Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ameland

Integraal veiligheidsplan ameland 2021-2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingIntegraal veiligheidsplan ameland 2021-2024
CiteertitelIntegraal Veiligheidsplan Ameland 2021-2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlagenJaarcijfers Ameland 2018 - 2020 Toelichting Jaarcijfers Ameland Kopie van Kopie van Jaarcijfers Ameland

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 172 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-2022nieuwe regeling

29-03-2022

gmb-2022-170529

Tekst van de regeling

Intitulé

Integraal veiligheidsplan ameland 2021-2024

1 Inleiding

Voor u ligt het Integrale Veiligheidsplan (IVP) van Ameland voor de periode 2021-2024. De vier Friese Waddeneilanden hebben vanuit de samenwerkingsgedachte Wadden besloten om samen op te trekken bij het opstellen van dit plan. Texel heeft al een IVP, en valt ook onder een andere politie- en veiligheidsregio. Het was in eerste instantie de bedoeling om tot één integraal plan voor alle vier de eilanden te komen, maar dit bleek gedurende het proces niet wenselijk. Er zijn toch teveel verschillen per eiland. Gekozen is om vier plannen te schrijven, waarbij er is gekeken naar de raakvlakken die in ieder geval goed de specifieke eilander prioriteiten weergeven. Dit om gezamenlijk op te kunnen trekken bijv. richting politie wanneer er zich soortgelijke problemen voordoen, immers we hebben allemaal te maken met een specifieke eilandsituatie die anders is dan op het vasteland. Daar waar in de tekst over het IVP wordt geschreven, gaat het dus over het plan voor Ameland.

 

1.1 Waarom een Integraal Veiligheidsplan?

Veiligheid kan worden omschreven als:

“de gewenste mate van ordening en rust in het publieke domein en de gewenste mate van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of dreigende aantastingen”.

Onveiligheid is alles wat daarop inbreuk maakt. Die inbreuken op veiligheid kunnen feitelijke aantastingen van de veiligheidssituaties betreffen zoals diefstal en brand (objectieve onveiligheid), maar kunnen ook veiligheidsrisico’s en gevoelens van onveiligheid (subjectieve onveiligheid) betreffen. Gevoelens van onveiligheid betekenen een wezenlijke inbreuk op het welbevinden van de burgers en zijn dan ook mede richtinggevend voor het veiligheidsbeleid van de gemeente.

 

Veiligheid kan opgesplitst worden in:

  • 1.

    Sociale veiligheid: dit omvat de beheersing van geweld, criminaliteit en overlast;

  • 2.

    Fysieke veiligheid: dit omvat het voorkomen van ongelukken door rampen, brand, milieu, verkeer en grote evenementen.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun inwoners, forenzen en toeristen die in hun gemeente wonen, werken en recreëren. Elke gemeente is sinds enige tijd verplicht om iedere vier jaar een IVP vast te stellen. Hierin worden door de gemeenteraad de kaders voor vier jaar vastgesteld, waar het college van burgemeester en wethouders uitvoering aan geeft. Onder integraal veiligheidsbeleid kunnen we verstaan: ”het onder regie van het lokale bestuur op een systematische en samenhangende manier werken aan het behoud of de verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten”.

 

Het belang van een IVP voor Ameland lijkt niet groot. Het is hier veilig en deuren van huizen en auto’s worden door veel personen niet eens op slot gedaan. Wel moeten we alert blijven op veiligheid bij evenementen en uitgaan, de overlast die daarbij kan ontstaan, verkeersveiligheid en ondermijnende criminaliteit. Daarnaast is de gemeente vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp, de (uitgebreide) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Voor een deel gaat het om nieuwe taken, voor een deel gaat het om uitbreiding van bestaande taken. Denk hierbij ook aan het Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horeca, de inzet van een eilandteam en het wijkgericht werken.

 

De focus ligt op preventie. De doelstelling van het IVP sluit aan op de preventieve inzet op bovengenoemde taakvelden en draagt bij aan een integrale aanpak van de veiligheidsvraagstukken. Met het opstellen van het IVP geven de burgemeester en het college invulling aan de regierol van de gemeente en de wettelijke taken van de burgemeester. Een gemeentelijk IVP levert ook input voor het Regionaal Beleidsplan van de politie.

 

1.2 Regionaal Beleidsplan Veiligheid 2020-2023 Noord-Nederland

Het Regionaal Beleidsplan Veiligheid Noord Nederland 2020 – 2023 beschrijft de strategische ontwikkelthema’s waar de politie Noord Nederland, haar gezag en haar partners zich op gaan richten in de komende vier jaren. Het regionaal beleidsplan verandert niets aan de lokale prioriteiten, maar kan wel een aanvullende faciliterende werking hebben. Voor Noord-Nederland zijn de volgende thema’s als belangrijk bestempeld in de beleidsperiode 2020 tot en met 2023:

 

  • -

    (Georganiseerde) ondermijnende criminaliteit: investeren in o.a. het verbreden van het maatschappelijk draagvlak om ondermijning tegen te gaan, het vergroten van de (bestuurlijke) weerbaarheid en het wegnemen van gelegenheidsstructuren waarin criminaliteit kan floreren;

  • -

    Effectieve verbinding Veiligheid en Zorg: focus op het versterken van de samenwerking van de ketenpartners om de effectiviteit van interventies bij thema’s als personen met verward gedrag, de aanpak van mensenhandel en het voorkomen van een terugval bij ex - gedetineerden te vergroten;

  • -

    Cyberveiligheid: investeren op informatiebeveiliging van politie, Openbaar Ministerie en gemeenten en bewustwording van gemeenten. Politie en het OM richten zich daarnaast op de strafrechtelijke aanpak, maar samen met gemeenten zal de komende jaren ook moeten worden gewerkt aan de preventieve kant.

Idealiter komt een regionaal beleidsplan tot stand op basis van de vooraf door de gemeenteraden vastgestelde IVP-en. Een IVP biedt daarmee ook het toetsingskader aan de hand waarvan de burgemeester, het college en de raad een (concept-)regionaal beleidsplan kunnen beoordelen. In dit licht bezien had een IVP eerder moeten verschijnen. In eerste instantie zou het IVP van de Friese Waddeneilanden onderdeel gaan uitmaken van de IVP’s van Noordwest en Noordoost Fryslân, maar zoals hierboven gemeld is hiervan afgeweken. Veiligheidszorg vindt met name plaats op lokaal niveau. Het is dan ook belangrijk om, naast de landelijke en regionale prioriteitstelling, als gemeente zelf te bepalen waar de komende jaren (extra) aandacht en inzet op moet plaatsvinden.

 

1.3 Kaders

Vertrekpunt voor dit beleid zijn de door de gemeenteraad bepaalde kaders en doelstellingen en de door de wetgever aan de gemeente toebedeelde taken. Het gemeentelijk kader wordt door de gemeenteraad bepaald aan de hand van de programmabegroting. Ook de financiële kaders zijn bepalend. In de programma’s zijn de doelstellingen en indicatoren voor het onderwerp Veiligheid vastgelegd. Het wettelijk kader varieert van de bepalingen in de Gemeentewet tot in het bijzonder de burgemeestersbevoegdheid in het kader van openbare orde en veiligheid. Te denken valt verder aan de Drank- en Horecawet en de Wet veiligheidsregio’s. Verder is de gekozen inzet per thema gebaseerd op een (on)veiligheidsanalyse. Basis voor deze analyse zijn onder meer politiecijfers, resultaten van de Integrale Veiligheidsmonitor en professionele input van zowel interne als externe partners. Op basis van de gemaakte analyse komen we tot een aantal uitgewerkte prioriteiten voor de looptijd van dit integraal veiligheidsbeleid.

 

Door het jaar heen passeren vele beleidsplannen en rapportages over verschillende veiligheidsthema’s de revue. De vraag is hoe het één zich tot het ander verhoudt. Waar en wanneer is de raad, het college of de burgemeester aan zet, wie heeft welke bevoegdheden en taken en door wie worden de kaders gesteld en verantwoord. Een IVP helpt met het beantwoorden van deze vragen en geeft inzicht en overzicht.

