Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veere

Verordening op de vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot de benoeming en herbenoeming van de burgemeester voorbereidt en die de evaluatiegesprekken met de burgemeester houdt”

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot de benoeming en herbenoeming van de burgemeester voorbereidt en die de evaluatiegesprekken met de burgemeester houdt”
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 61 van de Gemeentewet
  2. artikel 61c van de Gemeentewet
  3. artikel 84 van de Gemeentewet
  4. artikel 86 van de Gemeentewet
  5. artikel 147 van de Gemeentewet
  6. artikel 149 van de Gemeentewet
  7. artikel 15 van de Archiefwet 1995
  8. artikel 31 van de Archiefwet 1995
  9. artikel 9 van het Archiefbesluit 1995
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-09-2022Nieuwe regeling

07-07-2022

gmb-2022-409611

22b.06970

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot de benoeming en herbenoeming van de burgemeester voorbereidt en die de evaluatiegesprekken met de burgemeester houdt”

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Veere;

Gelezen het voorstel van het presidium d.d. 27 juni 2022

gelet op de artikelen 61, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 oktober 2017;

B e s l u i t:

vast te stellen de navolgende “Verordening op de vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot de benoeming en herbenoeming van de burgemeester voorbereidt en die de evaluatiegesprekken met de burgemeester houdt”

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1 Taak van de commissie

De commissie heeft tot taak:

  • 1.

    de aanbeveling tot benoeming en herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden, en

  • 2.

    evaluatiegesprekken met de burgemeester te houden.

 

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1.

    Het aantal leden van de commissie bestaat uit maximaal het aantal fracties in de raad. Voor benoeming kunnen alleen in aanmerking komen fractievoorzitters of plaatsvervangend fractievoorzitters.

  • 2.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

 

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De griffier of plaatsvervangend griffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 2.

    De raad kan bepalen dat de gemeentesecretaris of zijn plaatsvervanger ter ambtelijke ondersteuning aan de commissie wordt toegevoegd.

 

Artikel 4 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste 3 leden dit noodzakelijk acht(en). De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    - de leden van de commissie;

    - de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft;

    - de burgemeester, voor zover met hem een gesprek plaats heeft.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 2 dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen, kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uren voorafgaand aan de vergadering.

 

Artikel 5 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 6 bedoelde verslag opgenomen.

 

Artikel 6 Verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de raad en aan de commissaris van de Koning. Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een concept-aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

 

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1.

    Op alle informatie van de commissie rust de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot een ieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3.

    Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4.

    Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht blijft ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

 

Artikel 8 Archivering

  • 1.

    De secretaris draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming en de evaluatiegesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

 

Hoofdstuk II Bepalingen inzake de benoeming

 

 

Artikel 9 Adviseur

  • 1.

    De raad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel 4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 10 Informatie over en gesprek met sollicitant

De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

 

Artikel 11 Bijzondere bepalingen inzake verslaglegging

  • 1.

    De commissie brengt over haar bevindingen verslag uit aan de raad en aan de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Het in artikel 6 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van de conceptaanbeveling van twee personen.

 

Artikel 12 Ontbinding

Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de raad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

 

Hoofdstuk III Bepalingen inzake de herbenoeming

 

 

Artikel 13 Adviseur

  • 1.

    De raad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel 4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 14 Informatie over en gesprek met de burgemeester

  • 1.

    De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de raad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de burgemeester, de raad en de commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

 

Artikel 15 Bijzondere bepalingen inzake verslaglegging

  • 1.

    Het in artikel 6 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een conceptaanbeveling in zake de herbenoeming.

  • 2.

    Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

 

Artikel 16 Ontbinding

Lopende een procedure tot herbenoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de raad bekend is gemaakt dat de burgemeester bij Koninklijk besluit is herbenoemd.

 

Hoofdstuk IV Bepalingen inzake de evaluatiegesprekken

 

 

Artikel 17 Aantal

  • 1.

