Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2022
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ingangsdatum van de heffing is 01-01-2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2021nieuwe regeling

17-11-2021

gmb-2021-427118

2021/109

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2022

De raad van de gemeente De Fryske Marren;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021, nummer 2021/109;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2022

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

  • b.

    lengte: de lengte over alles;

  • c.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

  • d.

    particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;

  • e.

    particulier verhuurde ligplaats of vaartuig: een ligplaats die of vaartuig dat door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;

  • f.

    seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;

  • g.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • h.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • i.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig gedurende een seizoen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:

    • .

      de schipper,

    • .

      de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of

    • .

      degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

 

Artikel 4 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

 

Artikel 5 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • a.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • b.

      kano's, roei en volgboten;

    • c.

      motor en zeilboten met een lengte van ten hoogste vier meter;

    • d.

      een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • 2.

    waarvoor de gemeente

    • a.

      toeristenbelasting heft ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting;

    • b.

      forensenbelasting heft ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van de voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 4.

    door degene, die op de eerste dag van het verblijf, de leeftijd van 13 jaar nog niet heeft bereikt;

  • 5.

    van scholieren vallend onder de Wet op het voortgezet (speciaal) onderwijs (WVO) die in het kader van het onderwijs in groepsverband deelnemen aan zeilkampen.

 

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal verblijven in het belastingtijdvak. Het aantal verblijven wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

 

Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor vaste ligplaatsen kan het aantal verblijven als bedoeld in artikel 6 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal verblijven gesteld op het aantal verblijfhoudende personen vermenigvuldigd met het aantal etmalen, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

  • 2.

    Bij de forfaitaire berekening voor vaste ligplaatsen, wordt per ligplaats, per jaar:

Het aantal verblijfhoudende

personen gesteld op:

bij een ligplaats voor een vaartuig met een lengte van:

 

meer dan

maar niet meer dan

2 personen

--

7 meter

2,02 personen

7 meter

10 meter

2,09 personen

10 meter

--

Het aantal etmalen gesteld op:

bij een ligplaats voor een vaartuig met een lengte van:

 

meer dan

maar niet meer dan

14 etmalen

--

7 meter

25 etmalen

7 meter

10 meter

25 etmalen

10 meter

--

 

Artikel 8 Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 7 berekende aantal.

 

Artikel 9 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per verblijf € 1,20.

 

Artikel 10 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 11 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 12 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

 

Artikel 13 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslabiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 15 Overgangsrecht

De Verordening watertoeristenbelasting 2021 van de gemeente De Fryske Marren, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting 2022.

 

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 17 november 2021.

De griffier, De voorzitter,

H.A. van Dijk-Beekman F. Veenstra