Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiermonnikoog

Beleidsregels Huishoudelijke Hulp

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiermonnikoog
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Huishoudelijke Hulp
Citeertitel Beleidsregels Huishoudelijke Hulp
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpHuishoudelijke hulp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-202201-01-2022Nieuwe beleidsregels

30-11-2021

gmb-2022-71296

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Huishoudelijke Hulp

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de Verordening Wmo 2015 van de gemeente Schiermonnikoog

 

b e s l u i t

vast te stellen de navolgende beleidsregels:

Beleidsregels Huishoudelijke Hulp Wmo 2015 gemeente Schiermonnikoog

 

Inleiding

 

Het huishouden verzorgen en schoonhouden is niet voor iedereen vanzelfsprekend, zeker als de gezondheidssituatie dit niet toelaat. Als inwoners het huishouden onvoldoende kunnen verzorgen, kunnen ze ondersteuning vragen. Deze ondersteuning is aanvullend op wat inwoners zelf of met ondersteuning van naasten of hun omgeving kunnen doen. De gemeentelijke ondersteuning bij het voeren van een huishouden, neemt de verantwoordelijkheid van de client niet over, maar helpt de client op weg in het dagelijkse leven.

 

Na een gesprek met de client, die gevraagd heeft naar ondersteuning in het huishouden, en verder onderzoek door een consulent van de gemeente, wordt uitgaande van het normenkader, vastgesteld hoeveel ondersteuning gemiddeld per week of per jaar nodig is. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden wat de naasten, mantelzorg en omgeving kunnen bijdragen aan ondersteuning. Was men bijvoorbeeld al gewend om voor eigen rekening een schoonmaakhulp in te huren, dan is het enkele feit dat er zich beperkingen voordoen geen reden om een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning. Immers in de Wmo 2015 staan oplossingen die op eigen kracht ingevuld kunnen worden voorop.

 

De uitgangssituatie blijft dan ook artikel 2.3.2 Wmo 2015 en artikel 6 ‘voorwaarden voor een maatwerkvoorziening’ van de gemeentelijke verordening.

 

Het Normenkader

 

Naar aanleiding van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), ontwikkelden bureau HHM en KPMG Plexus in opdracht van verschillende grote gemeenten een nieuw actuele maatstaf voor de huishoudelijke ondersteuning. Dit normenkader voldoet aan de criteria die eerder door de CRvB zijn gesteld en kan worden benut voor de onderbouwing van de in te zetten omvang van de ondersteuning door gemeenten. Het normenkader bevat een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden voor het ondersteunen bij het dagelijkse leven. Uitgangssituatie is dat de client een deel van de activiteiten zelf of met behulp van naasten, mantelzorg en omgeving, voorliggende – en / of algemeen gebruikelijke voorzieningen, kan doen (zie ook de gemeentelijke verordening ).

 

Het normenkader is gebaseerd op de volgende uitgangspunten.

 

  • 1.

    Definitie van het resultaat:

Een huis is schoon en leefbaar indien het normaal bewoond en gebruikt kan worden en voldoet aan basale hygiëne-eisen. Schoon staat voor: een basishygiëne borgen, waarbij vervuiling van het huis en gezondheidsrisico’s van bewoners worden voorkomen. Leefbaar staat voor: opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.

 

  • 2.

    De afbakening van de ruimtes waarop de voorziening betrekking heeft:

De inwoner moet gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, slaapvertrekken, de keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap.

 

  • 3.

    De afbakening van activiteiten die onder de voorziening vallen en welke niet:

Het schoonmaken van de buitenruimte bij het huis (ramen, tuin, balkon, etc.) maken geen onderdeel uit van Huishoudelijke Ondersteuning.

 

  • 4.

    De normering van de voorziening:

Voor de onderbouwing van de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp, maken we gebruik van het HHM-normenkader (Bijlage 2).

 

  • 5.

    De mogelijkheid om voor bijzondere situaties af te wijken van het normenkader:

Wanneer cliënten als gevolg van hun (medische) beperkingen onvoldoende ondersteund worden door de basisvoorziening schoon huis, kunnen aanvullende maatwerkmodules ingezet worden. Dit zijn bijvoorbeeld een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren, het klaarzetten van maaltijden en beschikken over schone kleding.

