Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Beleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen.
CiteertitelBeleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Beleidsregel toegang schulddienstverlening gemeente Kampen 2016 wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

07-12-2021

gmb-2021-448477

68933-2021

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van 16 september 2021, kenmerk 68933-2021,

gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

besluit vast te stellen de

Beleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen

 

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    budgetbeheer: budgetbeheer is een vorm van (lichte) ondersteuning. De inkomsten en de uitgaven worden beheerd en (een gedeelte van) de lasten worden betaald. De inwoner krijgt per week of per maand leefgeld om boodschappen mee te doen. Het doel van budgetbeheer is het voorkomen van zwaardere maatregelen als bewindvoering of het ontstaan van problematische schulden. Afhankelijk van de zelfredzaamheid van de inwoner wordt bepaald of en in hoeverre volledig of gedeeltelijk budgetbeheer wenselijk is;

  • b.

    budgetcoaching: het aanleren van kennis en vaardigheden waarbij inzicht wordt verkregen in de inkomsten en de uitgaven, om zo de financiële zelfredzaamheid te vergroten;

  • c.

    budgetplan: een individueel op maat gemaakt financieel maandoverzicht van o.a. inkomsten, uitgaven, verplichte aflossing schuldbemiddeling en reserveringsgedeelten;

  • d.

    duurzame financiële dienstverlening (DFD): DFD kan worden ingezet op het moment dat is vastgesteld dat de bestaande schuldsituatie door omstandigheden nog niet kan worden opgelost. Dit is bijvoorbeeld het geval bij niet saneerbare vorderingen of voorliggende problematiek. Bij DFD wordt geprobeerd om een evenwicht aan te brengen in de inkomsten en de uitgaven;

  • e.

    financieel beheer: financieel beheer is een vorm van ondersteuning die bijdraagt aan het tot stand komen van een minnelijke regeling. Hierbij wordt de afloscapaciteit gereserveerd en het maandinkomen doorgestort naar de inwoner zelf. Bij financieel beheer is de inwoner verantwoordelijk voor het betalen van de vaste lasten;

  • f.

    fraude/ grove schuld: er is sprake van fraude of grove schuld indien de aanvrager opzettelijk of verwijtbaar fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en hij in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd, tenzij de fraudevordering volledig is betaald;

  • g.

    herfinanciering voor kleine schulden: bij een herfinanciering van schulden wordt geprobeerd om 100% van de schuld terug te betalen. Dit kan in de vorm van een betaalregeling of een herfinanciering;

  • h.

    intake: de intake moet een zo compleet mogelijk beeld opleveren van de situatie van de inwoner. Als het nodig is helpt Financiën op Koers (FinoK) de klant met het ordenen van de administratie, het maken van een schuldenoverzicht en het doen van belastingaangiftes. Tijdens het intakegesprek wordt de situatie van de inwoner in kaart gebracht. Er wordt gekeken naar de schulden en de aard hiervan (problematisch, of niet-problematische situatie). Ook wordt er bekeken of er andere problemen zijn op andere leefgebieden. Op basis van deze gegevens wordt bepaald hoe het plan van aanpak eruit komt te zien en welke producten en/of diensten ingezet moeten worden. Lukt het niet om een passend traject te bieden, doordat niet aan de voorwaarden wordt voldaan of omdat de inwoner het niet eens is met de aanpak, dan kan er Informatie en Advies worden aangeboden of wordt er een andere vorm van hulp gezocht. Waar nodig blijven de consulenten schuldhulpverlening betrokken;

  • i.

    middelen: alle vermogens- en inkomensbestanddelen gerekend waarover de aanvrager en diens gezinsleden tot 18 jaar beschikken dan wel redelijkerwijs kunnen beschikken;

  • j.

    minnelijke schuldbemiddeling: schuldbemiddeling is een vorm van een minnelijk schuldregelingstraject. Een minnelijke schuldregeling (MSNP) houdt in dat er bij een problematische schuldensituatie zonder tussenkomst van de rechter een regeling getroffen wordt met de schuldeisers. Bij schuldbemiddeling worden alle inkomsten boven het VTLB maandelijks gereserveerd en jaarlijks uitbetaald aan de schuldeisers. Eens per jaar wordt de afloscapaciteit opnieuw berekend of vaker als de situatie hierom vraagt. Het bedrag dat aan schuldeisers wordt betaald kan daardoor jaarlijks verschillen;

  • k.

    nazorg: het geheel aan activiteiten dat erop gericht is om mensen na het doorlopen van een traject, blijvend in staat stelt hun financiën op orde te houden. Nazorg wordt ingezet om terugval te voorkomen op het moment dat een inwoner een traject heeft doorlopen;

  • l.

    plan van aanpak: het plan van aanpak omvat alle financiële gegevens en schulden van de inwoner en een analyse van de situatie. Daarnaast biedt het plan van aanpak een overzicht van producten en diensten die de inwoner zou kunnen ontvangen en een stappenplan die toewerkt naar de wenselijke eindsituatie. De inwoner moet het plan van aanpak goedkeuren om het traject te beginnen;

  • m.

    saneringskrediet: een saneringskrediet is een vorm van een minnelijke schuldregeling waarbij de totale (problematische) schuld wordt afgekocht bij de gemeente tegen finale kwijting. Er blijft dan één schuldeiser (de gemeente) over. Er wordt maandelijks één vast bedrag afgelost aan deze schuldeiser gedurende het traject;

  • n.

    schuldhulpverlening: overkoepelend en samenhangend geheel van diverse trajecten, met als doel financiële problemen en de oorzaken daarvan op te lossen, te voorkomen of hanteerbaar te maken.;

  • o.

    sociaal krediet/Jongerenkrediet: een krediet dat verstrekt wordt aan inwoners die om verschillende redenen geen krediet bij een bank kunnen aangaan. Dit krediet kan ingezet worden bij beginnende schulden, waarbij nog geen sprake is van een problematische schuldenlast;

  • p.

    vermogen: de waarde van de bezittingen waarover de aanvrager en zijn gezinsleden tot 18 jaar beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken. Hierbij worden richtlijnen van de NVVK en Recofa-normen toegepast en de waarde van de bezittingen wordt vastgesteld op de waarde in het economische verkeer;

  • q.

    WSNP-traject: traject bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Het wettelijk schuldsaneringstraject natuurlijke personen (WSNP) is een traject waar naar wordt verwezen op het moment dat een minnelijke regeling niet lukt. Binnen het wettelijk traject wordt met tussenkomst van de rechter geprobeerd om een schuldregeling af te dwingen.

 

Artikel 2 Aanvraag schuldhulpverlening

Elke inwoner met een hoofdverblijf in de gemeente Kampen kan een aanvraag schuldhulpverlening indienen.

 

Artikel 3 Intakegesprek schuldhulpverlening

Na de aanvraag schuldhulpverlening voert de consulent schuldhulpverlening met de aanvrager schuldhulpverlening een intakegesprek waarin onder andere de financiële situatie van de aanvrager en de mogelijkheden voor een traject op maat worden besproken.

Na het intakegesprek bepaalt het college of er, op basis van de door de aanvrager verstrekte informatie, een traject schuldhulpverlening wordt toegekend en wordt een beschikking verzonden waarin de afspraken zijn vastgelegd.

 

Artikel 4 Soorten trajecten

Een traject schuldhulpverlening kan bestaan uit één of meer van de volgende trajecten:

  • a.

    budgetcoaching;

  • b.

    minnelijke schuldbemiddeling;

  • c.

    saneringskrediet;

  • d.

    sociaal krediet/jongerenkrediet;

  • e.

    budgetbeheer;

  • f.

    financieel beheer;

  • g.

    duurzame financiële dienstverlening (DFD);

  • h.

    herfinanciering voor kleine schulden;

  • i.

    nazorg;

  • j.

    WSNP-traject.

 

Artikel 5 Toelating schuldhulpverlening

Het college kan een aanvrager van schuldhulpverlening toelaten tot een traject schuldhulpverlening indien:

  • a.

    aanvrager beschikt over een vaste woon- en verblijfplaats en ingeschreven staat in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Kampen;

  • b.

    aanvrager zich legitimeert met een geldig legitimatiebewijs. Als geldig legitimatiebewijs gelden de documenten genoemd in artikel 1, eerste lid, onder 1 tot en met 3, van de Wet op de Identificatieplicht; en

  • c.

    aanvrager niet rechtens zijn vrijheid is ontnomen of niet binnenkort zijn vrijheid zal worden ontnomen.

 

Artikel 6 Algemene verplichtingen

  • 1.

    Belanghebbende is verplicht om alle gegevens en informatie door te geven die van invloed kunnen zijn op het traject schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject schuldhulpverlening.

  • 2.

    Belanghebbende is verplicht om zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject schuldhulpverlening alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is. Deze verplichting houdt onder meer in dat belanghebbende:

    • a.

      verschijnt op een oproep, of bij niet verschijnen daarop alsnog verschijnt nadat in ieder geval drie hersteltermijnen zijn gegeven;

    • b.

      juiste en volledige informatie verstrekt, of bij ontbreken daarvan alsnog verstrekt nadat in ieder geval drie hersteltermijnen zijn gegeven;

    • c.

      geen nieuwe schulden is aangegaan na de aanvraag schuldhulpverlening;

    • d.

      zich na de aanvraag schuldhulpverlening of gedurende het traject schuldhulpverlening houdt aan de opgelegde voorwaarden en verplichtingen;

    • e.

      meewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst in het kader van het traject schuldhulpverlening en aan de juiste uitvoering van een dergelijke overeenkomst;

    • f.

      Als andere problematiek een traject schuldhulpverlening belemmert kan een verplichting tot medewerking aan andere hulpverlening worden opgelegd.

    • g.

      Belanghebbende is verplicht (daar waar mogelijk en haalbaar) gedurende de looptijd van het traject schuldhulpverlening aantoonbaar inspanningen te verrichten. Deze inspanningen vergroten de inkomsten of verminderen de lasten.

 

Artikel 7 Gronden voor afwijzing

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag schuldhulpverlening af indien niet aan de in deze beleidsregel opgenomen voorwaarden en verplichtingen wordt voldaan.

  • 2.

    Het college wijst een aanvraag schuldhulpverlening af indien sprake is van fraude door opzet of grove schuld.

  • 3.

    Wanneer een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen, volgt een doorverwijzing naar een ketenpartner of hulpverlenende instantie. Indien er sprake is van een zelfstandige ondernemer wordt deze doorverwezen naar het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ).

  • 4.

    Indien een aanvrager binnen een jaar gerekend vanaf de datum van het besluit tot afwijzing van de aanvraag een nieuwe aanvraag indient, kan besloten worden om deze aanvraag niet in behandeling te nemen tenzij er sprake is van aantoonbaar gewijzigde omstandigheden.

  • 5.

    Indien een aanvrager binnen twee jaar na voortijdige beëindiging van een schuldregeling, gerekend vanaf de datum van de beëindigingbeschikking, een nieuwe aanvraag indient, kan besloten worden dat geen schuldregeling wordt aangeboden.

 

Artikel 8 Specifieke voorwaarden en verplichtingen

  • 1.

    Indien aanvrager door het college wordt toegelaten tot een traject is hij verplicht om de onderstaande verzekeringen af te sluiten, de polis(sen) over te leggen en de verschuldigde premies te betalen van:

    • a.

      zorgverzekering;

    • b.

      wettelijke aansprakelijkheid (WA);

    • c.

      inboedelverzekering;

    • d.

      opstalverzekering bij bewoning van een woning in eigendom.

  • 2.

    In iedere situatie wordt een individueel traject op maat vastgesteld en worden de specifieke voorwaarden en verplichtingen hiervan in een plan van aanpak vastgelegd. Bij de start van een traject wordt een overeenkomst getekend waarin specifieke voorwaarden en verplichtingen worden vastgelegd.

  • 3.

    De schuldhulpverlener bepaalt op basis van de situatie van de aanvrager welk van in artikel 4 genoemde trajecten het meest passend is, tenzij:

    • a.

      aanvrager niet beschikt over een inkomen uit loondienst en/of uitkering van minimaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • b.

      aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden en richtlijnen van de NVVK en er in het kader hiervan voor de aanvrager geen sluitend budgetplan gemaakt kan worden;

    • c.

      ten aanzien van aanvrager naar het oordeel van het college geen sprake is van een stabiele woon-, leef- en inkomenssituatie.

 

Artikel 9 Redenen beëindiging traject schuldhulpverlening

Het traject schuldhulpverlening wordt door het college beëindigd indien:

  • a.

    belanghebbende niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 5;

  • b.

    belanghebbende de in deze beleidsregels opgenomen verplichtingen en/of de op grond van deze beleidsregels tot stand gekomen afspraken en/of overeenkomsten niet nakomt;

  • c.

    belanghebbende niet (meer) voldoet aan de richtlijnen van de NVVK;

  • d.

    het toegewezen traject is afgerond;

  • e.

    op basis van (het opzettelijk verstrekken of achterhouden van) verkeerde en onjuiste informatie schuldhulpverlening aan aanvrager is toegekend.

  • f.

    het Wsnp-traject van toepassing is of belanghebbende failliet wordt verklaard;

  • g.

    belanghebbende schriftelijk daarom verzoekt;

  • h.

    belanghebbende is overleden.

 

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

Artikel 11 Intrekking bestaande regeling

Op het moment van inwerkingtreding van deze regeling wordt de Beleidsregel toegang schulddienstverlening gemeente Kampen 2016 ingetrokken.

 

Artikel 12 lnwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel toegang schuldhulpverlening gemeente Kampen.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 7 december 2021.

Het college van burgemeester en wethouders van Kampen.

N.J. Middelbos, secretaris

S. de Rouwe, burgemeester