Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harlingen

Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarlingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen
CiteertitelSubsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR348647
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-202201-08-2021nieuwe regeling

16-11-2021

gmb-2022-11141

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen

Het college Burgemeester en Wethouders van de gemeente Harlingen

 

  • -

    gelezen de Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

  • -

    overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang;

besluit: vast te stellen de subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Aanbieder: de aanbieders van peuteropvang opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK);

 

Gemeentetoeslag: de subsidie die via de aanbieder wordt toegekend aan niet kinderopvangtoeslag gerechtigde ouders als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van Peuteropvang;

 

Integraal Kind centrum (IKC): De samenwerking tussen basisonderwijs, voorzieningen voor voorschoolse educatie, kinderopvang en buitenschoolse opvang gebaseerd op één pedagogische visie en doorgaande lijn.

 

Kinderopvangtoeslag: de toeslag die kinderopvangtoeslag gerechtigden ontvangen van de belastingdienst voor peuter-opvang dan wel kinderopvang;

 

Koptarief: jaarlijks door de het college vast te stellen subsidie die aan de aanbieder wordt toegekend als tegemoetkoming voor het verschil tussen de kostprijs per uur en het maximum uurtarief adviestabel peuterwerk VNG te overbruggen;

 

Maximum uurtarief: het door de Rijksoverheid vastgestelde maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag;

 

Ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder/verzorger van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft conform de Wet Kinderopvang;

 

Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door ouders betaald wordt aan de aanbieder;

 

Ouderbijdragetabel: de ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang voor het betreffende jaar;

 

Peuter: bij de gemeente in de basisregistratie ingeschreven kind van 2 tot 4 jaar;

 

Peuteropvang: peuteropvang is kinderopvang voor Peuters van 2 tot 4 jaar die wonen in de gemeente aangeboden door een Peuteropvang aanbieder werkend met peutergroepen (leeftijdscategorie2 tot 4 jaar) die zijn opgenomen in het LRK;

 

Reguliere Peuteropvang: de reguliere peuteropvang omvat minimaal twee dagdelen opvang met een maximale dagdeel-lengte van 4 uren, gedurende maximaal 41 weken per kalenderjaar bij een aanbieder, zijnde niet VVE-aanbod;

 

VVE-aanbod: het aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie dat minimaal 640 uur per jaar opvang betreft voor VVE-doelgroeppeuters, gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden;

 

VVE-doelgroep peuter; een peuter in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die een VVE indicatie heeft gekregen van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ);

 

VVE-programma: een erkend voor- en of vroegschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut;

 

VVE-registratie: een registratie van de aanbieder in het LRK waaruit blijkt dat de aanbieder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE op basis van deze nadere regels.

Artikel 2. Doel van de subsidieverlening

  • 1.

    Via de subsidiëring van peuterplaatsen in de Voorschoolse fase van het IKC zorgt het college voor een voldoende en kwalitatief goed aanbod van voorschoolse educatie, zodat doelgroepkinderen via een VVE programma zonder of met een zo klein mogelijke achterstand aan het basisonderwijs beginnen.

  • 2.

    Via de subsidiëring van reguliere dagdelen peuteropvang zorgt het college ervoor dat kinderen vanaf 2 jaar tot het moment dat zij de basisschool bezoeken, gebruik kunnen maken van erkende VVE-programma’s, en daarmee gestimuleerd worden in hun ontwikkeling.

  • 3.

    Via subsidiering van de pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE locaties wordt de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de locatie verhoogd door uitvoering van kwaliteitsverhogende beleidsmaatregelen en het coachen van pedagogisch medewerkers.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Het college kan een jaarlijkse budgetsubsidie verlenen aan peuteropvang instellingen in de gemeente op basis van het aantal bezette peuterplaatsen voor de peuteropvang (2 dagdelen van 4 uur) waarop de gemeentetoeslag van toepassing is, en het aantal bezette VVE-peuterplaatsen (gemiddeld 4 dagdelen van 4 uur) voor maximaal 41 weken.

  • 2.

    Het college kan een jaarlijkse subsidie toekennen voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE locaties die voldoen aan de voorwaarden voor peuteropvang en VVE zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling, conform het wijzigingsbesluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie van 20 september 2019.

Artikel 4. Voorwaarden peuteropvang en VVE

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie gelden voor aanbieders de volgende voorwaarden:

    • a.

      Algemeen:

      • i.

        De peuteropvang vindt plaats binnen een IKC in de gemeente;

      • ii.

        de (VVE) peuteropvang voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en landelijke kwaliteitseisen voor peuterwerk en VVE. Dit blijkt uit een beoordeling van de GGD;

    • b.

