Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Grondstof Beleidsplan 2022-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGrondstof Beleidsplan 2022-2025
CiteertitelGrondstof Beleidsplan 2022-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 7 Rapport zwerfafval Bijlage 8 Verzamelde reacties inw.bijeenkomsten Bijlage 6 Rapportage Onderzoek Afvalinzameling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer
  2. Afvalstoffenverordening gemeente De Fryske Marren
  3. Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente De Fryske Marren
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-2022nieuwe regeling

12-01-2022

gmb-2022-71517

2022/002

Tekst van de regeling

Intitulé

Grondstof Beleidsplan 2022-2025

GRONDSTOF IS GEEN AFVAL

"Grondstoffen raken op. We recyclen steeds meer en beter. Toch verbranden we te veel afval.

Zelfs meer dan de doelstelling van 100 kg per inwoner. Het is noodzakelijk om geen grondstoffen meer te verbranden. Daarom willen we inzetten op een samenleving zonder afval. Daarin staan Kringlopen centraal."

 

Inleidend woord van de wethouder

 

Afval is een onderwerp waar iedere inwoner van De Fryske Marren mee te maken heeft. De aard en de hoeveelheid ervan kan verschillen per huishouden: of je alleen woont, kleine kinderen hebt, een groot of klein huishouden, een tuin of niet, dat heeft allemaal effect op wat ieder in de groene en grijze container doet.

 

Al jaren hebben we als gemeente aandacht voor het terugdringen van de hoeveelheid afval en het scheiden van afval. En niet voor niets: grondstoffen worden schaars, er wordt steeds meer bekend over plastic soup en de druk op het milieu neemt toe. Daarnaast nemen de kosten voor het verwerken en verbranden van afval toe. Bovendien veroorzaakt verbranden van afval CO2.

 

We hebben al veel bereikt, maar om ook in de toekomst gezond en welvarend te blijven, moeten we een stapje extra zetten. Daar zetten we bij dit nieuwe grondstof beleidsplan ook op in. We gaan uit van een circulaire economie, waar hoogwaardig gebruik van grondstoffen centraal staat en minder materialen gebruikt worden. Zo verminder je de druk op het milieu.

In dit nieuwe beleidsplan wordt SDG 12* zichtbaar: een verantwoorde consumptie en productie. SDG subdoel 12.5 is dat in 2030 de hoeveelheid afval substantieel verminderd is door preventie, reductie en recycling. We kunnen op dat gebied nog grote stappen maken.

 

En hoe doe je dat? Hoe zorg je er voor dat je meer grondstoffen terug kunt winnen, er minder verbrand wordt en dus de ruimte in de container beter benut wordt? Wat is daar voor nodig? In aanloop naar dit Grondstofbeleidsplan hebben we onze inwoners geraadpleegd door middel van een enquête en bijeenkomsten. Ook onze medewerkers hebben vanuit de praktijk van iedere dag input gegeven. Dat waren waardevolle gesprekken waaruit bleek dat veel mensen aan de slag willen met het verminderen van afval en daar concrete en originele ideeën voor hebben. Veel dank en waardering voor ieder die de tijd heeft gemaakt om met ons mee te denken!

 

Het resultaat ligt voor u. Een nota met inzet op terugdringen van afvalstromen, stimuleren van hergebruik, goede service en voorlichting en een betaalbaar tarief.

 

Grondstof is geen afval – met elkaar zorgen we daarvoor!

 

Irona Groeneveld – wethouder afval

 

*De Sustainable Development Goals (SDG'S) vormen ons kompas voor de toekomst. Deze doelen moeten ervoor zorgen dat onze wereld in 2030 een eerlijke, gezonde en veilige plek is om te leven. De doelen zijn vastgesteld door de Verenigde Naties.

 

Samenvatting

 

Voor u ligt het Grondstof Beleidsplan 2022-2025. Dit nieuwe beleidsplan biedt het strategisch en tactisch kader voor de uitvoering en invulling van de verschillende taken in het gemeentelijk afvalbeheer. De rijksoverheid verwacht van gemeenten dat zij vorm en inhoud geven aan de afvalbeheertaak binnen het kader van het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) uit 2014, nu onderdeel van het Rijksbrede Programma Circulaire Economie. Afvalstof zien we hierbij als grondstof. De gemeenten dragen bij aan de realisatie van de landelijke VANG-doelstellingen.

 

Met het coalitieakkoord 2018-2022 wil De Fryske Marren een voortrekkersrol invullen op het gebied van duurzaamheid. In dit "Grondstof Beleidsplan 2022-2025" staat duurzaamheid voorop! De gemeente is partner van de Vereniging Circulair Fryslân. In de circulaire economie bestaat geen afval, maar willen we grondstoffen in de keten houden. Kringlopen zijn gesloten en grondstoffen worden optimaal en hoogwaardig hergebruikt bij de vervaardiging van nieuwe producten. Onze gemeente streeft naar een duurzame en circulaire economie.

 

Hogere kosten door niet behalen doelstellingen

In het Afvalbeleidsplan 2014-2019 zijn de afvalbeleidskeuzes uitgewerkt die hebben geleid tot het terugbrengen van de hoeveelheid restafval. De inwoners van onze gemeente hebben zich altijd laten zien als bewuste inwoners. Ten opzichte van andere Friese gemeenten is de afvalproductie in onze gemeente gemiddeld vrij laag geweest. Door een lagere afvalstoffenheffing voor kleinere containers, biobakjes voor alle huishoudens, invoering van minicontainers voor oud papier en communicatiecampagnes hebben we de afgelopen jaren steeds minder restafval verbrand: in 2014 was het aantal kilo's restafval per inwoner nog 169 kg. Na 2015 is een flinke winst behaald bij de reductie van ons afval. Toch zat onze gemeente met 132 kg restafval per inwoner in 2019 en 2020 nog steeds boven de VANG-doelstelling van maximaal 100 kg restafval per inwoner.

In het afgelopen jaar hebben veel huishoudens de ruimte in hun container volledig benut. We zien dat er meer afval is afgevoerd, maar ook minder afval is gescheiden. Circa 52% van het huishoudelijk afval in de grijze container kan beter worden gescheiden. Feitelijk betekent dit dat er per inwoner 89 kg afval per jaar uit de grijze container nu als grondstoffen worden verbrand. Door oplopende kosten van verbrandingstoeslagen en CO2-heffing voor afval zullen de kosten voor de gehele afvalinzameling toenemen.

 

Nieuwe, realistische doelstellingen

De Nederlandse overheid heeft als doelstelling om stappen te maken richting de circulaire economie. Hiermee kan Nederland onafhankelijker worden van grondstoffen en reduceert Nederland haar impact op het milieu. In het hoofdstuk consumptiegoederen van het Rijksbrede Programma Nederland Circulair in 2050 heeft het Rijk de hoofddoelstellingen voor huishoudelijk afval geformuleerd:

 

  • 1.

    De jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijk restafval is na 2020 maximaal 100 kg per persoon, en in 2025 maximaal 30 kg per persoon per jaar.

  • 2.

    In 2025 gaan burgers zo om met consumptiegoederen, dat deze in de kringloop kunnen blijven en dat geen zwerfafval achterlaten de norm is.

 

Gemeenten die koplopers zijn in Nederland (variërend van 20 tot 66 kg afval per inwoner), laten zien dat 60 kg afval per inwoner op korte termijn het meest realistisch is en ook snel bereikbaar is.

 

Twee hoofdopties om minder restafval te verbranden

Inwoners benutten de ruimte in hun container nu vrijwel volledig, voeren daardoor te veel afval af en scheiden thuis nog te weinig. Circa 52% van de grijze container bestaat uit grondstoffen die beter kunnen worden gescheiden. In feite is per inwoner 89 kg afval als grondstoffen onterecht verbrand.

 

Potentieel is ook dat op onze milieuterreinen per inwoner 32 kg afval door sortering en scheiding als grondstoffen kunnen worden herwonnen. Deze beide gewichten gaan uit van een afvalscheiding in de meest gunstige situatie. Daarom is rekening gehouden met een maximale variant - om nog 30 kg afval per inwoner te verbranden - en de meer realistische en snel bereikbare variant van 60 kg afval per inwoner.

 

Om minder afval te verbranden kunnen we kiezen uit twee hoofdopties:

 

Eerste optie: tariefdifferentiatie op basis van gewicht

Veel gemeenten passen tariefdifferentiatie (financiële prikkel met betalen per kg afval) toe om meer afvalscheiding en minder restafval te realiseren. Ook een aantal Friese gemeenten heeft inmiddels besloten om de komende jaren tariefdifferentiatie ('diftar') in te voeren voor hun afvalstoffenheffing. Naast de gewenste effecten zijn er ook neveneffecten zoals dumpingen van restafval, bijplaatsingen bij verzamelcontainers en recreatiecontainers, gebruik van openbare prullenbakken voor huisafval en vervuiling van grondstoffen.

Diftar, waarbij de vervuiler betaalt per kg afval, maakt de kosten voor de gehele inzameling duurder en vraagt een lange voorbereiding van minimaal één jaar. Dit heeft te maken met investeringen van circa € 500.000 in apparatuur en inrichting van een ledigingsadministratie.

In de gemeenten Heerenveen en Ooststellingwerf zijn door de invoering van diftar de gewichten afval per inwoner gereduceerd tot respectievelijk 109 kg en 118 kg per jaar. Na deze financiële prikkel blijkt dat er nog steeds te veel grondstoffen worden verbrand. Extra maatregelen zoals serviceprikkels en communicatie zullen noodzakelijk blijven.

 

Tweede optie: minder vaak restafval ophalen en vaker gft ophalen

Met een financiële prikkel - huishoudens bepalen met de grootte van de grijze container zelf de hoogte van de afvalstoffenheffing - is de hoeveelheid restafval in onze gemeente de afgelopen jaren flink gereduceerd. Huishoudens met meer afval betalen namelijk meer als ze een grote grijze container gebruiken. Na 2015 is daardoor een flinke winst behaald bij de reductie van ons afval tot 132 kg per inwoner.

De onterechte 'fracties' (grondstoffen in de grijze container) zijn samen 52%. Denk aan gft, textiel, papier en dergelijke. Deze onterechte kilo's leggen een flink beslag op de beschikbare ruimte van de grijze container. Hiervoor is een andere inzamelfrequentie voor het huishoudelijk afval een optie. Door het restafval eens per drie weken in te zamelen, wordt de ruimte in de grijze containers beter benut. Het is een stimulans om thuis beter te gaan scheiden. Ook kan er daarmee vaker gft worden opgehaald.

Deze inzamelwijze sluit aan bij de aanpak van gemeente Tytsjerksteradiel, die vanaf 2021 eens per drie weken haar restafval inzamelt. Door alleen gewenste materialen en geen onterechte kilo's grondstoffen meer in te zamelen, is een snelle verlaging van de kosten mogelijk voor de gehele afvalinzameling, maar ook hergebruik van grondstoffen en besparing van CO2 omdat we minder verbranden. Voor huishoudens is het mogelijk om hun grondstoffen vaker bij inleverpunten en op de milieuterreinen te brengen. Dat is in de meeste gevallen gratis en de terreinen zijn langer open (servicemaatregel). Huishoudens met een groter aanbod afval kunnen ook kiezen voor een grotere container (en betalen dan iets meer per jaar dan bij een standaard container). Deze optie levert meer grondstoffen op zo blijkt uit ervaring, maar vraagt ook om extra maatregelen vanuit de gemeente op gebied van service en communicatie om inwoners te helpen.

 

Kosten per hoofdkeuze

Tariefdifferentiatie op basis van gewicht (de vervuiler betaalt) vraagt een lange voorbereidingstijd. Invoering in combinatie met extra maatregelen verhoogt dit de kosten met € 13 per aansluiting.

De besparingen leveren in de optimale variant (met 30 kg afval per inwoner)een voordeel op van € 0,80 per aansluiting. In een realistische variant (met 60 kg afval per inwoner) stijgen de kosten met € 6,30 per aansluiting.

