Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goirle

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoirle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling gemeentelijke monumenten
CiteertitelSubsidieregeling gemeentelijke Monumenten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpmonumenten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 168

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-12-1991nieuwe regeling

10-12-1991

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

 

 

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    monumenten: monumenten die zijn opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de 'Monumentenverordening 1989';

  • 2.

    eigenaar: de eigenaar, waaronder mede wordt begrepen:

    • a.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • b.

      de houder van een recht van opstal;

    • c.

      de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal;

  • 3.

    restauratiewerkzaamheden: die werkzaamheden aan het monument, het normale onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding ervan noodzakelijk zijn;

  • 4.

    subsidiabele restauratiekosten: de kosten die door burgemeester en wethouders op een ingediende gespecificeerde begroting worden aangemerkt als kosten die voortvloeien uit:

    • a.

      het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken het normale onderhoud te boven gaand, van in slechte of matige bouwtechnische staat verkerende monumenten;

    • b.

      het treffen van andere voorzieningen waarvan de uitvoering in verband met de architectuur-historische waarde van het monument door burgemeester en wethouders noodzakelijk worden geacht, mits die voorzieningen gelijktijdig met de onder a bedoelde voorzieningen worden uitgevoerd.

Artikel 2
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een monument een bijdrage toekennen in de subsidiabele restauratiekosten.

  • 2.

    De bijdrage in de subsidiabele kosten bedraagt ten hoogste 40%.

  • 3.

    De subsidiabele kosten met betrekking tot de in artikel 1.4. genoemde voorzieningen worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid, doelmatigheid en de bepalingen van de bouwverordening.

  • 4.

    Voor zover kosten van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed, blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele kosten buiten beschouwing.

Artikel 3

Bij hun beslissing op aanvragen om subsidie houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    de monumentale waarde van het object;

  • b.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • c.

    het huidige en toekomstige gebruik van het monument;

  • d.

    de wijze van exploitatie van het monumenten;

  • e.

    bij het treffen van voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit Bouwnijverheidsbedrijven 1958.

Artikel 4
  • 1.

    Er wordt geen subsidie toegekend indien:

    • a.

      de kosten van restauratie voortvloeien uit schade, waartegen verzekering mogelijk is;

    • b.

      met de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie door burgemeester en wethouders is beslist.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid onder b.

Artikel 5
  • 1.

    De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat:

    • a.

      binnen 3 maanden na de toekenning met de restauratiewerkzaamheden een aanvang is gemaakt;

    • b.

      de restauratiewerkzaamheden zijn uitgevoerd binnen 1 jaar na de toekenning;

    • c.

      aan de door de burgemeester en wethouders met controle belaste personen:

      • -

        toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

      • -

        inzage wordt gegeven van de op de restauratie betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

      • -

        de op de restauratie betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

      • -

        gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op de restauratie betrekking hebbende gegevens;

    • d.

      de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze regeling worden verstrekt;

    • e.

      indien het monument na restauratie, binnen 5 jaar na dagtekening van het subsidiebesluit wordt verkocht, een evenredig deel van de subsidie wordt terugbetaald, te weten bij verkoop in het le jaar de totale subsidie, in het 2e jaar 4/5 deel etc.;

    • f.

      de eigenaar het monument na restauratie goed onderhoudt;

    • g.

      de eigenaar het monument verzekert en verzekerd houdt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen en van het bepaalde onder e toestaan.

Artikel 6

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welke financiële middelen voor een bepaald jaar beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van deze regeling.

Artikel 7
  • 1.

    Aanvragen om subsidie dienen jaarlijks voor 1 april te worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 3.

    In geval van een calamiteit, waarbij de monumentale waarde van het object in het geding is, kunnen burgemeester en wethouders van het gesteld in het eerste lid afwijken.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van het gestelde in het tweede lid afwijken.

Artikel 8
  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie voor zover de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde financiële middelen toereikend zijn.

  • 2.

    Aanvragen om subsidie welke in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 3.

    De indiener van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid is bevoegd een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.

Artikel 9

Onder de in artikel 1 bedoelde kosten van voorzieningen worden in elk geval begrepen:

  • a.

    de aanneemsom;

  • b.

    eventueel noodzakelijk meerwerk;

  • c.

    het honorarium van de architect en de constructeur en de kosten van het dagelijks toezicht;

  • d.

    de leges van de bouwvergunning;

  • e.

    de verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 10
  • 1.

    De aanvraag om toekenning van subsidie wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Naast het in het eerste lid genoemde formulier dient de aanvraag te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      de werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van het monument;

    • d.

      de naam en het adres van de voor de uitvoering verantwoordelijk persoon/bedrijf.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders verklaren de aanvrager die een aanvraag indient die niet aan de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden voldoet, in zijn verzoek niet-ontvankelijk.

Artikel 11
  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om subsidie binnen drie maanden na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2.

    Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 3 maanden verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging verzenden wij aan de aanvrager.

Artikel 12
  • 1.

    Uitbetaling van een door burgemeester en wethouders toegekende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld onder overlegging van de daarop betrekking hebbende afrekening met betalingsbewijzen;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een door aanvrager op te geven giro- of bankrekening.

Artikel 13

Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt bij het doen van de aanvraag, dan wel bij de opgaaf van kosten na afloop der restauratiewerkzaamheden, of indien de gestelde voorwaarden in of krachtens deze verordening niet zijn nageleefd, kunnen burgemeester en wethouders de bijdrage geheel of ten dele terugvorderen.

Artikel 14
  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op grond van deze regeling niet dan nadat de Monumentencommissie is gehoord.

Artikel 15
  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als 'Subsidieregeling Gemeentelijke Monumenten'.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 december 1991.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 10 december 1991.

de voorzitter,

de secretaris,