Organisatie | Terschelling |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet artikel 228
Tarieventabel precario
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2010 | nieuwe regeling | 14-12-2010 De Terschellinger | 2010/74 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder: - jaar : een kalenderjaar;- kwartaal : een kalenderkwartaal;- maand : een kalendermaand;- week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen;- dag : een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;- vergunning : een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen nder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie die dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoelt in het eerst lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft
De precariobelasting wordt niet geheven voor het hebben van:a. voorwerpen, die ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;b. voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a. van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;c. voorwerpen, waarvan de gemeente genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;d. deuren, die krachtens een wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;e. brievenbussen en telefooncellen;f. afvoerbuizen van hemelwater, die aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,15 meter buiten de gevel uitsteken;g. voorwerpen, die uitsluitend voorzien in een algemeen belang dan wel worden gebezigd voor weldadige doeleinden;h. buizen in de grond tot lozing van faecaliën, huishoud- of hemelwater.i. voorwerpen, voor wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB, VVV en andere overeenkomstige instellingen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting: a. indien in de tarieventabel voor voorwerpen wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, datn wel ingeval van toezending ervan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggen de periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in de periode plaatsvindt.