 

Minder vaak restafval ophalen en vaker gft ophalen kan snel worden ingevoerd. De extra maatregelen resulteren in een beperkte kostenverhoging van € 6 per aansluiting/huishouden. De besparingen leveren in de optimale variant (30 kg afval per inwoner)een voordeel op van € 8 per aansluiting. Een meer realistische variant (60 kg afval per inwoner)levert een voordeel op van € 0,90 per aansluiting.

 

Voorkeur vanuit inwonerspeiling en inwonersbijeenkomsten

De doelstellingen - maximaal 30 kg afval per persoon per jaar - vragen meer dan een optimalisatie van de bestaande afvalinzamelstructuur en de huidige wijze van afvalinzameling. Is er een systeemverandering nodig voor het inzamelen en het scheiden van afvalstromen om de kostenstijging van de gehele afvalinzameling te kunnen reduceren? Dan heeft dat ook consequenties voor de inwoner, daar waar het gaat om zijn/haar gedrag bij het aanbieden van afval en de kosten van afvalbeheer.

 

Een noodzakelijke voorwaarde voor effectief afvalbeleid is dat er draagvlak is voor het beleid bij de inwoners en dat we samen met hen beleidskeuzes maken. Het is belangrijk dat onze inwoners weten dat afvalstoffen potentiële grondstoffen zijn voor nieuwe producten. Grondstoffen zijn geen afval! En kunnen worden hergebruikt. Door onze inwoners te peilen over de verschillende manieren en voorkeuren voor afvalinzameling, zijn de keuzes in het nieuwe grondstof beleidsplan gebaseerd op de mening van inwoners.

 

De inwonersbijeenkomsten laten zien dat er weinig of geen draagvlak is voor een tarief op basis van gewicht, maar dat er een voorkeur is voor een vaste prijs per jaar. Dit verhoogt de lastendruk voor huishoudens, omdat deze afhangt van de hoeveelheid afval die ze in de restafvalcontainer afvoeren.

Een derde van de inwoners denkt beter te gaan scheiden als er minder vaak restafval wordt opgehaald. Daarom is er vooral extra aandacht en communicatie nodig, omdat niet iedereen hiervan overtuigd is.

De inwonersavonden laten zien dat er redelijk veel draagvlak is om eens per drie weken restafval op te halen. Uitgesproken is: "Gewoon doen, want inwoners gaan daardoor nog beter afval scheiden."

Voorlichting en communicatie in brede zin kan dan ondersteunen. We willen in gesprek blijven met onze inwoners over afval. Dat kan op scholen, bij de inzameling op straat en op onze milieuterreinen.

De verruimde openingstijden op de milieuterreinen is in algemene zin positief ontvangen (ingevoerd in coronatijd in verband met de 1,5 meter afstand) en men wil deze graag behouden. De resultaten van de inwonerspeiling en de inwonersbijeenkomsten zijn in het grondstoffenplan verwerkt.

 

Belangrijkste resultaten uit de inwonersbijeenkomsten

  • Liever niet betalen per kilogram.

  • Voorkeur naar vast bedrag per jaar.

  • 30 kg in 2025: wens is er zeker, haalbaarheid vraagt inspanning!

  • Hoe bereiken we alle doelgroepen? Actief blijven inzetten op communicatie.

  • Gemakkelijker maken, faciliteren!

 

Hoe komen we in 2025 tot de VANG-doelstellingen

De VANG-doelstellingen voor 2025 halen we niet door de huidige situatie te handhaven. Door in te zetten op maatregelen voor méér communicatie en méér service kunnen we met een lagere inzamelfrequentie die doelstellingen wél mogelijk maken. Deze optie kan snel worden ingevoerd, is goedkoper en voorkomt een verhoging van de afvalstoffenheffing. Er is draagvlak voor te vinden bij de inwoners. Ook vermijden we de zwaarwegende nadelen van diftar zoals het dumpen van afval.

 

Met het vaststellen van het Grondstof Beleidsplan 2022-2025 realiseren we:

  • minder verbranding van grondstoffen door de ruimte in de grijze container beter te benutten;

  • meer service en ruimere openingstijden op onze milieuterreinen;

  • meer communicatie en bewustwording bij inwoners;

  • een bijdrage aan een duurzame en circulaire economie.

 

1. Inleiding

1.1 Algemeen

Duurzaamheid en circulaire economie zijn de kernbegrippen voor het nieuwe grondstoffenbeleid.

Wie regelmatig het nieuws bijhoudt, ziet dat het milieu lijdt door hoe wij omgaan met grondstoffen en consumptie: de aarde warmt op, de ramp met MS Zoe, plastic soup, een tekort aan grondstoffen. We worden ons er bewust van dat het anders kan en anders moet.

Er is sprake van een omslag in het denken over productie en grondstoffen. Op landelijk niveau is een Transitieagenda Circulaire Economie vastgesteld: we nemen de verantwoordelijkheid voor komende generaties: geen afval meer maar grondstoffen. De kringlopen in de natuur zijn een prachtig voorbeeld van hoe we met ons afval zouden moeten omgaan: afval wordt weer grondstof voor nieuwe producten.

 

Daarnaast is het verbranden van herbruikbare grondstoffen vanuit milieu en economisch perspectief een gemiste kans. Veel nuttige producten kunnen nog met deze grondstoffen worden gefabriceerd. Bovendien leveren grondstoffen geld op, terwijl het verbranden steeds meer geld kost. Door oplopende verbrandingstoeslagen en CO2-heffing voor afval zullen de kosten voor de gehele afvalinzameling toenemen, als we niks doen.

De belasting op verbranden is in 2021 € 33,15 per ton en stijgt jaarlijks. Afvalverbrandingsinstallaties vallen vanaf 1 januari 2021 onder de nieuwe Wet CO2-heffing industrie. Hierdoor moeten zij een jaarlijks oplopende heffing betalen over hun CO2-uitstoot. Vanaf 2025 kan dit leiden tot een extra belasting van circa € 2 per ton oplopend naar € 15 per ton in 2030. Het doorberekenen van verbrandingstoeslagen en

CO2-heffing aan gemeenten zal naar verwachting leiden tot een stijging in de afvalstoffenheffing.

 

Kortom: slim omgaan met grondstoffen staat voorop!

 

1.2 Duurzaamheid in De Fryske Marren

Circulaire economie betreft dus de materialenstromen in onze samenleving. We gebruiken allerlei grondstoffen voor onze productie en consumptie, maar die eindigen vaak als afval. In een circulaire economie bestaat afval niet meer en wordt iedere grondstof opnieuw (zo hoogwaardig mogelijk) hergebruikt. Soms is het gebruik van grondstoffen niet nodig en kunnen we dit voorkomen. Er bestaan ook nieuwe verdienmodellen om onze 'footprint' te verkleinen. Denk daarbij aan het verlengen van de levensduur van materialen, deelconcepten en leaseconstructies, zodat minder vaak nieuwe grondstoffen hoeven te worden aangewend.

Dit vraagt een andere manier van denken en doen. De circulaire economie gaat uit van samenwerking in grondstofketens om zo slim mogelijk om te gaan met de schaarse grondstoffen. Afval moet ten behoeve van recycling goed worden gescheiden.

 

Consumenten/inwoners zijn zich bewust van de keuzes die ze (kunnen) maken bij de aanschaf van producten en waar je het naar toe brengt op het moment dat je de producten niet meer gebruikt. Dit is onze bijdrage aan een toekomstbestendige wereld. Daarom starten we met een "Verantwoorde consumptie en productie" (SDG12) en maken we de "Sustainable Development Goals" (duurzame ontwikkelingsdoelen) onderdeel van een gemeentelijk grondstoffenbeleid.

 

SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie

Zorg voor duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het produceren van onze goederen moet met het oog op de groeiende wereldbevolking veel handiger: 'meer produceren met minder'. Tegen 2030 de afvalproductie aanzienlijk beperken via preventie, vermindering, recyclage en hergebruik (subdoel SDG 12.5).

 

 

Bij een circulaire economie is hergebruik van producten en grondstoffen en minimale toepassing van nieuwe materialen en fossiele energie het uitgangspunt.

 

1.3 Circulaire economie: hoe gaan we dat realiseren?

De Nederlandse overheid heeft als doelstelling om stappen te maken richting de circulaire economie. Hiermee kan Nederland onafhankelijker worden van grondstoffen en reduceert Nederland haar impact op het milieu. In het hoofdstuk consumptiegoederen van het Rijksbrede Programma Nederland Circulair in 2050 heeft het Rijk de hoofddoelstellingen voor huishoudelijk afval geformuleerd:

 

  • 1.

    De jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijk restafval is na 2020 maximaal 100 kg per persoon, en in 2025 maximaal 30 kg per persoon per jaar.

  • 2.

    In 2025 gaan inwoners zo om met consumptiegoederen, dat deze in de kringloop kunnen blijven en dat geen zwerfafval achterlaten de norm is.

 

De gehele circulaire economie kunnen we niet in één indicator vatten. Materiaalgebruik, grondstofvoetafdruk, afvalstromen en recycling zijn slechts enkele indicatoren die een beeld schetsen van de circulaire economie in Nederland.

Doel is dus het 'verminderen van materiaalgebruik om zo milieudruk en afhankelijkheid te verlagen'. In de onderstaande niveaus van circulariteit (R-ladder) staan een breed scala aan hiërarchisch geordende mogelijkheden om stappen te zetten naar een circulaire economie. Die stappen kunnen worden gezet aan het begin of zelfs al vóór de levenscyclus van een product, of meer aan het einde. Bijvoorbeeld herontwerp van producten of het delen van auto's, maar ook hergebruik en recyclen kan de levenscyclus van producten en grondstoffen verlengen, waardoor het materiaalgebruik vermindert. Er kan ook energie uit materialen worden gewonnen door verbranding, waarna deze materialen zijn verloren (en er CO2 wordt uitgestoten). Dat is - op het storten van afval na - de minst circulaire mogelijkheid om met materialen om te gaan.

 

 

1.4 Leidende principes uit de Afvalhiërarchie

De afvalhiërarchie onderscheidt vier categorieën van hoe je om kunt gaan met afval en grondstoffen. Preventie en hergebruik zijn als hoogste geplaatst. Daarna volgt recycling. Tot slot hoogwaardige energiewinning, het verbranden of storten van afval.

Het opwekken van energie door het verbranden van afval (R6) en het storten van afval en verbrandingsresten horen niet thuis in de principes van circulariteit.

In het nieuwe grondstoffenplan volgen daarom de drie niveaus van circulariteit als leidende principes:

 

  • 1.

    Preventie, dit is het afzien en efficiënter gebruik van (grond) stoffen (R1, R2).

  • 2.

    Frequentie, dit is hergebruik door vaker en langer gebruik te maken van (grond) stoffen (R3, R4).

  • 3.

    Circulariteit, dit is de recycling en het duurzaam gebruik van (grond) stoffen (R5).

 

 

1.5 Afvaldriehoek

Voor de bepaling van de gemeentelijke ambities voor inzameling en scheiding van huishoudelijk afval is de afvaldriehoek nog steeds een goed instrument. Daarbij gaat het om het maken van keuzes over de drie hoofdindicatoren Milieu, Kosten en Service.

 

 

De afvaldriehoek maakt consequenties van keuzes inzichtelijk: we gebruiken de driehoek om inzichtelijk te maken dat verschuiving in wensen en ambities op één van de zijden van de driehoek gevolgen heeft voor de positie die de gemeente kan hebben op één of op beide andere zijde(n).

Bijvoorbeeld: hogere ambities op het vlak van de afvalscheiding of op het vlak van de dienstverlening hebben gevolgen voor de kosten voor de inwoners. Invoering van diftar (gedifferentieerde tarieven) kan bijdragen aan de realisatie van milieudoelstellingen en kan daarnaast op den duur tot kostenverlaging voor de inwoners leiden, omdat kostbare verwerkingsmethoden (verbranden van restafval) deels worden vervangen door hergebruikmethoden die minder kosten of zelfs baten opleveren.