 

Een IVP kan, omdat het eens per vier jaar door de raad wordt vastgesteld en kaderstellend is voor die periode, de kapstok zijn: analyses, doelstellingen, keuzes en prioriteiten worden hierin vastgelegd. Beleidsplannen, voorstellen en rapportages worden vervolgens aan het IVP getoetst.

 

1.4 Methodiek

Een erkende methode om integraal veiligheidsbeleid vorm te geven, is de methode Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Deze methode werkt met de vijf veiligheidsvelden en met meerdere veiligheidsthema’s. Door het IVP aan te laten sluiten en te bouwen op het format van het politiebasisteam Noordwest en Noordoost en de andere gemeenten binnen Noord Nederland, zijn wij compleet en sluiten we aan bij de methodiek in de veiligheidsrapportages van het Regionaal Beleidsplan Veiligheid Noord-Nederland.

 

De veiligheidsvelden en bijbehorende thema’s

Veiligheidsveld

Veiligheidsthema’s

1

Veilige woon- en leefomgeving

  • 1.1.

    Sociale kwaliteit (o.m. woonoverlast, inbraken)

  • 1.2.

    Fysieke kwaliteit (o.m. vernielingen, zwerfvuil)

  • 1.3.

    Objectieve-veiligheid/veelvoorkomende criminaliteit

  • 1.4.

    Subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel

2

Bedrijvigheid en veiligheid

2.1. Veilig winkelgebied

2.2. Veilig bedrijventerrein

2.3. Veilig uitgaan

2.4. Veilige evenementen

2.5. Veilig toerisme

3

Jeugd en veiligheid

3.1. Jeugdoverlast

3.2. Jeugdcriminaliteit/individuele probleemjongeren

3.3. Jeugd, alcohol en drugs

3.4 Veiligheid in en om de school

4

Fysieke veiligheid

4.1. Verkeersveiligheid

4.2. Brandveiligheid

4.3. Externe Veiligheid

4.4. Rampenbestrijding en crisisbeheersing

5

Integriteit en veiligheid

5.1 Polarisatie en radicalisering

5.2. Georganiseerde/ ondermijnende criminaliteit

5.3. Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

5.4 Informatie veiligheid

 

De aard en de omvang van de veiligheidsproblematiek verschilt per gemeente. Sommige thema’s binnen de vijf veiligheidsvelden zijn minder relevant op de eilanden ten opzichte van de situatie aan de wal.

 

1.5 Verantwoording en analyse

Het college en de burgemeester, een ieder voor zijn eigen bevoegdheid, leggen verantwoording af aan de raad met een jaarverslag over de uitvoering en de resultaten van het IVP. Het jaarverslag bundelt de rapportages van politie, OM en andere partners en bijvoorbeeld de Veiligheidsmonitor. Het jaarverslag rapporteert conform de opbouw, opzet en (meetbare) doelstellingen uit het IVP. Het geeft een tussenstand ten aanzien van die doelen, van de uitvoering van de aangekondigde maatregelen en van (nieuwe) relevante ontwikkelingen. Het jaarverslag is daarmee tegelijkertijd een jaarlijkse veiligheidsanalyse. Als er op basis van die analyse aanleiding is, kan de raad de prioriteiten binnen het integrale veiligheidsbeleid en daarmee dus het IVP tussentijds bijstellen. Zo niet, dan wordt het geldende IVP gecontinueerd. Door eens per jaar een integraal jaarverslag (conform de opzet van het door de raad zelf vastgestelde IVP) van het integrale veiligheidsbeleid aan te bieden, wordt de raad gefaciliteerd in zijn kaderstellende en controlerende rol. Het is ook het moment waarop de burgemeester verantwoording aflegt over de uitvoering van zijn gezag over de politie.

 

1.6 Flankerend Beleid

Dit integraal veiligheidsbeleid staat niet op zich. Veiligheid is een onderwerp dat veel beleidsvelden raakt. Door de gemeentelijke organisatie heen is op allerlei gebied beleid ontwikkeld. Dit raakt vaak ook het onderdeel veiligheid. Het integraal veiligheidsbeleid is bedoeld om op het gebied van veiligheid een verbinding aan te brengen in het bestaande en nog te ontwikkelen beleid. In dit integraal veiligheidsbeleid worden gezamenlijke prioriteiten gesteld en doelen bepaald. Als voorbeelden van flankerend beleid zijn te noemen het evenementenbeleid, externe veiligheid, drank- en horeca beleid, toezicht- en handhavingsbeleid etc.

2 Organisatie en sturing

In dit hoofdstuk wordt weergegeven welke gemeentelijke partijen welke verantwoordelijkheden hebben. In de tweede paragraaf worden de verschillende overlegvormen weergegeven.

 

2.1 Verantwoordelijkheden

Burgemeester

De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. De burgemeester heeft het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is de gezagsdrager op het terrein van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. Op basis van de Politiewet kan de burgemeester voor de uitoefening van het gezag de nodige aanwijzingen geven aan de politie. De burgemeester vervult in verband met deze wettelijke taken een regievoerende rol binnen het integraal veiligheidsbeleid. Als lid van de regionale driehoek (OM, politie en burgemeester) heeft de burgemeester zicht op de uitvoering en de voortgang van het integraal veiligheidsbeleid. Deze positie maakt het mogelijk om in te grijpen wanneer het draagvlak vermindert, afspraken niet worden nagekomen of een koerswijziging nodig is.

 

Wethouders / college van burgemeester en wethouders

Werkzaamheden van wethouders raken bijna zonder uitzondering het integraal veiligheidsbeleid, waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het gehele college. Veiligheid werkt door op vele terreinen, denk bijvoorbeeld aan verkeer, sociale veiligheid of leefbaarheid in dorpen, en heeft daardoor raakvlakken met bijna alle gemeentelijke afdelingen. Om deze reden is het noodzakelijk dat het gehele college alert is op veiligheidsaspecten van het gemeentelijk beleid en een actieve rol vervult ten aanzien van integraal veiligheidsbeleid. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de uitvoering van het door de raad vastgesteld beleid.

 

De gemeenteraad

De raad stelt de kaders van het veiligheidsbeleid en heeft de taak om te sturen op hoofdlijnen. Zo kan de raad later in het proces ook zijn controlerende taak vervullen.

 

2.2 Overlegvormen

De overleggen op bestuurlijk niveau hebben de afgelopen jaren een behoorlijke wijziging doorgemaakt door de invoering van de Nationale Politie. Daardoor ziet het overleg op bestuurlijk niveau over integrale veiligheid er op dit moment uit als hieronder beschreven.

 

Overleg over zaken gerelateerd aan de politie

Op lokaal niveau voeren de burgemeester en politie overleg (het OM kan indien gewenst aanschuiven) over incidentele zaken in de lokale driehoek. Daarnaast vindt er afstemming plaats op regionaal niveau in dezelfde setting in de driehoek Noordoost Fryslân. Hierbij is het OM wel een structurele partner. De burgemeester maakt sinds eind 2020 tevens deel uit van het RBPO NN (Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg Noord Nederland). In dit overleg wordt onder voorzitterschap van de regioburgemeester (burgmeester van Groningen) op strategisch niveau gesproken over vraagstukken met betrekking tot veiligheid, met name in relatie tot de politie organisatie in Noord Nederland. Daarnaast opereert nog het RBPO NN plus . Dit is een RBPO-overleg, waarbij het hoofd van het RIEC en de Belastingdienst aanschuiven. Deze vergaderingen worden gericht op de integrale aanpak van de georganiseerde of ondermijnende criminaliteit in Noord-Nederland. De integrale RIEC-stuurploeg bereidt deze vergaderingen voor.

 

Overleg over zaken gerelateerd aan de crisisbeheersing en brandweer

Op het gebied van crisisbeheersing en brandweer vindt overleg plaats op het niveau van de Veiligheidsregio Fryslân. Ook is er overleg met de commandant van de brandweer en burgemeesters van de gemeenten Ameland, Achtkarspelen, Dantumadiel, Noardeast Fryslân, Schiermonnikoog en Tytsjerksteradiel over de gezamenlijke brandweer. Sinds 1 januari 2014 is er sprake van een geregionaliseerde Friese brandweer.

