Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oirschot

Algemene verklaring van geen bedenkingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOirschot
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene verklaring van geen bedenkingen
CiteertitelAlgemene verklaring van geen bedenkingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 2

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  2. artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-2011nieuwe regeling

26-04-2011

Weekjournaal 11 mei 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene verklaring van geen bedenkingen

De raad van de gemeente Oirschot,

Gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht;

 

B e s l u i t

 

  • 1.

    Te bepalen dat voor aanvragen “omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik” die op of na 1 oktober 2010 zijn ingediend een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, voor zover de initiatieven, waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft voorkomen op de ‘categorieënlijst verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik’ (bijlage 1). Het college van burgemeester en wethouders kan dan meteen op een aanvraag om een omgevingsvergunning beslissen.

  • 2.

    De planologische komgrens vast te stellen, een en ander als vastgelegd op de kaart ‘’planologische komgrenzen’’ (bijlage 2).

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 26 april 2011.

De griffier,

De burgemeester,

Bekendmaking heeft plaatsgevonden op 11 mei 2011. Deze verordening is in werking getreden op 12 mei 2011.

Bijlage 1  

Categorieënlijst van bouwwerken en activiteiten waarvoor geen verklaring van geenbedenkingen van de gemeenteraad is vereist voor een omgevingsvergunning voorplanologisch strijdig gebruik.

 

Begrippen

Bedrijf:

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/ of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

 

Bedrijventerrein:

Aaneengesloten terrein met een bruto oppervlakte van ten minste één hectare, ten behoeve van de bedrijfsmatige uitoefening van industriële, logistieke, ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven en groothandel met de daarbij behorende voorzieningen.

 

Bouwwerk:

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

 

Detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/ of leveren van goederen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

Dienstverlenend bedrijf en/ of dienstverlenende instelling:

Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting.

 

Gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

Groen:

Voorzieningen ten behoeve van structureel groen. Bij structureel groen behoren tevens paden voor langzaam verkeer, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

Intensieve bebouwing buitengebied:

Wonen, agrarisch, natuur, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen, zorgvoorzieningen, recreatie, sport, verkeersvoorzieningen en/ of groen.

 

Intensieve bebouwing stedelijk gebied:

Wonen, detailhandel, kantoor en/ of praktijkruimte, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, zorg, bedrijven, recreatie, sport, verkeersvoorzieningen en/ of groen.

 

Kantorenlocatie:

Aaneengesloten terrein met een bruto oppervlakte van ten minste één hectare, ten behoeve van de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve diensten met de daarbij behorende voorzieningen.

 

Kantoor en/ of praktijkruimte:

Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het uitoefenen van een beroep, dat is gericht op het verlenen van diensten op medisch, paramedisch, therapeutisch, administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard en qua belevingswaarde voor de omgeving gelijk te stellen gebied.

 

Maatschappelijke voorzieningen:

Educatieve, sociaal- medische, sociaal- culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.

 

Natuurvoorzieningen:

Voorzieningen gericht op het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische, ecologische en hydrologische waarden van niet beboste gronden en heidevelden.

 

Recreatieve voorzieningen:

Voorzieningen en activiteiten ten behoeve van het ondernemen van activiteiten voor diens plezier.

 

Sportvoorzieningen:

Voorzieningen en activiteiten ten behoeve van sport en sportieve recreatie.

 

Stedelijk gebied (bestaand stedelijk gebied):

Gronden in de bebouwde kom, niet behorend tot een bedrijventerrein, met een bestemming gericht op intensieve bebouwing. Een bestaand stedelijk gebied is een gebied dat het bestaande ruimtebeslag van een kern bevat ten behoeve van een samenhangende ruimtelijke structuur van stedelijke functies.

 

Verkeersvoorzieningen:

Voorzieningen voor straten, voet- en rijwielpaden, speelvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen.

 

Woning:

Een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd. Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen.

 

Zorgvoorzieningen:

Bebouwing bestaande uit woningen in combinatie met maatschappelijke en algemene voorzieningen in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van deze woningen, zoals voorzieningen in het kader van de gezondheidszorg, kleinschalige detailhandel, publiekverzorgende ambachten en dienstverlening.

 

Zakelijke dienstverlening:

Het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.

