Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uitvoeringsorganisatie Laborijn

Controleprotocol voor de accountantscontrole van de jaarrekening van Laborijn 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUitvoeringsorganisatie Laborijn
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingControleprotocol voor de accountantscontrole van de jaarrekening van Laborijn 2022
CiteertitelControleprotocol Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Controleprotocol 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 213 van de Gemeentewet
  2. Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn houdende regels omtrent de auditcommissie (Verordening op de auditcommissie Laborijn)
  3. Besluit accountantscontrole decentrale overheden
  4. Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalten, Doetinchem en Montferland houdende regels omtrent het instellen van de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn (Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-2022nieuwe regeling

08-07-2022

bgr-2022-764

Tekst van de regeling

Intitulé

Controleprotocol voor de accountantscontrole van de jaarrekening van Laborijn 2022

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn (hierna te benoemen Laborijn) besluit;

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 213 van de Gemeentewet, jo. artikel 35, lid 6 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    artikel 32 van de Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn;

  • -

    de verordening op de auditcommissie Laborijn 2019;

  • -

    het Besluit accountantscontrole decentrale overheden;

Overwegende dat het gewenst is om nadere aanwijzingen te verstrekken aan de accountant bij de

accountantscontrole van de jaarrekening van Laborijn.

 

besluit

 

vast te stellen het Controleprotocol voor de accountantscontrole van de jaarrekening van Laborijn 2022.

 

1 Algemene bepalingen

1.1 Inleiding

De gemeentewet (GW), art. 213, schrijft voor dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst als bedoeld in art. 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art. 197 GW bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een rapport van bevindingen. Op grond van artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in

samenhang met artikel 35, lid 6 van die wet en artikel 32 van de Gemeenschappelijke regeling Labo-rijn, is het bepaalde van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing voor het Algemeen Bestuur.

 

1.2 Doelstelling

Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties voor de jaarrekening van Laborijn.

 

In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan het Algemeen Bestuur nadere aanwij-zingen geven voor te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties. Tevens zal in de opdracht-verstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole zal zijn.

 

Het Algemeen Bestuur stelt, gelet op de voornoemde regelingen, het controleprotocol van Laborijn vast. Het bij controle te hanteren normen- en toetsingskader is als bijlage bij het onderhavige Controleprotocol toegevoegd.

 

Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen accountant, de auditcommissie van Laborijn, de directie van Laborijn en de concerncontroller.

 

1.3 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid)

Zoals voorgeschreven zal de controle van de in artikel 30 Gemeenschappelijke regeling Laborijn bedoelde jaarrekening, uitgevoerd worden door de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant, gericht zijn op het afgeven van een oordeel over:

 

  • de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva;

  • het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder vastgestelde verordeningen/besluiten van Laborijn;

  • de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

  • het in overeenstemming zijn van de door het Dagelijks Bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten);

  • de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening.

Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) alsmede adviezen van het Besluit Begroting en Verantwoording alsmede de Handleiding Regelgeving Accountancy van de NBA bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden

 

1.4 Proces controleprotocol

Het kader voor de controle van de jaarrekening bestaat enerzijds uit de goedkeurings- en rapporteringstoleranties en anderzijds uit het normen- en toetsingskader voor de rechtmatigheidscontrole.

 

De controle van de specifieke uitkeringen die vallen onder het beginsel van Single Information en Single Audit (SiSa), maakt dele uit van de controle van de jaarrekening.

 

1.5 Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties

De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheers handelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statische deelwaarnemingen en extrapolaties.

 

In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Het Algemeen Bestuur mag de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de accountantsverklaring.

 

De minimumeisen zijn:

 

Goedkeuringstolerantie

Strekking accountantsverklaring:

Goedkeurend

Beperking

Oordeelonthouding

Afkeurend

Fouten in de jaar- rekening (% lasten)

≤ 1%

>1%<3%

-

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% lasten)

≤ 3%

>3%<10%

≥ 10%

-

 

Goedkeuringstolerantie

De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de verstrekking van de af te geven controleverklaring. Naast de goedkeuringstoleranties worden de rapporteringstoleranties onderkend. Deze kan als volgt worden gedefinieerd:

 

Rapporteringstolerantie

Een rapporteringstolerantie is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstoleranties. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen.

