Organisatie | Midden-Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Privacy Protocol Ondermijning Gemeente Midden-Groningen |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2022 | Nieuwe regeling | 04-01-2022 |
Gemeente, politie en andere ketenpartners werken samen bij de integrale aanpak van complexe veiligheidsvraagstukken, waaronder criminaliteitsbestrijding. Om criminaliteit zo effectief mogelijk te kunnen bestrijden en daardoor de veiligheid te vergroten is het nodig dat gemeenten, politie en andere partijen informatie met elkaar delen en de onderlinge uitwisseling goed geregeld hebben.
In het kader van de uitvoering van haar taken beschikt de gemeente over een schat aan informatie, die van belang kan zijn voor de criminaliteitsbestrijding. Een deel van die informatie kan en mag de gemeente gebruiken voor de veiligheidsvraagstukken, maar er is ook een belangrijk deel dat gebonden is aan privacywetgeving waardoor het delen van gegevens niet is toegestaan of aan zware beperkingen is gebonden.
Dit levert een groot dilemma op. Aan de ene kant hebben we de taak - en ook diverse wettelijke mogelijkheden (denk onder meer aan de wet Bibob) - om bij te dragen aan de bestrijding en voorkoming van criminaliteit en willen we voorkomen dat we als gemeente (ongewild) bijdragen aan de ondermijnende effecten daarvan. Aan de andere kant willen we dat onze burgers er ook op kunnen vertrouwen dat wij hun privacy beschermen en de daarvoor in de wet opgenomen regels naleven.
Om uit dit dilemma te komen is belangenafweging en besluitvorming van bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken nodig. Dit protocol heeft als doel bestuur en management een kader te bieden voor de afweging van deze tegengestelde belangen en daarover besluiten te nemen.
In dit Privacy Protocol van de Gemeente Midden-Groningen worden allereerst de fases van dit protocol benoemd, die doorlopen kunnen worden bij de signalering en aanpak van ondermijnende activiteiten.
In hoofdstuk 2 wordt de aard van ondermijnende criminaliteit en de noodzaak van de aanpak van ondermijning uiteengezet. Daarnaast volgt een korte uitleg over de indicatoren die kunnen duiden op ondermijning, welke nader zijn uitgewerkt in bijlage 1.
In hoofdstuk 3 volgt een schematische weergave van de werking van dit protocol, gevolgd door een lijst met algemene begrippen in hoofdstuk 4. Vervolgens komen een aantal algemeen geldende artikelen die van toepassing zijn op fase 1, 2 en 3 aan de orde, gevolgd door de meer specifiek geldende artikelen per fase.
Daaropvolgend is in bijlage 1 een checklist ten behoeve van het beoordelingskader ondermijning opgenomen, met categorieën van personen, kenmerken en een lijst met ‘red flags’ die relevant kunnen zijn bij de signalering van fenomenen van ondermijning. Tot slot staan in bijlage 2 categorieën van verwerkte gegevens.
