Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening peuterspeelzalen Oirschot |
Citeertitel | Verordening peuterspeelzalen Oirschot |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-05-1999 | 09-08-2011 | Nieuwe verordening | 27-04-1999 Weekjournaal van 18 mei 1999 | MLN |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 april 1999, nr. 1999/36;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;
de geldende “Verordening Peuterspeelzalen Oirschot 1994” en de “Verordening Peuterspeelzalen Oost- West – en Middelbeers 1994” in te trekken en vast te stellen de volgende verordening Peuterspeelzalen Oirschot.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van Oirschot;
b. peuterspeelzaal: een ruimtelijke voorziening voor kinderopvang uitsluitend voor kinderen vanaf twee jaar tot het moment waarop zij basisonderwijs kunnen volgen;
c. ouder/verzorger: de persoon die een minderjarig kind dat bij hem inwoont, opvoedt en verzorgt;
d. houder; de rechtspersoon die een peuterspeelzaal in stand houdt;
e. groep: een eenheid die bestaat uit een aantal kinderen en een aantal functionarissen en/of begeleiders;
f. functionaris: de krachtens een arbeidsovereenkomst in een peuterspeelzaal werkzame persoon die voldoet aan de opleidingseisen die door de houder gesteld worden;
g. begeleider: de in een peuterspeelzaal werkzame persoon die niet voldoet aan opleidingseisen, en die ook niet bezoldigd wordt.
Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een peuterspeelzaal open te stellen of te houden.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5, nemen burgemeester en wethouders, voor zover de aanhouding bedoeld in het eerste lid langer duurt dan de in artikel 5 gestelde termijnen, de beslissing op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot vrijstelling zo spoedig mogelijk na afloop van de in artikel 5 bedoelde termijnen.
Artikel 7 Inhoud van de vergunning
In de vergunning worden vermeld:a. naam van de houder;
b. het aantal uren dat de voorziening is geopend;c. de plaatselijke aanduiding van het perceel dan wel de percelen waarin de voorzieningen zijn gevestigd;d. de ligging en de oppervlakte van de lokaliteiten, waarin de kinderen verblijven;e. het aantal kinderen, naar leeftijd uitgesplitst, dat per dagdeel aanwezig is;f. het (maximum) aantal groepen.
Artikel 10 Intrekking of wijziging van vergunning of vrijstelling
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning of vrijstelling intrekken of wijzigen:a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of vrijstelling, moet worden aangenomen, dat intrekking of wijziging daarvan wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is verstrekt;c. indien de aan de vergunning of vrijstelling verbonden algemene of nadere regels niet zijn of worden nagekomen;d. indien de houder dit verzoekt;e. indien van de vergunning geen gebruikt wordt gemaakt binnen een redelijke termijn;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij openbaar ter kennis te brengen, besluit algemene of andere regels te stellen, waaraan de peuterspeelzaal de houder en de in de peuterspeelzaal werkzame functionarissen en begeleiders moet voldoen.Deze regels hebben betrekking op: a. de verzorging en begeleiding van en het toezicht op de kinderen; b. de accommodatie en inrichting en hygiënische toestand van de voorziening; c. de veiligheid van de voorziening; d. de aan de functionarissen en begeleiders te stellen eisen van gezondheid en gedrag.
Artikel 12 Invloed ouders/verzorgers, functionarissen en begeleiders
De houder zorgt ervoor, dat de invloed van functionarissen, begeleiders, ouders/verzorgers op het beleid van de houder is gewaarborgd.
Artikel 13 Eisen functionarissen
De in een peuterspeelzaal werkzame functionarissen dienen te voldoen aan de (opleidings)eisen, zoals die door de houder worden gesteld.Voor wat betreft salariëring van de functionarissen dient te worden uitgegaan van het wettelijke minimumloon.
Artikel 14 Verzekeringen en contract
De houder van een peuterspeelzaal moet ten behoeve van in die peuterspeelzaal aanwezige functionarissen, begeleiders en kinderen een passende aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afsluiten.
Artikel 17 Voorkoming verspreiding infectieziekten
Het is aan de houder, dan wel degene die met de dagelijkse leiding is belast, verbonden: a. enig persoon tot de peuterspeelzaal of tot enige daarmee in verbinding staandelokaliteit, toe te laten of daarin zelfs te vertoeven, wanneer, volgens of vanwege de directeur van de G.G.D., daarmee het gevaar van overbrenging van een infectieziekten, zoals genoemd in de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekte/oorzaken, aanwezig is; b. enig persoon tot de peuterspeelzaal of tot enige daarmee in verbinding staande lokaliteit, toe te laten of daarin zelf te vertoeven, wanneer hij redelijkerwijs kan vermoeden, dat daarmee het gevaar van overbrenging van een infectieziekte, zoals genoemd in de onder a vermelde wet, aanwezig is.