 

Voor de rapporteringstolerantie geldt als maatstaf dat de accountant op het niveau van programma’s in de begroting elke fout of onzekerheid groter dan of gelijk aan € 50.000 rapporteert.

 

Deze toleranties zijn afzonderlijk van toepassing op de aspecten getrouwheid en financiële rechtmatigheid. De goedkeuringstolerantie wordt vastgesteld op basis van de gerealiseerde bedragen in de jaarrekening. Van de accountant wordt naast deze kwantitatieve benadering bij de weging van fouten en onzekerheden ook een kwalitatieve beoordeling verwacht (professional judgement).

2. Normstelling rechtmatigheid en reikwijdte accountantscontrole

 

Onder rechtmatigheid wordt verstaan op grond van artikel 213; lid 3 onder b Gemeentewet juncto Besluit accountantscontrole decentrale overheden dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder de besluiten van het bestuur van Laborijn.

 

2.1 Herstelbare fouten/ tekortkomingen

In geval van herstelbare fouten/tekortkomingen is er geen sprake van onrechtmatigheid, indien de tekortkoming(en) tijdig is hersteld. Dit betreft voor de externe wetgeving vóór 31 december van het betreffende jaar en voor de interne wet- en regelgeving vóór de datum van het opstellen van de jaarstukken (i.c. de jaarrekening). Immers in de jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over alle baten en lasten en balansmutaties die betrekking hebben op het verslagjaar.

 

2.2 Rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtmatigheidscriteria

In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, het misbruik-en-oneigenlijk gebruikcriterium, het calculatiecriterium, het valuteringcriterium, het adresseringscriterium, het volledigheidscriterium, het aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium.

 

In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer zal extra aandacht besteedt moeten worden aan de volgende rechtmatigheidscriteria:

  • 1.

    Het begrotingscriterium;

  • 2.

    Het misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium);

  • 3.

    Het voorwaardencriterium.

In de volgende paragrafen wordt de normstelling voor de rechtmatigheidscontrole en de reikwijdte van de controle van de accountant ten aanzien van bovengenoemde criteria beschreven.

 

2.3 Het begrotingscriterium

In artikel 5 van de verordening ex. artikel 212 van de GW (hierna: de financiële verordening) is de norm

voor begrotingsrechtmatigheid vastgelegd. Deze normen zijn hieronder overgenomen en waar nodig nader uitgewerkt.

  • De norm voor begrotingsrechtmatigheid ligt op het niveau van overschrijding van de lasten van de programma’s. Indien er overschrijdingen zijn moeten deze worden toegelicht door het Dagelijks Bestuur;

  • Norm voor begrotingsrechtmatigheid ten aanzien van de balansposten ligt op het niveau van de geautoriseerde bedragen in het onderdeel uiteenzetting van de financiële positie in de begroting. Een toelichting hierop vindt plaats in de toelichting op de balans, waarbij expliciet bij een (verwachte) overschrijdingen van investeringskredieten wordt stilgestaan;

  • Voor het schuiven van budgetten tussen programma’s is toestemming van het Algemeen Bestuur vereist;

  • Het Dagelijks Bestuur mag binnen de programma’s met budgetten schuiven, mits de lasten van producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komen te staan. Indien de lasten van de producten met meer dan 50% worden overschreden, met een minimum van € 100.000 moet in de controledocumenten antwoord worden gegeven op de vraag of andere producten niet onder druk zijn komen te staan door de overschrijding.

De accountant toetst bovenstaande norm aan de hand van de toelichting in de jaarrekening en stelt daarmee vast of afwijkingen voor het accountantsoordeel rechtmatig of onrechtmatig zijn. Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten geeft in de jaarlijkse Kadernota Rechtmatigheid de mogelijke vormen van begrotingsoverschrijdingen weer en de consequenties daarvan voor het accountantsoordeel.

 

2.4 Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium)

Indien bij een toereikend M&O-beleid dat in voldoende mate is uitgevoerd toch een belangrijke (mater-iele) onzekerheid blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de lasten of baten en deze niet verder kan worden gereduceerd, dient de accountant te beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening adequaat wordt weergegeven.

 

2.5 Het voorwaardencriterium

Besteding en inning van gelden zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de eigen regelgeving.