Het proces van het signaleren en aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in een drietal fasen:
Fase 1 heeft betrekking op het beoordelen van signalen van burgers en professionals die zien op onrechtmatigheden en/of maatschappelijke bedreigingen. Een signaal kan op verschillende manieren binnenkomen zoals via een telefonische, schriftelijke (vaak digitale) melding van een burger of professional of een melding via Meld Misdaad Anoniem. Het signaal wordt na intake beoordeeld door de gemeentelijke coördinator ondermijning van team Openbare Orde en Veiligheid (OOV) en de operationeel expert Ondermijning van politie (zie hoofdstuk 5 van dit protocol) aan de hand van informatie uit openbare bronnen zoals de Kamer van Koophandel, het Kadaster en internet. De indicatoren uit paragraaf 2.4 (en bijlage 1) zijn hierbij leidend. Na deze eerste weging volgt een beslismoment bij OOV, met de volgende vier mogelijkheden:
In fase 2 van het protocol worden de gemeentelijke bronnen geraadpleegd, waarna een tweede weging van het signaal plaatsvindt. Dit gebeurt door controle op gerelateerd gebruik van gemeentelijke voorzieningen. Er moet sprake zijn van voor het signaal relevante informatie. Als van een persoon bepaalde voor het signaal relevante gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen, is sprake van een ‘hit’: de betrokken persoon/ bepaalde info is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen. Als er geen hit is dan wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) bewaard in een niet-actieve omgeving. Na een jaar wordt het signaal vernietigd. Bij een hit volgt een signaaloverleg met betrokken afgevaardigden van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen. De analyse in dit signaaloverleg leidt tot:
een mono- of multidisciplinaire aanpak door één gemeentelijk onderdeel of meerdere samenwerkende gemeentelijke onderdelen: er hoeft geen ondermijnende activiteit te zijn, de regie en uitvoering liggen bij desbetreffende gemeentelijke onderdeel/ onderdelen op grond van de daarvoor bedoelde wettelijke bevoegdheid (heden). Hierbij is een regierol vanuit OOV niet benodigd;
Fase 3 van het protocol gaat over het ontwikkelen van een plan van aanpak en het voeren van regie op het plan en het afsluiten van de casus. Ook hier kan mogelijk blijken dat een signaal bij het RIEC wordt ingebracht. Na afsluiting van een casus volgt gedurende vijf jaar monitoring van de casus in een actieve omgeving en vervolgens wordt de informatie na de laatste verwerking een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving.
1.4 Evaluatie van dit protocol
Na vaststelling zal dit protocol in eerste instantie 1 jaar na invoering geëvalueerd worden. Indien werkprocessen of wet- en regelgeving worden aangepast en/of sprake is van nieuwe verschijningsvormen van ondermijning, kan dit van invloed zijn op de rechtmatigheid van de verwerkingen van persoonsgegevens en dit kan leiden tot aanpassing van het protocol.
2. Noodzaak aanpak “Ondermijning”
Het vroegtijdig signaleren van criminele en ondermijnende activiteiten is een prioriteit van het team Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Midden-Groningen.
Dat dit hard nodig is, wordt ook door het College van Burgemeester en Wethouders onderschreven in paragraaf 2.1.5 van de Begroting 2021 Midden-Groningen. Daarin wordt gesteld dat “wij met de huidige formatie beneden gemiddeld en onvoldoende zijn uitgerust voor reguliere werkzaamheden op gebied van veiligheid en vergunningen”. En verderop: “Door ondercapaciteit kunnen wij onvoldoende preventief en stevig handelen, waardoor onze gemeente een aanzuigende werking heeft voor criminele activiteiten (waterbedeffect). Bovendien zien wij dat in toenemende mate crisissituaties ontstaan. Bijvoorbeeld door het ontbreken van ondermijnings-, prostitutie- en horecabeleid en onvoldoende handhaving, krijgen onveilige praktijken in deze sectoren meer kans om zich te ontplooien en te escaleren. Daardoor verergeren de knelpunten in aard en in omvang.”
Preventieve maatregelen, zoals vroege signalering, kunnen de groei van deze problematiek temperen, waarmee de effectiviteit en efficiëntie van het team verbeterd kan worden. Bij het verwerken van signalen en meldingen en de behandeling van ondermijningsdossiers dient wel de vigerende wet- en regelgeving voor het verwerken (gebruiken, delen, opslaan, aanpassen, verrijken en vernietigen) van deze vertrouwelijke informatie in acht te worden genomen.
