Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening 2010 |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Deze verordening is vervangen door de Brandbeveiligingsverordening 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | 01-04-2012 | intrekking | 18-12-2012 Elektronisch gemeenteblad, 20-03-2013 | JDK | |
01-10-2010 | 01-04-2012 | Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's wordt de Brandweerwet 1985 ingetrokken en moeten de verordeningen die zijn opgesteld op basis van deze Brandweerwet opnieuw worden vastgesteld. | 28-09-2010 weekjournaal | JDK |
De raad van de gemeente Oirschot,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van24 augustus 2010,
gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Wet op de veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146),
overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, voor zover daarin niet bij of krachtens de Woningwet of enige andere wet is voorzien,
besluit vast te stellen de "Brandbeveiligingsverordening Oirschot 2010".
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Paragraaf 2 GEBRUIKSVERGUNNING
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:a. meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn; b. aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;c. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Paragraaf 4 HET BESTRIJDEN VAN BRAND EN HET VOORKOMEN EN BEPERKEN VAN ONGEVALLEN BIJ BRAND
Artikel 6 Brandveiligheidsvoorzieningen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Artikel 7 Melden van brand en broei
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
Artikel 8 Bossen, heidevelden, venen
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van een brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Paragraaf 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 10 Intrekking oude regeling
Brandbeveilingsverordening, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 2010, registratienummer 2010/16, wordt ingetrokken.