 

2.3 Monitoren en evalueren

Om de ontwikkelingen binnen het veiligheidsbeleid te kunnen monitoren, is het belangrijk dat de gemeente regelmatig de gegevens van de politie en signalen van overige partners ontvangt. Iedere vier maanden levert de politie een overzicht met actuele veiligheidscijfers. Hierdoor kan snel worden ingesprongen op actuele problematiek. De kanttekening die hierbij gemaakt dient te worden is dat de aantallen op Ameland dermate laag zijn dat een stijging of daling van een bepaalde categorie snel kan fluctueren. In het veiligheidsoverleg, dat (normaliter) maandelijks plaatsvindt met de politie, wordt besproken of de lopende acties nog meerwaarde hebben, of er nieuwe afspraken met partners moeten worden gemaakt en of er nieuwe prioriteiten gesteld dienen te worden.

 

Aan het eind van de beleidsperiode wordt een evaluatie van het beleid uitgevoerd. Omdat wij grote waarde hechten aan de veiligheidsbeleving van onze inwoners, zullen we in 2024 een inwonerspeiling uitvoeren. De misdaadcijfers zijn weliswaar al jaren laag, toch kan het onveiligheidsgevoel door bijv. een toename van toerisme of evenementen anders zijn. Bij een update van het Integraal Veiligheidsplan worden deze cijfers dan meegenomen. Net als we nu voornemens zijn zullen we ook dan de integrale veiligheidsmonitor raadplegen. Aan de hand van het veiligheidsbeeld en de veiligheidsbeleving van dat moment, wordt een nieuw veiligheidsplan voor de periode 2025-2028 opgesteld.

 

2.4 Communicatie

Ook de uitwerking van het Integraal Veiligheidsbeleid valt of staat met goede communicatie, zowel intern als extern. De interne communicatie betreft met name de uitvoering van het beleid en de betrokkenheid van interne partners. Daarnaast betreft interne communicatie ook de structurele terugkoppeling aan de gemeenteraad over het beleid. Externe communicatie betreft de communicatie met externe partners en communicatie met de burgers. Met de externe partners wordt gecommuniceerd over de uitvoering en de samenwerking. Voor wat betreft de burgercommunicatie zal de burger geïnformeerd en (op onderdelen) betrokken worden bij de aanpak van veiligheidsproblemen of de effecten van uitgevoerde maatregelen.

 

3 Uitwerking veiligheidsvelden en – thema’s

In dit hoofdstuk worden de verschillende thema’s behandeld en wordt aangegeven welke thema’s op welke manier aandacht krijgen. Bij alle thema’s gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    Van de gemeente mag worden verwacht dat de gemeente zich inspant om het woon- en leefklimaat te beschermen, overlast weg te nemen en veiligheidsrisico’s te beperken. Maar de gemeente kan niet overal voor zorgen. Inwoners zijn zelf ook verantwoordelijk voor de veiligheid in hun eigen woon- en leefomgeving. De gemeente stimuleert deze eigen verantwoordelijkheid/zelfredzaamheid en betrekt de inwoners door middel van burgerparticipatie en door hen op te roepen om tot melden van situaties;

  • -

    De sleutel tot het succes van deze veiligheidsagenda is integrale samenwerking. Hiervoor wordt er beroep gedaan op de ketenpartners en wordt daar waar mogelijk samengewerkt gebieds- of persoonsgericht;

  • -

    Handhaving is geen doel op zich. De gemeente richt zich primair op voorlichting en gedragsverandering met een nuchtere, pragmatische en binnen de gemeenschap passende aanpak. Handhaving is het sluitstuk van deze aanpak. Tenzij directe handhaving noodzakelijk is voor het waarborgen van de openbare orde en veiligheid;

  • -

    Het openbare orde en veiligheidsdomein is onvoorspelbaar. Gelet op deze dynamiek is flexibiliteit binnen de beschikbare capaciteit noodzakelijk om, naast de gestelde prioriteiten, in te kunnen zetten op actualiteiten (bijvoorbeeld incident MSC Zoë in januari 2019 en uitbraak Covid-19 maart - heden).

De gekozen aanpak per thema is voor alle gevallen gebaseerd op politieregistraties, de jaarcijfers van de politie, de veiligheidsmonitor, klachten en meldingen via de gemeentelijke website of KCC en overleg met ketenpartners (o.a. Politie, OM, belastingdienst, Regionaal Informatie- en Expertise Centrum). Ter informatie treft u in bijlage 1 de jaarcijfers van de politie van de afgelopen 3 jaar. De cijfers voor 2020 geven mogelijk een vertekend beeld van de normale omstandigheden in verband met de covid-19 pandemie. Mede om die reden wordt er, bij een afwijkend beeld ten opzichte van de jaren 2018 en 2019, op dat specifieke onderdeel minder waarde gehecht aan de cijfers van 2020. Verder is het overzicht teruggebracht naar de hoofdthema’s om eventuele herleidbaarheid zo veel mogelijk te voorkomen. In de toelichting valt te lezen welke onderdelen onder de verschillende thema’s vallen.

 

Onderstaand worden per veiligheidsveld genoemd in de methode Kernbeleid Veiligheid van de VNG de thema’s beschreven.

 

3.1 Veiligheidsveld 1. Veilige woon- en leefomgeving

3.1.1 Sociale kwaliteit

Het betreft hier intermenselijke relaties in een wijk, buurt, kern en eilander gemeenschap. Positieve aspecten: sociale controle, zorg voor elkaar. Negatieve aspecten: woonoverlast, burengerucht, overlast verwarde personen, Multi probleemgezinnen, intimidatie, drank- en drugsoverlast.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: (Drank- en drugs)overlast in hoogseizoen, geluidsoverlast in de dorpen tijdens het hoogseizoen, Multi probleemgezinnen.

 

Aanpak: het gebiedsteam is het gremium waar Multi probleemgezinnen etc. worden besproken. Daar is de wijkagent bij betrokken en een medewerker Integrale Veiligheidszorg. De politie intervenieert onder ander bij meldingen van huiselijk geweld. De (met name) zomerproblematiek (Drank-, drugs- en geluidsoverlast) pakken we aan door regelmatig overleg met politie en door direct waar mogelijk klachten en meldingen van overlast op te lossen. Het komt ook voor dat bijv. buurtbewoners geen melding willen maken bij de politie van bijv. drusgsoverlast uit vrees voor eventuele vergeldingsacties. We adviseren in dergelijke gevallen om melding hiervan te maken bij Meld Misdaad Anoniem.

3.1.2 Fysieke kwaliteit:

Dit gaat over de inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte (groen, zwerfvuil, straatmeubilair, etc.)

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: relatief veel zwerfvuil in hoogseizoen, vernielingen meubilair, openbaar groen, lantarenpalen, verkeersborden etc. in hoogseizoen.

 

Aanpak: Het is voornamelijk een seizoensprobleem. Vernielingen in het openbaar gebied worden zo snel mogelijk hersteld nadat dit geconstateerd of gemeld wordt. Verkeersborden en bewegwijzering moeten (soms) worden besteld en dit kost iets meer tijd. Er is een horeca-convenant om in ieder geval de ‘disco-route’ in de gaten te houden. Zwerfvuil wordt opgeruimd door de buitendienst en in de zomermaanden is er een piketregeling zodat er ook in de weekenden afvalbakken worden geleegd en zwerfvuil wordt opgeruimd indien noodzakelijk. Preventief zorgen we enkel met oud en nieuw dat op bepaalde plekken de ondergrondse afvalbakken worden dichtgemaakt. In het recente verleden waren met name de bakken voor kleding nog wel eens doelwit van brandstichting.

