Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling peuter- en dreumesplaatsen Twenterand |
Citeertitel | Subsidieregeling peuter- en dreumesplaatsen Twenterand |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2021 | artikel 7, 11, 12 | 14-12-2021 | |||
15-10-2021 | 17-12-2021 | nieuwe regeling | 12-10-2021 |
Deze subsidieregeling bevat regels over de verstrekking van subsidie voor reguliere peuterplaatsen, doelgroeppeuterplaatsen en dreumesplaatsen in Twenterand.
Burgemeester en wethouders van Twenterand;
Bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand 2017 en de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.2).
Vast te stellen de Subsidieregeling peuter- en dreumesplaatsen Twenterand
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand 2017;
College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand;
Doelgroeppeuters: peuters die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie, op indicatie van GGD Twente afdeling JGZ. Deze peuters worden geplaatst op een peuterplaats met VE;
Dreumes: een in de gemeente Twenterand woonachtig kind in de leeftijd van 1 jaar tot de leeftijd van 2,5 jaar;
Dreumesplaats: plaats voor een dreumes (in een dreumesgroep) bij een kinderopvang die voorschoolse educatie aanbiedt;
Dreumesgroep: ondersteuning van de opvoeding door ouders van kinderen in de leeftijd van 1 jaar tot 2,5 jaar, waarbij de groep bestaat uit minimaal 4 dreumesen;
Gemeente: de gemeente Twenterand;
Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een locatie die in het LRK is opgenomen als kinderopvang met in het geval van peuteropvang met VE een VE-registratie;
Inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI). Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;
JGZ: afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD;
Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;
Kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/ verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;
Kwaliteitskader: het door het college vastgesteld Kwaliteitskader gesubsidieerde peuteropvang en doelgroeppeuters, zoals opgenomen in de bijlage van deze regeling;
LRK: Landelijk Register Kinderopvang: register waarin alle kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;
Maximum uurtarief: het jaarlijks door de belastingdienst vastgestelde landelijk maximum uurtarief per opvangsoort, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit Kinderopvangtoeslag.
Maximum uurprijs: het maximum bedrag dat door het college gesubsidieerd wordt. Dit bedrag is gebaseerd op het maximum uurtarief zoals omschreven in artikel 6, lid 1 van deze regeling;
NJI: Nederlands Jeugd Instituut;
Ouderbijdrage: het bedrag dat als vaste eigen bijdrage door de ouder betaald moet worden voor kinderopvang zoals vastgesteld in de advies tabel ouderbijdragetabel van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten
Ouders: ouder(s) of verzorger(s) van de peuter;
Pedagogisch beleidsmedewerker voorschool: medewerker die kan worden ingezet door een houder, met de volgende afgeronde opleiding(en): hbo-, of wo- of associate degree-opleidingen gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund, opgenomen in de lijst Branche-erkende Scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach;
Peuter: een in de gemeente Twenterand woonachtig kind in de leeftijd van 2,5 tot de leeftijd waarop het kind kan deelnemen aan het basisonderwijs;
Peuteropvang: Een ontwikkelingsgericht aanbod voor kinderopvang waarmee op basis van een gericht programma de ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt, in het bijzonder op de gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Peuterplaats regulier: opvang van een peuter in een LRK-geregistreerd kindcentrum;
Peuterplaats met VE: het aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarbij aan de hand van een door het NJI erkend VE-programma, op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;
Prijs per uur peuterplaats: het bedrag dat door de houder per uur in rekening wordt gebracht voor een peuterplaats;
VE: voorschoolse educatie; het aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar, waarbij aan de hand van een VE-programma, op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;
VE-indicatie: een door de jeugdarts van het consultatiebureau afgegeven indicatie;
VE-subsidie (aanvullend): een subsidie in de vorm van een bedrag per VE-peuter per uur aan de houder voor de extra (personele) inzet voor een bezette VE- peuterplaats;
VE-programma: een door het NJI erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal- emotionele ontwikkeling;
Voorschoolse voorziening: kinderdagverblijven die zijn geregistreerd in het LRK(P) als VE-gecertificeerd binnen de gemeente Twenterand;
Hoofdstuk 2 Subsidie voor reguliere peuters en doelgroeppeuters
De houder vraagt de subsidie voor peuterplaatsen regulier en/of peuterplaatsen met VE uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie aan, met een door het college vastgesteld aanvraagformulier. De houder vraagt de subsidie voor 2022 uiterlijk aan op 1 november 2021. De aanvraag bevat in ieder geval een reële inschatting van het aantal uren te leveren peuteropvang en/of peuteropvang met VE per houder, waarop de afzonderlijke locaties worden vermeld, verdeeld in de volgende categorieën:
Houders die gedurende het kalenderjaar aan het kwaliteitskader voldoen en voor een eerste maal een subsidieaanvraag willen indienen (aangezien ze nog niet eerder voldeden aan het kwaliteitskader) kunnen lopende het kalenderjaar een subsidieaanvraag indienen die niet eerder ingaat dan datum aanvraag.