In bijlage 1 zijn per proces de interne en externe regels opgenomen, die de accountant in zijn controle van het voorwaardencriterium moet betrekken. Dit is het normenkader. De accountantscontrole is gericht op:

  • De naleving van wettelijke kaders, zoals die in de kolom “wetgeving extern” van het bij de controle te hanteren normenkader is opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheers handelingen betreffen of kunnen betreffen.

  • De naleving van de interne kaders zoals opgenomen in de kolom “regelgeving intern” van het bij de controle te hanteren normenkader is opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit laatste voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheers handelingen betreffen of kunnen betreffen. Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar de recht, hoogte en duur bepalingen van financiële beheers-handelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen.

  • Ten aanzien van besluiten van het Dagelijks Bestuur worden de voorschriften van de kadernota gevolgd. Hierin staan een tweetal belangrijke aandachtspunten. De keuze is gemaakt om de besluiten van het Dagelijks Bestuur buiten het normenkader te laten, tenzij dat wettelijk niet is toegestaan.

  • Voor niet financiële rechtmatigheid en financiële beheers handelingen, waarvan de accountant het rechtmatigheidsaspect niet goed kan overzien (staatssteun en Europese aanbestedingen) volgt de accountant tot nader orde het BADO en de advieskadernota’s van het BBV.

3. Reikwijdte accountantscontroles rechtmatigheidstoetsing

3.1 Accountantscontrole rechtmatigheid

De accountantscontrole op rechtmatigheid is gericht op het normenkader, zoals opgenomen in bijlage 1 van dit protocol. Dit wettelijke kader behelst:

 

  • 1.

    de naleving van wettelijke en regelgevingskaders, zoals die in de kolom “wetgeving extern” van het normenkader van de rechtmatigheidscontrole is opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen;

  • 2.

    en de naleving van de volgende kaders:

    • a.

      de begroting;

    • b.

      de overige kaders volgens bijlage 1 van dit protocol voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen.

  • 3.

    en de naleving van de overige kaders zoals opgenomen in de kolom “regelgeving intern” van het normenkader van de rechtmatigheidscontrole (bijlage 1 van dit protocol). Dit laatste voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheers handelingen betreffen op kunnen betreffen.

Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar de hoogte, duur en doelgroep/object van financiële beheers handelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden gerapporteerd met directe financiële consequenties zijn opgenomen. Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd, worden deze in de rapportage en oordeels weging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door het bestuur of hogere overheden vastgestelde regels betreft.

 

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Over alle aspecten van het begrotingscriterium wordt door de accountant gerapporteerd in zijn rapport van bevindingen.

 

Hieronder volgende de aspecten van het begrotingscriterium waarop wordt getoetst in de controle op de rechtmatigheid:

 

Begrotingscriterium

Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel

Onrechtmatig

en telt mee voor het oordeel

Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend.

X

Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig is gesignaleerd.

X

Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten.

X

Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie) regelingen. Vaak blijft vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een overschrijding

X

Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn

X

Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij ander onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt.

  • a.

    Geconstateerd tijdens het verantwoordingsjaar

  • b.

    Geconstateerd na het verantwoordingsjaar

X

X

Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren:

  • -

    jaar van investeren

  • -

    afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren

X

X

 

3.2 Interne controle

Bij de beoordeling van de jaarrekening van Laborijn maakt de accountant gebruik van de door, Labo-rijn, uitgevoerde interne controlewerkzaamheden.

 

3.3 Communicatie en periodiek overleg

Onderstaand is de overlegstructuur vastgelegd voor 2022 en volgende jaren.

Met wie

Aantal per jaar

Toelichting

Auditcommissie

PM

De auditcommissie bestaat uit 2 leden van het Algemeen Bestuur. De commissie bespreekt met de accountant het door hem voorgestelde controleplan.

De commissie bespreekt met de accountant zijn bevindingen en het accountantsverslag over de jaarrekening en brengt hierover verslag uit aan het algemeen bestuur.

Algemeen directeur/ adjunct-directeur en concerncontroller en auditor

Periodiek

De algemeen directeur, de adjunct-directeur en de concerncontroller zijn voor de accountant belangrijke gesprekspartners binnen de gemeenschappelijke regeling. Bijeenkomsten:

  • 1.