3.1.3 Objectieve veiligheid/veelvoorkomende en high impact crime

Dit betreft de verschillende vormen van vermogens- en geweldscriminaliteit. Inbraak, fietsendiefstal, diefstal motorvoertuigen, zakkenrollerij en straatroof, bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, OMG etc.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: komt weinig voor, hooguit met een kleine piek in de zomermaanden, maar dan nog incidenteel. Van de bovenstaande opsomming zijn met name fietsendiefstal en in mindere mate mishandeling voorkomende gevallen op Ameland. (Huur)fietsen staan vaak niet op slot en worden dan eerder ‘geleend’ om bijv. bij de boot te komen dan dat ze daadwerkelijk verdwijnen. Mishandelingen gebeuren met name in het uitgaansleven en daarbij zijn we veelal afhankelijk van het type toerist dat er in het seizoen komt. Dit komt echter te weinig voor om apart iets voor te organiseren. Daar komt bij dat vormen van communicatie / informatie niet helpen omdat we wekelijks nieuwe gasten ontvangen. Voor wat betreft woninginbraken zitten we volgens de cijfers op ongeveer 1 per jaar.

 

Aanpak: We houden aandacht voor signalen en zullen vervolgens in overleg met de politie over treden. Bij eventuele meldingen doet de politie uitgebreid onderzoek.

3.1.4 Subjectieve veiligheid

Dit gaat over het veiligheidsgevoel van bewoners

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: hooguit in de zomer (enig) gevoel van onveiligheid als gevolg van veel mensen / jeugd op het eiland. De drukte en vernielingen aan eigendommen geven een gevoel van onveiligheid. Daarnaast kan verkeer een gevoel van onveiligheid opleveren.

 

Aanpak: in de zomer worden door de politie extra fte’s ingezet om daar waar (veel) gevoel is van onveiligheid in te kunnen grijpen. Input komt vanuit de bevolking via de website en het KCC van de gemeente. Daarnaast van meldingen van de Politie en mogelijk toezichthouders. Het beeld is dat er buiten het hoogseizoen er amper een gevoel van onveiligheid is.

De politie houdt met enige regelmaat snelheidscontroles. Het beeld is dat voornamelijk de eigen inwoners te hard rijden en dat beeld wordt bevestigd door de verkeerstellingen die we houden. In de zomermaanden wordt gemiddeld minder hard gereden dan in het voorjaar. De handhaving op verkeersregels wordt geïntensiveerd. We zijn momenteel aan het onderzoeken hoe we het gedrag van (bepaalde) inwoners kunnen veranderen (communicatie/informatie), zodat er geen dure infrastructurele maatregelen noodzakelijk zijn.

 

3.2 Veiligheidsveld 2: Bedrijvigheid en veiligheid

3.1.5 Veilig winkelgebied

In een winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Winkeldiefstal, zakkenrollerij, hangjongeren, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebieden en de mate van brandveiligheid van winkelpanden. Verloedering en zwerfvuil.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: op de Waddeneilanden komen geen winkelgebieden voor, zoals elders in het land. Het kenmerk van de eilanden is juist dat de kernen gemêleerd zijn van opbouw. Wonen, winkelen en horeca is een combinatie die de bovengenoemde vormen van onveiligheid eigenlijk tegengaat. Hooguit kan gesteld worden dat in de zomermaanden de dorpskernen een aantrekkingskracht uitoefenen op de jeugdige toerist. De daaruit voortvloeiende onveiligheid en de aanpak daarvan is voldoende beschreven in het vorige veiligheidsveld.

 

Aanpak : geen aanpak

3.2.2 Veilige bedrijventerreinen

Dit betreft Inbraken, vandalisme, cybercrime of ondermijnende criminaliteit op bedrijventerreinen

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: elk eiland beschikt over een bedrijventerrein. Gelet op de geringe omvang en de grote mate van sociale controle is er geen prioriteit om hier extra op in te steken.

 

Aanpak : geen aanpak

3.2.3 Veilig uitgaan

Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid, het culturele en sociale klimaat varen er wel bij. Ook is er een groot economisch belang. Anderzijds zijn er veiligheidsproblemen rond de uitgaansvoorzieningen zoals geweld, overlast, vernielingen en slooproutes.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: de Waddeneilanden hebben in vergelijking met vergelijkbare gemeenten een groot en divers horecabestand. Hoewel in verschillende mate hebben alle eilanden te maken met overlast door de (jeugdige) toerist in de zomermaanden. De focus ligt op deze groep waardoor de eilander jeugd wel eens wordt vergeten.

 

Rol gemeente:

  • -

    Aanpak van en/of regievoering rond overlast, vernieling en andere vormen van onveiligheid/criminaliteit in het uitgaansgebied;

  • -

    Stimuleren dat horecaondernemers een actieve rol pakken;

  • -

    Samenhang met aanpak overmatig alcoholgebruik gestalte geven (onder meer via 18 minners controle in horeca).

Partners in de aanpak:

  • -

    Politie, openbaar ministerie, winkeliersvereniging en horecaondernemers.

Wet- en regelgeving:

  • -

    APV, gemeentewet, drank en horecawet, Wetboek van Strafrecht.

Aanpak:

  • -

    Toezicht door politie en bewaking in uitgaansgebieden;

  • -

    Convenant Vrij-uit in Nes.

  • -

    Controle en handhaving Drank- en Horecawet (DHW). Waddensamenwerking controle 18 minners;

  • -

    Regelmatig overleg met dorpsbelangen;

  • -

    Korte lijnen naar burgers, politie bewaking en horeca.

3.2.4 Veilige evenementen

Evenementen, zeker grootschalige kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Taak voor de gemeente is om de juiste voorschriften op te stellen en aan de organisatoren om zich daaraan te houden.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: op alle eilanden worden veel evenementen georganiseerd. Van belang hierbij is het onderzoek dat de Rekenkamer van de Waddeneilanden hierover in 2015/2016 heeft uitgevoerd. De overige eilanden beschikken niet over een Evenementenbeleid, dat van ons is gedateerd en wordt momenteel geactualiseerd.

 

Rol gemeente:

  • -

    De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid;

  • -

    Balans economisch belang en veiligheid bepalen en vormgeven;

  • -

    Aanspreken evenementenorganisatoren op verantwoordelijkheid;

  • -

    Het hebben van een evenementenbeleid;

  • -

    Formuleren uitvoeringsregels;

  • -

    Regie op de afstemming met hulpdiensten;

  • -

    Procesbewaking.

Partners in de aanpak:

  • -

    Politie, brandweer, ambulance, Veiligheidsregio Fryslân, terreinbeheerders, organisatoren.

Aanpak:

  • -

    Betrokkenheid burgemeester bij actualisatie en uitvoering evenementenbeleid;

  • -

    Een afwegingskader voor het accepteren van nieuwe evenementen ontwikkelen, waarin veiligheid en te verwachten overlast een afwegingspunt wordt.

  • -

    Goed en tijdig overleg met organisatoren;

  • -

    Zorg voor afstemming evenementen, cumulatie vermijden;

  • -

    Integrale aanpak vereist, dus vergunningverleners en OOV medewerkers en soms Ruimtelijke Ordening;

  • -

    Format veiligheidsplan en calamiteitenplan t.b.v. organisatoren;

  • -

    Overleg met VRF over advisering;

  • -

    Overlast signalering bij evenementen en plan maken voor het bestrijden van die overlast. Nadrukkelijk evenementenorganisatoren daarbij betrekken en verantwoordelijk maken voor terugdringen overlast.

3.2.5 Veilig toerisme

Dit gaat over veiligheid in en rond recreatiegebieden, strand- en duingebied, campings, bungalowparken, jachthaven en veerdiensten. Ook dit thema speelt met name in het toeristenseizoen

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: strandbewaking, bewaking van uitgaansgebieden, brandveiligheid natuurgebieden, campings, hotels etc. Veiligheid veerdiensten.