Hoofdstuk 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
In die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2 en 9 en het bepaalde in hoofdstuk 2, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 19 Opsporingsambtenaren
Zo dikwijls de zorg voor de nakoming van een in of krachtens deze verordening gesteld voorschrift dit vereist, wordt hierbij aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren de last verstrekt om gebouwen en bouwwerken binnen te treden.Voor zover deze last woningen betreft, wordt deze verstrekt met inachtneming van de wet van 31 augustus 1853 (Stb. 83) en de daarop gekomen wijzigingen.
Houders, die reeds voor de inwerkingtreding van deze verordening een peuterspeelzaal beheerden, dienen binnen een termijn van één jaar na inwerkingtreding van deze verordening aan de in en krachtens deze verordening gestelde eisen te voldoen en ervoor zorg te dragen dat de peuterspeelzaal eveneens aan de in en krachtens verordening gestelde eisen voldoet.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 27 april 1999
De gemeenteraad,
secretaris voorzitterJ.P.C.M. Vriens Mr. G.G.I.M. Speetjens
NADERE REGELS PEUTERSPEELZALEN OIRSCHOT 1
Burgemeester en wethouders van Oirschot;
gelet op artikel 11 van de “Verordening Peuterspeelzalen Oirschot”vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 27 april 1999 (besluit nr. 1999/50)
vast te stellen de hiernavolgende Nadere regels Peuterspeelzalen Oirschot.
Situering en toegankelijkheid van de peuterspeelzaal
a. De peuterspeelzaal is goed en veilig bereikbaar.b. De Peuterspeelzaal is gelegen in een omgeving die vrij is van geluids- en milieuoverlast.c. De peuterspeelzaal is toegankelijk en geschikt voor in hun beweging gehandicapten.
a. Afhankelijk van de leeftijd en de verblijfsduur van de kinderen en het aantal groepen, beschikt een peuterspeelzaal over één of meerdere:- verblijfsruimten binnen voor kinderen;- buitenspeelruimte voor kinderen;- toiletruimten voor kinderen en personeel- garderobes voor kinderen;- bergruimten voor o.a. speelgoed;- personeels- annex kantoorruimte voor het uitvoeren en leidinggevend personeel.b. De ruimten van een peuterspeelzaal mogen tijdens de openstelling uitsluitend worden gebruikt voor peuterspeelzaalwerk.c. De vloeren van de peuterspeelzaal zijn bedekt met goed reinigbaar, isolerend, splintervrij en niet-glad materiaal.
d. Alle ruimten, uitgezonderd de bergruimte voor buitenspeelgoed, zijn van binnenuit bereikbaar.e. Alle ruimten, zijn voorzien van een doelmatige en tochtvrije ventilatie.f. De temperatuur in de ruimten, uitgezonderd de bergruimte, is tijdens de openstelling het hele jaar door niet lager dan 15 en niet hoger dan 22 graden Celsius.
Artikel 3Verblijfsruimten voor kinderen
a. In de verblijfsruimten moet daglicht kunnen toetreden door middel van één of meer vensters in tenminste één buitenwand.b. Het verlichtingsniveau in de verblijfsruimten dat door middel van kunstlicht kan worden bereikt, bedraagt 150 lux.c. In de verblijfsruimten is voldoende bergruimte aanwezig voor het opbergen van speelgoed en eventuele andere materialen.d. In de verblijfsruimten is een op het aantal kinderen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig, waarvan de afmetingen zijn afgestemd op de grootte van de kinderen.e. In de verblijfsruimten is een op het aantal volwassenen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig.f. De verblijfsruimten zijn aan de zonzijde voorzien van zonwering.
a. Voor het personeel is een afzonderlijke toiletruimte aanwezig.b. In elke toiletruimte dan wel in de onmiddellijke omgeving daarvan, is een handenwasgelegenheid aanwezig. De handenwasgelegenheid voor kinderen is aangebracht op een voor het bereikbare hoogte.c. De toiletruimte voor kinderen hebben zodanige afmetingen, dat de kinderen afzonderlijk goed bereikbaar zijn.d. De vloeren zijn bedekt met een waterdicht en goed reinigbaar materiaal. De wanden zijn tot een hoogte van 1.50 meter boven de vloer eveneens bedekt met waterdicht en goed reinigbaar materiaal.e. Voor elk vijftiental kinderen of deel daarvan is tenminste één closetpot aanwezig. De afmetingen en hoogte van de closetpotten zijn aangepast aan de grootte van de kinderen.f. Voor luiers, po’s en dergelijke is een aparte spoelgelegenheid aanwezig.
a. Een peuterspeelzaal beschikt over een veilige, goed afgeschermde en van een doelmatige watering voorziene speelgelegenheid in de open lucht.b. Er is bij voorkeur een zandbak aanwezig. Deze moet schoon zand bevatten.c. Bij voorkeur is er ook een kraan met koudstromend water aanwezig.d. Voor buitenspeelgoed is een aparte bergruimte aanwezig.e. Speelgoed, klim- en klautermateriaal mogen geen gevaar opleveren voor de kinderen.f. Het buitenspeelterrein is niet beplant met giftige en/of stekelige planten.
a. Een peuterspeelzaal beschikt over een garderobe voor kinderen en bij voorkeur ook een garderobe voor volwassenen.b. De garderobe liggen buiten de verblijfsruimten.c. De kapstokken zijn veilig en aangebracht op een voor kinderen bereikbare hoogte.
De peuterspeelzaal beschikt over een aparte ruimte ten behoeve van de leiding onder andere te gebruiken als staf/vergaderruimte.
In de peuterspeelzaal is voldoende ruimte aanwezig voor het bergen van speelgoed en leermiddelen.
Artikel 9Veiligheid en hygiëne
a. De voorzieningen voor brandveiligheid en veilige ontvluchting bij brand moet voldoen aan de richtlijnen van gebouwen NEN 3892 en NEN 3894 van het Nederlands Normalisatie Instituut.b. In de peuterspeelzaal is voldoende brandblusapparatuur aanwezig, dat jaarlijks dient te worden goedgekeurd.c. Alle overige door de commandant van de brandweer te geven aanwijzingen dienen onverwijld te worden gevolgd.d. Buitendeuren en vensters zijn zodanig beveiligd, dat kinderen niet ongemerkt de peuterspeelzaal kunnen verlaten en onbevoegden niet ongemerkt kunnen binnentreden.e. De verwarmingsapparaturen zijn zodanig opgesteld en uitgevoerd, dat de kinderen zich daaraan niet kunnen verwonden.f. Wandcontactdozen dienen te zijn geaard en te zijn afgeschermd en bij voorkeur onbereikbaar te zijn voor de kinderen.g. Ruiten beneden 1.2 meter dienen te zijn vervaardigd van veiligheidsglas, danwel voorzien van glasfolie.h. Eventueel aanwezige vaste trappen dienen veilig te zijn voor kinderen.i. Voorwerpen en vloeistoffen die gevaar voor kinderen kunnen opleveren (schoonmaakartikelen, medicamenten, elektrische apparaten e.d.) moeten buiten bereik van kinderen worden opgeborgen.j. In de peuterzaal is een telefoon aanwezig. In de onmiddellijke nabijheid daarvan bevinden zich het algemeen alarmnummer en het telefoonnummer van de huisarts.k. In de peuterspeelzaal is een volledig uitgeruste EHBO-trommel aanwezig en een zogenaamde giflijst.l. De peuterspeelzaal en de inrichting daarvan verkeren in zindelijke staat.m. In ruimte waar kinderen worden opgevangen wordt niet gerookt.n. In de peuterspeelzaal worden geen huisdieren toegelaten.o. In de peuterspeelzaal is tenminste één functionaris aanwezig die in het bezit is van een geldig E.H.B.O.-diploma.
Artikel 10Aanwezigheid van gegevens
a. In de peuterspeelzaal dient van elke begeleider aanwezig te zijn:- naam, adres, woonplaats en geboortedatum;- een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de wet op de justitiële documentatie; de verklaring omtrent het gedrag, dient te zijn afgegeven ten hoogste één maand voor de datum van indiensttreding;- een verklaring waaruit blijkt, dat tegen toelating tot een peuterspeelzaal, op grond van lichamelijke of geestelijke gezondheid geen bezwaar bestaat, afgegeven door de directeur van de G.G.D., ten hoogste één maand voor de datum van indiensttreding.b. In de peuterspeelzaal wordt een lijst opgesteld om bijgehouden van alle daarin ingeschreven kinderen. Deze lijst vermeldt per kind naam, geboortedatum, naam van de huisarts alsmede huis- en indien van toepassing werkadres en telefoonnummer van de ouder(s)/verzorger(s).c. In de peuterspeelzaal is vastgesteld wie belast is met de dagelijkse leiding en wie bij afwezigheid vervangt.
a. De peuterspeelzaal beschikt over een vaste huisarts.b. De peuterspeelzaal stelt regels vast omtrent de handelwijze van functionarissen en begeleiders, wanneer deze bij zichzelf kinderen of gezinsleden ziekten constateren
of veronderstellen die voor de persoon zelf of voor die andere aanwezige risico's kunnen opleveren.
Dit besluit kan worden aangehaald als "Nadere regels Peuterspeelzalen Oirschot" en vervangt alle eerder vastgestelde, nadere regels.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethoudersvan Oirschot in hun vergadering van 18 mei 1999.
J.J.M. van Steensel A.J.G. van Brunschotloco-secretaris loco-burgemeester