Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Spoorlanden - Zendijk 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Spoorlanden - Zendijk 2022
CiteertitelVerordening Reclamebelasting Spoorlanden-Zendijk 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 227 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2021nieuwe regeling

11-11-2021

gmb-2021-417328

79978-2021

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Spoorlanden - Zendijk 2022

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021 inzake de invoering van reclamebelasting ten behoeve van het ondernemersfonds Spoorlanden – Zendijk met ingang van 1 januari 2022, kenmerk 79978-2021;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Reclamebelasting Spoorlanden – Zendijk 2022

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • b.

    jaar: een kalenderjaar;

  • c.

    onroerende zaak: Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • d.

    reclameobject: openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

 

Artikel 4 Gebiedsomschrijving

Deze verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Spoorlanden-Zendijk is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Kampen dat wordt begrensd door:

  • 1.

    IJsseldijk tussen station Kampen en Mr. J.L.M. Niersallee, Zwolseweg tussen Mr. J.L.M. Niersallee en Oosterlandenweg, Oosterlandenweg, Spoorlijn Zwolle- Kampen tussen Oosterlandenweg en station Kampen, een ander aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid maken de percelen Zwolseweg 22 en Kraton 2 geen deel uit van het gebied.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak voorzien van een of meerdere openbare aankondigingen.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf is een vast bedrag op grond van de volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar.

  • 3.

    Indien met betrekking tot een onroerende zaak bedoeld in het tweede lid geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 4.

    Het vaste bedrag van de reclamebelasting als bedoeld in het tweede lid bedraagt bij een WOZ-waarde:

    • a.

      tot en met € 249.999 € 300,00

    • b.

      vanaf € 250.000 tot en met € 499.999 € 500,00

    • c.

      vanaf € 500.000 tot en met € 749.999 € 600,00

    • d.

      vanaf € 750.000 tot en met € 999.999 € 800,00

    • e.

      vanaf € 1.000.000 tot en met € 1.499.999 € 1.000,00

    • f.

      vanaf € 1.500.000 tot en met € 1.999.999 € 1.200,00

    • g.

      vanaf € 2.000.000 € 1.500,00

  • 5.

    Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

 

Artikel 6 Belastingtijdvak

De reclamebelasting wordt geheven over een heffingstijdvak van een jaar.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde reclamebelasting als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde reclamebelasting als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

 

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens de ondernemersvereniging, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de ondernemersvereniging;

  • g.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • i.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • j.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

  • k.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw.

 

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Reclamebelasting Spoorlanden-Zendijk 2022’.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 11 november 2021,

drs. H.A. van der Meulen, griffier

S. de Rouwe, voorzitter

Bijlage: Kaart als bedoeld in artikel 4 van de Verordening Reclamebelasting Spoorlanden – Zendijk