De Wet Bibob biedt bestuursorganen de mogelijkheid de integriteit van partijen te beoordelen in het kader van vergunningen, ontheffingen, subsidies, (bepaalde) aanbestedingen en vastgoedtransacties, met als uiteindelijk doel om de integriteit van het bestuursorgaan te beschermen; Daartoe kan een bestuursorgaan zelf onderzoek doen (het zogenoemde eigen huiswerk) en zo nodig advies vragen van het Landelijk Bureau Bibob; Op de in het kader van de Wet Bibob verkregen gegevens rust een geheimhoudingsplicht. Eenieder die krachtens de Wet Bibob over gegevens beschikking krijgt, is verplicht tot geheimhouding. De partijen met wie wel gegevens mogen worden gedeeld, zijn limitatief opgesomd in artikel 28 lid 2 Wet Bibob. Daaruit volgt dat de gegevens die zijn verkregen in het kader van de Wet Bibob niet mogen worden gebruikt voor andere taken/doelen van de gemeente; Tegelijkertijd hebben de medewerkers van gemeenten die belast zijn met de Wet Bibob toegang tot verschillende open, gesloten en interne bronnen over een betrokkene. Daarmee bestaat binnen gemeenten bij (beslissingen rondom de verlening van) vergunningen, ontheffingen, subsidies, (bepaalde) aanbestedingen en vastgoedtransacties de mogelijkheid om een grote verscheidenheid aan informatie te verzamelen over natuurlijke personen en rechtspersonen.
Er wordt van gemeenten veel verwacht in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit onder meer binnen het kader van de RIEC-samenwerking alsmede in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit). Georganiseerde ondermijnende criminaliteit start, wordt ondersteund en in stand gehouden met ondermijnende activiteiten. De negatieve gevolgen hiervan blijken omvangrijker en dieper in de samenleving geworteld te zijn dan eerder werd gedacht. Hierover bestaat een brede consensus onder onderzoekers, experts en betrokken overheidsorganisaties.
Een uitsluitend strafrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke aanpak is niet meer afdoende. Strafrecht alleen heeft onvoldoende effectief voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten en zal slechts een deel van het probleem oplossen: ondermijning is een maatschappelijk vraagstuk en vereist derhalve een maatschappelijke (ofwel integrale) aanpak. De gemeente heeft een belangrijke rol in het aanpakken van dit maatschappelijke probleem. Een optreden als één overheid en één gemeente waarbij alle partijen hun eigen rol en bevoegdheden uitoefenen is noodzakelijk.
De sluimerende aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten leidt tot aantasting van de leefbaarheid in de wijken en heeft ernstige gevolgen voor de samenleving op het gebied van veiligheid en maatschappelijke integriteit. Door de verwevenheid van onder- en bovenwereld, hetgeen kenmerkend is voor ondermijnende activiteiten, is het ook mogelijk dat de overheid onbewust deze faciliteert middels subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid. Hierdoor ontstaan malafide economische machtsposities binnen de samenleving die zijn opgebouwd met op ondermijnende wijze vergaard kapitaal.
De gemeente Midden-Groningen ontvangt soms signalen van ondermijnende activiteiten die niet of niet direct passen binnen een georganiseerd criminaliteitsverband en daardoor niet direct onder de criteria van het RIEC-samenwerkingsverband vallen, maar wel relevant zijn voor de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente is veelal een toegangspoort voor burgers en organisaties om meldingen te doen van onrechtmatige zaken en hierdoor heeft de gemeente een belangrijke signaalfunctie. Via haar organisatiestructuur heeft de gemeente veelal ook goed zicht op de lokale (sociale) structuren. Op basis van haar wettelijke taken en bevoegdheden beschikt de gemeente over informatie die ondermijnende activiteiten goed in kaart kan brengen. De gemeente heeft ook verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die haar in staat stellen om, in samenhang met de kennis van de fysieke en sociale omgeving van de wijken, barrières op te werpen tegen ondermijnende activiteiten en zodoende deze te voorkomen dan wel te verminderen. Dit vindt vaak plaats in nauwe samenwerking met politie. Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste. De signalen, afkomstig van burgers en organisaties, dienen als input voor het signaleren van ondermijnende en mogelijk georganiseerde criminaliteit.
