Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening Oirschot 2007 |
Citeertitel | Marktverordening Oirschot 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Bijbehorende brancheringslijst is op te vragen aan de balie op het gemeentehuis
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-05-2007 | Nieuwe verordening | 24-04-2007 Weekjournaal | JTS |
De raad van de gemeente Oirschot;
gelezen het voorstel van het college van 3 april 2007;
gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;
b. marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
c. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
d. vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;
e. dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;
f. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen; slechts één artikel mag worden aangeprezen;
g. standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken en waar het gebruik van meet- en weegapparatuur alsmede het gebruik van prijskaarten niet is toegestaan;
h. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;
i. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;
j. anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;
k. marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;
l. branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;
m. het college: het college van burgemeester en wethouders;
n. levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijkehuishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.
Artikel 1.3 Inrichting van de markt: branche-indeling
a. het aantal standplaatsen;b. de afmetingen van de standplaatsen;c. de opstelling en indeling van de markt;d. welke plaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkerplaats;e. de aard van de verkoopinrichting;f. welk gedeelte van de markt bestemd is voor het plaatsen van eigen materiaal in de vorm van verkoopwagens en markavans.
Hoofdstuk 2 BEPALINGEN OVER HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN DE VERGUNNING
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats
Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Artikel 2.2 Toewijzen standplaatsen
Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.
Artikel 2.3 De vergunningaanvraag
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning die in ieder geval vermeldt:a. de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;c. de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;d. de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;g. van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;h. dat het gebruik van geluidsapparatuur, tenzij het college hiervoor ontheffing heeft verleend, niet is toegestaan;i. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan enj. het verbod om personenwagens dan wel andere vervoermiddelen op het marktterrein te parkeren, tenzij hiervan ontheffing is verleend.
Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen (branche) de vergunninghouder mag verhandelen.
Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst
Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:a. de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;b. de datum waarop de aanvraag door haar is ontvangen;c. de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;d. de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.
Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;c. bij overlijden van de ingeschrevene;d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.
Artikel 2.8a Overgangsregeling opheffen wachtlijst
Er geldt een overgangsregeling voor de wachtlijst, welke inhoudt dat met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe aanvragen voor inschrijving op de wachtlijst meer in behandeling worden genomen. Met ingang van 1 januari 2009 vervalt de wachtlijst.
Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:a. de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.
Artikel 2.10 Overschrijving vergunning
In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan, voorzover er geen sprake is van het eerste of tweede lid, een werknemer van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Tenminste twee maanden vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de vergunninghouder, dan wel bij gebruikmaking door hem van een oudedagsvoorziening tenminste twee maanden vóór de datum van ingang daarvan, kan één van de in het tweede en derde lid genoemde personen – waarbij ingeval van meerdere personen de in het tweede lid genoemde persoon voorrang heeft – de vergunning voor de vaste plaats krijgen, mits deze tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats
De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3. en 3.4.
Artikel 3.6 Van het gebruik van de standplaats
Het is vergunninghouder verboden om:a. zich zonder noodzaak langer dan 60 minuten van zijn standplaats te verwijderen;b. meer ruimte te nemen dan hem is toegewezen;c. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;d. zich aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij er géén sprake is van overlast;e. aan de achterzijde van de standplaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.
Hoofdstuk 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing
Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; ofc. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats; ofd. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien zij dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; ofc. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 4.6 Intrekking oude regeling
De “Marktverordening gemeente Oirschot” die is vastgesteld in de raadsvergadering van 28 januari 2003 wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 4.7 Overgangsbepalingen
Vergunningen en ontheffingen – hoe ook genaamd – verleend krachtens de eerdere marktverordening(en) blijven – indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de eerdere marktverordening(en), blijven, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in deze verordening indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.