Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barneveld

Besluit van de raad van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarneveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de raad van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Barneveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer
  2. artikel 10.24 van de Wet milieubeheer
  3. artikel 10.25 van de Wet milieubeheer
  4. artikel 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer
  5. artikel 3.5 van de Wet dieren
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Nieuwe regeling

15-12-2021

gmb-2021-461447

1724

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 1724;

 

gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, 10.25, en 10.26, eerste lid van de Wet milieubeheer, alsmede artikel 3.5 van de Wet dieren;

besluit:

 

vast te stellen de Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld.

 

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  • a.

    inzamelmiddel: hulp- of bewaarmiddel voor de inzameling van afvalstoffen bestemd, voor een huishouden;

  • b.

    inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plaats voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • c.

    inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats voor meerdere huishoudens;

  • d.

    perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu en een doelmatig beheer van afvalstoffen.

 

§ 2. Afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

  • 1.

    De gemeentelijke inzameldienst (afdeling Beheer Openbare Ruimte) is als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

  • a.

    bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

  • b.

    verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4; of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Afvalscheiding

Burgemeester en wethouders stellen nadere regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

    • a.

      ter inzameling aan te bieden;

    • b.

      achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over het gebruik van:

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de bepaalde dag en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

Artikel 11. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan de gemeentelijke inzameldienst ter inzameling aan te bieden, over te dragen of bij de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5, achter te laten.

 

§ 3. Zwerfafval en overige

Artikel 12 Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan met inachtneming van hetgeen bepaald is in artikel 16 van deze verordening;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 13. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde en/of degene die opdracht tot verspreiding heeft gegeven.

  • 3.

    Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of anderszins te behandelen.

Artikel 14. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft, verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 15. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 16. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 17. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 18. Kadavers van gezelschapsdieren

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder gezelschapsdier: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.

  • 2.

    De gemeentelijke milieustraat Otelaar wordt aangewezen als verzamelplaats waar kadavers van gezelschapsdieren in ontvangst worden genomen.

  • 3.

    Van ingezamelde kadavers wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. De kadavers worden bewaard en overgedragen aan Rendac Son B.V. in overeenstemming met artikel 3.1 van de Wet dieren.

  • 4.

    Uiterlijk op de eerste werkdag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af op de aangewezen verzamelplaats.

  • 5.

    Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.

  • 6.

    Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op het terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die erkend is op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.

     

§ 4. Handhaving en toezicht

Artikel 19. Strafbare feiten

Overtreding van artikelen 4, 6, 8 tot en met artikel 10 en artikel 11 tot en met artikel 17, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 20. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

 

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 21. Toekomstige wijzigingen als gevolg van de Omgevingswet

Op een door burgemeester en wethouders nog bij besluit te bepalen dag wordt deze verordening als volgt gewijzigd:

  • a.

    in artikel 12, tweede lid, onder d, wordt “Waterwet” vervangen door “Omgevingswet”;

  • b.

    in artikel 14 vervallen de aanduiding “1.” voor het eerste lid, alsmede het tweede en derde lid;

  • c.

    in artikel 16 vervalt de zinsnede “en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet milieubeheer” en na het slot van het artikel wordt de zin toegevoegd: “Het verbod geldt als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.”;

  • d.

    in artikel 17 wordt de zinsnede “anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken” vervangen door “anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen”;

  • e.

    in artikel 21 wordt de zinsnede “artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vervangen door “artikel 18.6 van de Omgevingswet”.

Artikel 22. Intrekking oude verordeningen

De volgende verordeningen en de daarop gebaseerde wijzigingen worden ingetrokken:

  • a.

    de Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld, die in werking getreden is op 1 maart 2006; en

  • b.

    de Destructieverordening voor de gemeente Barneveld, die vastgesteld is op 13 oktober 1981.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Barneveld.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2021

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,