      VVE:

      • i.

        op een VVE peuteropvang locatie wordt gewerkt met een bewezen effectief VVE programma;

      • ii.

        op een VVE peuteropvang locatie zijn alle pedagogisch medewerkers geschoold of worden (bij)geschoold in de erkende VVE-methodiek;

Artikel 5. Omvang en looptijd van de subsidie peuteropvang en VVE

  • 1.

    De subsidie per bezette peuterplaats voor reguliere peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag bedraagt per uur:het maximumuurtarief minus de ouderbijdrage volgens het VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang, waarbij de laagste inkomensgroep is vrijgesteld van ouderbijdrage.Bij de subsidieverlening gaat de gemeente uit van een gemiddelde ouderbijdrage.

  • 2.

    Per bezette reguliere peuteropvangplek ontvangt de aanbieder in 2021 een koptarief van € 0,50.

  • 3.

    De subsidie per bezette peuterplaats voor VVE-peuteropvang bedraagt per uur:het maximumuurtarief vermeerderd met het VVE koptarief van € 1,00 per uur in 2021.

  • 4.

    De koptarieven volgen de jaarlijkse indexering van de gemeente.

  • 5.

    Als het totaal van de te verlenen subsidies meer bedraagt dan het budget, worden de subsidiebedragen evenredig gekort.

  • 6.

    Het college verleent de subsidie voor de periode van één kalenderjaar.

  • 7.

    Het bedrag van de subsidieverlening wordt per kwartaal als voorschot uitbetaald.

  • 8.

    Na afloop van het subsidiejaar vindt de verrekening met het voorschot plaats op basis van het werkelijk aantal bezette peuterplaatsen en de verkregen ouderbijdrage.

Artikel 6. Voorwaarden subsidie voor pedagogisch beleidsmedewerker op VVE locatie

  • 1.

    De pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE locatie heeft als profiel HBO werk en denkniveau gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet IKK en zoals ze zijn uitgewerkt in de CAO kinderopvang en de CAO Sociaal Werk

  • 2.

    De pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE locatie heeft als opleiding hbo-, wo- en associate degree-opleidingen gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund. Zie hiervoor de lijst Branche erkende Scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach. MBO4 diploma aangevuld met een branche-erkende opleiding is ook mogelijk.

  • 3.

    De pedagogisch beleidsmedewerker wordt voor 10 uur per VVE- doelgroep peuter in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, per jaar per locatie ingezet. Dit is een rekenregel, de aanbieder mag naar eigen inzicht de pedagogisch beleidsmedewerker inzetten, zolang de inzet gericht is op de kwaliteitsverbetering van het VVE-aanbod en de beroepskrachten.

Artikel 7. Omvang en looptijd van de subsidie voor pedagogisch beleidsmedewerker op VVE locatie

  • 1.

    Per VVE- doelgroeppeuter in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar geldt een toeslag van € 500 voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE locatie met als peildatum 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    De toeslag volgt de jaarlijkse gemeentelijke indexering

  • 3.

    Het college verleent de subsidie voor de periode van 1 kalenderjaar met ingang van 1 januari 2022

  • 4.

    Het bedrag van de subsidieverlening wordt per kwartaal als voorschot uitbetaald.

Artikel 8. De subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor subsidie peuteropvang en pedagogisch beleidsmedewerker op VVE locatie moet worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd. De aanvraag vermeldt de gegevens die het college nodig heeft om de aanvraag te kunnen beoordelen. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het formulier ‘Aanvraag subsidie Voorschoolse educatie’.

  • 2.

    Naast het aanvraagformulier moet het volgende worden ingediend:

    • a.

      een exploitatiebegroting voor het subsidiejaar, waaruit de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend zijn te herleiden. Deze begroting moet voorzien zijn van een toelichting;

    • b.

      een werkplan voor het subsidiejaar waarin de te leveren prestaties en beoogde resultaten worden beschreven.

  • 3.

    Bij een eerste subsidieaanvraag van een instelling moet daarnaast ook worden ingeleverd:

    • a.

      De statuten of het reglement van de instelling;

    • b.

      Een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      De exploitatiebegroting over het lopende jaar, voorzien van een toelichting;

    • d.

      De laatste jaarrekening en jaarverslag van de instelling.

Artikel 9. Aanvullende weigeringsgronden

Het college kan subsidieverlening weigeren wanneer een evenwichtige spreiding van voorzieningen naar het oordeel van het college onvoldoende is gewaarborgd.

Artikel 10. Intrekking oude subsidieregeling en overgangsrecht

  • 1.

    De Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2014 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2014 blijft van kracht voor subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn aangevraagd.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 augustus 2021 en vervangt de Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2021.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Harlingen op 16 november 2021