Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van veergelden 2022 |
Citeertitel | Verordening veergelden 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De ingangsdatum van de heffing is 01-01-2022.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2021 | nieuwe regeling | 17-11-2021 | 2021/109 |
De raad van de gemeente De Fryske Marren;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021, nummer 2021/109;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van veergelden 2022
Onder de naam ‘veergelden’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn, zijnde de pont over de Langweerdervaart, welke de verbinding onderhoudt tussen Langweer en de Aldewei.
De rechten worden geheven van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die houder is van de voertuigen, welke met het veer worden overgezet.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in artikel 4 worden geheven door middel van een schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
De Verordening veergelden 2021 van de gemeente De Fryske Marren, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.