2.2 Doel (bestuurlijke en geïntegreerde) aanpak “Ondermijning”
De aanpak van ondermijning dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dit te realiseren. Hierbij vormen gefaseerdheid (voorkomen van bovenmatig gebruik van gegevens), transparantie (vaststellen van dit protocol waarbij zichtbaar en inzichtelijk wordt voor betrokkene met welk doel en op welke wijze de gemeente Midden-Groningen zijn of haar persoonsgegevens verwerkt) en noodzaak (zicht krijgen op waar ondermijning binnen de grenzen van de gemeente aanwezig is) de basisuitgangspunten. Alleen de relevante gegevens ten behoeve van analyse en plan van aanpak worden hiermee benut.
2.4 Indicatoren en werkwijze signaalanalyse
Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt. Een signaal wordt bij intake (zie paragraaf 1.2) beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren, die zijn gebaseerd op onder andere (wetenschappelijk) onderzoek.2
De signaalanalyse is nader uitgewerkt in bijlage 1 van dit protocol ‘Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning’. De beoordeling van een signaal vindt plaats binnen het kader ‘ondermijnende criminaliteit’. In aanvulling hierop is tenminste sprake van één van de indicatoren ‘situationele en lokale verankering’. Daarna wordt gekeken naar de indicatoren ‘signalering,’ die nader uitgewerkt zijn in een lijst met ‘red flags’.
Gelegenheidsstructuren: een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden welke zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.
Ondermijnende criminaliteit: misdaadverschijnselen met een maatschappij ondermijnend karakter, die tot stand komen in samenwerking tussen personen en worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin. Ondermijnende criminaliteit is vooral een economisch gedreven maatschappelijk fenomeen waarbij de verwevenheid van de onder- wereld met en de ontwrichting van de bovenwereld een belangrijk kenmerk is.
Signaal: aanwijzing(-en) van één of meerdere professionals en/of burgers dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met (verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten. Met een signaal wordt ook bedoeld: (een cluster van) signalen of een (cluster van) melding(-en).
Signaaloverleg: een overleg dat op het onderzoek kan volgen. OOV voert de regie over het gemeentelijk signaaloverleg, waarbij ook politie aanschuift (informatielijn op basis van artikel 16 Wpg) Indien binnen het signaaloverleg een plan van aanpak wordt opgesteld omdat er sprake is van ondermijnende activiteiten, begint fase 3 van het protocol.
Artikel 1. Doel van het protocol
De aanpak ondermijning dient met inachtneming van wet¬en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dat te realiseren. Zodoende is dit protocol ook in een drietal fases ingericht. Dit protocol biedt een betrokkenen inzicht in de wijze waarop de gemeente Midden-Groningen bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt. Hierbij vormen gefaseerdheid, transparantie en noodzaak de basisuitgangspunten.
Artikel 2. (Verwerkings-)verantwoordelijke
De burgemeester van de gemeente Midden-Groningen is de (verwerkings)verantwoordelijke.
Artikel 3. Grondslag voor de verwerking
De grondslag voor de verwerking is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.
Artikel 5. Categorieën van ontvangers
Artikel 7. Beveiliging van persoonsgegevens
Artikel 9. Rechten van betrokkenen
De rechten van betrokkene, zoals het recht op inzage in zijn gegevens, het verbeteren, aanvullen, verwijderen of afschermen van gegevens indien die feitelijk onjuist zijn, het recht op bezwaar, etc., worden door de verwerkingsverantwoordelijke uitgeoefend overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Fase 1 van het protocol (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 1 betreft de intake en eerste beoordeling en weging van door burgers en professionals gemelde signalen van bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties die kunnen duiden op verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit. Indien na weging in deze fase komt vast te staan dat er geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel mogelijke overtreding van wet- of regelgeving, dan verwerkt het desbetreffende gemeentelijke onderdeel (of onderdelen) de gegevens op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving conform de bijbehorende wettelijke kaders.