 

1.6 Waar staan we nu?

In het Afvalbeleidsplan 2015-2019 zijn de afvalbeleidskeuzes uitgewerkt die hebben geleid tot het terugbrengen van de hoeveelheid restafval.

 

 

Maatregelen in het Afvalbeleidsplan 2015-2019 zijn samengevat:

  • 1.

    Afvalstoffenheffing op basis van containervolume (waaronder ook containermanagement en nieuwe minicontainers)

  • 2.

    Minicontainer voor oud papier

  • 3.

    Tarieven milieuterreinen

  • 4.

    Optimaliseren milieuterreinen Lemmer en Balk

  • 5.

    Optimaliseren containers voor glas, textiel en papier

  • 6.

    Communicatiecampagne

 

2. Wat hebben we bereikt

2.1 Afvalstoffenheffing naar volume

In 2016 is de systematiek van betalen bij de afvalstoffenheffing gewijzigd. De tarieven zijn toen gebaseerd op de containerkeuze door de gebruikers. Met de invoering van een tariefdifferentiatie (diftar) voor de restafvalcontainer in 2015 zien we dat circa 26% van de huishoudens een container heeft van 240 liter en 74% een standaard container van 180 liter. Een bijstelling van de tarieven was noodzakelijk om tot kostendekkende tarieven te komen. Om minder afvalstoffen te stimuleren, is aan de inwoners de keus gegeven tussen een grote en een kleine container. Inwoners die voor een kleine container kozen en dus minder afval aanbieden, worden daarvoor beloond met een lagere prijs.

De tarieven zijn niet kostendekkend door stapsgewijze verhoging naar een 99,5% dekking in 2021.

 

 

2.1.1Afvalreductie

Door maatregelen zoals lagere afvalstoffenheffing op een standaard container voor restafval, containerstickers, communicatiecampagnes en een gft-bakje voor elk huishouden, daalt het aantal kilo's restafval per inwoner van 169 kg in 2014 naar 124 kg in 2017. In de jaren daarna zien we een verslechtering met een toename naar 132 kg in 2019 en 2020. Er is - over het geheel bezien - een winst behaald door een reductie van ruim 21% afval. Vooral de standaard container is een reden voor succes.

 

 

De inwoners van onze gemeente laten zich zien als bewuste inwoners met een lage afvalproductie ten opzichte van andere Friese gemeenten. Samen met onze inwoners is er wel een flinke winst geboekt, maar onze ambitie van 100 kg afval per inwoner is nog niet behaald. Er wordt nog 32 kg afval te veel verbrand. Ook in het afgelopen jaar is er ten gevolge van corona, langdurig thuiswerken, studeren, klussen en recreëren meer afval aangeboden.

 

NB De nuttige toepassing van de Organische Natte Fractie bleek in 2017 ruim 11 kg/inwoner gunstiger dan in 2019. Dit verklaart vooral de stijging na 2017. Omrin verwacht dat die nuttige toepassing de komende jaren zal verbeteren door de productie van biogas.

 

Circa 40% van het restafval wordt door onze afvalverwerker Omrin als grondstof uit het restafval gehaald. Bij de verbranding gaat het dan vooral ook om de onterechte kilo's afval die wel in de grijze container voor restafval terechtkomen en niet worden nagescheiden. Het gaat hierbij om het bioafval, oud papier, textiel, glas, elektrische apparaten en klein chemisch afval. Deze stoffen worden dus op dit moment nog onnodig verbrand. In bijlage 1 is de uitgebreide rapportage van afval & grondstoffen opgenomen.

 

2.1.2Samenstelling grijze containers

Jaarlijks voeren we meerdere sorteeranalyses uit op de inhoud van de grijze container voor restafval. Door deze monitoring zien we dat sinds de invoering van de standaardcontainer voor restafval, het aandeel van wat onjuist in de grijze container terechtkomt, daalt. Voor 2016 ging het om 60% van de restafvalcontainers. In 2019 ging het nog om een aandeel van 41,1%, waarna dit in 2020 steeg naar 52%.

 

In onderstaande tabel wordt dit toegelicht.

 

 

Uit dit overzicht blijkt dat er zowel milieuwinst als economische winst is te behalen met de grijze container voor restafval. Onjuiste of onterechte kilo's aan grondstoffen moeten uit de grijze container gehaald worden en juist aan de bron - bij de mensen thuis - worden gescheiden. Omrin haalt door nascheiding plastics, metalen, drankkartonnen en biogas uit het huishoudelijk restafval. Uit de sorteeranalyses van onze grijze containers bleek dat er in 2020 ruim 52% (89 kg per inwoner per jaar) van het afval uit herbruikbare grondstoffen bestaat en dus onterecht in de grijze container zit. Het gaat hierbij om gft-afval, oud papier, textiel, elektrische apparaten en klein chemisch afval (kca).

 

Circa 52% van het huishoudelijk afval in de grijze container kan dus beter worden gescheiden. Feitelijk betekent dit dat er per inwoner 89 kg afval per jaar als grondstof uit de grijze container gehaald kan worden. Nu worden deze fracties/materialen verbrand. Door nieuw afvalbeleid kunnen we onze inwoners stimuleren om kilo's grondstof uit hun grijze container te houden. Dat is dan ook ons doel voor de komende jaren.

 

 

hier tabel

 

Ondanks ons streven naar minder zien we in 2020 dat het afval in minicontainers en op de milieuterreinen sterk toeneemt ten opzichte van 2019. Er is meer opgeruimd en langdurig thuiswerken, leren, klussen en recreëren verklaart een toename van 67 kg naar 89 kg per inwoner.

 

Conclusie: er is de afgelopen jaren veel bereikt. De steeds betere scheiding aan de bron maakt dat er de afgelopen jaren steeds minder grondstoffen in de grijze container voor restafval zitten. Toch zien we dat het aandeel grondstoffen in de grijze container na 2019 weer iets toeneemt naar 89 kg per inwoner.

 

 

Een gedetailleerd beeld van de samenstelling van de sorteerproeven uit 2020 is opgenomen in bijlage 2.

 

2.2 Minicontainer voor oud papier

Met de inzameling van oud papier worden grondstoffen apart opgehaald en hergebruikt. Steeds meer verenigingen zijn gestopt met inzamelen omdat de vergoeding voor oud papier omlaag is gegaan, zodat de kosten hoger werden dan de baten. De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van 31 mei 2017 besloten om voor de inzamelaars, die vanaf 2017 stoppen met het oud papier inzamelen, een compensatieregeling vast te stellen als beloning voor de jarenlange inzet. Meerdere verenigingen en scholen hebben daarna te kennen gegeven om te stoppen met de inzameling van oud papier. In 2019 werd bij ongeveer 50% van de huishoudens het oud papier opgehaald door verenigingen en scholen. In 2020 hebben de nog actieve inzamelaars besloten om te stoppen en gebruikgemaakt van de compensatieregeling. Daarna hebben ook de resterende huishoudens een container voor oud papier ontvangen en wordt het oud papier door de gemeente ingezameld.

 

2.3 Tarieven milieuterreinen

Veel huishoudelijke spullen die wel in de grijze container voor restafval passen, horen eigenlijk thuis op het milieuterrein of bij andere inleverpunten. Vaak zijn dit spullen die bij het opruimen van een huis gemakkelijk in de grijze container kunnen, zoals: speelgoed, gereedschappen, kleine apparaten, bloempotten, hout etc. Door deze spullen in te leveren op het milieuterrein, kunnen we deze waardevolle grondstof hergebruiken voor nieuwe producten. De gemeente wil (wilde) dit dan ook stimuleren.

Vanaf 2020 kunnen de inwoners daarom hun huishoudelijke spullen en grof huisafval gratis wegbrengen naar het milieuterrein van Lemmer, Balk of Joure. Deze regeling zorgt ervoor dat afval (nog vaker) op de juiste manier wordt gescheiden. Steeds meer afval dient hierdoor als grondstof voor nieuwe producten. Het inleveren van (grof) huishoudelijk afval was eerder tegen een betaald tarief.

Voor bouw- en sloopafval betalen inwoners in 2020 een hoger tarief. De tarieven zijn gebaseerd op het voertuig waarmee afval wordt gebracht. Onder bouw- en sloopafval verstaan we: hout, puin, stenen, gips, tuinhout, isolatiemateriaal etc.

 

2.4 Optimaliseren containers voor glas, textiel en papier

Er zijn aparte brengvoorzieningen voor glas, textiel en papier. Dit is meestal ondergronds, maar soms ook bovengronds. Voor verpakkingsglas gaat het om 63 locaties en voor textiel en schoeisel om 31 locaties.

Mede door een extra bijdrage van het Afvalfonds Verpakkingen is het aantal glascontainers in 2020 uitgebreid met 8 stuks. Inclusief een recente uitbreiding van 10 papiercontainers zijn er in totaal 28 locaties waar oud papier via ondergrondse of bovengrondse containers wordt ingezameld. Met deze verzamelcontainers voor papier, textiel en glas is er een ruime dekking aan inzamelvoorzieningen.

 

2.5 Communicatiecampagne

De Friese gemeenten zijn deelnemer van de door Omrin georganiseerde publiekscampagne "Herpositionering restafvalcontainer" en van de provinciebrede campagne "Samen halen we alles er uit".

In 2020 is het campagnebeeld geheel vernieuwd met vloggers, influencers en topics over afval scheiden. Speciaal hiervoor is voor alle participerende gemeenten de website www.scheidadvies.nl geïntroduceerd.

 

Sinds begin 2017 is de afvalcampagne Ho! Net yn 'e Kliko! actief. Deze publiekscampagne is onder de vlag van het Netwerk Duurzame Dorpen ontwikkeld voor vier Friese dorpen. Ho! Net yn 'e Kliko! is een dorpencampagne die de provinciale campagne zal versterken, maar vooral een geheel eigen karakter heeft door een directe benadering van de inwoners. Ook in onze gemeente doen steeds meer dorpen mee, zoals Harich, Scharsterbrug en Joure. Een mooi initiatief 'van onderop' dat we van harte ondersteunen en met een zichtbaar resultaat.

 

De afdeling Groen Doen van de Stichting Erfgoed, Natuur en Landschap verzorgt de natuur- en milieueducatie op de scholen voor basisonderwijs in die gemeenten. In de themaweek Groen Doen wordt gebruikgemaakt van een lespakket van Ho! Net yn 'e Kliko! Deelnemende scholen ontvangen van de gemeente een gft-container ter ondersteuning van de educatie.

 

Alle huishoudens hebben een biobakje ontvangen. Daarmee stimuleren we de scheiding van vooral etensresten in de keuken. Deze verstrekking is een doorlopende actie. Op de milieuterreinen zijn de biobakjes gratis te verkrijgen.

 

We blijven inhaken op deze gezamenlijke campagnes en geven hier via onze eigen kanalen - zowel geprint als online - doorlopend bekendheid aan met een communicatiekalender. Ook social media en Tusken de Marren zetten we hier gericht bij in. Daarnaast gaan we de afvalapp hier meer voor inzetten en bekijken we de mogelijkheid van een digitale nieuwsbrief.

 

Het gaat om actieve, gerichte communicatie met als doel de bewustwording over afval en grondstoffen en ieders eigen rol daarin, te blijven stimuleren.

 

3. Ambitie 2025 en de kenmerken van onze inzameling

 

Onze oude ambitie is concreet gemaakt in een streven om in 2020 nog maximaal 100 kg per inwoner te produceren. Landelijk is er een doorontwikkeling naar maximaal 30 kg in 2025. Deze ontwikkeling voor een afvalbeleidsplan past binnen de duurzaamheidsvisie 2013-2030 en het coalitieakkoord 2019.

