Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Buren

Verordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBuren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011
CiteertitelVerordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 213a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2011Wijziging

24-05-2011

B-2011-3824
01-01-200931-12-2008Nieuwe regeling

24-03-2009

Onbekend

B-2008-18049

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011

 

 

Hoofdstuk 1 Verordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelmatigheidhet realiseren van vooraf geformuleerde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • b.

    Doeltreffendheidde mate waarin de vooraf geformuleerde prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2 Onderzoek en onderzoeksfrequentie

Het college onderzoekt 1x per 4 jaar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van (onderdelen van) organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van gemeentelijke taken.

Artikel 3 Onderzoeksplan

  • 1.

    Het college zendt voor de uitvoering van een onderzoek een onderzoeksplan naar de raad.

  • 2.

    In het onderzoeksplan wordt per onderzoek globaal aangegeven:

  • a.

    Het object van onderzoek

  • b.

    Aanleiding

  • c.

    Toelichting

  • d.

    Methodiek en reikwijdte

  • e.

    Relevantie

  • f.

    Planning in de tijd en het verwacht aantal uren

Artikel 4 Voorgang onderzoeken

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitvoering van aanbevelingen.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en eventuele aanbevelingen.

  • 2.

    Op basis van de resultaten en aanbevelingen van een onderzoek stelt het college een verbeterplan op en voert dat uit.

  • 3.

    Het college biedt de onderzoeken en het verbeterplan ter kennisname aan de raad aan.

  • 4.

    Na verloop van 3 jaar wordt geëvalueerd hoe eventuele aanbevelingen voor verbetering zijn opgepakt door de organisatie.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening collegeonderzoek van de gemeente Buren 2011” en vervangt de verordening van 2009.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 mei 2011

de griffier, G. van Droffelaar

de voorzitter, drs. K.C. Tammes

Toelichting 1 op de artikelen

Hierbij de geactualiseerde verordening artikel 213a in concept. Het verschil met de bestaande verordening is dat een aantal passages redactioneel zijn gestroomlijnd. Essentieel is evenwel dat in het kader van de voorstellen TBB de frequentie van de onderzoeken is teruggebracht tot 1x per 4 jaar. Dat wil overigens niet zeggen dat de organisatie niets meer doet aan doelmatigheid. Dat is in de huidige situatie praktisch ingestoken omdat met verbeterteams direct aan het stroomlijnen van processen gewerkt wordt. Dit met als motto: slimmer werken en betere dienstverlening. 

Artikel 2. Onderzoek en onderzoeksfrequentieIn artikel 2 wordt het college opgedragen onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoeken naar de doelmatigheid en onderzoeken naar de doeltreffendheid. De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. Bij deze onderzoeken staat de uitvoering van de gemeentelijke taken centraal. Het voordeel hiervan is dat ook de doelmatigheid van de uitvoering van gemeentelijk beleid en het beheer van middelen door derden wordt onderzocht.De onderzoeken naar de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma’s of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma’s omvatten of delen daarvan. Ook kan het gaan om paragrafen van de begroting of de jaarstukken. 

Artikel 3. OnderzoeksplanDe beslissing wat te onderzoeken is aan het college. Vanzelfsprekend wil de raad weten wat de plannen zijn. Dat kan via de kwaliteitscommissie waar ook de afstemming plaats vindt tussen de onderzoeken van de Rekenkamer en de huisaccountant. 

Onderzoeken in opdracht van het college worden uitgevoerd door de ambtelijke organisatie (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden). De uitvoering van de onderzoeken geschiedt door de afdeling A&O, geleidt door de procesverantwoordelijke bedrijfsvoering. Daarmee kan in de onderzoeksopzet de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd. Dat betekent dat het onderzoek niet moet worden uitgevoerd door functionarissen die in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. De analyse en de aanbevelingen tot verbetering zijn daarmee onafhankelijk. 

Artikel 4. Voortgang onderzoekDe bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met de inhoud van de programma’s van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om in deze paragaaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid. 

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekkingDe bevindingen van de onderzoeken worden neergelegd in een rapport voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de rapporten die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit echter niet uit dat de raad de rapporten ontvangt zodra ze zijn vastgesteld.De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat naar aanleiding van de aanbevelingen maatregelen neemt tot verbetering. Het college stelt daarbij indien nodig een verbeterplan op.