    Pre-audit gesprek

  • 2.

    De bespreking van de bevindingen van interim-controle (op basis van de concept managementletter) en;

  • 3.

    De eindejaarscontrole (op basis van het concept-rapport bevindingen).

Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur

PM

Op verzoek zal de accountant verschijnen in de vergaderingen van Auditcommissie en Algemeen Bestuur.

 

4. Rapportering accountant

 

Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt:

 

4.1 Interim-controle

In de loop van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitgevoerd.

Over de uitkomsten van die tussentijdse controle wordt een managementletter uitgebracht, die wordt verstrekt aan de directie. De directeur biedt deze ter kennisneming aan, aan het dagelijks bestuur, de auditcommissie en het algemeen bestuur.

 

4.2 Verslag van bevindingen

Overeenkomstig de Gemeentewet wordt omtrent de controle van de jaarrekening een verslag van bevindingen uitgebracht aan het Algemeen Bestuur en in afschrift aan het Dagelijks Bestuur. In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover kan waarborgen.

 

4.3 Uitgangspunten voor de rapportagevorm

Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.).

 

Fouten en onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 2 van dit controle-protocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen.

 

4.4 Controleverklaring

In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid, uitmondend in een oordeel over de jaarrekening. Deze controleverklaring is bestemd voor het Algemeen Bestuur, zodat deze door het Dagelijks Bestuur opgestelde jaarrekening kan vaststellen.

Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van Laborijn op 8 juli 2022

De secretaris

J.T. Spruit

De voorzitter

drs. E.J. Huizinga MBA

Bijlage 1: Normenkader 2022 Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn

 

Programma

Specifieke

activiteit

Wetgeving extern

Regelgeving intern

Algemene overhead

Algemeen financieel middelenbeheer

  • -

    Grondwet

  • -

    Burgerlijk Wetboek

  • -

    Gemeentewet

  • -

    Besluit Begroting en Verantwoording

  • -

    Wet gemeenschappelijke regelingen

  • -

    Algemene Wet Bestuursrecht

  • -

    Gemeenschappelijke Regeling Laborijn

  • -

    Financiële verordening (art. 212) Laborijn

  • -

    Controleverordening (art. 213) Laborijn

  • -

    Mandaat- en ondermandaat- besluit Laborijn, inclusief het register met ondermandaten

  • -

    De bijdrageverordening

Treasurybeheer

  • -

    Wet financiering decentrale Overheden

  • -

    Wijzigingswet

  • -

    Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

  • -

    Het treasurystatuut

Arbeidsvoorwaard-en en personeelsbeleid

  • -

    Ambtenarenwet

  • -

    Burgerlijk Wetboek

  • -

    Fiscale wetgeving

  • -

    Arbowetgeving

  • -

    Sociale verzekeringswetten

  • -

    Cao SGO

  • -

    CAO WSW

  • -

    CAO Aan de slag

  • -

    Pensioenregelgeving

  • -

    Algemene verordening gegevensbescherming

  • -

    Uitvoeringswet algemene verordening gegevensbescherming

  • -

    Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

  • -

    Wet Werk en Zekerheid

  • -

    Wet Arbeidsmarkt in Balans

  • -

    Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren

  • -

    De regelingen van Laborijn

  • -

    Protocollen m.b.t. de privacy en veiligheid

Inkopen, verkopen, contractbeheer en dienstverlening aan derden

  • -

    EU aanbestedingsregels

  • -

    Aanbestedingswet

  • -

    Wet Markt en Overheid

  • -

    Wet op de vennootschapsbelasting

  • -

    Wet op de omzetbelasting (BTW compensatiefonds)

  • -

    Archiefwet

  • -

    De algemene voorwaarden Laborijn

  • -

    Het dienstverleningshandvest Laborijn

  • -

    De afzonderlijke dienstverleningsovereenkomsten met derden

  • -

    Archiefverordening en archiefbesluit

   

  