    De commissie houdt jaarlijks met de burgemeester een evaluatiegesprek over het functioneren.

  • 2.

    Indien de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maakt, houdt de commissie tussentijds een evaluatiegesprek.

 

Artikel 18 Voorbereiding en inhoud

  • 1.

    De commissie maakt voorafgaand aan de evaluatiegesprekken aan de burgemeester kenbaar bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester.

  • 2.

    Het gesprek is wederkerig en heeft het karakter van gezamenlijke reflectie op het functioneren van het bestuur en de rol van de burgemeester daarin. De commissie beschouwt het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de hand van de profielschets en aan de wettelijke taken van de burgemeester. Tevens betrekt de commissie hierbij de verslagen van en de afspraken uit de vorige evaluatiegesprekken vanaf de benoeming of herbenoeming.

  • 3.

    In het laatste evaluatiegesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeft de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

 

Artikel 19 Bijzondere bepalingen inzake het verslag

  • 1.

    Alvorens het verslag van een evaluatiegesprek vast te stellen, krijgt de burgemeester de gelegenheid te reageren op het concept.

  • 2.

    Het verslag wordt door alle deelnemers van het evaluatiegesprek ondertekend.

  • 3.

    Raadsleden kunnen het verslag inzien. Het verslag wordt niet openbaar gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt aan de commissaris van de Koning gezonden.

 

Hoofdstuk V Slotbepalingen

 

 

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

 

Artikel 21 Ontbinding en wijziging van de samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden.

  • 2.

    De samenstelling van de commissie kan tussentijds worden aangepast.

 

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking en kan worden aangehaald als “Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022”.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2017” ingetrokken met uitzondering van artikel 4 van deze verordening (geheimhouding).

 

Toelichting op de Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022

 

 

 

Volgens voorstel door de raad besloten op 7 juli 2022

de griffier, de voorzitter,

Mw. mr. A.W.L. Piersma drs. R.J. van der Zwaag

Bijlage 1Algemene toelichting

De burgemeester heeft aangegeven dat hij binnen enkele maanden zijn functie zal neerleggen. Dit heeft tot gevolg dat er een nieuwe burgemeester benoemd moet worden. Voor de procedure die leidt tot een benoeming van een nieuwe burgemeester moet een vertrouwenscommissie ingeschakeld worden. De instelling van deze commissie geschiedt middels een verordening. De voorliggende Verordening op de vertrouwenscommissie 2022 geeft regels over de taak en bevoegdheden van de vertrouwenscommissie. Ook geeft het regels over de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden verricht. Gekozen is voor een vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot benoeming en de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt.

Daarnaast heeft de commissie de taak evaluatiegesprekken met de burgemeester te houden. De Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022 komt in de plaats van de Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2017. Deze laatste verordening is destijds vastgesteld in verband met de herbenoeming van de huidige burgemeester. De taak van de vertrouwenscommissie was in deze verordening beperkt tot het voorbereiden van de aanbeveling tot de herbenoeming van de burgemeester.

 

De grondslag van de Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2022 is de Gemeentewet. De bepalingen over de archivering van documenten van de vertrouwenscommissie zijn gebaseerd op de Archiefwet en het Archiefbesluit. Bij het opstellen van de Verordening is gebruik gemaakt van de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 oktober 2017.

 

Bijlage 2 Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk I

Dit hoofdstuk bevat bepalingen die van toepassing zijn op een benoeming, een herbenoeming en de evaluatiegesprekken.

 

Artikel 1

In dit artikel worden de taken van de commissie vermeld.

 

Artikel 2

De commissie bestaat uitsluitend uit de voorzitters van de fracties die in de raad vertegenwoordigd zijn. Verlies van het fractievoorzitterschap betekent automatisch het einde van het lidmaatschap van de commissie. Tijdelijke vervanging is vanwege het bijzondere karakter van de procedure, waarin geheimhouding centraal staat, ongewenst.