 

Rol gemeente:

  • -

    faciliterend en verantwoordelijk

Partners in de aanpak:

  • -

    Politie, brandweer, ambulance, Veiligheidsregio Fryslân, terreinbeheerders, eigenaren, rederijen

Aanpak:

  • -

    Daar waar nodig extra bewaking inzetten voor de uitgaansgebieden. Denk daarbij ook aan strand en duinen in de nacht;

  • -

    Zorg voor toezicht op de horeca en verblijfsaccommodaties;

  • -

    Veiligheid van de veerdiensten is een jaarlijks agendapunt bij het overleg met de rederijen en het ministerie;

  • -

    Met de politie jaarlijks plan van aanpak maken voor de drukke maanden. Wat is van belang qua veiligheid;

  • -

    Ontwikkel BiBob beleid en probeer op alle eilanden dit beleid op dezelfde wijze uit te voeren. (tevens aanbeveling uit Ondermijningsbeeld)

3.3 Veiligheidsveld 3: Jeugd en veiligheid

3.3.1 Jeugdoverlast:

Dit betreft overlast van jongeren, vaak in groepsverband. Geluidsoverlast, intimiderend aanwezig zijn, zwerfvuil achterlatend, vernielingen en kleine criminaliteit.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: afgezien van de in de eerdere thema’s benoemde overlast van de jeugdige toeristen in de zomer, hebben de Waddeneilanden niet met dit thema te maken.

Hooguit ontstaan er op het gebied van drugs en alcoholgebruik periodiek problemen. Tot dusverre is de politie in samenwerking met het onderwijs in staat gebleken om positief te beïnvloeden met adequate voorlichting.

 

Uit het dorp Nes komen de meeste meldingen van overlast door jeugd (met name de toerist). De overlast wordt voornamelijk veroorzaakt in de nachtelijke uren, in en rondom het uitgaansgebied. De overlast bestaat voornamelijk uit lawaai (schreeuwen), vuurwerk afsteken en baldadigheid/vandalisme. Daarnaast komt de locatie van het oude zwembad ‘Aqua Plaza’ meerdere keren naar voren als overlast locatie. Diefstal van brom-, snor- en fietsen, geweldsdelicten, geluidsoverlast en vernielingen blijken voor een groot deel te relateren aan de mate waarin jeugdige bezoekers op het eiland verblijven.

 

Aanpak: Binnen het horeca convenant blijven we aandacht vragen voor het aanspreken van de overlast veroorzakende bezoeker. We zullen ook oproepen om meldingen te blijven maken van overlast. Vervolgens zullen we hierover in gesprek gaan met bijv. politie om de overlast op bepaalde plaatsen te verminderen / weg te nemen.

Verder blijven we aandacht houden voor de omheining om het oude zwembad. Wanneer dit vernield is vragen we meteen de eigenaar om dit te herstellen om ongenodigde gasten te voorkomen.

3.3.2 Jeugdcriminaliteit/ individuele probleemjongeren

Dit gaat over de individuele probleemjongeren, veelplegers. Ze vormen de harde kern van problematische jeugdgroepen, soms zelfs criminele jeugdgroepen.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: wederom is dit een thema dat op de eilanden niet van toepassing is. Zo er individuele probleemjongeren zijn, zijn de politie en het onderwijs al of niet te samen met het eilandteam of gebiedsteam, bij machte de problemen te herkennen, te erkennen en voor oplossingen te zorgen. In de zomerperiode zijn er soms groepen jongeren aanwezig die overlast veroorzaken. Er blijkt dan niet dat dit elders geregistreerde probleemjongeren zijn. De indruk bestaat dat de gelegenheid (op vakantie, geen ouders in de buurt, een overvloed aan alcohol en drugs binnen handbereik) de probleemjongeren maakt. Zelf hebben ze er geen probleem mee.

 

Aanpak: geen aanpak.

3.3.3 Jeugd, alcohol en drugs

Dit betreft overlast van drank- en drugsgebruik in de uitgaansgebieden, geweld, vernielingen, geluidsoverlast. Gezondheidsrisico’s spelen een belangrijke rol.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: dit is met name in het zomerseizoen een belangrijk item, waar in principe alleen repressief tegen wordt opgetreden door politie en horeca.

 

Er bestaat de indruk dat de eilander jeugd het hele jaar redelijk gemakkelijk aan alcohol (en mogelijk drugs) kan komen. De jeugd heeft relatief veel geld. Goed betaalde vakantiebaantjes zijn daar debet aan. Aan de wal resulteert drank- en drugsgebruik ook vaak in inbraken, zakkenrollen etc. om aan geld te komen voor de middelen. Het gebruik en de problemen zijn dus hier minder zichtbaar en geven dus ook minder noodzaak tot inzet van politie of anderszins. Voorlichting om de schadelijke gevolgen van deze middelen aan te tonen en de overlast die van het gebruik ontstaat zijn wel zaken die opgepakt dienen te worden.

 

Aanpak:

  • -

    Voorlichting politie i.s.m. Onderwijs;

  • -

    Voorlichting VNN (Verslavingszorg Noord Nederland);

  • -

    Toezicht en handhaving horecabedrijven ook de komende jaren (in waddenverband).

3.3.4 Veilig in en om de school:

Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid, thuis, in de buurt bij het stappen, maar ook op school: pesten, geweldpleging, diefstal, overlast voor omwonenden, drugsgebruik en verkeersonveiligheid.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: dit thema is uiteraard belangrijk, maar er zijn geen signalen dat dit in die mate voorkomt dat er speciale aandacht aan zou moeten worden besteed. Zo het voorkomt is de inzet van scholen en de wijkagent voldoende.

 

Aanpak: Geen aanpak.

 

3.4 Veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid

3.4.1 Verkeersveiligheid

Dit thema heeft betrekking op de veiligheid van verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren en het (rij)gedrag van verkeersdeelnemers.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: op alle Waddeneilanden is een beperkt wegennet. Op twee eilanden mogen alleen inwoners gebruik maken van auto’s. Op Ameland neemt de toerist ook veelvuldig de auto mee. In 2019 zijn er door Wagenborg circa 90.000 personenauto’s overgezet. Daarbij komt dat het fietsverkeer toeneemt. Ook onze bewoners en bezoekers vergrijzen en de elektrische (huur)fiets wordt steeds populairder. We moeten dus waakzaam zijn dat we niet meegaan in de landelijke trend van meer ongevallen onder fietsverkeer. Het wordt bovendien steeds drukker op onze fietspaden. Voorheen had je alleen gelijkgezinden, mensen die een gelijk tempo hadden. Maar nu zien we e-bikes, e-scooters, gewone fietsen, bakfietsen, etc. Kortom: het is gevaarlijker geworden. Verder zijn er verschillende meldingen van 30 km zones waar te hard wordt gereden maar dat er geen snelheidscontroles worden uitgevoerd.

 

Rol gemeente:

  • -

    Wegbeheerder.

  • -

    Verantwoordelijk voor de fysieke inrichting van het wegennet

  • -

    Ontwikkelt verkeersbeleid

Partners: politie, SBB ( i.v.m. fietspaden en een beperkt aantal andere wegen die in eigendom zijn van SBB).

 

Aanpak:

  • -

    Duurzaam veilig maatregelen, aparte en bredere fietspaden, verkeerseducatie, snelheidscontroles en gedragsverandering;

  • -

    Burgers aansporen om hardrijders zelf aan te spreken. Vaak weten melders wel om wie het gaat maar is er angst voor het aanspreken van die persoon. Het is belangrijk om dit wel te doen om de hardrijder er zich van bewust te maken dat hij/zij dit doet en te voorkomen dat er dure fysieke maatregelen komen voor een enkeling die zich niet aan de snelheid houdt.

  • -

    Terugdringen gebruik gemotoriseerd vervoer, pleiten voor beter openbaar vervoer (o.a. dienst los van de boot/aansluiting sneldienst), ontwikkelen van alternatieve vervoersmethoden (car-sharing / bagagevervoer);

3.4.2 Brandveiligheid

Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soort gebouwen (woongebouwen, horeca) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: hoewel er relatief weinig branden op de eilanden voorkomen zijn er wel aandachtspunten. Allereerst de horeca. Alle horecabedrijven beschikken over een gebruiksvergunning. De brandweer controleert elk jaar een aantal bedrijven en gebouwen op brandveiligheid. Toezicht op bijvoorbeeld het aantal personen dat in een horecabedrijf in de piekperiode aanwezig is, gebeurt niet of nauwelijks. Een ander aandachtspunt zijn branden in natuurgebieden. Naast het veroorzaken van schade aan de natuur kunnen deze branden een bedreiging vormen voor aanwezige campings, zomerhuisgebieden en ook de dorpen.