 

Op de lange termijn moet de manier waarop wij met onze grondstoffen omgaan een belangrijke bijdrage vormen aan de circulaire economie. Dat brengt ons tot de volgende drie doelen:

 

  • 1.

    Het terugbrengen van de hoeveelheid huishoudelijk restafval naar 30 kg per inwoner per jaar in 2025 en 90% afvalscheiding.

  • 2.

    Voor een nieuw grondstofbeleidsplan volgen we drie leidende principes:

  • Preventie (het afzien en efficiënter gebruik van (grond) stoffen).

  • Frequentie (hergebruik door vaker en langer gebruikmaken van (grond) stoffen).

  • Circulariteit (dit is de recycling en het duurzaam gebruik van (grond) stoffen).

  • 3.

    De Fryske Marren is een schone gemeente.

 

De manier waarop wij inzamelen en de keuze van instrumenten zal deze ambitie moeten ondersteunen.

 

3.1 Kenmerken inzameling met nascheiding

Kenmerken De Fryske Marren

1 januari 2021

Aantal inwoners

51.782

Hoogbouw %

9

Tariefsysteem

Volume

Omgekeerd inzamelen *)

Nee

Frequentieverlaging

Nee

Nascheiding pmd

Ja

Bron: https://www.benchmarkafval.nl/vang-tools/vang-vergelijker/

 

Door de indeling van de gemeente (dorpen en woonkernen) wordt de afvalinzameling grotendeels uitgevoerd met minicontainers voor rest- en gft-afval. Slechts 9% van de huishoudens maakt gebruik van verzamelcontainers c.q. ondergrondse containers voor restafval en heeft geen gft-inzameling. In totaal zijn er voor restafval in onze gemeente 37 ondergrondse brengvoorzieningen. Huishoudens kiezen zelf de grootte van hun container voor restafval. De afvalstoffenheffing die huishoudens betalen is afhankelijk van het formaat container (standaard 180 liter of een grote container van 240 liter). Huishoudens met een gezamenlijke of collectieve container ontvangen een afvalstoffenheffing overeenkomstig de standaard container van 180 liter.

 

Nascheiding door Omrin is effectief

Onze gemeente levert als aandeelhouder van Afvalsturing Friesland N.V. (hierna: Omrin) restafval en gft-afval aan. Met de nascheiding van huishoudelijk restafval en de opwekking van gas uit afval, weet Omrin zoveel mogelijk waarde uit afval te herwinnen. In 2020 is bijna 41% van het restafval herwonnen als grondstof. We verwachten dat dit de komende jaren sterk zal oplopen. Specifiek voor kunststoffen haalden we in 2012 nog ruim 8 kg kunststof met DKR-kwaliteit uit het restafval. Voor 2019 gaat het hier al om bijna 15 kg. Nascheiding van afval is dan ook de meest passende oplossing voor het behalen van de VANG-doelstellingen.

 

DANO-trommel voor luiers

In het najaar van 2021 breidt Omrin de huidige scheidingsinstallatie uit met een zogeheten DANO-trommel. Hiermee kan de natte fractie uit luiers worden teruggewonnen en omgezet worden in biogas. Dit betreft een aanvulling op de reguliere nascheiding en hiervoor is dus geen aparte inzameling nodig.

De toevoeging van de DANO-trommel zorgt voor een verhoogd scheidingspercentage, aangezien er nog maar een klein gedeelte van de luiers overblijft dat verbrand wordt (de inhoud zorgt voor het meeste gewicht).

Door de steeds betere nascheidingstechnieken is een alternatief als omgekeerd inzamelen *) voor onze gemeente op dit moment nog geen logische optie.

*) Bij omgekeerd inzamelen worden de herbruikbare grondstoffen - gft, plastic, blik en drankpakken (pmd), papier en karton - thuis opgehaald en de kleine hoeveelheid restafval die overblijft gaat naar een ondergrondse container in de directe omgeving.

 

3.2 Andere gemeenten en instrumenten

Gemeenten onderscheiden zich in hun afvalbeleid door verschillende inzameltechnieken en inzamelfrequenties, bron- en nascheiding en de mate van bebouwing. Alle gemeenten stellen zichzelf als doel om steeds minder te verbranden. Gemeenten die nu nog weinig afval per inwoner scoren, vallen op door een lagere afvalstoffenheffing.

 

Koplopers zijn gemeenten met 20 tot 66 kg afval per inwoner. Kenmerkend is dat deze gemeenten financieel sturen op een goed scheidingsgedrag en restafval inzamelen door middel van "betaalde zakken": dit zijn zakken met restafval die vaak per vier weken apart of via ondergrondse containers worden ingezameld. Pmd wordt in die gemeenten tweewekelijks apart ingezameld en niet nagescheiden uit het restafval. Er kleven ook nadelen aan voorscheiding van die afvalstromen, het levert minder grondstoffen op dan bij nascheiding door Omrin.

 

 

3.3 Keuze instrumenten

We willen de doelstelling van 30 kg afval per inwoner in De Fryske Marren graag samen realiseren: gemeente en inwoners. We hebben elkaar hierbij nodig en uit de inwonerspeiling en gesprekken die we gehad hebben, blijkt dit ook wenselijk te zijn. Om dit te bereiken, moet er duidelijkheid zijn over de mogelijkheden. Hierbij kunnen we verschillende instrumenten inzetten.

De grafiek van de NVRD hieronder laat zien welke instrumenten de koplopers in Nederland gebruiken om hun afvaldoelstellingen te behalen.

 

 

We willen graag dat onze inwoners meehelpen om het doel van 30 kg afval per persoon te bereiken. Dan zal het effect van onze instrumenten heel helder moeten zijn en onze inwoners stimuleren. In volgorde van effectiviteit zijn deze instrumenten:

 

  • 1.

    Financiële prikkels (financieel sturen op goed scheidingsgedrag)

  • 2.

    Serviceprikkels (service voor grondstoffen, restafval ontmoedigen)

  • 3.

    Communicatie (intensieve communicatie, intensieve service en participatie)

 

3.4 Koplopers in Fryslân

In 2019 hebben de gemeenten Heerenveen en Ooststellingwerf 'Diftar+' ingevoerd met als doel het realiseren van de VANG-doelstelling. Het afval wordt gewogen en afgerekend op gewicht in plaats van volume. Samen met Tytsjerksteradiel behoren deze gemeenten tot de koplopers in de provincie.

 

 

Een overzicht van de afvalinzameling en belastingheffing van andere gemeenten is opgenomen in bijlage 3. Een vergelijking van de kerngegevens van de belastingen in grote gemeenten is opgenomen in bijlage 4.

 

4. Inwonerspeiling en bijeenkomsten

 

Afvalinzameling en afvalscheiding: onderwerpen waar we allemaal dagelijks mee te maken hebben. Samen met de inwoners willen we de hoeveelheid afval in onze gemeente naar beneden brengen. We doen al veel goed, maar het kan beter! We zien dat er nog te veel grondstoffen terechtkomen in de grijze restcontainer, terwijl die ook hergebruikt kunnen worden. We kunnen meer ruimte overhouden in de grijze container en daarmee het milieu en geld sparen. Dat is dan ook het doel van het nieuwe afval- en grondstoffenbeleid. Met dat doel hebben inwoners deel kunnen nemen aan een peiling en vervolgbijeenkomsten.

 

4.1 Inwonerspeiling

In februari-maart 2020 hebben 608 inwoners deelgenomen aan een onderzoek naar de afvalinzameling.

De vraag daarbij was wat de beste aanpak is voor onze gemeente om minder restafval per inwoner te verbranden. Die keuze is belangrijk omdat de belasting op het verbranden de komende jaren zal stijgen en invloed heeft op de gemeentelijke kosten en de afvalstoffenheffing. Naast de vragenlijst was er ruimte voor opmerkingen en suggesties. De resultaten uit deze inwonerspeiling zijn meegenomen in dit grondstofplan. De volledige Rapportage Onderzoek Afvalinzameling - 18 maart 2020 is opgenomen in bijlage 6.

 

4.2 Inwonersbijeenkomsten

In het najaar van 2020 zijn als vervolg op de online peiling drie inwonersbijeenkomsten georganiseerd, waarbij we met circa 60 inwoners (die ook mee hadden gedaan aan de peiling) dieper op dit onderwerp zijn ingegaan. Doel van de verdiepingsgesprekken was om te achterhalen 'Wat hebben inwoners nodig om beter afval te kunnen scheiden' en 'Hoe kunnen we dit als gemeente en inwoners samen realiseren'.

De resultaten van de gesprekken zijn aanvullende input voor het nieuwe grondstof beleidsplan.

 

Na de fysieke bijeenkomst op 22 september 2020 in Oudemirdum zijn twee online bijeenkomsten gehouden op 3 en 5 november 2020. In totaal hebben 60 inwoners een bijdrage geleverd aan deze gesprekken.

 

Tijdens de bijeenkomsten zijn, na een inhoudelijke presentatie, de deelnemers verdeeld in kleinere groepen (online waren dit meetingrooms) met gespreksleiders en werden de volgende vragen besproken:

 

 

De suggesties, ideeën en reacties van deze drie bijeenkomsten zijn in een anonieme versie weergegeven in bijlage 8. Deze reacties en opmerkingen zijn per onderwerp gekoppeld aan mogelijke maatregelen die u terugvindt in het grondstoffenplan. De mogelijk nog nader uit te werken acties zijn paars gemarkeerd.

 

4.3 Samenvatting van de inwonersbijeenkomsten

Op basis van de beide vragen tijdens de inwonersbijeenkomsten, vindt u hieronder een samenvatting van de antwoorden.

 

Betekenis en haalbaarheid 30 kg restafval

Willen we 30 kg per inwoner behalen, dan zullen we nog veel in gang moeten zetten. Als je kijkt naar de resultaten bij een aantal andere gemeenten in Nederland, dan is het zeker mogelijk. Streven we naar 30 kg afval per inwoner, dan is het voor inwoners niet altijd duidelijk waar het om gaat. Die 30 kg is het streefgewicht voor (rest)afval dat wordt verbrand, gemiddeld per inwoner per jaar. In de containers voor restafval wordt per jaar per inwoner natuurlijk veel meer dan 30 kg afval opgehaald. Plastic/pmd (plastic, metaal en drankkarton) hoort thuis in de grijze container maar neemt ook veel ruimte in. Plastic/pmd wordt door nascheiding bij Omrin al uit het restafval gehaald, dit is niet bij iedereen bekend. Het is belangrijk om dit goed uit te leggen en ook wat dit oplevert aan grondstoffen.

De inwonersavonden laten zien dat de opgave lastig zal zijn, maar niet onhaalbaar. Kennis, inzicht en service zijn nodig om de inwoners te stimuleren beter te scheiden. De bereidheid is er zeker.

 

Invloed van pmd

Een apart inzamelpunt voor pmd komt ook ter sprake, omdat dit zoveel ruimte in beslag neemt in de container thuis. Eén grijze container zou meer dan groot genoeg moeten zijn, komt naar voren uit de bijeenkomsten. Verpakkingsmaterialen, plastic en drankkartonnen laten zich wel samenpersen in de container geeft men aan. In het dagelijkse leven draagt koopgedrag bij de supermarkt bij aan veel verpakkingen. Winkels kiezen steeds vaker voor andere verpakkingen dan plastics. Ook kan de inwoner zelf kiezen om plastic verpakkingen te vermijden, dit heeft tijd en bewustwording nodig. De nascheiding door Omrin is lang niet bij ieder bekend, het is goed om inwoners daar beter over te informeren of bijvoorbeeld rondleidingen aan te bieden.

 

Lagere inzamelfrequentie krijgt voorkeur boven 'diftar'

Eén van de mogelijkheden is om de grijze restcontainers niet 26 keer maar nog 18 keer per jaar te legen.

Dit komt neer op een ophaalfrequentie van eens per drie weken. De inwonersavonden laten zien dat hier redelijk veel draagvlak voor is: "Gewoon doen, dit stimuleert bewustwording en een betere afvalscheiding". De bereidheid voor een lagere ophaalfrequentie voor de grijze container hangt onder meer af van een betere service (snelheid, gemak) en van meer mogelijkheden / faciliteiten op de milieuterreinen of op andere centrale locaties (verzamelcontainers). Voor grote gezinnen geldt dat ze vooral meer pmd-afval en luiers produceren en dat er twijfel is of de standaard grijze container dan wel groot genoeg is.

Op dit moment heeft ongeveer 74% een standaard grijze container en 26% een grotere grijze container.

Inwoners geven de voorkeur aan een lagere inzamelfrequentie boven 'betalen per kilogram'. Tijdens de gesprekken laat het afwegen van de voor- en nadelen van diftar zien dat er weinig of geen draagvlak is voor een tarief op basis van gewicht. In plaats van een financiële stimulans (diftar) is de voorkeur van inwoners om een vaste prijs per jaar te behouden, onder andere om illegale dump te voorkomen. Dit sluit aan op de online inwonerspeiling.

 

Wat is er nodig? Service en communicatie

Voorlichting en communicatie kunnen bij de aanpak ondersteunen. Daarnaast kunnen ook extra faciliteiten/service/alternatieven helpen, zoals het apart kunnen inleveren van plastic/pmd en luiers.

Deze drempels moet je wegnemen als je een lagere ophaalfrequentie wilt invoeren. Immers we moeten de grotere huishoudens niet uit het oog verliezen en het ook voor hen haalbaar maken, zo komt naar voren uit de gespreksavonden. Behoud bijvoorbeeld de mogelijkheid van een grotere container en denk aan het beter attenderen op kringloopmogelijkheden, extra wegbrengpunten, gratis wegbrengen van materialen, samenwerking met scholen en plaatselijke belangen, het uitwisselen van ideeën en afvaltips en het belonen van goede voorbeelden.

In hoofdstuk 5 volgt voor iedere maatregel een aparte uitwerking onder het kopje 'Wat vonden de inwoners?' Hierbij is zowel met de peiling als met de gesprekken rekening gehouden.

 

5. Maatregelen: wat kunnen we bereiken en hoe doen we dat?

 

Doel van het nieuwe grondstoffenbeleid is dat er in de grijze container alleen zit wat er in thuishoort en dat we zo min mogelijk restafval verbranden. Dat betekent dat we de grondstoffen die nu wel in de container zitten (glas, gft etc.) eruit willen hebben en dat we zoveel mogelijk grondstoffen opnieuw kunnen gebruiken.

Circa 52% van het huishoudelijke afval wordt nu nog verbrand en maakt in combinatie met een toenemende belastingdruk op verbranden en storten dat de gehele afvalinzameling duurder wordt. Ten minste, als we niks doen. Per inwoner belanden er nu 89 kg aan grondstoffen onterecht als afval in de grijze container. Daarvoor zijn maatregelen noodzakelijk gericht op de circulariteit.

 

Wat is er mogelijk?

  • 1.

    Als eerste stap kan de ruimte in de grijze container nog optimaler worden gebruikt. Daarmee zal de te verbranden hoeveelheid afval nog maximaal af kunnen nemen tot een hoeveelheid restafval van 43 kg per inwoner per jaar.

  • 2.

    Daarnaast zal een betere scheiding van de grondstoffen uit het grofvuil op de milieuterreinen bijdragen aan een afname van 32 kg. Voor een verdere reductie zijn groene maatregelen mogelijk gericht op hergebruik van spullen.

  • 3.

    Tot slot willen we ook maatregelen aanbieden gericht op het vermijden van het gebruik van grondstoffen. Daarmee streven we naar een zo hoog mogelijke doelstelling op de R-ladder van circulariteit en de doestelling om uiteindelijk maximaal nog 30 kg afval per inwoner te verbranden.

Het potentieel van besparingen om nog maximaal 30 kg afval per inwoner per jaar te verbranden, gaat uit van de meest gunstige situatie. Gemeenten die koplopers zijn in Nederland (variërend van 20 tot 66 kg afval per inwoner), laten zien dat 60 kg afval per inwoner per jaar op korte termijn het meest realistisch is en ook snel bereikbaar is.

Onze doelstelling van maximaal 30 kg per inwoner zal een voortdurende en structurele inzet vragen van inwoners en gemeente. Om dit doel te bereiken zijn er verschillende maatregelen nodig en mogelijk. Hieronder vindt u een opsomming van de maatregelen. De maatregelen die naar voren kwamen tijdens de inwonerspeiling en inwonersbijeenkomsten zijn meegenomen in dit grondstoffenplan en verwerkt in het overzicht van maatregelen.

De maatregelen zijn ingedeeld in: 1. financieel; 2. service en faciliteren; 3. communicatie en bewustwording. Per maatregel geven we aan hoe we hier als gemeente op inzetten en welke keuzes we maken.

 

In bijlage 5 zijn bovendien alle (besproken) maatregelen verder uitgewerkt volgens de principes uit de afvalhiërarchie.

 

5.1 Twee hoofdkeuzes voor restafval en betere scheiding

Ons doel is dat er minder grondstoffen in de grijze container komen en worden verbrand en dat er alleen in zit wat er in thuishoort. Dit kunnen we op verschillende manieren stimuleren: door het tarief of door de frequentie van ophalen.

Onze gemeente / Ons college kiest als hoofdrichting voor een andere frequentie van ophalen, in combinatie met een aantal andere maatregelen. Hieronder beschrijven we het maatregelenpakket / de voor- en nadelen per maatregel en geven we een opsomming van alle maatregelen die we gaan inzetten om het doel van 30 kg restafval per inwoner te bereiken.

 

5.1.1Tariefdifferentiatie op basis van gewicht

"De vervuiler betaalt, en goed scheiden loont", dat is vaak het motto van diftar (gedifferentieerde tarieven, dus een financiële prikkel via betalen per kg afval). Deze financiële prikkel kan helpen om mensen beter hun restafval te laten scheiden. De afrekening per huishouden wordt gebaseerd op basis van het gewicht. Dit is effectief voor ruim 52% afval dat nu onterecht in de grijze container wordt aangeboden.

De verordening afvalstoffenheffing vraagt een aanpassing met een vast tarief per lediging en een tarief per kilogram. Vooral huishoudens met minicontainers zullen hun gewicht flink reduceren.

Voor circa 1.790 huishoudens (dit is 8% van alle aansluitingen in onze gemeente) met collectieve containers zou daarvoor een apart tarief per aangeboden afvalzak noodzakelijk zijn. Alle collectieve (ondergrondse) containers dienen geschikt te worden gemaakt voor de ledigingsadministratie met afvalpassen.

In een nog te ontwikkelen afvalapp kunnen huishoudens hun ledigingen raadplegen. Dit vereist een certificering van de ledigingsadministratie.

Een te hoog tarief kan het succes keren en vervuiling van andere stromen veroorzaken. Een te laag tarief levert te weinig inkomsten voor een kostendekkende inzameling. Het is zaak om in de "diftar-paradox" de juiste modus te vinden.

 

Veel gemeenten passen diftar toe om meer afvalscheiding en minder restafval te realiseren. Naast deze gewenste effecten zijn er ook neveneffecten zoals restafval (dumpingen, bijplaatsingen, gebruik openbare prullenbakken, recreatieafval, vervuiling grondstoffen gft, papier, textiel en recreatieafval). Om ongewenste dumping in eigen afvalcontainers te voorkomen kunnen huishoudens een containerslot aanschaffen.

 

Kosten instrument

Over de effectiviteit van diftar in een grondstoffenplan bestaan geen twijfels, gemeenten met gedifferentieerde tarieven hebben aantoonbare betere afvalprestaties. Onze inwoners kiezen nu zelf de hoogte van hun afvalstoffenheffing op basis van de inhoud van hun grijze container. Een nieuw financieel instrument (financiële prikkel voor de hoogte van de afvalstoffenheffing) blijkt in de praktijk minder effectief te zijn omdat alle huishoudens dan meebetalen aan de invoering van een nieuwe tariefdifferentiatie.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Vervuiler betaalt

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 7,30)

  • +

    Goed scheiden loont

  • -

    Risico van ongewenste dumping van afval in openbare ruimte of in containers voor papier, gft, textiel en recreatieafval

 

  • -

    Invoering diftar kost meer tijd en geld. Minimale voorbereiding één jaar

 

  • -

    Huishoudens kunnen containerslot aanschaffen om ongewenste dumping in hun container te voorkomen

 

Wat vonden de inwoners?

Bijna driekwart van de inwoners (74%) wil de huidige situatie behouden en betaalt bij voorkeur een vast bedrag voor de grootte van de restafvalcontainer. Daarentegen betaalt één op de vijf (18%) liever per kilo afval, ook al gaan de kosten dan iets omhoog.

Ook inwonersbijeenkomsten laten zien dat weinig of geen draagvlak is voor een tarief op basis van gewicht, maar een voorkeur is voor een vaste prijs per jaar. De lastendruk voor huishoudens hangt af van de hoeveelheid afval die ze in de restafvalcontainer afvoeren. Een ongelijke lastendruk (diftar) - met een tarief per kg afval - hangt dan ook sterk samen met de samenstelling en grootte van een gezin. Gezinnen met kinderen in de luiers hebben bij diftar een hogere lastendruk. Het risico bestaat dat anderen hun afval in jouw container gooien bij 'betalen naar gebruik'. Ook is men bij diftar bang dat betalen per kg bijdraagt aan illegale dump van afval in de omgeving of in andere containers.

 

Invoering van een diftar-systeem vraagt een zorgvuldige invoering. Inwoners moeten worden meegenomen bij de ontwikkeling en het vraagt een technische aanpassing. De algemene kosten voor de afvalinzameling nemen toe, waardoor we met z'n allen duurder uit zijn. De vraag hoeveel afval 'stiekem' in andermans container terechtkomt, blijft in de praktijk onbeantwoord.

 

Wij kiezen als gemeente niet voor de invoering van gedifferentieerde tarieven (betalen per kg afval), omdat deze methode ook veel nadelen biedt en de inwoners deze maatregelen niet ondersteunen.

 

5.1.2Minder vaak restafval ophalen en vaker gft inzamelen

Eén van de mogelijkheden voor betere afvalscheiding is om de grijze restcontainers niet 26 keer maar nog 18 keer per jaar te legen. De grijze container voor restafval en de gft-container worden nu eens per twee weken geleegd.

Daarbij wordt ruim 52% afval onterecht in de grijze container aangeboden. Deze onterechte kilo's leggen flink beslag op de beschikbare ruimte van de grijze container. Door het restafval eens per drie weken in te zamelen wordt de ruimte in de grijze containers beter benut. Zonder uitbreiding van materiële en personele inzet kan ook tweemaal per drie weken gft-afval worden opgehaald.

 

 

Deze maatregel heeft een korte voorbereidingstijd en kan snel worden ingevoerd. Huishoudens kunnen zelf de hoogte van hun afvalstoffenheffing bepalen door de grootte van hun container voor restafval (180 liter/240 liter).

Voor de omwisseling van een grijze container is een tarief vastgesteld. Omwisseling naar een standaard formaat grijze container zullen we stimuleren. Een omwisseling binnen drie maanden na een verhuizing is geheel kosteloos. Inwoners besparen op hun afvalstoffenheffing door te kiezen voor de standaard container voor restafval. Dat is ook gunstig voor de gescheiden inzameling door dit gratis te doen. De uitwerking daarvan kan in een nieuwe verordening afvalstoffenheffing.

Door alleen gewenste materialen en geen onterechte kilo's in te zamelen leidt tot een snelle verlaging van de kosten voor de gehele afvalinzameling, hergebruik van grondstoffen en besparing van CO2 omdat we minder verbranden.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Lagere kosten gehele afvalinzameling

  • -

    Service (gevoel)

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafval, meer hergebruik van grondstoffen en besparing CO2 omdat we minder verbranden

  • -

    Vaker naar milieuterreinen

  • +

    Extra inzameling gft zonder hogere kosten

  • -

    Extra omwisseling van minicontainers

  • +

    Huishoudens behouden keuze voor omwisselen container restafval 180 liter of 240 liter

  • -

     

  • +

    Snelle invoering via Afvalkalender 2021 of 2022

  • -

     

  • +

    Ruimte in de containers beter benut

  • -

     

 

De omwisseling van een container kost € 30. De kosten per jaar bedragen voor één extra gft-container 240 liter € 66/restafvalcontainer 180 liter € 129/restafvalcontainer 240 liter € 186.

 

Wat vonden de inwoners?

De inwonerspeiling laat zien dat 30% van de inwoners zeker tot misschien beter gaat scheiden en 10% dit nog niet weet. Voor 61% van de inwoners is die overtuiging er nu nog niet, zodat hiervoor extra aandacht en communicatie nodig is.

Bijna twee derde (64%) een grijze restafvalcontainer heeft van 180 liter. Iets meer dan een kwart wil zijn/haar grote container houden. Een klein deel (5%) wil de grote container (240 liter) omwisselen voor een kleiner formaat (180 liter).

De inwonersavonden laten zien dat er redelijk veel draagvlak is om eens per drie weken restafval op te halen. Zelfs de optie om eens per vier weken op te halen is een keer ingebracht. Een uitspraak was: "Gewoon doen, want inwoners gaan daardoor nog beter afval scheiden".

Inwoners worden bij een lagere ophaalfrequentie gedwongen / gestimuleerd om bewuster na te denken over hun afval en het scheiden daarvan. Voorlichting en communicatie in brede zin kan daarbij ondersteunen. Daarnaast kunnen ook extra faciliteiten/service/alternatieven helpen, denk aan het apart kunnen inleveren van plastic (pmd en luiers). Deze drempels moet je eerst wegnemen, voordat je een lagere ophaalfrequentie invoert. Immers we moeten de grotere huishoudens niet uit het oog verliezen en het ook voor hen haalbaar maken, zo komt naar voren uit de gespreksavonden.

 

Conclusie

Onze gemeente zet in op maatregelen voor méér communicatie, méér service met een lagere inzamelfrequentie zodat we de VANG-doelstellingen mogelijk maken. Deze optie kan snel worden ingevoerd, is goedkoper en voorkomt een verhoging van de afvalstoffenheffing. Er is draagvlak voor te vinden bij de inwoners. Ook vermijden we de zwaarwegende nadelen van diftar zoals het dumpen van afval.

 

5.2 De maatregelen voor communicatie en meer service

5.2.1Gft-inzameling bij hoogbouw/appartementen

Vanaf 2005 stopten steeds meer gemeenten met gescheiden gft-inzameling bij hoogbouw.

Bij circa 1.790 hoogbouw- en appartementencomplexen wordt nu geen gft gescheiden ingezameld. Gescheiden inzameling hoeft niet per se huis-aan-huis te gebeuren, dat kan ook via een gezamenlijk gft-inleverpunt. Met deze maatregel ontvangen alle hoogbouw-/appartementencomplexen een gezamenlijke gft-container.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafval

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 0,30)

  • +

    Extra inzameling gft

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

Het biobakje voor keukenafval wordt vaak gebruikt (55% volgens de inwonerspeiling). Daarom is het ook wenselijk om gft bij hoogbouw en appartementen in te zamelen.

 

5.2.2Ruimere openingstijden op milieuterreinen

Doel in ons grondstoffenbeleid is meer bezoekers, meer grondstoffen en meer scheiding op de milieuterreinen. Om te stimuleren dat er meer afval op de milieuterreinen wordt gebracht en minder via de huishoudelijke containers wordt opgehaald, streven we naar een verruiming van de openingstijden met een langere openstelling op zaterdagmiddag. Ook uit de inwonerspeiling en uit de gesprekken kwam deze wens duidelijk naar voren.

Als tijdelijke maatregel zijn de milieuterreinen in Joure en Lemmer sinds april 2020 op openingsdagen al om 10.00 uur open. Voorheen was dit vanaf 13.00 uur. Dit om de drukte te spreiden in verband met het coronavirus.

We merken hierdoor inderdaad een grotere spreiding van het aantal bezoekers. De verruiming van de openingstijden wordt in algemene zin positief ontvangen en men wil die verruiming graag behouden.

Door een verruiming 1.300 uren per jaar zien we ook andere positieve effecten die aansluiten bij onze doelstellingen: we ontvangen niet alleen meer bezoekers, maar ook meer grondstoffen én we kunnen ze daarmee beter scheiden op het milieuterrein.

 

 

Deze maatregel vraagt een extra inzet van acceptanten tijdens piekuren. Hiervoor is een structurele uitbreiding van 2 fte voor afvalcoaches noodzakelijk.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafval inzameling

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 4,50)

  • +

    Stimuleren scheidingsmogelijkheden door betere openingstijden

  • -

     

  • +

    Meer bezoekers, meer grondstoffen en meer scheiding op milieuterreinen

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

De inwonerspeiling laat zien dat een groot deel van de inwoners (64%) meer materialen naar het milieuterrein brengen, maar willen ook graag ruimere openingstijden. Vooral op de zaterdagmiddag langer open zo geeft 34% van de inwoners aan. De verruiming van de openingstijden wordt in algemene zin positief ontvangen en men wil die verruiming graag behouden. Deze maatregel is dan ook onderdeel van het nieuwe grondstof beleidsplan. (NB De inwonerspeiling is gehouden voordat de openingstijden in 2020 zijn verruimd om het aanbod van afval en bezoekers beter te spreiden.)

 

5.2.3Pmd gratis wegbrengen naar milieuterreinen

Grote gezinnen, bestaande uit meer dan vijf personen, zullen mogelijk meer problemen ondervinden met een driewekelijkse ophaalfrequentie van de grijze container.

Deze gezinnen kunnen meer plastic flessen, metalen blikjes en drankkartonnen (pmd) hebben dan in hun grijze container past. Hiervoor kunnen ze pmd in een transparante zak op de milieustraat gratis wegbrengen. De transparante zakken zijn nodig omdat pmd daarmee als grondstof kan worden ingezameld. De zakken zijn kosteloos af te halen op de milieuterreinen en op het gemeentehuis en de servicepunten. Ook op wijzen op de nieuwe afvalkalender.

Met deze maatregel wordt de omwisseling van een standaard container naar een grote container voor restafval voorkomen en is de inzamelfrequentie van één keer in de drie weken ook voor de grotere gezinnen eerder haalbaar.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafvalinzameling

  • -

    Vaker naar milieuterreinen

  • +

    Stimuleren scheidingsgedrag

  • -

     

  • +

    Faciliteren met extra inzamelcapaciteit voor huishoudens zodat deze geen containers hoeven om te wisselen

  • -

     

  • +

    Geen omwisseling containers

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

Een verzamelcontainer voor pmd op de drie milieuterreinen bespaart veel ruimte in de grijze container thuis. Deze maatregel sluit aan op de wensen en maakt onderdeel uit van het grondstof beleidsplan.

 

5.2.4Inleverpunt voor incontinentiemateriaal op milieuterreinen

Celluloseluiers en incontinentiemateriaal vormen met een aandeel van circa 15% een flink deel van het afval in de grijze containers. Voor ouders met kinderen legt het gebruik van celluloseluiers voor een zekere periode toch een beslag op beschikbare ruimte van de grijze container. Daarvoor biedt een inleverpunt voor extra zakken huisvuil met incontinentiemateriaal op milieuterreinen een oplossing. Het gaat hier om een service naar onze inwoners, zodat hun beschikbare ruimte van de grijze container volstaat.

Het college kan aanvullende voorwaarden stellen om maatwerk te bieden voor huishoudens die niet uit komen met de driewekelijkse inzameling van het restafval. Dit kunnen voorwaarden zijn voor een extra grijze container tegen een gereduceerd tarief, bijvoorbeeld voor huishoudens vanaf zes personen of vanaf vijf personen waarvan één of meer kinderen in de luiers zit.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafvalinzameling

  • -

    Vaker naar milieuterreinen

  • +

    Stimuleren scheidingsgedrag

  • -

     

  • +

    Faciliteren met extra inzamelcapaciteit voor huishoudens zodat deze geen containers hoeven om te wisselen

  • -

     

 

Extra container voor medische redenen

Mensen die om medische redenen incontinentiemateriaal of stomazakjes gebruiken, kunnen een gratis container aanvragen. Een eigen verklaring voor een container om medische redenen volstaat. Vanwege de privacy wetgeving (AVG) worden geen medische verklaringen van (huis)artsen gevraagd. De containers worden voorzien van een chip en zijn alleen in de containeradministratie met een medische indicatie geregistreerd (± 30 stuks).

 

Wat vonden de inwoners?

Ook een apart inleverpunt voor celluloseluiers bespaart de inwoners veel ruimte in de grijze container. Deze maatregel sluit aan op de peiling en de gesprekken en maakt onderdeel uit van het grondstof beleidsplan.

 

5.2.5Afvalcoaches

Doel van het inzetten van afvalcoaches is meer bezoekers, meer grondstoffen en meer scheiding op de milieuterreinen. We stimuleren om afval op milieuterreinen te brengen en minder via mini (huishoudelijke) containers af te voeren. Door te weinig bronscheiding op de milieuterreinen voeren we nu nog veel afval af tegen te hoge kosten (jaarlijks gaat het om circa 32 kg afval per persoon). Daarom streven we naar verbetering van de bronscheiding op milieuterreinen door inzet van twee afvalcoaches.

 

Met de "grondstoffencheck" assisteren de afvalcoaches bij het sorteren van dozen en zakken. Zakken en dozen met grof vuil gaan sowieso leeg op de milieuterreinen. Grondstoffen gaan in aparte containers en dozen bij het oud papier. Ook gaan deze afvalcoaches in gesprek met onze inwoners.

De verwerkingskosten en verbrandingstoeslagen voor grof afval worden gereduceerd door deze grondstoffen als hout, puin, metalen, kunststoffen etc. af te voeren. De maatregel voor de inzet van de afvalcoaches wordt direct gecompenseerd door een besparing op de afvalverwerkingskosten.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Alleen gewenste materialen inzamelen via restafvalinzameling

  • -

    Lagere verwerkingskosten op milieuterreinen (per aansluiting ± € 4,50)

  • +

    Stimuleren scheidingsgedrag

  • -

    Vaker naar milieuterreinen

  • +

    Betere grondstofscheiding op milieuterreinen

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

Resultaat vanuit de gespreksavonden: "Ga in gesprek met onze inwoners over afval. Dat kan op scholen, bij de inzameling in de straat en op de milieuterreinen. Leg het zo goed mogelijk uit, maak het zo gemakkelijk mogelijk". Dit kan door te werken met afvalcoaches. Daarmee hebben bezoekers op de milieuterreinen een persoonlijk contact en worden zij geholpen bij het sorteren van de grondstoffen. Zo verlaag je de drempel en stimuleer je het scheiden van afval. Ook bij de inzameling aan huis en op scholen kunnen afvalcoaches uitleg geven en vragen beantwoorden.

 

5.2.6Meer spullen voor de kringloopwinkels & Repair Cafés

Hergebruik van goederen en spullen zijn essentieel in een circulaire economie. De drie milieuterreinen zijn een inleverpunt voor recycling. Voor hergebruik van spullen zijn deze in te leveren bij vijf private kringloopwinkels. Uiteraard zijn dit spullen die nog goed zijn. Bijvoorbeeld meubels, kleding, speelgoed, servies of elektrische apparaten. Oude spullen krijgen - door restylen of upcyclen - een tweede leven. Dat is ook beter voor het milieu, want zo ontstaat er minder afval. Adressen van kringloopwinkels in de gemeente:

 

Kringloopwinkel De Oerrin

Fabrykswei 4

8501 ST Joure

House of Treasure

Transportwei 5

8501 ZR Joure

In de Vrijloop

Zijl 13

8501 AZ Joure

Inboedelhal

Jousterweg 62A

8465 PK Oudehaske

De Marktloads

Gaastweg 4

8521 JC Sint Nicolaasga

Ecologisch Kringloopcentrum De KuubsKist

Lemsterpad 22

8531 AA Lemmer

 

Met de maatregel voor een extra brengvoorziening voor een speciale kringloopcontainer op de milieuterreinen kunnen de kringloopwinkels hun assortiment met herbruikbare spullen uitbreiden. Dit zullen we ruim bekend maken bij onze inwoners.

 

Repair Cafés bestaan uit vrijwilligersgroepen in Joure, Lemmer en Balk, die organiseren reparatiebijeenkomsten waar mensen hun kapotte spullen kunnen repareren onder begeleiding van reparatiedeskundigen. In Repair Cafés draait het om de bundeling van krachten en efficiëntieslag, minder verlies van bruikbare producten en grondstoffen. Hieraan gaan we meer bekendheid geven.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Minder spullen worden onnodig weggegooid

  • -

    Vaker naar kringloopwinkel / Repair Café

  • +

    Oude spullen zijn goedkoper dan nieuwe

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 0,50)

  • +

    Voorkomen van recycling en verbranding

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

Resultaat vanuit de gespreksavonden: Hergebruik van goederen en spullen draagt bij aan de circulaire economie. Met speciale kringloopcontainers op onze milieuterreinen voorkomen we dat her te gebruiken spullen worden weggegooid. Stimuleer dit als gemeente en bevorder ook ruilcultuur, garageverkoop, de kleine bieb, kastplankartikelen, kringloopwinkels en Repair Cafés. Communicatie kan hier een stimulerende rol in spelen, maar ook meer bekendheid geven aan locaties.

 

5.2.7Stimuleren gebruik wasbare luiers

Wasbare luiers zijn goed voor het milieu. Gewone luiers komen terecht in het restafval. De wasbare luier levert per kind een besparing op van ongeveer € 500 tot € 700 per jaar. Dit is inclusief waskosten. Bijkomend voordeel van wasbare luiers is dat kinderen gemiddeld zes tot twaalf maanden eerder zindelijk worden. Wasbare luiers stoten tijdens hun levensduur 1,5 tot 2,5 keer minder CO2 uit dan wegwerpluiers, maar vooral ook besparen in de afvalketen. De eerste investering is weliswaar groter, maar over de gehele periode dat je luiers gebruikt bespaar je een flink bedrag ten opzichte van wegwerpluiers.

Circa 19% van de gezinnen met kinderen heeft nog geen wasbare luiers, maar wil deze graag proberen.

Met koop- en gebruikstips voor wasbare luiers en de ervaringen van ouders die deze gebruiken, ontvangen ouders een informatiepakket over de voordelen op het gebied van kosten en milieu.

(https://www.wasbareluierwereld.nl)

 

Het feit dat je in één keer een grote uitgave moet doen bij wasbare luiers, schrikt sommige ouders af. Maar dat is niet terecht. In totaal ben je voor een kind gemiddeld zo'n € 800 kwijt aan wasbare luiers, waarbij de eerste investering zo'n € 400 is. Krijg je meer dan één kind, dan ben je per kind voordeliger uit.

Van wegwerpluiers gebruik je er minstens 5.300 voordat je kind zindelijk wordt en dat kost gemiddeld € 1.310. (https://www.consumentenbond.nl/verzorging-van-je-kind/wasbare-luiers-of-wegwerpluiers)

Met deze maatregel voor een informatiepakket willen we het gebruik van wasbare luiers stimuleren.

 

De gemeente Heerenveen verstrekt per pakket een subsidie ad € 400. Bij een respons van 25 deelnemers bedragen de kosten voor een subsidiëring van luiers van Kaatje Katoen € 10.000. Dit is een relatief fors bedrag in relatie tot de te verwachte besparing kilo's afval. Om die reden is er bij andere Friese gemeenten onvoldoende belangstelling voor een provinciebrede campagne voor het gebruik van wasbare luiers.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Voorkomen restafval door gebruik wasbare luiers

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 0,50)

  • +

    Voorkomen van recycling en verbranding voor circa 8-10% van het afval

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

De inwonerspeiling laat zien dat 19% van de gezinnen met kinderen in de luiers graag wasbare luiers wil proberen.

 

5.2.8Voorkomen ongeadresseerd drukwerk

Met een NEE-NEE-sticker of een NEE-JA-sticker op de brievenbus ontvangen inwoners geen ongeadresseerde reclame en folders meer. Hoewel bijna de helft (45%) van de inwoners huis-aan-huisbladen en ongeadresseerd reclamedrukwerk wil blijven ontvangen, is dit effectief tegen ongeadresseerd drukwerk en moet jaarlijks kilo's oud papier besparen. Met een NEE-NEE-sticker op de brievenbus worden er minder folders geproduceerd. Een NEE-NEE-sticker bespaart gemiddeld jaarlijks circa 30 kg papier per inwoner.

Met de maatregel waarbij we de huidige NEE-NEE-sticker actief promoten en jaarlijks verspreiden, kunnen alsnog kilo's aan oud papier worden bespaard. Ook kunnen huishoudens zich gratis aanmelden bij Postfilter (https://www.postfilter.nl/) en aangeven om geadresseerde reclame te stoppen.

 

JA-JA-sticker géén alternatief

In enkele gemeenten wordt gewerkt met een JA-JA sticker als tegenhanger van de bekende NEE-NEE-stickers. De sticker komt in de plaats van de huidige NEE-NEE/NEE-JA-sticker en keert het systeem dus om. Reclame en huis-aan-huiskranten komen dan alleen in de bus bij bewoners die er nadrukkelijk voor kiezen. Een dergelijke keuze van gemeenten kan directe gevolgen hebben voor het voortbestaan van huis-aan-huiskranten.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Voorkomen ongeadresseerd drukwerk

  • -

    Hogere kosten gehele afvalinzameling (per aansluiting ± € 0,30)

  • +

    Voorkomen van recycling en verbranding voor circa 5% van het afval

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

De inwonerspeiling laat zien dat 84% van de huishoudens WEL huis-aan-huisbladen/drukwerk wil ontvangen en 15% wil liever GEEN ongeadresseerd drukwerk ontvangen. Ook op de inwonersbijeenkomsten is dit ingebracht om de stickers actief te verspreiden.

 

5.2.9Communicatiecampagne / Communicatie

 

Bewustwording

Elke dag weer opent de gemiddelde consument zeven verpakkingen. Op jaarbasis is dat een ongelooflijke hoeveelheid. Afval vervuilt de lucht, de bodem en de zee, maar alles wordt zo netjes opgehaald dat de meeste mensen zich dat niet realiseren. Afvalverwerker Omrin verbrandt 59,1% van alle afval uit de grijze container en recyclet 40,9%. Bewustwordingen en anders in te kopen (preventiemaatregelen) draagt bij aan een afvalreductie.

 

Ook uit de peiling en de gesprekken met inwoners komt steeds weer naar voren dat communicatie een cruciaal onderdeel is voor het bereiken van je grondstoffendoelstellingen.

 

Vaker gebruiken betekent minder recyclen

Iedere fles die je twee keer gebruikt, wordt één keer minder gerecycled! Als je producten efficiënter fabriceert en óók efficiënter gebruikt, zodat je er minder hoeft te maken, bespaart dat grondstoffen, energie en dus kosten. Dit levert een lagere milieu-impact op. De uitdaging van de circulaire economie is om materialen en producten zolang mogelijk in de keten te houden, zodat er minder nieuwe (virgin) materialen nodig zijn en de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk blijft. Hergebruik van verpakkingen is geen nieuw fenomeen. Vroeger bracht de melkboer volle flessen aan huis en nam hij meteen de lege mee terug. Vaker gebruiken betekent ook minder recyclen maar ook minder afval!

 

Campagne Ho! Net yn 'e Kliko!

Sinds 2017 zijn dorpen in deze gemeente actief voor de campagne Ho! Net yn 'e Kliko! Deze campagne richt zich vooral op afval wat in de minicontainer kan worden weggegooid en dus wordt gerecycled. Daarmee sluit dit nauw aan bij de Friese campagnes. In beide campagnes staat recyclen van herbruikbare materialen voorop.

Nederlanders kunnen thuis minder voedsel verspillen. In 2019 verspilden Nederlanders circa 30 kilo eten per persoon. Voedselverspilling is een onderdeel van de campagne Ho! Net yn 'e Kliko!

 

Vernieuwen bestaande campagnes

Het past in onze tijd van bewuster te kopen en minder te verspillen. "100% Plastic Vrij", "Bewust Afvalloos" of "Vaker gebruiken en minder recyclen" zijn nieuwe thema's voor de communicatiecampagne en sluiten aan bij de lopende campagnes en Ho! Net yn 'e Kliko! Via de gemeentelijke communicatiekanalen brengen we deze campagnes regelmatig onder de aandacht (denk aan de website, TuskendeMarren, social media).

Met deze maatregel voor meer communicatie willen ook onze grondstoffen & afvalambassadeurs de inwonersbijeenkomsten betrekken door online nieuwsbrieven waar mensen op in kunnen schrijven.

 

Meer informatie over de nascheiding

Omrin scheidt ons afval na. Daarvoor organiseert deze open dagen/rondleidingen voor hun locaties in Heerenveen en Harlingen. Alle inwoners kunnen zich hiervoor aanmelden, wanneer deze weer worden georganiseerd. We willen dit als gemeente in samenwerking met de plaatselijke belangen gaan stimuleren.

 

Afvalapp

Met de afvalapp van De Fryske Marren worden onze inwoners op de hoogte gehouden van nieuwsberichten, maar ook over de dienstverlening voor de afvalinzameling. Hoewel deze bij het merendeel van de inwoners wel bekend is, maakt slechts 19% er ook daadwerkelijk gebruik van.

Daarom zal het gebruik van de gemeentelijke app moeten worden verbeterd. Actuele berichten over de inzameling en tips voor het scheiden van grondstoffen horen daarbij.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Bewustwording grondstofgebruik en circulaire economie

  • -

     

  • +

    Voorkomen van restafval

  • -

     

  • +

    Gebruik van bestaande budgetten

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

De inwonerspeiling laat zien dat de meeste inwoners ervoor zorgen dat kleine elektrische apparaten worden hergebruikt en brengen deze apparaten naar een milieuterrein (71%) of naar een elektrozaak (18%). Een klein gedeelte (8%) gooit de apparaten meestal in de grijze container. Een intensieve campagne blijft hiervoor dan ook noodzakelijk.

De inwonersbijeenkomsten laten zien dat bij een goede scheiding thuis en op milieuterreinen veel haalbaar is om onze doelstellingen te bereiken. Daarbij is brede voorlichting en communicatie veelvuldig naar voren gebracht.

Ga ook in op bewustwording van grondstoffen, inkopen die je doet en "afval wat je weggooit", herhaal de boodschap via (lokale) media en gebruik ook de afvalkalender.

Betrek ook kinderen bij ideeën, zet in op voorlichtingsprojecten op scholen zoals Groen Doen, herhaal deze ook jaarlijks om effect te kunnen zien en voer een beloning/prijs in.

Meer informatie over de nascheiding en hergebruik van grondstoffen. Omrin scheidt ons afval na. Daarvoor organiseert deze open dagen/rondleidingen voor hun locaties in Heerenveen en Harlingen. Alle inwoners kunnen zich hiervoor aanmelden, wanneer deze weer worden georganiseerd.

 

De vraag "Wat kunt u als inwoner zelf doen?" resulteert in antwoorden die nauw aansluiten bij een mogelijke communicatiecampagne:

  • bewuster en anders inkopen zonder plastic verpakkingsmateriaal;

  • stimuleer ook de supermarkten om verpakkingsmaterialen te beperken;

  • voortzetting van de campagne Ho! Net yn 'e Kliko! en delen van resultaten van dorpen;

  • stimuleren van inwonersinitiatieven zoals de 'rommelrinners' voor het ophalen van afval;

  • afvalscheiding begint in de keuken, met verschillende bakjes;

  • dat geldt ook voor elektrische apparaten, batterijen en lampen, door die thuis apart te houden.

 

5.2.10Schone Gemeente De Fryske Marren Zwerfafvalvrij

"Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties (blikjes, flesjes, wikkels, patatbakjes), sigarettenpeuken, kauwgomresten en allerhande gebruiksgoederen zoals kranten, folders en tissues." Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten maar in de openbare ruimte terechtkomt, zwerfafval wordt. Zichtbaar als het je stoort of wanneer je het opruimt.

 

Nederland Schoon monitort onze gemeente vanaf 2019. Zichtbaar is dat voor grof zwerfafval per meetvak de stukstelling in 2020 is afgenomen van 2,2 naar 1,6. Voor klein zwerfafval wordt alleen een indexcijfer toegekend. De kwaliteitsscores voor onze gemeente wijken niet veel af van de andere Friese gemeenten.

 

Zwerfafvalindex monitoring

2019

2020

 

score

score

Grof Zwerfafval totaal

8,0

8,5

Fijn Zwerfafval (verharding)

7,5

7,6

 

Het Zwerfafvalrapport van Nederland Schoon is opgenomen in de bijlage 7.

 

Voor- en nadelen

  • +

    Een schone gemeente draagt bij aan de bewustwording over grondstoffen, immers ook zwerfafval is een grondstof. En de gemeente is nog niet zwerfafvalvrij. Een schoon De Fryske Marren. Dát is waar de inwoners en gemeente zich voor inzetten. Voor een schone gemeente stimuleren we de acties om afval op te ruimen. Daarvoor stellen we afvalbakken en inzamelmiddelen beschikbaar en organiseren het gehele jaar schoonmaakacties. Inwoners en organisaties kunnen zich aanmelden voor schoonmaakacties. Jaarlijks organiseren we samen met de Friese Milieu Federatie en andere gemeenten de actie "Skjin Wetter". De gemeente doet ook mee aan "Friesland 100% zwerfafvalvrij". Bewustwording grondstofgebruik en circulaire economie

  • -

     

  • +

    Voorkomen van restafval

  • -

     

  • +

    Gebruik van bestaande budgetten

  • -

     

 

Wat vonden de inwoners?

In de inwonerspeiling is een vraag voorgelegd over het illegaal dumpen van afval. De meerderheid (60%) van de inwoners ziet (af en toe, regelmatig of vaak) illegaal afval liggen. Een klein gedeelte (7%) ziet nooit illegaal afval liggen.

 

Op de gespreksavonden kwam hierover het volgende naar voren:

Wat levert het op voor een dorp/wijk/stad als je de inwoners en ondernemers beloont voor het schoonhouden van hun omgeving? Een aantal dorpen heeft zelfs vrijwilligers (zoals de 'rommelrinners') die frequent afval opruimen. Kunnen we dit verder stimuleren?

Onderzoek hoe het opruimen van zwerfafval kan worden ondersteund, bijvoorbeeld door sponsoring van clubs en verenigingen (als alternatief voor oud papier) of door een beloning voor scholen.

Als inwoners hun omgeving schoonhouden, moeten ze dat afval gemakkelijk kwijt kunnen. Het zou 'flauw' zijn dat je daar dan volgens een 'diftar systeem' vervolgens voor zou moeten betalen.

 

5.3 Overzicht van opties en maatregelen

Een uitwerking van alle maatregelen voor meer grondstoffen en minder afval is op genomen in bijlage 5.

Samengevat zijn dat:

 

 

Met de inzameling van huishoudelijk afval wordt per inwoner 89 kg afval als grondstoffen verbrand. Potentieel is ook dat op onze milieuterreinen per inwoner 32 kg afval door sortering en scheiding als grondstoffen worden herwonnen. Deze gewichten gaan uit van een afvalscheiding in de meest gunstige situatie. In onderstaand overzicht wordt rekening gehouden met de optimale variant - om nog 30 kg afval per inwoner te verbranden - en de meer realistische variant van 60 kg afval per inwoner.

 

Voor iedere optie en maatregel zijn de kosten per aansluiting weergegeven. De kosten voor incidentele investeringen zullen worden meegenomen bij de perspectiefnota 2022.

 

 

Optie 1: Invoering van een tariefdifferentiatie op basis van gewicht (de vervuiler betaalt) vraagt een lange voorbereidingstijd. Invoering in combinatie met extra maatregelen verhoogt dit de kosten met € 13 per aansluiting. De besparingen in de optimale variant(met 30 kg afval per inwoner) leidt tot een voordeel van € 0,80 per aansluiting. In een realistische variant (met 60 kg afval per inwoner) stijgen de kosten met € 6,30 per aansluiting.

 

Optie 2: Minder vaak restafval ophalen en vaker gft inzamelen kan snel worden ingevoerd. De extra maatregelen resulteren in een beperkte kostenverhoging van € 6,10 per aansluiting. De besparingen leveren in de optimale variant (30 kg afval per inwoner) een voordeel van € 8 per aansluiting. Een meer realistische variant (60 kg afval per inwoner) levert een voordeel van € 0,90 per aansluiting.

 

5.4 Overige suggesties en voorstellen uit de inwonersbijeenkomsten

Veel suggesties en voorstellen uit de inwonersbijeenkomsten zijn in de plannen uitgewerkt. Ook zijn er ideeën die al zijn gerealiseerd of verder moeten worden uitgewerkt.

 

Meer lokale verzamelcontainers, ook in kleinere dorpen

De verzamelcontainers voor papier, textiel en glas hebben een ruime dekking. In het najaar van 2020 en het voorjaar van 2021 is het aantal glascontainers (+8 stuks) en papiercontainers (+10 stuks) al uitgebreid. Blik hoort thuis in de grijze container en wordt niet apart ingezameld. Voor batterijen en elektra zoeken we naar uitbreidingsmogelijkheden.

Ook is verzocht om voor hout, ijzer en andere materialen een brengvoorziening in de dorpen te realiseren. Onze inwoners kunnen hun grof afval inleveren op drie milieustraten. Een "mobiele milieustraat" is voor het inleveren van klein grof huishoudelijk afval een alternatief. Een mobiele milieustraat kan in meerdere dorpen worden ingezet maar vraagt een extra investering in mensen en materieel, die nog buiten beschouwing is gelaten.

 

Verbeter de toegankelijkheid van milieuterreinen

De toeritten en doorstroming van milieuterreinen zullen we opnieuw beoordelen. Daarbij geven we ook aandacht voor ontoegankelijkheid voor invaliden, ouderen, fietsers en inwoners zonder auto (inclusieve samenleving). Ook het verzoek om een plattegrond en betere inrichting van de milieustraat zal hierin worden meegenomen.

 

Acceptatie kleine hoeveelheden bouwafval

Bij hout of kleine hoeveelheid afval en puin (twee doosjes bijvoorbeeld) betaal je een veel te hoog bedrag, dat stimuleert niet om het weg te brengen. Dat voelt scheef (en je rijdt er ook nog 2 x 10 km voor) zo kwam op de inwonersbijeenkomsten naar voren. Daarom worden op de milieuterreinen kleine hoeveelheden bouwafval (tot 60 liter) gratis geaccepteerd. Dit om te voorkomen dat het alsnog in de grijze container terechtkomt.

 

Grof afval ouderen / opruimen woningen

"Ouderen hebben vaak geen mogelijkheden om het grof afval weg te brengen, dus wordt het een rommeltje of in de grijze container gegooid. Betrek ouderen hierbij, denk aan hen (meedenken, wat zijn struikelblokken, hoe kunnen we het hen gemakkelijker maken). Is er een ophaalservice voor inwoners die niet meer zelf naar het milieuterrein kunnen?"

Het ongescheiden inzamelen van grof afval draagt niet bij aan de bronscheiding. Daarom halen de meeste gemeenten geen grof afval meer op. Wel kunnen we ons richten op het ophalen van herbruikbare spullen. De Wurkjouwer ontvangt veel kringloopgoederen, knapt deze op en verkoopt deze weer. Het gaat om ruim 135 medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Wurkjouwer kan op aanvraag herbruikbaar en grof afval inzamelen bij inwoners. Hergebruik en recycling staat voorop. Spullen die voor hergebruik geschikt zijn, kunnen voor een kringloopwinkel worden bestemd. Daarmee kan ook de doelgroep - huishoudens en ouderen die beperkt of niet meer in staat zijn om zelf te transporteren - worden gefaciliteerd bij het opruimen van hun woning. Dit kan ook zijn na een overlijden. Het zal daarbij gaan om een dienstverlening door de Wurkjouwer voor herbruikbare spullen van huishoudens uit onze gemeente. Het aanbod van kringloopgoederen loopt op, waardoor er een tekort aan ruimte voor opslag ontstaat. Dit proces zal daartoe nog nader moeten worden uitgewerkt.

 

Gescheiden inzameling bedrijfsafval

De gemeente haalt in beperkte mate bedrijfsafval op. Bedrijven betalen hiervoor een reinigingsrecht. Het gaat hierom circa 500 containers. Bedrijfsafval wordt samen met het huishoudelijke afval ingezameld. De samenstelling van het bedrijfsafval dient dan ook gelijk te zijn aan die van het huishoudelijke afval. Dat zal in de praktijk niet altijd het geval zijn. Deze samenstelling zal dan ook - in beperkte mate - invloed hebben op de samenstelling van het huishoudelijke afval. Daarom zullen we deze bedrijven begeleiden om afvalscheiding te verbeteren.

 

6. Tijdpad

 

Campagne en communicatieplan

Inwoners worden meegenomen in een voorlichtingscampagne

 

Communicatiecampagne met informatie en tips over afvalscheiden

Doorlopend vanaf 1 januari 2022

Introductie afvalkalender met nieuwe inzamelfrequentie

15 maart 2022

Kick off door wethouder

Per 1 april 2022

Start nieuwe inzamelfrequentie

Per 1 april 2022

Inzet afvalcoaches

Start 1 januari 2022

Invoeren van wegbrengfaciliteiten voor pmd op alle drie milieuterreinen

Start 1 april 2022

Invoeren van wegbrengfaciliteiten voor luiers / incontinentiematerialen

Start 1 april 2022

Ruimere openingstijden op milieuterreinen, met langere openstelling op zaterdagmiddag

1 april 2022

Meer spullen voor kringloopwinkels & Repair Cafés (kringloopcontainer op milieuterreinen)

1 april 2022

Stimuleren gebruik wasbare luiers

1 april 2022

Voorkomen ongeadresseerd drukwerk

1 april 2022

Schone gemeente De Fryske Marren zwerfafvalvrij / opruimacties

1 april 2022

Gft-inzameling bij hoogbouw/appartementen

1 juli 2022

 

Bijlage 1. Afval & grondstoffen in kg per inwoner

 

 

Bijlage 2. Sorteerproeven 2020

 

 

 

Bijlage 3. Inzameling en heffing bij andere gemeenten jaar 2021

 

 

Bijlage 4. Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2020

 

Bron: https://vng.nl/nieuws/coelo-presenteert-lokale-lasten-grote-gemeenten

 

Bijlage 5. Uitwerking van maatregelen

 

 

Bijlage 6. Rapportage Onderzoek Afvalinzameling - 18 maart 2020 (inwonerspeiling)

 

Bijlage 7. Rapport Zwerfafval

 

Bijlage 8. Verzamelde reacties inwonersbijeenkomsten Afvalinzameling