestigd is in Oirschot of aantoonbare activiteiten ontplooit ten behoeve van inwoners van Oirschot. Het gaat dan concreet om de rechtspersonen: verenigingen en stichtingen.
<vet>d. Rechtspersoon: </vet>een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burger¬lijk Wetboek.Een volledig bevoegd rechtspersoon is een rechtspersoon waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die ingeschreven is in het verenigingen- of stichtingenregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
<vet>e. aanvrager: </vet>een rechtspersoon, groep van personen of een natuurlijke persoon die op basis van deze verordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.
<vet>f. Activiteit:</vet> een activiteit die door de instelling wordt uitgevoerd en die door het college kan worden gesubsidieerd.
<vet>g. activiteitenplan/-programma: </vet>een plan/programma dat een overzicht geeft van de door de aanvrager voorgenomen activiteiten.
<vet>h. Structureel subsidie:</vet> subsidie, dat jaarlijks gedurende de gehele subsidiecyclus verstrekt wordt. Een structureel subsidie bestaat uit een budgetsubsidie of een waarderingssubsidie.
<vet>i. Budgetsubsidie:</vet> een subsidie die bestaat uit twee componenten: een doelgroepensubsidie (voor jeugdigen tot 23 jaar, ouderen van 65 jaar en ouder, en inwoners met een beperking) en een accommodatiesubsidie.
<vet>j. Waarderingssubsidie:</vet> een subsidie, die wordt verleend als een erkenning voor de instelling en haar activiteiten en is gebaseerd op een vast bedrag. Er wordt niet gestuurd op de omvang en inhoud van de activiteiten.
<vet>k. Accommodatiesubsidie: </vet>een subsidie als tegemoetkoming in de accommodatiekosten, die behoren tot de basisvoorzieningen.
<vet>l. Incidentele subsidie:</vet> een subsidie, die éénmalig in een subsidiejaar kan worden verleend. Een incidentele subsidie kan bestaan uit een investeringssubsidie en/of een projectsubsidie.
<vet>m. Investeringssubsidie: </vet>een incidentele subsidie als tegemoetkoming in de kosten van de eerste aanleg, nieuwbouw of verbouw van een accommodatie en/of accommodatieonderdelen, die tot de basisvoorzieningen behoren.
<vet>n. Projectsubsidie:</vet> een incidentele subsidie, die betrekking heeft op een samenhangend geheel van activiteiten, die gedurende een bepaalde periode worden uitgevoerd om een specifiek doel te bereiken, waarbij een relatie ligt met de door de gemeenteraad vastgesteld gemeentelijke thema’s en doelen.
<vet>o. Genormeerde subsidie:</vet> een subsidie gebaseerd op het feit dat een instelling activiteiten ontplooit die een bijdrage leveren aan gemeentelijke doelstellingen. Het gaat hier om een vast bedrag per lid, activiteit of andere in een beleidsregel aangegeven subsidiegrondslag.
<vet>p. Subsidiecyclus:</vet> periode van vier jaar voor het eerst te beginnen in 2010, waarbinnen slechts één maal subsidie hoeft te worden aangevraagd, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald.
<vet>q. Subsidie voor nieuw beleid:</vet> een incidentele subsidie voor activiteiten waarvoor in de verordening of vigerende beleidsregels niet is voorzien, en waarvoor in de gemeentebegroting geen expliciet toegewezen middelen zijn opgenomen.
<vet>r. Subsidiejaar:</vet> kalenderjaar, tenzij het college middels vaststelling van een beleidsregel anders bepaalt.
<vet>s. Deskundigheidsbevordering:</vet> een activiteit die betrekking heeft op het opleiden van vrijwilligers binnen de instelling, die onbetaald werk verrichten maar waarvoor de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van hun activiteiten.
<vet>t. Jeugdlid: </vet>een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar jonger is dan 23 jaar, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief deelneemt aan activiteiten. In de beleidsregels kan worden afgeweken van deze leeftijdsgrens.Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.
<vet>u. Ouder: </vet> een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief deelneemt aan activiteiten. In de beleidsregels kan worden afgeweken van de leeftijdsgrens.Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.
<vet>v. Inwoners met een beperking (lichamelijk en/of geestelijk): </vet>een persoon die aantoonbaar een lichamelijke en/of geestelijke beperking heeft, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief in teamverband deelneemt aan activiteiten. Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.
<vet>w. Uitvoeringsovereenkomst:</vet> een overeenkomst, die in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tussen de subsidieontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening.
In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven:- De hoogte van de subsidie- De looptijd van de subsidie- De beoogde prestaties- De doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en te verrichten prestaties.
De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor de terreinen: sport, welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening, jeugd, cultuur en natuur, behoudens in gevallen dat bij afzonderlijk besluit, convenant of beleidsregel bepalingen niet van toepassing zijn of door het college niet van toepassing worden verklaard.
De Algemene subsidieverordening heeft betrekking op twee subsidiesoorten, die te verdelen zijn in een aantal subcategorieën. Dit zijn:<cursief><vet>a. Structureel subsidie:</vet></cursief>* Budgetsubsidie bestaande uit doelgroepensubsidie en accommodatiesubsidie;* Budgetsubsidie bestaande uit waarderingssubsidie;* Subsidie voor deskundigheidsbevordering; <cursief><vet>b. Incidenteel subsidie:</vet></cursief>* Investeringssubsidie;* Projectsubsidie.
Artikel 3 Algemene uitgangspunten
De subsidie is primair bedoeld voor de inwoners uit Oirschot. Subsidieverlening van leden buiten Oirschot is mogelijk indien wordt deelgenomen in teamverband en de instelling meer dan 50 leden heeft afkomstig uit Oirschot. Indien 50% van het aantal contributiebetalende leden buiten Oirschot afkomstig is wordt de subsidie verminderd met 50%. Indien meer dan 50 % van het aantal contributiebetalende leden buiten Oirschot afkomstig is, wordt de subsidie naar rato verminderd.
Het college stelt beleidsregels of een uitvoeringsovereenkomst conform art. 4:36 Awb vast, waarin nadere voorschriften kunnen worden opgenomen omtrent de over te leggen bescheiden bij een subsidieaanvraag, de subsidiemethodiek, de subsidienormen, de subsidiegrondslag, de subsidiecriteria, eigen bijdrage, eventuele indexering, vorming van reserves, subsidievoorwaarden en overlegstructuren.
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
Artikel 5.2 Aanvraag structureel subsidie
Bij structurele subsidies geldt dat instellingen tijdens de subsidiecyclus, een herziene aanvraag moeten indienen, zodra in enig subsidiejaar de grondslag waarop de subsidie gebaseerd is in positieve of negatieve zin meer dan 10% afwijkt van de grondslag in het eerste jaar van de subsidiecyclus. Bij berekening van de afwijking van 10%, past het college op de grondslag, indien hierop een index van toepassing is, dezelfde index toe als op de subsidies. De herziene aanvraag moet vóór 1 oktober zijn ingediend bij het college. Aanpassing van de subsidie kan dan ingaan in het eerstvolgende subsidiejaar.
Artikel 5.3 Aanvraag projectsubsidie, investeringssubsidie en subsidie deskundigheids- bevordering en werving
Voor projectsubsidies, investeringssubsidies en subsidies voor deskundigheidsbevordering en werving stelt het college afzonderlijke beleidsregels vast. Hierin neemt het college procedures en subsidiegrondslagen op.
Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en financieel kader
Artikel 6 Bevoegdheden en algemene uitgangspunten
Het college beslist op subsidieaanvra¬gen en is bevoegd tot mandatering over te gaan, tenzij anders is bepaald.
Onverminderd de weigeringsgronden zoals vermeld in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan subsidieverlening in elk geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:<vet>a. </vet>de activiteiten niet of niet geheel passen in het gemeentelijk subsidiebeleid;<vet>b.</vet> de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die naar het oordeel van het college in strijd (kunnen) zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde en veiligheid;<vet>c.</vet> er sprake is van doublures in programma-aanbod en/of een aanbod voor dezelfde doelgroep. <vet>d.</vet> de activiteiten zijn uitgevoerd voordat op een aanvraag om subsidie is beslist.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het college kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:37 en 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht de subsidieontvanger verplichtingen opleggen.
