Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008 |
Citeertitel | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet Ruimtelijke Ordening
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-09-2008 | nieuwe verordening | 09-09-2008 Gemeentecontact 25-9-2008 | BIS, nr. 08.035.0056 |
De raad van de gemeente Twenterand;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 6.7 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 van het Besluit ruimtelijke ordening;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht;
PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;b. adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;c. adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, vandeze verordening;d. besluit: Besluit ruimtelijke ordeninge. college: het college van burgemeester en wethouders;f. gemeente: gemeente Twenterand;g. planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijkeordening;h. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;i. wet: Wet ruimtelijke ordening.
Artikel 2 Opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Adviseur of adviescommissie
1. Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het collegeeen adviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake adviseringop het gebied van planschade.
2. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoeldeadviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwegeinkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag,behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseuraangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieeleconomische bedrijfsvoering.
3. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoeldeadviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwegewaardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard enomvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door hetcollege een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waarderingvan onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van eenplanologische verslechtering.
4. Indien naar het oordeel van het college het tweede en het derde lid van toepassing zijn,worden zowel de in het tweede als het derde lid bedoelde adviseurs aangewezen.
5. Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de in het eerste lid bedoelde adviseur voorzitter is.
6. De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.
Artikel 4 Deskundigheid en onafhankelijkheid
1. Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in artikel 3, eerste, tweede of derde lid, bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen.
2. Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de raad. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 5 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of
1. Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:a. een adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, ofb. meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 3, vijfde lid.
2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.
3. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.
Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie
1. Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekkinghebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van deadviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.
2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseurof de adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.
3. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerderehoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijkevertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten,onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie teverschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen,alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop deadviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt deaanvrager voor de plaatsopneming uit.
5. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordtdoor de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.
6. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoeldebezichtiging wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of devoorzitter van de adviescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uitte brengen advies.
7. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnenzestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvanaan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganenen aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf vanredenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
8. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden inde gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept adviesschriftelijk hierop te reageren.
9. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissiebinnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een adviesuit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.
10. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of deadviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoeldetermijn een advies uit aan het college.