Artikel 1. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in deze fase
De verwerking in deze fase is ten behoeve van:
Artikel 2. Weging signaal en vervolgstap
7. Fase 2 van het protocol (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 2 volgt op de weging van het signaal uit fase 1. Indien in fase 1 het signaal leidt tot de weging dat er sprake is van ondermijnende activiteiten, treedt fase 2 van dit protocol in werking. In fase 2 volgt een tweede weging van het signaal, waarbij ook gemeentelijk bronnen worden geraadpleegd. Dit gebeurt door middel van een ‘hit’-check bij de voor het signaal relevante informatie van de gemeentelijke onderdelen. Als er geen ‘hit’ is, wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) een jaar bewaard en daarna vernietigd. Bij een hit volgt een signaalafstemming met politie onder regie van OOV met afgevaardigden van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen.
Artikel 1. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in deze fase
Het doel van de verwerking in deze fase is:
Artikel 2. Weging signaal en vervolgstappen
De coördinator beoordeelt het signaal met de aanvullingen uit de 1e weging aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een ‘hit’-check bij de relevante gemeentelijke onderdelen aan de hand van de indicatoren uit paragraaf 2.4 en bijlage 1 van dit protocol. Op basis van deze analyse beslist de coördinator of een signaal voor signaalafstemming dient te worden geagendeerd.
De weging in het signaaloverleg kan leiden tot:
Het mono- of multidisciplinaire oppakken van het signaal omdat er weliswaar geen sprake is van ondermijnende activiteiten, maar wel van overige onrechtmatigheden waarbinnen de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen met de bijbehorende publiekrechtelijke taken binnen hun eigen kaders belast zijn, of;
8. Fase 3 van het protocol (en de specifiek voor deze fase geldende artikelen)
Fase 3 volgt nadat in fase 2 is vastgesteld dat de ondermijnende activiteiten aanleiding geven tot het voeren van een signaaloverleg waarbij de regie bij OOV ligt. In deze fase zal dit lokaal signaaloverleg plaatsvinden ten behoeve van het ontwikkelen van een plan van aanpak en wordt een casus gemonitord op voortgang en afgesloten. De coördinator van OOV bewaakt dit proces. Na afronding wordt een casus afgesloten of volgt doorgeleiding naar het RIEC-samenwerkingsverband. Mogelijk kan informatie uit een casus leiden tot een nieuw signaal en wordt het protocol opnieuw gevolgd. Hiervoor gelden dezelfde bewaartermijnen.
Artikel 1. Het doel van deze verwerking van persoonsgegevens
Het doel van de verwerking in deze fase is:
Aldus vastgesteld tijdens de collegevergadering van 4 januari 2022,
Adriaan Hoogendoorn
Burgemeester
Henk Mulder
Secretaris
Bijlage 1 Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning
Aan de hand van onderstaande checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of er sprake is van ondermijning. De checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.
Het signaal heeft betrekking op een of meerdere van de volgende categorieën personen.
Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting(o.a. illegale prostitutie)
Georganiseerde drugscriminaliteit (o.a. drugshandel, hennepteelt en/of productie harddrugs)
Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/ heling/underground banking)
Het signaal kan een van onderstaande kenmerken omvatten:
In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van gemeente Midden-Groningen.
En kan tenminste sprake van één van onderstaande indicatoren, hetgeen nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met ‘red flags’.
T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot
T.a.v. transport hypotheekakte
T.a.v. ongebruikelijke geldstroom
Gebruik/exploitatie van een pand
T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel
Bijlage 2 Categorieën van verwerkte gegevens behorend bij artikel 1 (algemeen) Privacy Protocol
Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal worden verwerkt. In fase 1 van het Privacy Protocol zijn dit de volgende gegevens:
In fase 2 van het Privacy Protocol kunnen in aanvulling op gegevens uit fase 1 onderstaande gegevens worden verwerkt, afhankelijk van de melding en of relevante casusinformatie: