Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

VERORDENING TOERISTENBELASTING VLIELAND 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING TOERISTENBELASTING VLIELAND 2022
CiteertitelVERORDENING TOERISTENBELASTING VLIELAND 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202231-12-2022nieuwe regeling

20-12-2021

gmb-2022-2433

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING TOERISTENBELASTING VLIELAND 2022

 

De raad van de gemeente Vlieland

gelezen: het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 2021

gelet op: artikel 224 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de volgende:

VERORDENING TOERISTENBELASTING VLIELAND 2022

Artikel 1: Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' worden ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, twee directe belastingen geheven:

 

  • 1.

    een belasting ter zake van het houden van verblijf tussen 7.00 uur en 23.00 uur op de dag van aankomst

  • 2.

    een belasting ter zake van het houden van verblijf met overnachten in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, op vaste standplaatsen, in kamers, tenten, tenthuisjes, groepsverblijven of anderszins, welkverblijf volgt op het verblijf bedoeld in onderdeel a.

Artikel 2: Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Vakantie-onderkomens:

bungalows, appartementen, woningen en andere verblijfsruimten niet zijnde groeps­verblijven, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden

  • 1.

    Tenthuisjes:

tenthuisjes en soortgelijke onderkomens welke bestemd zijn voor, dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, en welke geplaatst zijn op een vaste standplaats

  • 1.

    Tenten:

tenten en soortgelijke onderkomens welke bestemd zijn voor, dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, voor zover deze onderkomens niet vallen onder andere begripsomschrijvingen

  • 1.

    Vaste standplaats:

een terrein of terreingedeelte dat in hoofdzaak gebezigd wordt voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeer onderkomen

  • 1.

    Kamers:

woningen en andere verblijfsruimten, of gedeelten daarvan, niet zijnde vakantie-onderkomens, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch welke in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden

  • 1.

    Groepsverblijven:

verblijfsruimten die zijn ingericht voor het gezamenlijk overnachten voor recreatieve doeleinden van groepen van 20 of meer personen.

Artikel 3: Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, is degene die binnen de gemeente verblijft.

  • 2.

    Belastingplichtig voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, is degene die gelegenheid biedt tot verblijf met overnachten in hem daartoe ter beschikking staande ruimten, bedoeld in artikel 2, dan wel die gelegenheid biedt tot verblijf met overnachten op tot hem ter beschikking staande terreinen, waaronder mede zijn te verstaan ruimten en terreinen bij of van derden waarover hij de beschikking heeft.

  • 3.

    De belastingplichtige bedoeld in het tweede lid, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 4.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 4: Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt per keer geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5: Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht wordt bepaald op het aantal slaapplaatsen per hotel, pension, vakantie-onderkomen, tenthuisje, tent, vaste standplaats, kamer en groepsverblijf;

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde aantal personen per slaap­plaats is overnacht, wordt ingeval verblijf wordt gehouden in:

    • 1.

      vakantie-onderkomens bepaald op 150

    • 2.

      tenthuizen bepaald op 60

    • 3.

      tenten bepaald op 41

    • 4.

      vaste standplaatsen bepaald op:

Artikel 6: Afwijkende maatstaf van heffing

Op een door de belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, lid 2, gedaan schriftelijk verzoek wordt de maatstaf van heffing vastgesteld op het door de belastingplichtige aan te geven werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal afwijkt van het op grond van artikel 5 berekende aantal.

Artikel 7: Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, bedraagt € 2,05 per persoon.

  • 2.

    Het tarief bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, bedraagt € 2,05 per persoon per overnachting.

Artikel 8: Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9: Vrijstellingen

  • 1.

    De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door personen die jonger zijn dan vier jaar.

  • 2.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt niet geheven ter zake van het overnachten door degene die:

    • 1.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning ter zake waarvan forensenbelasting is verschuldigd

    • 2.

      ingevolge last of bevel van de overheid tijdelijk binnen de gemeente verblijft

    • 3.

      als bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in rechte linie nachtver­blijf houdt bij hem die als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven

    • 4.

      uit hoofde van zijn beroep of functie binnen de gemeente tegen betaling werkzaam is

    • 5.

      reeds uit hoofde van de watertoeristenbelastingverordening ten behoeve van dezelfde overnachting(en) belasting heeft betaald

    • 6.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij terzake van het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd en het overnachtingen van hemzelf of zijn gezinsleden betreft

    • 7.

      voor het bijwonen van een begrafenis of het bezoeken van een graf van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad tijdelijk binnen de gemeente verblijft. In dit geval wordt de belasting niet van de eerste overnachting geheven

Artikel 10: Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur geheven;

  • 2.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11: Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegen­heid is of wordt gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 12: Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 10, lid 1:

  • 1.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving

  • 2.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, moet worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13: Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14: Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks aan de aangewe­zen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet, schriftelijk te melden.

Artikel 15: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening toeristenbelasting 2021' van 14 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting Vlieland 2022".

Aldus vastgesteld door de raad van

de gemeente Vlieland in zijn openbare

vergadering van 20 december 2021

de griffier, M. Brinksma-Brandenburg

de voorzitter, M. Schrier