 

Categorieën van bouwwerken en activiteiten

We hebben ons aangesloten bij de lijst met categorieën die de provincie Noord- Brabant hanteerde bij de oude vrijstellingsmogelijkheid op grond van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO, oud). Naar aanleiding hiervan hebben we de categorieënlijst van bouwwerken en activiteiten opgesteld. Ook sluiten de andere Kempengemeenten aan bij die lijst met categorieën. Op basis van die lijst met categorieën van de provincie Noord-Brabant is de onderstaande categorieënlijst tot stand gekomen. Deze categorieënlijst heeft betrekking op bouwwerken en activiteiten waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist voor een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik:

 

A. Stedelijk gebied

Op gronden in de bebouwde kom met een bestemming gericht op intensieve bebouwing mogen in afwijking van het bestemmingsplan de onderstaande projecten worden gerealiseerd. Het gaat om de volgende projecten:

  • 1.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 15 meter. Voor lichtmasten is een maximale hoogte van 20 meter toegestaan;

  • 2.

    Het realiseren van één of meerdere woningen, waarbij de bijgebouwen zijn inbegrepen. Dit kan alleen als het binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma past, of als sprake is van woningsplitsing ten behoeve van cultuurhistorische waardevolle bebouwing;

  • 3.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van een detailhandel-, kantoor of zakelijke dienstverleningfunctie;

  • 4.

    Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van een maatschappelijke voorziening;

  • 5.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een zorgvoorziening;

  • 6.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een bedrijf behorend tot milieucategorie 1 of 2;

  • 7.

    Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van recreatieve- en sportvoorzieningen;

  • 8.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer en het wegverkeer;

  • 9.

    De aanleg of aanpassing van parkeer-, weg-, water- en/of groenvoorzieningen;

  • 10.

    Het wijzigen van het gebruik van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen.

Het gaat hierbij om gronden die niet bij een bedrijventerrein horen. Deze projecten moeten wel naar aard en omvang binnen het ruimtelijk kader van de provinciale structuurvisie, de verordening ruimte, de gemeentelijke structuurvisie en de regels/voorschriften van het (ontwerp)bestemmingsplan passen. Daarnaast is het van belang dat het project past binnen de aard, schaal en functie van de kern.

 

B. Bedrijventerreinen

Op gronden die gelegen zijn binnen een bedrijventerrein mogen in afwijking van het bestemmingsplan de onderstaande projecten worden gerealiseerd. Het gaat om de volgende projecten:

  • 1.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 15 meter. Voor lichtmasten is een maximale hoogte van 20 meter toegestaan;

  • 2.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bedrijfsgebouw;

  • 3.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer en het wegverkeer;

  • 4.

    De aanleg of aanpassing van parkeer-, weg-, water- en/of groenvoorzieningen;

  • 5.

    Het wijzigen van het gebruik van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen.

De bestemming van een bedrijventerrein is gericht op bedrijven, verkeersvoorzieningen en/ of groen. Deze projecten moeten wel naar aard en omvang binnen het ruimtelijk kader van de provinciale structuurvisie, de verordening ruimte, de gemeentelijke structuurvisie en de regels/ voorschriften van het (ontwerp)bestemmingsplan passen. Ook moet het project bij de directe omgeving passen.

 

C. Buitengebied

Op gronden buiten de bebouwde kom mogen in afwijking van het bestemmingsplan de onderstaande projecten worden gerealiseerd. Het gaat om de volgende projecten:

  • 1.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 15 meter. Voor lichtmasten is een maximale hoogte van 20 meter toegestaan;

  • 2.

    Het realiseren van één of meerdere woningen, waarbij de bijgebouwen zijn inbegrepen, mits:

    • -

      Passend binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma, of

    • -

      als het Ruimte- voor- Ruimtewoningen betreft:

      • o

        passend binnen het gemeentelijk beleid voor bebouwingsconcentraties dan wel

      • o

        in het kader van de herinrichting van een voormalige agrarische bedrijfslocatie;

      • o

        Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van semi en/of niet-agrarische bedrijfsdoeleinden;

  • 3.

    Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van een maatschappelijke voorziening;

  • 4.

    Het uitbreiden of wijzigen van een zorgvoorziening;

  • 5.

    Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van recreatieve- en sportvoorzieningen;

  • 6.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bouwwerk ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer en het wegverkeer;

  • 7.

    De aanleg of aanpassing van parkeer-, weg-, water- en/of groenvoorzieningen;

  • 8.

    Het wijzigen van het gebruik van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen;

  • 9.

    Hergebruik van (voormalige agrarische bedrijfs-) gebouwen voor bedrijvigheid tot ten hoogste categorie 2, met een bruto vloeroppervlak van ten hoogste 1.000 m2.

Deze projecten moeten wel naar aard en omvang binnen het ruimtelijk kader van de provinciale structuurvisie, de verordening ruimte, de gemeentelijke structuurvisie en de regels/ voorschriften van het (ontwerp)bestemmingsplan passen. Ook is het van belang dat het project past binnen de aard, schaal en functie van het gebied.

 

 

 

Bijlage 2