Organisatie | Bergeijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2010 |
Citeertitel | Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De "Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Bergeijk d.d. 15 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid van artikel 10 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft, op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | Nieuwe regeling | 14-12-2009 De Eyckelbergh, 23-12-2009 | 44d. Verordening dienstverleningen brandweer 2010 |
1. Onder de naam "rechten dienstverleningen brandweer" worden geheven:
a. rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van de voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;
b. rechten voor het genot van door of vanwege de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
b. het beperken van brandgevaar:
c. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
d. al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;
e. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
f. de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
1. degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;
2. degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat, jaar na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schrifte¬lijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 7 Termijn van betaling
1. De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving.
2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Bergeijk d.d. 15 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft, op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing, de ingetrokken verordeningen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2010".
Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten dienstenverleningen brandweer 2010
Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn exclusief omzetbelasting.
Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2009 tot vaststelling van de tarieventabel 2010, behorende bij de Verordening rechten dienstverleningen brandweer 2010.