 

 

Hulp bij het huishouden

 

 

Artikel 1. om een indicatie te geven aan de inwoner voor ondersteuning bij het huishouden worden, naast het gebruikelijke onderzoek op basis van de Wmo 2015 en de gemeentelijke verordening Wmo 2015, ook de volgende onderdelen getoetst en / of gewogen:

 

Lid 1. de aard van de beperking: de inwoner dient een (fysieke) beperking te hebben, waardoor de inwoner niet in staat is of onvoldoende in staat is zelf bepaalde schoonmaakwerkzaamheden in huis te verrichten of te organiseren.

 

Lid 2. gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot (partner), mantelzorg, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.

 

Lid 3. het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en of verzorgers. Deze zijn verantwoordelijk voor de leefomstandigheden van het kind. De bijdrage die van kinderen in het schoonhouden van het huis wordt gevraagd is afhankelijk van de leeftijd. Van kinderen tot 6 jaar wordt geen bijdrage in het huishouden gevraagd.

 

Van kinderen tussen 6 jaar tot en met 12 jaar wordt een lichte bijdrage gevraagd in de vorm van opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een kleine boodschap doen, kleding in de wasmand doen e.d.

 

Van kinderen tussen 13 jaar tot en met 17 jaar wordt een grotere bijdrage gevraagd. Van hen wordt tevens verlangd dat zij hun eigen kamer op orde houden (opruimen, stofzuigen, bed verschonen e.d.).

 

Van jong volwassenen tussen 18 jaar tot en met 23 jaar wordt verlangd dat zij een bijdrage leveren die in omvang overeenkomt met een éénpersoonshuishouden, hetgeen gelijk staat aan 2 uur uitstelbare activiteiten en 3 uur niet-uitstelbare activiteiten per week.

 

 

Artikel 2. de taken waarbij de inwoner ondersteuning nodig heeft zijn vastgelegd in Bijlage 1 Toelichting en bevat een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden voor het ondersteunen bij het dagelijkse leven zoals bijvoorbeeld: schoonmaakwerkzaamheden, de was verzorging en de eerste levensbehoefte / maaltijd.

 

 

Artikel 3. de omvang van de ondersteuning: om de omvang van de benodigde ondersteuning te bepalen wordt gebruikt gemaakt van de normtijden in Bijlage 2.

 

 

Artikel 4. algemeen gebruikelijke voorzieningen in het huishouden:

 

Technische hulpmiddelen zoals een koelkast, wasmachine, droogtrommel, afwasautomaat of stofzuiger zijn algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur. Als dergelijke apparaten niet aanwezig zijn maar wel een oplossing kunnen bieden voor het probleem, dan gaat de aanschaf van deze hulpmiddelen in beginsel voor het verstrekken van de individuele maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp.

 

Was- en strijkservice, (buiten) ramenlapservice, boodschappenservice, maaltijdservice en honden uitlaatservice zijn algemeen gebruikelijke voorzieningen voor het voeren van een huishouden en kan de inwoner zelf regelen.

 

 

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2022.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog op 30 november 2021.

 

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester.

Bijlage 1 Toelichting

 

Het resultaat dat kan worden bereikt bij de huishoudelijke ondersteuning is dat de cliënt:

 

1.Kan wonen in een schoon- en leefbaar huis

 

Het gaat erom dat de client beschikt over een schoon en leefbaar huis. Dit betekent dat men gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, de keuken, sanitaire ruimtes en gang / of trap. De genoemde ruimtes dienen met enige regelmaat schoongemaakt te worden en indien noodzakelijk wordt de was voor bed- en linnengoed verzorgd. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt worden. Het betekent dat het huis niet vervuilt en periodiek schoongemaakt wordt om zo een algemeen aanvaardbaar basisniveau van schoon te realiseren, volgens de moderne normen van hygiëne. Indien belanghebbende regie kan voeren over het eigen leven, mag van hem/haar worden verwacht dat werkzaamheden worden geprioriteerd en keuzes worden gemaakt. Het onderhoud van een tuin en het verzorgen van huisdieren (niet zijnde hulphonden/-dieren) hoort niet bij dit resultaat. Wij beschouwen dergelijke aspecten als keuzes waarop de client zelf invloed kan uitoefenen. De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager.

 

2. Kan beschikken over schone was en draagbare kleding, de was verzorging

 

Het gaat hierbij om het wassen, drogen en in bepaalde situaties strijken van bovenkleding. Het doel van dit resultaat is dat de persoon beschikt over schone kleding. We spreken hier uitsluitend over normale kleding voor alledag. De verzorging van de was, omvat het wassen, het drogen en vouwen van kleding en het terugleggen van kleding in de garderobekast. De uiteindelijke invulling hiervan is aan de client in overleg met de zorgaanbieder. Verwacht mag worden dat de client beschikt over een wasmachine en zoveel mogelijk strijkvrije kleding. Daarnaast wordt van de client verwacht dat de reikwijdte van de ondersteuning tot een minimum wordt beperkt door bijvoorbeeld de aanschaf van een droger of kleding, die niet gestreken hoeft te worden.

 

3. Kan beschikken over boodschappen en maaltijden (maaltijdverzorging)

 

Hieronder wordt verstaan het verzorgen van de broodmaaltijd, koffie en thee zetten, maaltijd opwarmen. Het uitgangspunt , is dat indien nodig 1 keer per dag de broodmaaltijden worden bereid en klaargezet en 1 keer per dag een warme maaltijd wordt opgewarmd en/of klaargezet. In elk huishouden zijn boodschappen voor dagelijkse activiteiten nodig. Het betreft hier uitsluitend levensmiddelen die dagelijks of wekelijks gebruikt worden in elk huishouden. Grotere inkopen zoals kleding en duurzame gebruiksgoederen vallen hier niet onder. Uitgangspunt is dat de boodschappen geclusterd worden, 1 maal per week. De client dient hierbij zoveel mogelijk gebruik te maken van algemeen gebruikelijke voorzieningen.

 

4. Het organiseren van huishoudelijke taken

 

Ondersteuning bij het organiseren van huishoudelijke taken wordt ingezet wanneer client niet tot zelfregie en planning van de werkzaamheden in staat is. Behalve dat er huishoudelijke taken moeten worden overgenomen, heeft de hulp een signalerende, aansturende en regie voerende taak. Ook kan ondersteuning bestaan uit het helpen handhaven, verkrijgen of herkrijgen van structuur in het huishouden. Het doel van het voeren van de regie over het huishouden is het schoonhouden van het huis, maar ook het ondersteunen bij het organiseren van het huishouden. Het overnemen van de regie over het huishouden kan noodzakelijk zijn als in redelijkheid niet meer van de client verwacht kan worden dat hij zelfstandig beslissingen neemt (bijv. een terminale situatie) of als disfunctioneren dreigt. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of kleding), verwaarlozing (eten en drinken), of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis, maar ook buitenshuis belemmerd wordt.

 

De hulp dient bij het uitoefenen van de ondersteuning zoveel mogelijk de client te betrekken bij het maken van keuzes. Daarbij dient aangesloten te worden bij de capaciteiten, vaardigheden en leervermogen van client.

 

Bij een deel van onze inwoners kan mogelijk geen sprake zijn van ontwikkelvermogen, eerder van afnemende zelfredzaamheid. Bewaken of het nog verantwoord is dat de client zelfstandig woont is daarmee onderdeel van het resultaatgebied (signaleren en doorgeven aan de gemeente).

 

5. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

 

Het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en/of verzorgers. Dat geldt ook voor ouders, die door beperkingen niet in staat zijn hun kinderen te verzorgen. Elke ouder is zelf verantwoordelijk voor de opvang en (het organiseren van de noodzakelijke) verzorging van zijn of haar kinderen. Uitgangsituatie hierbij is dat bij uitval van één van de ouders de andere ouder deze zorg of zijn aandeel in de zorg daar waar mogelijk overneemt. Op grond van gebruikelijke zorg hoeft het college niet te compenseren. Het college ondersteunt alleen als ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 6 jaar. De ondersteuning is dus per definitie altijd tijdelijk en in afwachting van een definitieve oplossing. Een indicatie wordt afgegeven met een maximale duur van 3 maanden om ouder(s) of verzorger(s) de mogelijkheid te bieden in een oplossing te voorzien. Van ouders mag verwacht worden dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om die oplossing zo snel mogelijk te vinden. Daarbij dient ook betrokken te worden of de persoon aanspraak kan maken op ondersteuning via zijn/haar zorgverzekering. Een maatwerkvoorziening voor structurele opvang van kinderen is niet mogelijk binnen de Wmo 2015.

 

Bij de zorg voor kinderen gaat het om de dagelijkse, gebruikelijke hulp voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren als beide ouders niet staat zijn deze te leveren. Het betreft activiteiten als wassen en aankleden, hulp bij eten en/of drinken. Het passen op kinderen valt hier niet onder.

 

Bijlage 2 Normtijden in uren per week

 

Resultaat: het huis is schoon en leefbaar

Gemiddelde situatie

Volledige overname

125 minuten per week

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid en netwerk

per situatie afhankelijk

Meer inzet

Beperkingen en belemmeringen:

Enig extra inzet

Veel extra inzet

30 minuten per week

60 minuten per week

Samenstelling huishouden

30 minuten per week

Extra kamer in gebruik

18 minuten per week

Extra kamer niet in gebruik

5 minuten per week

Extra vervuiling huisdier

15 minuten per week

Overige kenmerken

15 minuten per week

Resultaat: de bewoner beschikt over schone en draagbare kleding

Gemiddelde situatie

Overname was 1-p huishouden

(2 x per week)

35 minuten per week

Overname was 2-p huishouden

(2,5 x per week)

43 minuten per week

Overname strijken 1 of 2-p huishouden

20 minuten per week

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

Meer inzet

Extra wasmachine per week

t.g.v. beperkingen en belemmeringen

16 minuten per week

 

Resultaat: de bewoner beschikt over primaire levensbehoeften en maaltijden

Gemiddelde situatie

Broodmaaltijden (2 x per dag)

15 minuten per dag

Warme maaltijd

15 minuten per dag

Overname boodschappen

51 minuten per week

Indirecte tijd bij separate uitvoering

5 minuten per keer

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

Resultaat: er wordt thuis gezorgd voor de minderjarige kinderen

Gemiddelde situatie

naar bed brengen/uit bed halen

10 minuten per keer

wassen en aankleden

30 minuten per dag

broodmaaltijd

20 minuten per keer

warme maaltijd

25 minuten per keer

(fles)voeding

20 minuten per keer

luier verschonen

10 minuten per keer

Naar school/kinderopvang brengen

15 minuten per keer

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

Meer inzet

Totale overname: opvang noodzakelijk, tijdelijk

Tot 40 uur per week

 

Resultaat: er is sprake van regie over het doen van het huishouden

Gemiddelde situatie

Regie over de organisatie van het huishouden,

indien er geen sprake is van overname.

30 minuten per week

Advies, instructie en voorlichting (duur 6 weken)

30 minuten per week

Aanleren van vaardigheden (duur 6 weken)

30 minuten per week

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

 

 

Normtijden in uren per jaar

Resultaat: het huis is schoon en leefbaar

Gemiddelde situatie

Volledige overname

108 uur per jaar

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid en netwerk

per situatie afhankelijk

Meer inzet

Beperkingen en belemmeringen:

Enig extra inzet

Veel extra inzet

26 uur per jaar

52 uur per jaar

Samenstelling huishouden

26 uur per jaar

Extra kamer in gebruik

16 uur per jaar

Extra kamer niet in gebruik

4 uur per jaar

Extra vervuiling huisdier

13 uur per jaar

Overige kenmerken

13 uur per jaar

 

Resultaat: de bewoner beschikt over schone en draagbare kleding

Gemiddelde situatie

Overname was 1-p huishouden

(2 x per week)

30 uur per jaar

Overname was 2-p huishouden

(2,5 x per week)

37 uur per jaar

Overname strijken 1 of 2-p huishouden

17 uur per jaar

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

Meer inzet

Extra wasmachine per week

t.g.v. beperkingen en belemmeringen

14 uur per jaar

 

Resultaat: er is sprake van regie over het doen van het huishouden

Gemiddelde situatie

Regie over de organisatie van het huishouden,

indien er geen sprake is van overname.

26 uur per jaar

Advies, instructie en voorlichting (duur 6 weken)

9 uur totaal

Aanleren van vaardigheden (duur 6 weken)

9 uur totaal

Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk