Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade” ex artikel 213 Gemeentewet (Controleverordening gemeente Kerkrade 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade” ex artikel 213 Gemeentewet (Controleverordening gemeente Kerkrade 2021)
CiteertitelControleverordening gemeente Kerkrade 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervang de Controleverordening gemeente Kerkrade 2003

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 213 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

15-12-2021

gmb-2021-461861

21Rb083

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade” ex artikel 213 Gemeentewet (Controleverordening gemeente Kerkrade 2021)

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. accountant

een door de raad benoemde:

- registeraccountant of

- accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of

- organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

b. accountantscontrole

de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de benoemde accountant van:

- het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen inclusief de rechtmatigheidsverantwoording door het college;

- het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

- de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

 

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

c. rechtmatigheid in het kader van de rechtmatigheidsverantwoording door het college

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving. zoals bedoeld in het Besluit begroting en verantwoording en de Kadernota rechtmatigheid van de Commissie BBV.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole incl. overgangsbepaling

  • 1.

    De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant.

  • 2.

    Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding voor.

  • 3.

    De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast.

  • 4.

    Het per de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds bestaande contract met de externe accountant loopt door voor de resterende looptijd.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    Het college overlegt aan de raad de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het (definitieve) verslag van bevindingen.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de controleverklaringverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening en wettelijke verplichtingen de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden de accountant gevraagd en ongevraagd alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke advieswerkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken specifieke adviesopdrachten.

  • 2.

    Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

  • 3.

    Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7. Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de accountant wenselijk of indien zo overeengekomen brengt de accountant in aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3.

    De controleverklaring en het (concept)verslag van bevindingen worden vóór verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het (definitieve) verslag van bevindingen met (een voor dit doel door de raad ingestelde vertegenwoordiging van) de raad.

Artikel 8. Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat zij van toepassing is op het boekjaar 2022 en later.

  • 2.

    De Controleverordening 2003 wordt per gelijke datum ingetrokken, met dien verstande dat zij nog van toepassing is op het boekjaar 2021.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening gemeente Kerkrade 2021”.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 15 december 2021.

De voorzitter van de raad, de griffier,

dr. T.P. Dassen-Housen mr. drs. D.G.M.G. Franssen

Toelichting op de artikelen

 

Artikel 1. Definities

Een bevoegd accountant voor de controle van de gemeentelijke jaarrekening is een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken.

 

Tot en met het boekjaar 2021 bevat de controleverklaring een oordeel over het getrouwe beeld én de rechtmatigheid gezamenlijk. Een getrouw beeldverklaring houdt in dat de uitkomsten van het gevoerde financieel beheer getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Een getrouw beeld impliceert dat de jaarrekening geen zodanige fouten en/of onzekerheden bevat dat het oordeel van de gebruiker beïnvloed wordt.. Rechtmatigheid in brede zin betekent het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Voor gemeenten zijn dat de wet- en regelgeving van hogere overheden en die van de gemeente zelf. De geldende wet- en regelgeving kan voor een gemeente betrekking hebben op een zeer omvangrijk gebied. Van belang is daarom dat onderscheid wordt gemaakt tussen het juridische begrip rechtmatigheid en het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole. Dit laatste begrip is beperkter dan het juridische begrip rechtmatigheid en wordt in de Kadernota rechtmatigheid van de Commissie BBV zo goed mogelijk afgebakend. Het gaat vooral om de rechtmatigheid van financiële beheershandelingen (bijv. betalingen, subsidietoekenningen). De vraag of voldaan wordt aan bijvoorbeeld de arbo-wetgeving valt hier niet onder. Volledigheidshalve kan nog worden vermeld dat onrechtmatigheid niet synoniem is met fraude. Bij fraude is altijd sprake van opzet.

 

Vanaf het boekjaar 2022 dient het college een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening op te nemen. De accountant geeft hierover geen apart oordeel meer. De accountant moet beoordelen of de rechtmatigheidsverantwoording zoals opgenomen in de jaarrekening juist, volledig en toereikend is. De accountant geeft in zijn verklaring een oordeel over het getrouwe beeld van de jaarrekening, inclusief de rechtmatigheidsverantwoording door college.

 

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het overleggen van deze stukken aan de raad moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad. Het is dan ook de raad, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 Gemeentewet). De raad is echter niet het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de burgemeester, die de overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte, luidt het eerste lid van artikel 171 Gemeentewet.

 

Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de gemeentelijke jaarrekening. Het tweede lid regelt dat het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening.

 

Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole decentrale overheden Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden bevat onder andere regels voor de omvangsbasis en goedkeuringstoleranties voor de controleverklaring en de rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen. In het programma van eisen kunnen voor de jaarlijkse accountantscontrole specifieke eisen worden opgenomen. Normaliter gelden de goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties zoals opgenomen in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden:

 

 

Goedkeuringstoleranties

 

 

Soort verklaring

 

 

Goedkeurend

 

Beperking

 

Oordeelonthouding

 

Afkeurend

 

Fouten in de jaarrekening (% van totale lasten)

 

1%

 

> 1% < 3%

 

-

 

3%

 

Onzekerheden in de controle (% van totale lasten)

 

3%

 

> 3 < 10%

 

10%

 

-

 

Rapporteringstoleranties

 

Gelijk aan goedkeuringstoleranties (tenzij de Raad anders bepaalt)

 

NB: Naast bovenstaande kwantitatieve beoordeling zal de accountant ook altijd nog een meer kwalitatieve beoordeling hanteren: het zogenoemde “professional judgement” van de accountant m.b.t. de weging van fouten en onzekerheden speelt ook mee. Dit is de verantwoordelijkheid van de accountant.

 

In Kerkrade wordt uitgegaan van gelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties, conform het audit contract. Indien de raad specifieke informatiebehoeften heeft, kan via afzonderlijke onderzoeksopdrachten aan deze behoeften worden voldaan. Per onderzoek kan dan namelijk de exacte aard, omvang en wijze van rapportage worden bepaald.

 

In lid 4 tenslotte wordt bepaald dat het huidige contract met de externe accountant doorloopt voor de resterende looptijd en met inachtneming van de opzegtermijn. Het is immers een nog bestaand en rechtsgeldig contract.

 

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van de raad is het college ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door de raad geëiste overige verantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.

 

Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het tweede lid draagt aan het college op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen.

 

Het derde lid verplicht het college een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het college verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een ‘LOR’ (‘Letter Of Representation’) of ‘Bevestiging bij de jaarrekening’ genoemd. In Kerkrade is het verstrekken van een dergelijke verklaring gebruikelijk.

 

In het vierde lid wordt bepaald dat het college aan de raad dient te overleggen de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het (definitieve) rapport van bevindingen. Voor wat betreft de planningsdata geldt de jaarlijks door het college opgestelde planning die in overleg met het presidium op de raadsagenda wordt opgenomen (zie artikel 4 van de Financiële verordening). De jaarrekening moet binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval vóór 15 juli worden toegezonden aan gedeputeerde staten (artikel 200 Gemeentewet). Voor deze datummoet de jaarrekening door de raad zijn behandeld en moet een eventuele erop volgende indemniteitsprocedure (artikel 198 Gemeentewet) zijn doorlopen en de jaarrekening wel of niet zijn vastgesteld.

 

De accountant verzendt de controleverklaring en het (definitieve) verslag van bevindingen aan de raad, met een afschrift aan het college. Het tweede lid van artikel 197 Gemeentewet bepaalt echter, dat het college bij de overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag aan de raad daarbij (toch) moet toevoegen de controleverklaring en het verslag van bevindingen.

 

Het vijfde lid van het artikel gebiedt het college alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de controleverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door de raad aan het college bekend is geworden, terstond te melden aan de raad en de accountant.

 

Artikel 4. Uitvoering controle

Artikel 4 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het college ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het college is hierin volgend.

 

De accountant houdt hierbij wel rekening met de wettelijke verplichtingen (zoals de termijn waarop de jaarstukken aan de raad dient te worden aangeboden) en met de gemaakte tijdsplanning zoals genoemd in de Financiële verordening gemeente Kerkrade. Bovendien moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een vertegenwoordiger van de rekenkamerfunctie, de portefeuillehouder financiën, de algemeen directeur of de directeur domein Bestuur en de afdeling financiën. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole. Overigens gebeurt dit nu ook al in de praktijk.

 

Artikel 5. Toegang tot informatie

In het vorige artikel is bepaald dat de accountant leidend is voor wat betreft de inrichting van de accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij echter ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Artikel 5 van de verordening kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Het artikel legt aan het college de plicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle locaties van de gemeente en de ambtenaren van de gemeente volledig meewerken aan de accountantscontrole.

 

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de gemeente die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken door gemeenten (specifieke uitkeringen) soms nog een aparte controleverklaring, hoewel het merendeel van dergelijke verantwoordingen inmiddels plaatsvindt via de jaarrekening (Single Information Single Audit, SISA). Ook bij de verantwoording van de besteding van Provinciale subsidies wordt in veel gevallen een controleverklaring gevraagd. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door de raad benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaamheden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhankelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen.

 

Het eerste lid van artikel 6 bepaalt, dat het college voor specifieke advieswerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging of voor de begeleiding en aanschaf van software, de door de raad benoemde accountant kan inschakelen. Indien het college dit voornemen heeft, dient hij de raad hier echter vooraf over te informeren. Dit biedt de raad de mogelijkheid om over de desbetreffende werkzaamheden zijn oordeel te vormen en zijn eventuele bedenkingen aan het college kenbaar te maken. Door deze werkzaamheden te gunnen aan de door de raad benoemde accountant kan namelijk de onafhankelijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controlewerkzaamheden voor de raad in het geding komen in verband met op de loer liggende belangenverstrengeling tussen college en accountant. Hetzelfde geldt voor die gevallen waar de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren (bijvoorbeeld bij administratieve dienstverlening door de accountant). Het geldt bijvoorbeeld niet voor specifieke onderzoeken (bijv. thema-audits), aangezien de controlebevindingen daarvan bruikbaar kunnen zijn bij c.q. in het verlengde liggen van de jaarrekeningcontrole en het belang normaliter hetzelfde is.

 

Overigens is de accountantswetgeving op het gebied van dit soort advieswerkzaamheden de afgelopen jaren fors aangescherpt. De accountant is dan zelf ook gehouden alert te zijn op mogelijke belangenverstrengelingen en dienovereenkomstig te handelen.

 

Het tweede en het derde lid regelen, dat het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door de raad benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken indien dit in het belang van de gemeente is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de gemeentelijke administraties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit kan een besparing opleveren. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard (zo kunnen de controlewerkzaamheden gemeenschappelijke activiteiten met een andere gemeente betreffen en de accountantscontrole hiervan door de accountant van de andere gemeente worden uitgevoerd). De verordening regelt dat het college in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant.

 

Artikel 7. Rapportering

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college. Aanvullend daarop kan de raad in zijn programma van eisen bij de aanbesteding aanvullende eisen stellen. Artikel 7 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal eerder al tussentijdse controles (interim-controles). Het eerste lid van artikel 7 regelt, dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan de raad. Dit opdat het college (in overleg met de raad en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen.

 

Het tweede lid van artikel 7 regelt dat, indien wenselijk of indien zo overeengekomen, het management een rapportage krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld opmerkingen over (kleine) rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de administratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van de gemeente kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden. Deze rapportage is in principe niet bedoeld voor de raad. Voorts is in het artikel een lid opgenomen voor de procedure van hoor en wederhoor. De constateringen in het (concept) verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de controleverklaring en het (definitieve) verslag van bevindingen aan de raad door de accountant besproken met het college en/of andere vertegenwoordigers van de gemeente (zie ook artikel 4). Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen. Tot slot is in het vierde lid van dit artikel opgenomen, dat de accountant zijn (definitieve) verslag van bevindingen aan (een voor dit doel door de raad ingestelde vertegenwoordiging van) de raad toelicht.

Artikel 8. Inwerkingtreding en overgangsregeling

Deze verordening treedt in de plaats van de vorige. Aangezien de rechtmatigheidsverantwoording door het college pas met ingang van boekjaar 2022 wordt ingevoerd, blijft de oude verordening nog gelden voor het boekjaar 2021.

 

Artikel 9. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.