Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2011 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
De regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 20-12-2011 Elektronisch Gemeenteblad, 28-12-2011 | DSS | |
06-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe verordening | 21-12-2010 weekjournaal | ASS |
De raad van de gemeente Oirschot;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
gegeven de agendering door het Presidium d.d. 7 december 2010;
vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; enb. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwa-ter, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Als gebruiker wordt aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;b. ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voor-zien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, ofb. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt wa-ter geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
De belasting bedraagt bij een waterverbruik van:1. minder dan 101 m³ € 105,362. 101 m³ of meer, doch minder dan 251 m³ € 156,963. 251 m³ of meer, doch minder dan 501 m³ € 312,244. 501 m³ of meer € 630,12
Artikel 8 Wijze van heffing en tijdstip van betaling
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water NV. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.