Artikel 12 Accountantsverklaring
Het college wijst middels beleidsregels de instellingen aan, die verplicht zijn een accountantsrapport te overleggen. De accountant moet een beoordelingsverklaring geven over de getrouwheid van de jaarrekening per genoemde datum ten aanzien van de grootte en samenstelling van zowel de baten en lasten als van de activa en de passiva van betreffend rechtsorgaan.De artikelen 4:76, 4:77, 4:78, 4:79 en 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
Hoofdstuk 6 Subsidievaststelling
Artikel 15 De subsidievaststelling
De aanvraag tot vaststelling gaat, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, vergezeld van:<vet>a. </vet>Een inhoudelijk jaarverslag, waarin de verrichte activiteiten, gerealiseerde doelen, prestaties en relevante kengetallen zijn weergegeven;<vet>b.</vet> Een financieel verslag met inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten van het afgelopen jaar of subsidietijdvak.
Artikel 17 Nota Subsidiebeleid
De door de gemeenteraad op 3 maart 2009 vastgestelde Nota Subsidiebeleid is onlosmakelijk verbonden met deze verordening.
Indien de nieuwe subsidieverordening, beleidsregels of uitvoeringsovereenkomst leiden tot een verhoging dan wel tot een verlaging van de subsidie, wordt afhankelijk van de hoogte van de subsidie, een overgangsperiode gehanteerd van maximaal vier jaar.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 3 maart 2009.
De gemeenteraad,
Han Struijs Ruud Severijnsgriffier voorzitter
<vet>Artikel 2 Reikwijdte</vet>De “Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot” heeft als uitgangspunt dat die geldt voor alle subsidiebesluiten op het brede terrein van sport, welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening, jeugd, cultuur en natuur. De raad kan hierop een uitzondering maken.
<vet>Artikel 3 Algemene uitgangspunten</vet>Algemeen uitgangspunt is dat slechts subsidie wordt verstrekt aan instellingen die gevestigd zijn in Oirschot. Hiervan kan worden afgeweken indien aantoonbaar wordt gemaakt dat instellingen werkzaam zijn ten behoeve van de inwoners van Oirschot.
In de Algemene Subsidieverordening Gemeente Oirschot 2010 is het procedurele gedeelte m.b.t. de subsidieverlening vastgelegd. Inhoudelijke zaken zoals o.a. subsidienormen, subsidiegrondslagen en subsidievoorwaarden legt het college vast in beleidsregels of uitvoeringsovereenkomsten. Uitvoeringsovereenkomsten kunnen met name worden toegepast bij de instellingen en organisaties, waarvoor het wenselijk wordt geacht prestatieafspraken te maken.
<vet>Artikel 3. lid 3</vet>Met dit lid wordt getracht te voorkomen dat een scheve verhouding tussen het aantal leden uit Oirschot en buiten Oirschot gaat plaatsvinden t.o.v. de subsidie. Indien 50% van het aantal contributiebetalende leden van buiten Oirschot afkomstig is wordt de subsidie met 50% gekort. Indien het aantal leden buiten Oirschot meer is dan 50% wordt de vermindering van de subsidie naar rato toegepast. Voorbeeld: een instelling heeft 100 leden met 60 leden van buiten Oirschot. De subsidie wordt met 60% gekort.
<vet>Artikel 4 Verslag</vet>Dit artikel is opgenomen, om te voorkomen dat de gemeente verplicht kan worden gesteld over het effect en doelmatigheid van alle verleende subsidies te publiceren. Dit is niet wenselijk voor “kleine” waarderingssubsidies. Indien het college dit wenselijk acht is dit natuurlijk wel mogelijk en kan dit middels beleidsregels geregeld worden.
