Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oirschot

Marktverordening Oirschot 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOirschot
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Oirschot 2007
CiteertitelMarktverordening Oirschot 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bijbehorende brancheringslijst is op te vragen aan de balie op het gemeentehuis

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 147, 1e lid Gemeentewet
  2. Artikel 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-05-2007Nieuwe verordening

24-04-2007

Weekjournaal

JTS

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Oirschot 2007

 

De raad van de gemeente Oirschot;

 

gelezen het voorstel van het college van 3 april 2007; 

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

besluit : 

vast te stellen de Marktverordening Oirschot 2007

 

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

 

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder: 

a. markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats; 

b. marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; 

c. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; 

d. vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder; 

e. dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen; 

f. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen; slechts één artikel mag worden aangeprezen; 

g. standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken en waar het gebruik van meet- en weegapparatuur alsmede het gebruik van prijskaarten niet is toegestaan; 

h. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats; 

i. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats; 

j. anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats; 

k. marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college; 

l. branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

 

m. het college: het college van burgemeester en wethouders; 

n. levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijkehuishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

 

Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1

    De markt vindt overeenkomstig de beslissing van het college plaats op dinsdag van 8.00 uur tot 12.00 uur aan de Markt te Oirschot.

  • 2

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:a. op een andere dag;b. op een andere tijd;c. op een andere plaats.

  • 3

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

     

Artikel 1.3 Inrichting van de markt: branche-indeling

  • 1

    a. het aantal standplaatsen;b. de afmetingen van de standplaatsen;c. de opstelling en indeling van de markt;d. welke plaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkerplaats;e. de aard van de verkoopinrichting;f. welk gedeelte van de markt bestemd is voor het plaatsen van eigen materiaal in de vorm van verkoopwagens en markavans.

  • 2

    Voor verkoopwagens en markavans die gezien de verkoop van de daarin opgenomen producten moeten voldoen aan de Warenwet kan door de marktmeester worden afgeweken van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3

    Het college kan in afwijking van het eerste lid, sub f, en afgezien van de branche, op basis van medische gronden iemand toestaan eigen materiaal te gebruiken in de vorm van een verkoopwagen of markavan.

  • 4

    Het college kan, nadat de marktcommissie is gehoord, voor de markt vaststellen:a. een lijst met artikelengroepen (branches); enb. een maximumaantal standplaatsen per branche.

     

Artikel 1.4 De marktcommissie

  • 1

    Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

  • 3

    In de marktcommissie hebben in ieder geval zitting: de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, vertegenwoordigers van vergunninghouders van de food en non-food branche van de markt Oirschot, de wethouder marktzaken in zijn portefeuille en de marktmeester.

     

Artikel 1.5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

 

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

  • 1

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

     

     

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN OVER HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN DE VERGUNNING

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

 

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

 

Artikel 2.2 Toewijzen standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

 

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

 

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

  • 1

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning.

  • 2

    Het college kan een vergunning intrekken:a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

     

     

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

 

 

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning die in ieder geval vermeldt:a. de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;c. de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;d. de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;g. van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;h. dat het gebruik van geluidsapparatuur, tenzij het college hiervoor ontheffing heeft verleend, niet is toegestaan;i. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan enj. het verbod om personenwagens dan wel andere vervoermiddelen op het marktterrein te parkeren, tenzij hiervan ontheffing is verleend.

 

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen (branche) de vergunninghouder mag verhandelen.

 

Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1

    Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:a. de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen; enb. de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst.

  • 2

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:a. de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;b. de datum waarop de aanvraag door haar is ontvangen;c. de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;d. de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 3

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

     

Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;c. bij overlijden van de ingeschrevene;d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

 

Artikel 2.8a Overgangsregeling opheffen wachtlijst

Er geldt een overgangsregeling voor de wachtlijst, welke inhoudt dat met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe aanvragen voor inschrijving op de wachtlijst meer in behandeling worden genomen. Met ingang van 1 januari 2009 vervalt de wachtlijst.

 

Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:a. de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.

 

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning

  • 1

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor de vaste plaats krijgen.

  • 3

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan, voorzover er geen sprake is van het eerste of tweede lid, een werknemer van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 4

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel binnen twee maanden nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder is vastgesteld.

  • 5

    Tenminste twee maanden vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de vergunninghouder, dan wel bij gebruikmaking door hem van een oudedagsvoorziening tenminste twee maanden vóór de datum van ingang daarvan, kan één van de in het tweede en derde lid genoemde personen – waarbij ingeval van meerdere personen de in het tweede lid genoemde persoon voorrang heeft – de vergunning voor de vaste plaats krijgen, mits deze tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 6

    Indien degene op wie op grond van dit artikel een vergunning is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

  • 7

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

     

     

Paragraaf 3 Dagplaatsen

 

 

Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats

  • 1

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 8.30 uur aanmelden bij de marktmeester.

     

     

Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen

 

 

Artikel 2.12 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1

    Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 3

    Een standwerker wordt niet toegelaten met een (soort gelijk) artikel dat reeds bij een vergunninghouder van een vaste plaats op de markt aanwezig is. Of sprake is van een dergelijk (soort gelijk) artikel is ter beoordeling van de marktmeester.

     

     

Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

 

 

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3

    De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.12, tweede lid, bij de marktmeester heeft aangemeld.

     

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3. en 3.4.

 

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

     

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

  • 1

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon voor de tijd van maximaal twee jaar.

     

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

     

Artikel 3.6 Van het gebruik van de standplaats

  • 1

    Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting.

  • 2

    Het is verboden om rij- en voertuigen waarmee goederen of waren op de markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door het college is aangewezen.

  • 3

    Het is vergunninghouder verboden om:a. zich zonder noodzaak langer dan 60 minuten van zijn standplaats te verwijderen;b. meer ruimte te nemen dan hem is toegewezen;c. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;d. zich aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij er géén sprake is van overlast;e. aan de achterzijde van de standplaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

  • 4

    De vergunninghouder die zijn goederen per maat of gewicht verkoopt, dient er voor te zorgen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren en ze zodanig op de standplaats te plaatsen dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

  • 5

    Het is verboden voor vergunninghouder op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 6

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 7

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 8.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 8

    Het bepaalde in het zevende lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

     

     

Hoofdstuk 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

 

Artikel 4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; ofc. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

 

Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats; ofd. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

 

Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien zij dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; ofc. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

 

Artikel 4.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

 

Artikel 4.6 Intrekking oude regeling

De “Marktverordening gemeente Oirschot” die is vastgesteld in de raadsvergadering van 28 januari 2003 wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding van deze verordening.

 

Artikel 4.7 Overgangsbepalingen

  • 1

    Vergunningen en ontheffingen – hoe ook genaamd – verleend krachtens de eerdere marktverordening(en) blijven – indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de eerdere marktverordening(en), blijven, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 5

    De bestaande anciënniteits- en wachtlijsten worden geacht anciënniteits- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

     

Artikel 4.8 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in deze verordening indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

Artikel 4.9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Artikel 4.10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Marktverordening Oirschot 2007’.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 24 april 2007. 

De gemeenteraad,

 

Han Struijs,          Ruud Severijns,griffier                   voorzitter