 

Rol gemeente:

  • -

    verantwoordelijk voor naleving brandveiligheidsvoorschriften in gebouwen, incl. horeca.

Partners: Veiligheidsregio Fryslân

 

Aanpak:

  • -

    gezamenlijke intensivering op gebied van voorlichting, toezicht en handhaving gevoelige objecten zoals horeca en campings;

  • -

    (Pilot) natuurbrandpreventie VRF volgen en info delen met andere partners.

3.4.3 Externe veiligheid

Dit betreft opslag, transport, bewerking etc. van gevaarlijke stoffen. Hiervoor heeft de gemeente een apart document (Beleidsvisie externe veiligheid).

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: op de Waddeneilanden zelf is nauwelijks sprake van vervoer of opslag van gevaarlijke stoffen, enkel de transport en opslag van brandstoffen t.b.v. de verkoop van benzine etc. Er is nog een beperkt opslagterrein van gasflessen.

Wat wel speelt bij de externe veiligheid op de Waddeneilanden is de aanwezigheid van de drukste vaarroute boven de eilanden. Het vervoer van gevaarlijke stoffen vlak bij de eilanden vormt een onderschat probleem.

 

Rol gemeente: Aandacht vragen voor onveilige situaties

 

Partners: Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

 

Aanpak

  • -

    Met name het vervoer van gevaarlijke stoffen boven de eilanden is een onderwerp dat door de Waddeneilanden gezamenlijk onder de aandacht van de landelijke politiek wordt gebracht.

3.4.4 Rampenbestrijding en crisisbeheersing

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening, maar zijn verplicht deze taken uit te laten voeren door de veiligheidsregio, met uitzondering van het onderdeel bevolkingszorg.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: in 2014/2015 hebben de Friese Waddeneilanden het stuk Aanpak C+R op maat vastgesteld na intensief overleg met de VRF. Dat betekent dat er ook binnen de VRF rekening wordt gehouden met de omstandigheid op de eilanden. Dat betekent dat:

  • 1.

    De eilanden het de eerste uren bij een crisis of ramp zelf moeten zien te redden. Voorbeeld is het kunnen starten met het CoWa.

  • 2.

    Er op de eilanden mensen uit alle kolommen door de VRF zijn getraind als OvDBz’er om in het CoWa te kunnen acteren en als leider CoWa te kunnen fungeren.

  • 3.

    Er, vanwege de kleine bezetting op de gemeentehuizen, ook minder taken dan verplicht kunnen worden uitgevoerd.

Aanpak: Er moet voortdurende aandacht zijn voor het geschoold houden van de betrokken medewerkers en het up to date houden van de kennis en ervaring. Dat betekent veel oefenen en evalueren. Een gezamenlijke aanpak blijft nodig.

 

3.5 Veiligheidsveld 5: Integriteit en veiligheid

3.5.1 Polarisatie en radicalisering

Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen personen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd dat zij door hun handelen of door hun uitingen zorgen voor maatschappelijke spanningen. Rechts- en links extremisme, islamisme/jihadisme etc.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: dit komt niet voor op de Waddeneilanden

 

Aanpak: geen aanpak

3.5.2 Georganiseerde/ondermijnende criminaliteit

Dit betreft bijvoorbeeld Outlaw Motorgangs, witwassen, drugsgerelateerde criminaliteit en mensenhandel. Misbruik maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen, verwevenheid onder-bovenwereld zijn thema’s van ondermijnende criminaliteit.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: Er is nog onvoldoende zicht op de situatie van Ameland voor wat betreft ondermijnende criminaliteit. Dit zelfde geldt overigens voor de overige Friese Waddeneilanden. Wel is en blijft het mogelijk dat de vele horecabedrijven en recreatiebedrijven voor de onderwereld een potentiele branche is om d.m.v. aankoop geld wit te wassen. Ook andere vormen van criminaliteit zoals drugshandel kan hier in meer of mindere mate voorkomen. Om die reden is er ook in samenwerking met het Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC) een Ondermijningsbeeld opgesteld.

Partners: RIEC, Belastingdienst, Politie en Openbaar Ministerie

 

Aanpak:

  • -

    Een aantal Waddeneilanden heeft Bibob-beleid vastgesteld. Ameland is ook voornemens om dit op te stellen. Zaak is om de uitvoering van dat beleid op elkaar af te stemmen, zodat er geen ‘zwakke’ schakel ontstaat binnen de eilanden.

  • -

    Plan van aanpak opstellen op basis van opgestelde ondermijningsbeeld

3.5.3 Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Werknemers met een publieke taak worden in het algemeen regelmatig geconfronteerd met agressie en geweld. Ook politiek ambtsdragers krijgen hier in den lande meer en meer mee te maken. Ook ondermijning en georganiseerde criminaliteit zijn bedreigingen. De integriteit van het openbaar bestuur komt daardoor onder druk te staan.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: hoewel niets valt uit te sluiten lijkt geweld / agressie niet of amper te spelen op de Waddeneilanden. Wel dient er blijvend aandacht te zijn voor integriteit. Zowel ambtenaren, collegeleden en raadsleden hebben vaak nauwe banden in de gemeenschap en’ meerdere petten op’. Transparantie op het gebied van nevenfuncties is dus erg belangrijk. Een ander landelijk fenomeen is dat de onderwereld probeert te infiltreren in o.a. het ambtelijk apparaat en het college/raad. Hoewel hier geen indicatie voor is op Ameland blijft opmerkzaamheid geboden.

 

Aanpak:

  • -

    Punt meenemen in plan van aanpak opstellen op basis van ondermijningsbeeld

  • -

    Bewustwording en alertheid stimuleren

3.5.4 Informatieveiligheid

Gemeenten zijn kwetsbaar als het gaat om de ( digitale ) dienstverlening. Met name geldt dat voor het veilig/beveiligd uitvoeren van de dienstverlening en het beheer van persoonsgegevens. Het vertrouwen in de overheid kan in het geding zijn.

 

Relatie met de Friese Waddeneilanden: Alle Friese Waddeneilanden zijn hiervan op de hoogte. Het gaat dan om het implementeren van de zaken genoemd in het BIG (Baseline Informatieveiligheid Gemeentes). Gezamenlijk wordt hier met ondersteuning van BMC en de gemeente Leeuwarden handen en voeten aan gegeven. Het van kracht worden van het AVG, de Algemene Gegevensverordening op 25 mei 2018 maakt dat er nog een schep bovenop moet worden gedaan.

 

Aanpak:

  • -

    Wij zijn aangesloten bij het shared servicecenter Leeuwarden van waaruit ook (voor zover mogelijk) de informatieveiligheid wordt geborgd

  • -

    Namens de Waddeneilanden worden er enkele personen ingehuurd die de informatieveiligheid verbeteren. Onder andere door middel van bewustwordingstrainingen onder het personeel, het uitvoeren van audits, AVG protocollen actualiseren, etc.

  • -

    Ook wordt er binnen de Risico-inventarisatie en- evaluatie (RI&E) aandacht besteed aan informatieveiligheid

4. Ambities en speerpunten

In dit hoofdstuk staan de ambities en de speerpunten beschreven voor de komende jaren. Het geeft op hoofdlijnen de aanpak voor de komende vier jaren weer. Mocht er een wijziging zijn in de trend (politiecijfers, meldingen etc.) dan kunnen we in de jaarplannen hierop bijsturen.

 

We willen het volgende bereikt hebben in 2024:

  • 1.

    Verhogen van de feitelijke veiligheid - objectief;

  • 2.

    Verhogen van de ervaren veiligheid - subjectief;

  • 3.

    Het terugdringen van overlast - objectief en subjectief.

Uit de politiecijfers blijkt dat Ameland een (relatief) veilige en leefbare gemeente is, waarbij soms enkele gevallen al snel leiden tot grote fluctuaties. Het gaat hierbij om de trend en niet om uitschieters. We streven er in ieder geval naar om het niveau van objectieve en subjectieve veiligheid te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Op basis van drie uitgangspunten formuleren we kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen:

 

1. We werken aan het behoud van een veilig(er) Ameland.

De verantwoordelijkheid van veiligheid ligt niet alleen bij de gemeente, politie of justitie. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen. Veiligheid is een coproductie van meerdere partijen en waar nodig betrekken we relevante partijen bij de totstandkoming en uitvoering van beleid.

 

2. Zelfredzaamheid en veiligheidsbewustzijn wordt gestimuleerd en gepromoot

Van alle veiligheidsketenpartners is de burger de partner die het verschil kan maken, individueel maar zeker ook in groepsverband. Door veel en duidelijk te communiceren wordt de burger gewezen op hetgeen hij of zij kan doen om de veiligheid in de eigen omgeving en die van de gemeente als geheel te verbeteren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om voorlichting over inbraakpreventie, aangifte doen, het signaleren van onveilige situaties, maar ook om voorzorgmaatregelen te treffen ter voorkoming van brand en ter voorbereiding op rampen en crises.

 

3. We benoemen speerpunten en formuleren doelstellingen

Door te monitoren op objectieve en subjectieve bevindingen zorgen we tweejaarlijks voor een volledig beeld van het veiligheidsniveau in de gemeente, zodat er bij het formuleren van jaarplannen en uitvoeringsprogramma concrete doelstellingen en ambities kunnen worden bepaald.

 

De komende twee jaar gaan we met name inzetten op:

 

  • -

    het terugdringen van overlast;

    Dit behelst alle soorten overlast; drank-, drugs-, jeugd- en geluidsoverlast. Hoewel er een dalende lijn is te zien de afgelopen drie jaar willen we proberen het aantal meldingen nog verder te verlagen. Veel overlastmeldingen gaan over jeugd in of op het zwembad en in 2020 waren er relatief veel meldingen over het afsteken van vuurwerk. Deze stijging is wellicht veroorzaakt door het vuurwerkverbod en het feit dat vuurwerk eerdere jaren wel afgestoken mocht worden. Voor het zwembad zullen we continu aandacht vragen bij de eigenaar om het gebouw / terrein zo goed mogelijk af te sluiten.

    Voor de overige soorten overlast zullen we onder andere de controles op de geluidsnormen opschroeven.

  • -

    intensivering van de handhaving op verkeersovertredingen;

    Afgelopen jaar zijn er proeven uitgevoerd met de inhuur van BOA’s om meer toe te zien op illegaal parkeren, het negeren van verbodsborden, snelheidsovertredingen en het niet dragen van een gordel / bellen achter het stuur. Ook in 2021 zullen we BOA’s inzetten om de controles te intensiveren. Door bijvoorbeeld geparkeerde auto’s in de dorpskernen worden bermen verreden, kan de vuilniswagen soms slecht bij de containers, geeft dit een rommelig straatbeeld en zorgt ervoor dat vrachtverkeer en de bus soms knel komt te staan.

  • -

    ondermijning.

    Ondermijning is in opkomst en dit moeten we voor zien te blijven omdat dit ook bij lagere aantallen grote impact kan hebben. Cybercriminaliteit neemt landelijk toe, maar ook inmenging van de ‘onderwereld’ met de ‘bovenwereld’ zorgt ervoor dat we o.a. voornemens zijn om een BIBOB-beleid in te voeren.

De politiecijfers laten bij deze onderwerpen de grootste waarden / stijging zien. Zoals eerder aangegeven zal dit deels in Waddenverband gebeuren omdat ze met dezelfde problematiek te maken hebben.

 

 

Bijlage 1:  

  • -

    Jaarcijfers politie 2018-2020

  • -

    Toelichting Jaarcijfers Ameland

 

 

 

 

 

Gebiedsscan LCVB Incident

Betreft Gebiedsscan van:

cbs: AMELAND

DP: 2018

DP: 2019

DP: 2020

Verschil Jaar

Verschil Jaar %

Criminaliteit (Misdrijven)

01 Woningcriminaliteit

2

3

2

-1

-33%

1.1.1. Diefstal/inbraak woning

2

2

1

-1

-50%

1.1.1. Diefstal/inbraak woning

Poging: Ja

0

0

0

0

/0

1.1.1. Diefstal/inbraak woning

Poging: Nee

2

2

1

-1

-50%

A20 GEKWAL. DIEFSTAL IN/UIT WONING

2

2

1

-1

-50%

A30 DIEFSTAL IN/UIT WONING (NIET GEKWAL.)

0

0

0

0

/0

B20 GEKWAL. DIEFSTAL MET GEWELD IN/UIT WONING

0

0

0

0

/0

B30 DIEFSTAL MET GEWELD IN/UIT WONING (NIET GEKWAL.)

0

0

0

0

/0

1.1.2. Diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis

0

1

1

0

0%

02 Voertuigcriminaliteit

9

12

3

-9

-75%

1.2.1. Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen

2

1

1

0

0%

1.2.2. Diefstal van motorvoertuigen

0

0

0

0

/0

1.2.3. Diefstal van brom-, snor-, fietsen

7

11

2

-9

-82%

Diefstal Fiets

7

11

2

-9

-82%

Diefstal Brom-, Snorfiets

0

0

0

0

/0

1.2.5. Diefstal af/uit/van overige voertuigen

0

0

0

0

/0

03 Bedrijfscriminaliteit

5

2

1

-1

-50%

2.5.1. Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen

4

0

1

1

/0

Inbraak Winkel

0

0

0

0

/0

Inbraak Bedrijf/Kantoor

1

0

0

0

/0

Inbraak Sportcomplex

0

0

0

0

/0

Inbraak Hotel/Pension

0

0

0

0

/0

Inbraak School

0

0

0

0

/0

Diefstal in/uit School

0

0

0

0

/0

Diefstal in/uit Bedrijf/Kantoor

2

0

1

1

/0

Diefstal in/uit Hotel/Pension

1

0

0

0

/0

Diefstal in/uit Sportcomplex

0

0

0

0

/0

04 Overige Vermogensdelicten

23

31

10

-21

-68%

1.2.4. Zakkenrollerij

2

5

1

-4

-80%

1.6.2. Overige vermogensdelicten

21

26

9

-17

-65%

A27 GEKWAL. DIEFSTAL IN/UIT ANDERE GEBOUWEN

0

0

0

0

/0

A36 DIEFSTAL IN/UIT ANDERE GEBOUWEN (NIET GEKWAL.)

1

0

0

0

/0

A60 DIEFSTAL DIER

0

1

0

-1

-100%

A80 VERDUISTERING (EVT. IN DIENSTBETREKKING)

3

0

0

0

/0

A81 HELING

0

0

0

0

/0

A82 CHANTAGE / AFPERSING

1

0

0

0

/0

A90 OVERIGE (EENVOUDIGE) DIEFSTAL

16

24

7

-17

-71%

A95 OVERIGE GEKWAL. DIEFSTAL

0

1

2

1

100%

B27 GEKWAL. DIEFSTAL MET GEWELD IN/UIT ANDERE GEBOUWEN

0

0

0

0

/0

B36 DIEFSTAL MET GEWELD IN/UIT ANDERE GEBOUWEN (NIET GEKWAL.)

