Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Verordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2021
CiteertitelVerordening tegemoetkoming raadsfracties 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2022nieuwe regeling

04-10-2021

gmb-2021-376495

2021_1183

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2021

De raad van de gemeente Tilburg;

 

  • -

    gezien het voorstel van het presidium;

     

Besluit

 

De huidige Verordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2017 in te trekken en de Verordening Tegemoetkoming Raadsfracties 2021 vast te stellen.

Artikel 1. Recht op financiële vergoeding

  • 1.

    De in de raad vertegenwoordigde raadsfracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast component van €30.000,-- voor elke fractie.

  • 3.

    Deze bijdrage bestaat uit een variabel component van €1.250,-- per raadszetel.

  • 4.

    Deze bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de procentuele indexering overeenkomstig aan het gemeentelijke indexcijfer. Vaststelling van de bedragen wordt uitgevoerd door een door de gemeente Tilburg aangestelde accountant.

  • 5.

    De in lid 1 genoemde bijdrage kan slechts worden verleend aan een stichting, welke statutair uitsluitend is belast met het ondersteunen van de fractie, besteding en verantwoording van de financiële vergoeding.

  • 6.

    Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening worden als een fractie beschouwd de leden van de raad, gekozen op eenzelfde lijst, zoals deze heeft gediend voor de verkiezing van de raad. Een lid, gekozen als enige op een lijst, zoals deze voor de verkiezing van de raad heeft gediend, wordt mede als een fractie aangemerkt.

  • 7.

    Het bepaalde in lid 3 leidt uitzondering indien:

    • a.

      één of meer leden van een zittende fractie als zelfstandige, nieuwe fractie gaat / gaan optreden;

    • b.

      Twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

    • c.

      Één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie.

  • Alsdan wordt met de gewijzigde situatie rekening gehouden , met ingang van de dag waarop de wijziging is ingegaan en hiervan schriftelijk mededeling is gedaan aan de voorzitter van de raad. Vanaf het moment van wijziging worden de vergoedingen voor de betrokken fracties opnieuw vastgesteld, overeenkomstig de maatstaf zoals die geldt op grond van de leden 2 en lid 3, onverminderd het bepaalde in artikel 4.

Artikel 2. Besteding financiële vergoeding

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken. Hierbij mag maximaal 75% van de financiële vergoeding gewijd worden aan personele kosten (ook wel betaalde fractieondersteuning) en maximaal 25% van de financiële bijdrage aan overige kosten.

  • 2.

    De bijdrage mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      betalingen aan familieleden in de eerste lijn;

    • d.

      giften, anders dan attenties van geringe financiële waarde (tot maximaal €50,--) in het kader van representatie;

    • e.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de raadsleden ingevolge het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • f.

      partijuitgaven, zoals verkiezingsactiviteiten;

    • g.

      leningen, beleggingen en voorschotten.

Artikel 3. Uitbetaling voorschot

  • 1.

    De in artikel 1 bedoelde bijdrage wordt ieder jaar in de maand januari in de vorm van een voorschot aan een door de raadsfractie aangewezen stichting uitgekeerd, op een afzonderlijke voor dit doel bestemde bankrekening.

  • 2.

    In het jaar waarin verkiezingen plaatsvinden, wordt het voorschot in gedeelten uitgekeerd in verhouding tot de delen van de zittingsperiode van de raad.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten over voorafgaande jaren.

  • 4.

    De stichting maakt voor de ontvangst van de financiële bijdrage op grond van deze verordening en voor uitgaven in het kader van de fractiekosten-vergoeding gebruik van één bankrekening. Deze rekening wordt niet gebruikt voor andere doeleinden.

Artikel 4. Gevolgen splitsen fractie

  • 1.

    Bij afsplitsing van een fractie komt het vaste component toe aan de fractie, die naar het oordeel van de burgemeester als voortzetting van de oorspronkelijke fractie kan worden aangemerkt. Het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte variabele component wordt verdeeld over de betrokken fractie, naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 2.

    Bij afsplitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode, heeft de nieuw gevormde fractie uitsluitend aanspraak op de in artikel 1, derde lid genoemde variabele component. Deze aanspraak wordt in mindering gebracht op de tegemoetkoming van de fractie in oude samenstelling. Dit lid gaat in met ingang van het jaar, volgend op het jaar waar de splitsing heeft plaatsgevonden. De nieuwe fractie kan geen aanspraak maken op de door de fractie in oude samenstelling opgebouwde reserve.

Artikel 5. Reserve

  • 1.

    De fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage, ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 100% van de bijdrage die de fractie toekomt.

  • 3.

    Fracties die bij inwerkingtreding van deze verordening over een reserve beschikken die groter is dan de in dit artikel bepaalde omvang, mogen deze reserves behouden en kunnen deze inzetten ter dekking van toekomstige kosten voor fractieondersteuning.

  • 4.

    De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert in de raad, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de burgemeester als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger is dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op het meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie komt de reserve toe aan de fractie, die als voortzetting van de oorspronkelijke fractie kan worden aangemerkt.

  • 7.

    Voor het bepalen van de hoogte van de reserve wordt het kosten-baten stelsel gehanteerd.

Artikel 6. Verantwoording en controle

  • 1.

    De stichting van de fractie draagt zorg voor correcte administratieve verwerking en verantwoording van de uitgaven. De eindverantwoordelijkheid voor de naleving van de bepalingen in dit artikel berust bij de stichting.

  • 2.

    Elke raadsfractie documenteert van alle betalingen wat het doel van de besteding is geweest.

  • 3.

    Elke stichting van de fractie legt jaarlijks vóór 1 april verantwoording en volledige administratie met boekingsbescheiden af conform de in de bijlage opgenomen modellen en voorschriften. De bijlage wordt door de griffier en de externe accountant vastgesteld en op bevindingen jaarlijks aangepast.

  • 4.

    De Raadsgriffie publiceert jaarslijk het in lid 3 bedoelde overzicht op de website van de raad.

Artikel 7. Terugbetalingsverplichting

  • 1.

    Indien een fractie ophoudt te bestaan, is de betreffende fractie gehouden om het restantbedrag dat deze fractie nog aan fractievergoeding onder zich heeft, aan de gemeente terug te betalen.

  • 2.

    Indien op grond van artikel 1, lid 2 en 3, de vergoeding op een lager bedrag wordt vastgesteld, is de betreffende fractie gehouden het te veel betaalde aan de gemeente terug te betalen.

  • 3.

    Indien op basis van de verantwoording en controle geen goedkeuring wordt gegeven aan bepaalde bestedingen, moet het teveel betaalde voorschot worden terugbetaald.

Artikel 8. Toepassing Algemene wet bestuursrecht

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Indien naar het oordeel van het college daar aanleiding voor is, treedt het college vooraf in overleg met het presidium.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel omtrent de interpretatie van deze verordening, beslist het college, gehoord het presidium.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 16 maart 2022.

  • 4.

    Op het tijdstip bedoeld in lid 3 vervalt de Verordening tegemoetkoming raadsfracties 2017.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening tegemoetkoming raadsfracties 2021’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 oktober 2021.

de griffier,

voorzitter,