Organisatie | Terschelling |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en inning van watertoeristenbelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, artikel 224
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 25-10-2016 de Terschellinger | 2016/watertoeristenbelasting 2017 | |
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 22-09-2015 de Terschellinger | 2013/66 | |
15-12-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 de Terschellinger | 2013/66 | ||
31-12-2011 | nieuwe regeling | 14-12-2010 de Terschellinger | 2010/80 |
Onder de naam “watertoeristenbelasting” worden ter zake van het op een vaartuig houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisadministratie personen zijn ingeschreven, twee directe belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het houden van verblijf tussen 7.00 uur en 23.00 uur op de dag van aankomst;
b. een belasting ter zake van het houden van verblijf met overnachten op een vaartuig, welk verblijf volgt op het verblijf bedoeld in onderdeel a.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening worden de begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Havenverordening 2008 eveneens van toepassing verklaard.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor een van dezen optreedt dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
Artikel 5 Afwijkende maatstaf van heffing
Op een door de belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, binnen een maand na afloop van het belastingjaar gedaan schriftelijk verzoek wordt de maatstaf van de heffing vastgesteld op het door de belastingplichtige aan te geven werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal afwijkt op grond van een eerder opgegeven aantal.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het verblijf.
2. De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene die verblijf houdt aan boord van een vaartuig:
a. en die de leeftijd van vier jaar nog niet heeft bereikt;
b. dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
c. dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;
d. tot het tijdelijk uit hoofde van zijn beroep of functie binnen de gemeente tegen betaling verrichten van werkzaamheden;
e. en nachtverblijf houdt bij een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in rechte lijn, die als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven;
f. en als bezoeker van een begrafenis of van een graf van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in rechte lijn, tijdelijk binnen de gemeente verblijft. In dit geval wordt de belasting niet van het eerste en het tweede etmaal geheven.
De belasting wordt bij geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de schriftelijk toegezonden kennisgeving moeten worden betaald in één termijn. De termijn vervalt één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.