Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Simpelveld

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSimpelveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2022
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2021nieuwe regeling

04-11-2021

gmb-2021-410575

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2022

De raad van de gemeente Simpelveld;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2021;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

besluit vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2022’.

 

(Verordening afvalstoffenheffing 2022)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Reductie heffing medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 4 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moet aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt 60% van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen, met een maximum van € 60,00 per belastingjaar.

  • 3.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient uiterlijk binnen 6 maanden na dagtekening van de opgelegde belasting, zoals bedoeld in het eerste lid, een daartoe strekkend verzoek indienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 4.

    De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5.

    Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 6, letters b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 en lid 6, letter a van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 6 onderdeel b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2 en 3 van de tarieventabel is verschuldigd aan het eind van het belastingjaar.

  • 7.

    Belastingbedragen gebaseerd op hoofdstuk 1 van de tarieventabel van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 8.

    Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1, lid 6, letters b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2021’ van 10 november 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 2021.

De griffier,

F.G. Simons

De voorzitter,

mr. R. de Boer

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2022’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

€ 204,00

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

a. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 20 liter

€ 0,00

b. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 0,00

c. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

€ 0,00

d. een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter

€ 6,45

e. een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter

€ 8,75

3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding bij een 60-liter trommel

€ 1,60

4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

€ 1,60

5. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor

a. de aanbieding van een gekenmerkte afvalzak voor de verpakkings-materialen kunststof, drankenkartons en blik

b. de aanbieding van een BEST-tas

€ 0,00

€ 0,00

6. Onverminderd het bepaalde in de leden 1 t/m 5 bedraagt het tarief voor

a. het in gebruik hebben van een extra restafvalcontainer of meer dan twee

GFT-containers, per container per jaar of een gedeelte daarvan

€ 10,00

b. het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer

€ 25,00

c. het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per keer

€ 25,00

7. In afwijking van het bepaalde in het zesde lid, onderdelen b. en c. kan:

a. een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

b. de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

    a.

    Papier en karton

    Gratis

    b.

    Glas

    Gratis

    c.

    Klein chemisch afval

    Gratis

    d.

    Vet en (motor)olie (max. 20 liter)

    Gratis

    e.

    Metaal

    Gratis

    f.

    Textiel

    Gratis

    g.

    Kringloopgoederen

    Gratis

    h.

    BEST-tas

    Gratis

    i.

    Electrische apparaten

    Gratis

    j.

    Asbesthoudend afval (max. 35m2)

    Gratis

    k.

    l.

    m.

    n.

    o.

    p.

    Auto-/motorband zonder velg (max. 20 inch, max. 4 stuks)

    Tuinafval

    Snoeiafval/kerstbomen

    Gips (geen cel- of gasbeton)

    Verpakkingsafval (plastic, metaal, drankkartons)

    Harde kunststoffen

    Gratis

    Gratis

    Gratis

    Gratis

    Gratis

    Gratis

    q.

    r.

    s.

    Gasflessen en gastanks (explosieveilig aangeleverd)

    Piepschuim

    PMD (kleine plastic en metalen verpakkingen, drankenkartons

    Gratis

    Gratis

    Gratis

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

    a.

    Grof huisvuil/grote huisraad, eerste twee bezoeken maximaal 5m³ gratis, daarna per m³

    € 32,20

    b.

    Restafval (per 50 liter)

    € 1,63

    c.

    Hout kwaliteit A,B, eerste twee keer gratis, daarna (per m³)

    € 15,00

    d.

    Hout kwaliteit C (per m³)

    € 32,20

    e.

    Auto- of motorband met velg, per stuk (max. 4 stuks)

    € 1,60

    f.

    band > 20 inch per stuk (max. 4 stuks)

    € 3,50

    g.

    Vrachtwagenband, per stuk (max. 2 stuks)

    € 15,00

    h.

    Tractorband, per stuk (max. 2 stuks)

    € 22,00

    i.

    Schone grond per m3

    € 15,40

    j.

    Vervuilde grond per m3

    € 90,00

    k.

    Schoon puin per m3

    € 10,20

    l.

    Vervuild puin per m3

    € 90,00

    m.

    Dakleer/bitumenhoudend afval (per m3)

    € 32,20

    o.

    Ongesorteerd bouwafval

    € 90,00

    p.

    Matras, éénpersoons per stuk

    € 8,05

    q.

    Matras, tweepersoons per stuk

    € 16,10

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

    a.

    per keer

    € 45,00

 

Behoort bij raadsbesluit van 4 november 2021.

 

De griffier van de gemeente Simpelveld

F.G. Simons

 

De burgemeester van de gemeente Simpelveld

mr. R. de Boer