Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

Afvalstoffenverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening
CiteertitelAfvalstoffenverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

wet Milieubeheer, art. 10.10

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-05-199716-01-2017nvt

28-04-1997

uit het Kastje, 1997

geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening

De raad van de gemeente VLIELAND,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d. d. 25 maart 1997,

gelet op artikel 10.10 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen de volgende: Verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomscbrijvingen

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder

    • 1.

      a wet:

    • 2.

      Wet milieubeheer (Stb. 1992, 551, zoals sindsdien gewijzigd).

    • 3.

      b straatafval:

    • 4.

      huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen papier, plastic bekertjes en blikjes, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel.

    • 5.

      c inzamelen:

    • 6.

      de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aanboden.

    • 7.

      d ter inzameling aanbieden:

    • 8.

      de wijzen van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats.

    • 9.

      e inzamelmiddel:

    • 10.

      een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemnier, kca-box.

    • 11.

      f inzamelvoorziening:

    • 12.

      een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkeontainer, brengdepot.

    • 13.

      g gebruiker van een perceel

    • 14.

      degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

    • 15.

      h wegen:

    • 16.

      alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

    • 17.

      i motorrijtuigen:alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door electrische tractie met stroomtoevoer van elders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.

Artikel 2 Beslissingstennijn aanvraag vergunning of ontheffing

  • 1

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag van een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Voorschriften en beperkingen

  • 1

    Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 4 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

Artikel 5 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • 1.

    a indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    b indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na verlening van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • 3.

    c indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • 4.

    d indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • 5.

    e indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 6 Inzage vergunning of ontheffing

De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van degene die belast is met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening ter inzage af te geven.

Artikel 7 Termijnen

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde termijnen is het bepaalde in de Algemene Termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Inzameling van afvalstoffen

Artikel 8 Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1

    Als inzameldienst belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening inzamelen van afvalstoffen wordt aangewezen; de gemeente Vlieland.

  • 2

    Naast de in het eerste lid genoemde inzameldienst kunnen burgemeester en wethouders personen of instanties aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 9 Afzonderlijke inzameling

Gereserveerd.

Artikel 10 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • 1.

      a een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • 2.

      b een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • 3.

      c een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • 4.

      d een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of - voorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 11 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

  • 1

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2

    Gereserveerd.

  • 3

    In afwijking van het in het eerste lid bepaalde wordt huishoudelijk restafval in het zomerhuizengebied Duinkersoord en de Ankerplaats niet bij elk perceel ingezameld.

  • 4

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5

    Gereserveerd.

  • 6

    In afwijking van het in het vierde lid bepaalde wordt groente-, fruit en tuinafval in het zomerhuizengebied Duinkersoord en de Ankerplaats niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 7

    Burgemeester en wethouders kunnen de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 12 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2

    De vergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzameldienst of de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties en degenen aan wie krachtens artikel 12 een vergunning is verleend.

Artikel 14 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1

    Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 12.

Artikel 15 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Gereserveerd.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamehuiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1

    Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 10 een inzamelmiddel is aangewezen, is het voor die gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen inzamelmiddel.

  • 2

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de plaatsen en wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijzen ter inzameling aan te bieden dan volgens dit artikel is bepaald.

  • 5

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzameliniddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 6

    Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 7

    Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kunnen burgemeester en wethouders eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 8

    Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel aan wie krachtens artikel 10 een inzamelmiddel is toegewezen, verboden hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1

    Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 10 mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor de gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen ten aanzien van de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moeten worden aangeboden.

  • 4

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5

    Het is voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 10 een inzamelvoorziening is aangewezen, verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1

    Het verbod in artikel 16, vierde lid en artikel 17, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijlcniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 4

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

  • 1

    Het verbod in artikel 16, vierde lid en artikel 17, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorie waarvoor het brengdepot krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 4

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamehuiddel

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 10 van deze verordening ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop de krachtens het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3

    Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 21 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1

    Burgemeester en wethouders stellen de dagen en tijden vast waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 22 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

Hoofdstuk 4 Inzameling van andere categorieën van afvalstoffen

Artikel 23 Inzamel verbod andere categorieën afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen waarvoor geldt dat het verboden is ze in te zamelen zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de in het eerste lid bedoelde vergunning voorschriften verbinden met het oog op de doelniatige verwijdering van afvalstoffen.

  • 3

    De vergunning kan worden geweigerd in het belang van de doelmatige verwijdering van afvalstoffen.

Artikel 24 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Burgemeester en wethouders kunnen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 25 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1

    Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor die categorieën afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 24, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan: - de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening Afvalstoffenheffing, of - het bepaalde in een overeenkomst met de gemeente voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de in artikel 24 bedoelde afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4

    Het is verboden afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 24 ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5

    Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Destructiewet, of de provinciale milieuverordening van toepassing is.

Hoofdstuk 5 Bepalingen ter bescherming van het milieu

Artikel 26 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden

Artikel 27 Straatafval

Het is verboden andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken.

Artikel 28 Voorkomen diffuse milieuverontreiniging

  • 1

    Het is verboden afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen.

  • 2

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties of houders van een vergunning als bedoeld in artikel 12.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval.

  • 5

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer, de Wet Bodembescherming, de Meststoffenwet, de Destructiewet of de provinciale milieuverordening voorziet in de met dit artikel beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 29 Opslagverbod

  • 1

    Het is verboden afvalstoffen op een zodanige plaats op te slaan of opgeslagen te hebben dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn.

  • 2

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzamelmiddelen die door de inzameldienst of krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties ter beschikking gestelde inzamelmiddelen en het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen, voor zover in overeenstemming met het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschreven verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer of de provinciale milieuverordening van toepassing is.

Artikel 30 Vervoer van afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de Wet gevaarlijke stoffen, zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

Hoofdstuk 6 Straf-. overpangs- en slotbepalinpen

Artikel 31 Strafbepaling

  • 1

    Overtreding van het bij krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 32 Opsporingsambtenaren

De opsporing van de in artilcel 31 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die krachtens artikel 18.4 van de Wet milieubeheer zijn belast met het toezicht op de naleving van voorschriften gegeven krachtens artikel 10.10 van die wet.

Artikel 33 Het binnentreden in woningen zonder toestemming van de bewoners

Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot de handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2

    Op het in het eerste lid bepaalde tijdstip wordt de "Afvalstoffenverordening gemeente Vlieland", zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 1994, ingetrokken.

  • 3

    In afwijking van het in het eerste lid bepaalde treedt artikel 11, vierde lid, in werking op een nader door de raad van de gemeente Vlieland te bepalen en af te kondigen tijdstip.

Artikel 35 Overgangsbepaling

  • 1

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening, bedoeld in artikel 34, tweede lid blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 2

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 34, tweede lid blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de verordening bedoeld in artikel 34, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 34, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening als bedoeld in artikel 34, tweede lid.

  • 5

    In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 6

    Gebods- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 34, tweede lid, zijn niet van toepassing:

    • 1.

      a gedurende 12 weken na het in werking treden van deze verordening;

    • 2.

      b ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 7

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 34, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: Afvalstoffenverordening.

Aldus vastgesteld in de van 28 april 1997,de voorzitter,                                          de secretaris