0

0

0

0

/0

B95 OVERIGE DIEFSTALLEN MET GEWELD

0

0

0

0

/0

05 Geweldsdelicten

17

6

8

2

33%

1.4.2. Moord, doodslag

0

0

1

1

/0

1.4.2. Moord, doodslag

Poging: Ja

0

0

1

1

/0

1.4.2. Moord, doodslag

Poging: Nee

0

0

0

0

/0

1.4.3. Openlijk geweld (persoon)

0

0

0

0

/0

1.4.4. Bedreiging

2

3

3

0

0%

1.4.5. Mishandeling

15

3

4

1

33%

1.4.6. Straatroof

0

0

0

0

/0

1.4.7. Overval

0

0

0

0

/0

B72 OVERVAL IN WONING

0

0

0

0

/0

B73 OVERVAL OP OVERIGE OBJECTEN

0

0

0

0

/0

B74 OVERVAL OP GELD- EN WAARDETRANSPORT

0

0

0

0

/0

06 Zedendelicten

2

2

0

-2

-100%

F520 OPENBARE SCHENNIS DER EERBAARHEID

0

0

0

0

/0

F521 VERKRACHTING

0

1

0

-1

-100%

F522 AANRANDING

1

1

0

-1

-100%

F523 OVERIGE ZEDENMISDRIJVEN

1

0

0

0

/0

F525 PORNOGRAFIE

0

0

0

0

/0

F526 SEKS.MISBRUIK (INCEST) AFH. RELATIE/WILSONBEKWAME

0

0

0

0

/0

F527 SEKSUEEL MISBRUIK KINDEREN (GEEN INCEST)

0

0

0

0

/0

F529 OVERIGE MELDINGEN ZEDEN

0

0

0

0

/0

F5295 SEXTING

0

0

0

0

/0

F5296 GROOMING

0

0

0

0

/0

07 Aantasting Openbare Orde en Openbare Ruimte

6

14

15

1

7%

1.6.1. Brand/ontploffing

0

0

1

1

/0

E31 BRAND (GEEN BRANDSTICHTING)

0

0

0

0

/0

F13 BRANDSTICHTING

0

0

1

1

/0

F14 BOMAANSLAG

0

0

0

0

/0

H33 AANTREFFEN EXPLOSIEF

0

0

0

0

/0

2.2.1. Vernieling cq. zaakbeschadiging

5

14

13

-1

-7%

C10 VERNIELING VAN/AAN AUTO

1

7

5

-2

-29%

C20 VERNIELING VAN/AAN OPENBAAR VERVOER/ABRI

0

0

0

0

/0

C30 VERNIELING VAN/AAN OPENBAAR GEBOUW

0

0

2

2

/0

C40 VERNIELING OVERIGE OBJECTEN

4

7

5

-2

-29%

C50 VANDALISME/BALDADIGHEID

0

0

0

0

/0

F11 OPENLIJKE GEWELDPLEGING TEGEN GOEDEREN

0

0

1

1

/0

3.6.4. Aantasting openbare orde

1

0

1

1

/0

08 Illegale Handel

10

14

31

17

121%

3.1.1. Drugshandel

0

0

0

0

/0

F40 BEZIT HARDDRUGS (LIJST I)

0

0

0

0

/0

F41 BEZIT SOFTDRUGS (LIJST II)

0

0

0

0

/0

F42 HANDEL E.D. HARDDRUGS (LIJST I)

0

0

0

0

/0

F43 HANDEL E.D. SOFTDRUGS (LIJST II)

0

0

0

0

/0

F44 VERVAARDIGEN HARDDRUGS (LIJST I)

0

0

0

0

/0

F45 VERVAARDIGEN SOFTDRUGS (LIJST II)

0

0

0

0

/0

3.1.2. Mensensmokkel

0

0

0

0

/0

3.1.3. Wapenhandel

0

0

1

1

/0

F70 BEZIT VUURWAPENS

0

0

0

0

/0

F71 HANDEL VUURWAPENS

0

0

0

0

/0

F72 BEZIT OVERIGE WAPENS

0

0

1

1

/0

F73 HANDEL OVERIGE WAPENS

0

0

0

0

/0

3.9.1. Horizontale fraude

7

14

27

13

93%

3.9.2. Verticale fraude

0

0

0

0

/0

3.9.3. Overige fraude

1

0

0

0

/0

F90 CYBERCRIME

2

0

3

3

/0

09 Overige

24

20

23

3

15%

High Impact Crime

2

2

1

-1

-50%

1.1.1. Diefstal/inbraak woning

2

2

1

-1

-50%

1.4.6. Straatroof

0

0

0

0

/0

1.4.7. Overval

0

0

0

0

/0

Geweld (Landelijke definitie LPAG)

19

8

8

0

0%

Instrumenteel Geweld

1

0

0

0

/0

Zedelijk Geweld

1

2

0

-2

-100%

Expressief Geweld

17

6

8

2

33%

DP: 2018

DP: 2019

DP: 2020

Verschil Jaar

Verschil Jaar %

Overlast (Incidenten)

10 Overlast

161

162

148

-14

-9%

2.1.1. Drugs/drankoverlast

16

20

7

-13

-65%

E38 OVERLAST IVM ALCOHOL/ DRUGS

6

14

4

-10

-71%

F010 OPENBARE DRONKENSCHAP

8

5

1

-4

-80%

F46 AANTREFFEN DRUGS (GEEN VERDACHTE)

1

1

2

1

100%

F47 OVERIGE DRUGSDELICTEN

1

0

0

0

/0

2.3.1. Verkeersoverlast

14

8

8

0

0%

D73 PARKEERPROBLEMEN

10

7

6

-1

-14%

D74 VERKEERSSTREMMING

4

1

2

1

100%

2.4.1. Burengerucht (relatieproblemen)

23

22

12

-10

-45%

E12 BURENRUZIE (ZONDER VERVOLG)

18

21

9

-12

-57%

E13 HUISELIJKE TWIST (ZONDER VERVOLG)

5

1

3

2

200%

F95 OVERTREDING HUISVERBOD

0

0

0

0

/0

2.7.1. Overlast

51

60

69

9

15%

E33 OVERLAST DOOR VERWARD/OVERSPANNEN PERSOON

16

25

14

-11

-44%

E35 MELDING OVERLAST JEUGD

30

28

33

5

18%

E41 OVERLAST ZWERVERS

0

1

2

1

100%

Vuurwerk

4

6

19

13

217%

M131 AFSTEKEN VUURWERK

4

6

17

11

183%

M134 BEZITTEN/VERVAARDIGEN/VOORHANDEN HEBBEN/AFLEVEREN VUURWERK

0

0

2

2

/0

2.6.6. Geluid

53

46

33

-13

-28%

M061 GELUIDSHINDER HORECA

11

16

6

-10

-63%

M062 GELUIDSHINDER EVENEMENT

4

7

0

-7

-100%

M22 GELUIDSHINDER OVERIG

38

23

27

4

17%

Incidenten van vernielingen en zaaksbeschadiging door Overlast

15

22

31

9

41%

C10 VERNIELING VAN/AAN AUTO

1

7

10

3

43%

C20 VERNIELING VAN/AAN OPENBAAR VERVOER/ABRI

0

0

0

0

/0

C30 VERNIELING VAN/AAN OPENBAAR GEBOUW

0

0

2

2

/0

C40 VERNIELING OVERIGE OBJECTEN

6

7

11

4

57%

C50 VANDALISME/BALDADIGHEID

8

8

7

-1

-13%

F11 OPENLIJKE GEWELDPLEGING TEGEN GOEDEREN

0

0

1

1

/0

11 Milieu

59

61

42

-19

-31%

2.6.1. Inrichting Wet Milieubeheer

0

0

0

0

/0

2.6.2. Bodem

0

0

1

1

/0

2.6.3. Water

0

1

0

-1

-100%

2.6.4. Afval

1

3

0

-3

-100%

2.6.5. Bouwstoffen

1

1

0

-1

-100%

2.6.6. Geluid

53

46

33

-13

-28%

2.6.7. Mest

0

0

0

0

/0

2.6.8. Transport gevaarlijke stoffen

0

0

0

0

/0

2.6.9. Vuurwerk

0

0

2

2

/0

2.6.10. Bestrijdingsmiddelen

0

0

0

0

/0

2.6.11. Natuur en Landschap

1

3

3

0

0%

2.6.12. Ruimtelijke ordening

0

0

0

0

/0

2.6.13. Dieren

3

7

3

-4

-57%

2.6.14. Voedselveiligheid

0

0

0

0

/0

12 Verkeersongevallen

17

16

14

-2

-13%