 

Artikel 3

Ambtelijke ondersteuning wordt door de griffier geleverd, en eventueel door de gemeentesecretaris als plaatsvervangend secretaris. Betrokkenheid van de gemeentesecretaris ligt met name voor de hand indien een wethouder als adviseur aan de commissie is toegevoegd. Adviseurs en ambtelijke ondersteuners hebben geen stemrecht.

 

Artikel 4

Het moment van vergaderen moet vroegtijdig bekend zijn zodat de leden van de commissie en de andere genodigden in staat zijn gehoor te geven aan de oproeping ter vergadering. Als er sprake is van een situatie die een spoedige bijeenkomst van de commissie vereist, kan een kortere termijn van oproeping worden ingesteld.

 

Artikel 5

Met betrekking tot de stemming streeft de commissie naar unanimiteit. Kan een minderheid zich niet vinden in de uitkomst, dan wordt die in het verslag op passende wijze tot uitdrukking gebracht.

 

Artikel 6

Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de commissie, nu de raad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Als stelregel geldt dat het hele verloop van de procedure zowel procedureel als inhoudelijk in het verslag van bevindingen zijn weerslag krijgt.

 

Artikel 7

De geheimhoudingsplicht voor de vertrouwenscommissie vloeit rechtstreeks voort uit artikel 61c van de Gemeentewet. De geheimhoudingsplicht omvat alle informatie, niets uitgezonderd: hetgeen tijdens de vergadering is gewisseld, de stukken (de in artikel 6 bedoelde verslagen inbegrepen) en alle andere informatie die langs welke weg ook de commissie bereikt. De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer met zich dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

 

Artikel 8

Het verdient aanbeveling dat de secretaris van de commissie tijdig overleg pleegt met de beheerder van de archiefbewaarplaats als deskundige op dit terrein over de te volgen werkwijze.

 

Hoofdstuk II

Dit hoofdstuk bevat bepalingen die van toepassing zijn op de benoeming van de burgemeester.

 

Artikel 9

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Artikel 10

Ingevolge artikel 61, vierde lid, van de Gemeentewet wordt door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door de commissie nodig geachte informatie verschaft. Gezien de belangen van alle betrokkenen is de procedure om tot een aanbeveling inzake de benoeming te komen, door de wetgever geheim verklaard. Dat betekent ook dat de commissie er voor moet zorgen dat bij de correspondentie en gesprekken die met de sollicitanten worden gevoerd in het kader van de aanbeveling inzake de benoeming, de privacy gewaarborgd is. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.

 

Artikel 11

Artikel 6 bevat de algemene bepalingen inzake de verslaglegging. Ten aanzien van benoeming dient bepaald te worden dat dit verslag in ieder geval wordt vergezeld van een conceptaanbeveling van twee personen. Ten overvloede: na de vaststelling van de aanbeveling door de raad, wordt slechts de naam van de als eerste aanbevolen kandidaat openbaar gemaakt.

 

Artikel 12

Uit artikel 21 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden; zo zou zij na de benoeming ook de klankbordgesprekken met de burgemeester kunnen voeren, al dan niet in gewijzigde (mogelijk verkleinde) samenstelling. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de benoeming.

 

Hoofdstuk III

Dit hoofdstuk bevat bepalingen die van toepassing zijn op de herbenoeming van de burgemeester.

 

Artikel 13

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Artikel 14

De informatiebronnen die de vertrouwenscommissie gebruikt bij het komen tot een aanbeveling inzake de herbenoeming dienen voor zowel de burgemeester, de gemeenteraad als de commissaris van de Koning, vooraf helder te zijn. De bevindingen die de commissie doet, dienen met de burgemeester besproken te worden. Als vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college.