Programma

Product

Wetgeving extern

Regelgeving intern

Ontwikkeling, re-integratie & participatie

Wsw

Re-integratie

  • -

    Participatiewet

  • -

    Wet stimulering arbeidsParticipatie

  • -

    Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

  • -

    Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

  • -

    Re-integratieverordeningen Participatiewet 1

  • -

    Verordeningen tegenprestatie

  • -

    Verordeningen loonkostenkostensubsidie

  • -

    Uitvoeringsregels m.b.t. de re-integratievoorzieningen (loon- kostensubsidie, job coaching, beschutwerk, scholing, premies)

  • -

    Uitvoeringsregels m.b.t. de tegenprestatie

Wsw

  • -

    Wet Sociale Werkvoorziening

  • -

    Beleidsregels detacheringen en loonkostensubsidie

  • -

    Reglementen en protocollen

Inkomen & financiële dienstverlening

Sociale inkomens-voorzieningen

  • -

    Participatiewet

  • -

    Regeling Participatiewet, Ioaw en Ioaz

  • -

    Besluit Participatiewet

  • -

    Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding

  • -

    Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid

  • -

    Besluit gelijkstelling vreemdeLingen, Participatiewet, Ioaw/z

  • -

    Algemeen inkomensbesluit sociale zekerheidswetten

  • -

    Wet SUWI

  • -

    Besluit SUWI

  • -

    Regeling SUWI

  • -

    Uitvoeringsregels m.b.t. doelgroepen, vermogensvaststelling en debiteurenbeheer.

  • -

    Ioaw / Ioaz

  • -

    Bbz 2004

  • -

    Regeling administratieve uit- voeringsvoorschriften Bbz 2004

  • -

    Regeling financiering en ververantwoording Ioaw, Ioaz en Bbz 2004

  • -

    Regeling vermogenswaardering Ioaz -Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig ondernemers (Tozo)

  • -

    Boetebesluit

  • -

    Besluit buitengerechtelijke kosten

  • -

    Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders

  • -

    Uitvoeringsregels

  • -

    Sociale en Fiscale wetgeving

  • -

    Wet financiering sociale verzekeringen

  • -

    Wet Walvis

  • -

    Wet Taaleis

  • -

    Verordeningen m.b.t. handhaving, verrekening bestuurlijke boetes en afstemming

  • -

    Verordeningen o.g.v. de Wet Taaleis

  • -

    Verordeningen cliëntenparticipatie

  • -

    Uitvoeringsregels

 

Programma

Product

Wetgeving extern

Regelgeving intern

Overige regelingen

Bijzondere bijstand2

  • -

    Participatiewet

  • -

    Verordening individuele Inkomenstoeslag

  • -

    Verordening individuele Studietoeslag

  • -

    Energietoeslag 2022

  • -

    Uitvoeringsregels met betrekking tot doelgroepen en draagkracht

BBZ gevestigde ondernemers

  • -

    Bbz 2004

  • -

    Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004

  • -

    Regeling financiering en verantwoording Ioaw, Ioaz en Bbz 2004

  • -

    Uitvoeringsregels

Kinderopvang3

  • -

    Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

  • -

    Uitvoeringsregels

Inburgering

  • -

    Wet inburgering 2021

  • -

    Uitvoeringsregels

Leefgeldregeling Oekraïens

  • -

    Regeling opvang ontheemden Oekraïne

  • -

    Uitvoeringsregels

 


1

De verordende bevoegdheden m.b.t. de Participatiewet zijn niet overgedragen aan Laborijn. Voor het opstellen van beleids- en uitvoeringsregels is Laborijn gebonden aan de kaders zoals deze door de gemeenteraden zijn vastgelegd in hun verordeningen als bedoeld in artikel 8a van de Participatiewet.

2

Aan Laborijn is overgedragen de taak tot het verlenen van aanvullende inkomensondersteuning vanuit de bijzondere bijstand indien de kosten direct verband houden met het levensonderhoud, zoals de woonkostentoeslagen en boven wettelijke aanvullingen op de bijstandsnorm. Het verlenen van bijzondere bijstand voor bijvoorbeeld de aanschaf van witgoed of ter dekking van de voor eigen rekening gebleven zorgkosten zijn niet aan Laborijn overgedragen.

3

Met betrekking tot de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is aan Laborijn overgedragen de taak tot de vaststelling en uitbetaling van de gemeentelijke bijdragen t.b.v. de gemeentelijke doelgroepen met uitzondering van de groep medisch geïndiceerde.