Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2022 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening reinigingsheffingen 2021.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2021 | nieuwe regeling | 21-12-2021 | 21.I002995 |
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt
naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien
waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al
dan niet krachtens eigendom, bezit , beperkt recht of persoonlijk recht gebruik kan maken van een
perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Als gebruiker wordt aangemerkt:
Artikel 3a Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant
Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het
desbetreffende belastingobject geldt.
In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Als kennisgeving wordt aangemerkt de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
In alle overige situaties moet de aanslag in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 betaald worden binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 in de bij deze verordening behorende Tarieventabel, moet worden voldaan op het moment van de uitreiking van de bon, nota of andere schriftuur.
In afwijking van lid 2 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.
Van de belasting bedoeld in artikel 1.1.1 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend, als bedoeld in artikel 255 van de Gemeentewet.
Van de belasting bedoeld in artikel 1.1.3 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend, als bedoeld in artikel 255 van de Gemeentewet tot een maximum – bedrag van € 7,17 per maand.
In afwijking van het bepaalde in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent
Voor het vaststellen of er sprake is van een éénpersoons of meerpersoonshuishouden, is bepalend de situatie op het moment van de aanvraag van de kwijtschelding.
Van de belasting genoemd in hoofdstuk 1 artikel 1.1.2 en in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.
De "Verordening reinigingsheffingen 2021" van 27 oktober 2020 wordt ingetrokken met ingang van
de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in
afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening
geldt aan op 1 januari 2022 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2023
Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 21 december 2021.
De gemeenteraad,
Han Struijs,
Griffier
Judith Keijzers - Verschelling,
Voorzitter
Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen 2022.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsheffingen voor het aanbieden van diverse overige huishoudelijke afvalstoffen.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van afval in de milieustraat:
Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2021.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 21 december 2021,