 

Artikel 15

Artikel 6 bevat de algemene bepalingen inzake de verslaglegging. Van belang is dat de commissie met een concept voor de aanbeveling inzake de herbenoeming komt, waarop de raad over de aanbeveling heeft te besluiten. Eventuele afspraken over het functioneren van de burgemeester dienen volstrekt helder te zijn.

 

Artikel 16

Uit artikel 21 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de herbenoeming.

 

Hoofdstuk IV

Dit hoofdstuk bevat bepalingen die van toepassing zijn op de evaluatiegesprekken.

 

Artikel 17

Jaarlijks bespreekt de commissie het functioneren van de burgemeester, als opmaat naar de herbenoeming. Het evaluatiegesprek wint aan kracht als het het karakter heeft van gezamenlijke reflectie op het functioneren van het bestuur en de rol van de burgemeester daarin. Het verdient aanbeveling de evaluatiegesprekken met de raad in de planning af te stemmen op de gesprekken die de burgemeester met de commissaris van de Koning heeft over de ontwikkelingen in het functioneren van de burgemeester.

 

Artikel 18

Het gesprek is wederkerig en heeft het karakter van gezamenlijke reflectie op het functioneren van het bestuur en de rol van de burgemeester daarin. Een goed evaluatiegesprek valt of staat met een goede voorbereiding. De commissie bepaalt daarom de informanten en deelt dit mee aan de burgemeester. Als vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college. Van al deze gesprekken worden verslagen opgemaakt. Die verslagen vormen de basis voor het volgende evaluatiegesprek. Door ruimte voor inbreng van de kant van de burgemeester wint het gesprek aan kracht.

 

Artikel 19

Het verslag kan bondig en beknopt zijn, ook puntsgewijs. Wel is van belang dat het verslag een goed beeld geeft van het gesprek en de gemaakte afspraken, zodat degenen die het volgende evaluatiegesprek voeren alsmede de commissaris van de Koning zich een goed beeld daarvan kunnen vormen. Daarom is het van belang ook de sfeer te schetsen, waarin het gesprek plaatsvond. De raadsleden die niet hebben deelgenomen aan de evaluatiegesprekken moeten op enig moment kennis kunnen nemen van het verslag omdat het immers een aanloop is naar besluitvorming over een aanbeveling tot herbenoeming, en het gesprek over de herbenoeming plaatsvindt tussen de commissaris en raad als geheel en niet slechts de leden van de raad die de evaluatiegesprekken hebben gevoerd. Wat in het evaluatiegesprek gewisseld wordt, behoort tussen de raad en de burgemeester te blijven. Dat maakt dat het verslag dat van dat gesprek gemaakt wordt niet openbaar wordt gemaakt (vgl. artikel 61c van de Gemeentewet).

 

Hoofdstuk V

Dit hoofdstuk bevat slotbepalingen.

 

Artikel 20

Dit artikel treft een voorziening inzake de bevoegdheid van de commissie in gevallen waarover bij verordening geen regeling is getroffen en de bevoegdheidsverdeling niet uit een andere norm voortvloeit.

 

Artikel 21

De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming; daar is in de hoofdstukken II en III een voorziening voor getroffen. In geval de commissie een permanente status heeft, kan de samenstelling tussentijds worden aangepast, bijvoorbeeld indien het wenselijk wordt geacht de evaluatiegesprekken in een kleinere kring te voeren.

 

Artikel 22

In artikel 4 van de Verordening op de vertrouwenscommissie Veere 2017 zijn bepalingen opgenomen over de geheimhouding van de stukken waarover de vertrouwenscommissie kon beschikken alsmede over de geheimhouding van hetgeen tijdens de vergaderingen van de commissie is besproken. De geheimhoudingsplicht voor de betreffende personen (met name raadsleden maar ook anderen die de vergaderingen hebben bijgewoond dan wel die kennis hebben van de stukken) blijft in stand nadat de Verordening uit 2017 is vervangen door de nieuwe verordening.