<vet>Artikel 5 Subsidieaanvraag</vet>Dit artikel geeft aan hoe de procedure is voor het aanvragen van de structurele subsidies. In beleidsregels kunnen aanvullingen en afwijkingen in de procedure worden opgenomen. Er wordt gewerkt met een subsidiecyclus van 4 jaar. De eerste cyclus loopt van 2010 t/m 2013. De instellingen en organisaties hoeven voor de structurele subsidies slechts één maal per vier jaar subsidie aan te vragen. Voor de aanvragen van eenmalige subsidies stelt het college afzonderlijke beleidsregels vast, waarin de procedures m.b.t. aanvragen, verlenen, vaststellen en de subsidiegrondslagen worden beschreven.
In het kader van deregulering is de verplichting om bij een aanvraag een uittreksel van de Kamer van Koophandel te overleggen komen te vervallen. De gemeente kan middels een abonnement de gegevens van de Kamer van Koophandel inzien en toetsen.
<vet>Artikel 6 Bevoegdheden en algemene uitgangspunten</vet>Het is de bedoeling in het duale stelsel dat alle subsidiebesluiten worden genomen door het college. De gemeenteraad stelt de kaders vast (algemene subsidieverordening), waarbinnen subsidieverlening kan plaatsvinden. Het college legt verantwoording af aan de raad.
<vet>Artikel 7 Het subsidieplafond en verdelingscriteria</vet>Het subsidieplafond is bedoeld om te voorkomen dat er subsidiebedragen moeten worden betaald waarvoor geen of onvoldoende gelden beschikbaar zijn. Indien een subsidieplafond is vastgesteld kan en mag er niet meer subsidie verleend worden dan het plafond. Het budgetrecht blijft het primaatschap van de raad. Binnen die geldelijke kaders kan het college verdelingscriteria hanteren.
<vet>Artikel 8 Indexering en financiële positie gemeente</vet>Alle subsidies zullen in principe, tenzij in een beleidsregel of ander rechtsgeldig document anders is vermeld, jaarlijks worden geïndexeerd met 3%.
<vet>Artikel 9 Procedure subsidieverlening</vet>Dit artikel regelt de procedure met betrekking tot subsidieverlening. In principe geldt dat binnen twee maanden na vaststelling van de begroting de instellingen een beschikking ontvangen met de subsidieverlening. Indien mogelijk wordt de subsidie gelijk vastgesteld. In de praktijk zijn dat de waarderings-subsidies omdat daarbij geen sprake is van vaststelling achteraf. Hiermee wordt onnodige administratie voorkomen en wordt voorafgaand aan een langere periode duidelijkheid gecreëerd bij zowel de instelling als de gemeente. Artikel 10 WeigeringsgrondenDe Awb kent twee soorten weigeringsgronden:a. de verplichte (art. 4:25) bij het bereiken van het subsidieplafondb. de facultatieve (art. 4:35)Het college heeft de bevoegdheid autonome weigeringsgronden op te nemen en in dit artikel is een aantal weigeringsgronden opgenomen.
<vet>Artikel 12 Accountantsverklaring</vet>De omschrijving van het accountantsrapport is in het kader van de rechtmatigheid aangescherpt en nog slechts voor één uitleg vatbaar. Het betreft hier een zogenaamde verklaring van getrouwheid van de jaarrekening.
<vet>Artikel 14 Vermogensgroei</vet>Door het van toepassing verklaren van artikel 4:41 van de Awb is het mogelijk om middels beleidsregels criteria vast te leggen die bepalen op welke wijze ontstane vermogensgroei teruggevorderd kan worden in het geval van:<vet>a.</vet> de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt; <vet>b. </vet>de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; <vet>c.</vet> de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd; <vet>d. </vet>de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd; of <vet>e. </vet>de rechtspersoon die de subsidie ontving, wordt ontbonden.
<vet>Artikel 15 De subsidievaststelling</vet>Dit artikel regelt hoe de instelling een aanvraag tot vaststelling van het subsidie na afloop van de activiteiten of het jaar waarvoor het subsidie is verleend in moet dienen. In beleidsregels kunnen de termijnen waarbinnen een verzoek tot vaststelling moet worden ingediend en de te overleggen bescheiden worden vastgesteld.