Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening gemeente Oirschot 2010 |
Citeertitel | Monumentenverordening gemeente Oirschot 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Algemeen |
Deze regeling is vervangen door de Erfgoedverordening Gemeente Oirschot 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 20-12-2017 | Aangepaste regelgeving | 28-09-2010
| 2010-51 |
De raad van de gemeente Oirschot;
gezien het voorstel van het College van 17 augustus 2010;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988;
vast te stellen de volgende Monumentenverordening 2010 gemeente Oirschot.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
1. Monumenten.a. alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun be¬tekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.b. terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder a.
2. Beschermd rijksmonument.Onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers.
3. Beschermd gemeentelijk monument.Onroerend monument of terrein dat in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening is aangewezen en geregistreerd als gemeentelijk monument.
4. Gemeentelijke monumentenlijst.De lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig de bepalingen in deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaken en terreinen.
5. Kerkelijk monument.Monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat tevens uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst.
6. Monumentencommissie.De door het college van Burgemeester en Wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, die als taak heeft het college van Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en over het gemeentelijke monumentenbeleid.
7. College.Het college van Burgemeester en Wethouders van Oirschot.
8. Wabo.Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
9. Bevoegd gezag.Bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
10. Omgevingsvergunning.Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Hoofdstuk 2 AANWIJZING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Artikel 3 De aanwijzing tot gemeentelijk monument
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt, tot het moment dat de registratie als bedoeld in artikel 6 plaats heeft of vaststaat dat het monument niet wordt aangewezen, zijn de artikelen 9 tot en met 14 bij wijze van voorbescherming van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 INSTANDHOUDING VAN BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Artikel 9 Instandhoudingbepaling
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:a. een handeling te verrichten als beschreven in artikel 2.2., eerste lid, sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder 1, sub a, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;c. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder 1, sub a, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Het bevoegd gezag geeft met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 9, tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11 Vergunning gemeentelijke monumenten
Het bevoegd gezag kan ter beoordeling van de aanvraag nadere richtlijnen geven over toe te passen materialen, de kleurstelling en de wijze waarop werkzaamheden worden uitgevoerd. Ook kan het nadere gegevens van de aanvrager verlangen, waaronder de resultaten van een bouwhistorisch onderzoek of een werkomschrijving/bestek van de werkzaamheden.
Een vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 14 Intrekken van de vergunning
De vergunning kan door het college van Burgemeester en Wethouders worden ingetrokken als blijkt dat:a. de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;b. de vergunninghouder de voorwaarden als bedoeld in artikel 9 niet naleeft;c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het beschermde gemeentelijk monument zwaarder dient te wegen;d. niet binnen 52 weken van de vergunning gebruik wordt gemaakt.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:a. de weigering van burgemeester en wethouders wijziging aan te bren¬gen in de gemeentelijke monumentenlijst;b. de weigering van burgemeester en wethouders een vergunning tot wij¬ziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument te verlenen;c. voorschriften, door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeente¬lijk monument;schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven,kent de gemeente¬raad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadever¬goeding toe.
Hoofdstuk 6 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Hij, die handelt in strijd met artikel 9 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen personen.