Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Simpelveld

Verordening op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSimpelveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen 2022
CiteertitelKwijtscheldingsverordening 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Kwijtscheldingsverordening 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 255 van de Gemeentewet
  2. artikel 26 van de Invorderingswet 1990
  3. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
  4. Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2021nieuwe regeling

04-11-2021

gmb-2021-410560

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen 2022

De raad van de gemeente Simpelveld;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2021;

 

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

 

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE KWIJTSCHELDING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2022’

 

(Kwijtscheldingsverordening 2022)

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:

  • a.

    onroerende-zaakbelastingen;

  • b.

    hondenbelasting;

  • c.

    precariobelasting;

  • d.

    toeristenbelasting;

  • e.

    leges;

  • f.

    marktgelden;

  • g.

    woonwagenrechten;

  • h.

    begraafplaatsrechten;

  • i.

    de afvalstoffenheffing zoals bedoeld in hoofdstuk 1, lid 6 en hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij de ‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2020’.

Artikel 2 Verruimde kwijtschelding

  • 1.

    de afvalstoffenheffing

    • a.

      Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend voor: 100 procent van het belastingbedrag als bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2022 (belasting per perceel).

    • b.

      Van de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2 t/m 4 (belasting per lediging) van de tarieventabel behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022”, wordt per belastingjaar kwijtschelding verleend tot een bedrag van maximaal: € 55,00.

  • 2.

    de rioolheffing (gebruikersbelasting)

    Bij de invordering van de rioolheffing wordt kwijtschelding verleend voor 100 procent van het belastingbedrag als bedoeld in artikel 6 van de Verordening rioolheffing 2022 (belasting per perceel).

Artikel 3 Kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding van afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 4 Eigen bijdrage kosten kinderopvang

  • 1.

    Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

  • 2.

    Voor de berekening van de in het voorgaande lid genoemde kosten wordt gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in de kosten kinderopvang.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Kwijtscheldingsverordening 2021’ van 10 november 2020 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Kwijtscheldingsverordening 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 2021.

De griffier,

F.G. Simons

De voorzitter,

mr. R. de Boer