De houder rapporteert vóór 15 april, 15 juli en 15 oktober van het jaar waarover subsidie is verstrekt aan het college met een door het college vastgesteld formulier per locatie over:
Artikel 6 De grondslag voor de subsidie
De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal peuters en het werkelijk aantal contracturen dat gebruik wordt gemaakt van een (VE-) peuterplaats gedurende 40 schoolweken. Naar rato van de plaatsingsperiode per (doelgroep) peuter, berekent het college de subsidiebedragen als volgt:
per bezette peuterplaats voor ouders zonder recht op KOT minimaal 260 uren en maximaal 320 uren per jaar, vermenigvuldigd met het door de aanbieder gehanteerd uurtarief en minus de over deze uren in rekening gebrachte ouderbijdrage. Het subsidiebedrag per uur is nooit hoger dan het door het college vastgestelde maximum uurtarief;
per doelgroeppeuter voor ouders die geen recht hebben op KOT maximaal 660 uren per jaar, vermenigvuldigd met het door de kinderopvangaanbieder gehanteerde uurtarief en minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage over 320 uren per jaar. Het subsidiebedrag is nooit hoger dan het door het college vastgestelde maximum uurtarief. Per schoolweek wordt de ouderbijdrage over 8 uur gerekend;
per doelgroeppeuter voor ouders met recht op KOT maximaal 340 uren per jaar, vermenigvuldigd met het door de kinderopvangaanbieder gehanteerde uurtarief. Het subsidiebedrag per uur is nooit hoger dan het door het college vastgestelde maximum uurtarief. De doelgroeppeuter maakt naast deze uren nog tenminste 320 uren per jaar gebruik van de VE-peuterplaats, waarvoor kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd door de ouder.
Artikel 7 Subsidieplafond reguliere peuters en doelgroeppeuters
Voor VE-subsidie is eveneens een subsidieplafond van toepassing. Het subsidieplafond is bereikt wanneer voor 2022 en 2023 150 peuterplaatsen per jaar met een VE-indicatie subsidie aangevraagd is en vanaf 2024 100 peuterplaatsen per jaar met een VE-indicatie. Het college verdeelt de subsidie voor doelgroeppeuters volgens verdeelcriteria. Dit zijn in volgorde van prioriteit:
Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie
Het college stelt de subsidie vast op basis van de totaal afgenomen uren reguliere peuteropvang en peuteropvang met VE. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal kinderen dat gedurende een jaar of een gedeelte van het jaar gebruik heeft gemaakt van de reguliere peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen, het geldende uurtarief en het aantal uren dat per peuter gebruik is gemaakt van de peuterplaatsen. De ouderbijdrage gebaseerd op de VNG ouderbijdragetabel regel drie wordt hierop in mindering gebracht.
Hoofdstuk 3 Subsidie voor pedagogisch beleidsmedewerker voorschool
Artikel 13 De subsidieaanvraag
De houder die een peuterplaats VE aanbiedt, vraagt uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, bij het college subsidie aan voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker voorschool, met een door het college vastgesteld aanvraagformulier. De houder vraagt de subsidie voor 2022 uiterlijk aan op 1 november 2021.
De houder die een peuterplaats VE aanbiedt, toont bij de aanvraag het volgende aan:
een plan van aanpak met daarin het verwachte aantal reguliere uren inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker voorschool en de verwachte aanvullende uren die worden ingezet. Deze uren bestaan uit contacten met intern begeleiders basisscholen, contacten met zorgadviesteams en/of schoolondersteuningsteams en andere externe hulpverleners, onderlinge intervisie en interne afstemming met de locatieleider;
Houders die een peuterplaats VE aanbieden die gedurende het kalenderjaar voor een eerste maal een subsidieaanvraag willen indienen voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker voorschool (aangezien ze nog niet eerder een pedagogisch beleidsmedewerker voorschool hadden) kunnen lopende het kalenderjaar een subsidieaanvraag indienen die niet eerder ingaat dan datum aanvraag.
Hoofdstuk 4 Subsidie voor dreumesgroepen
Het college kan subsidie verstrekken aan een kinderopvang die VE aanbiedt voor een dreumesgroep die gevestigd is in de gemeente Twenterand en minimaal 1,5 uur tot maximaal 2 uur per dag per week gedurende 40 weken per jaar een dreumesgroep aanbiedt.
De kinderopvang die VE aanbiedt, rapporteert vóór 15 april, 15 juli en 15 oktober van het jaar waarover subsidie is verstrekt aan het college met een door het college vastgesteld formulier per locatie over het aantal dreumesen dat gebruik maakt van een dreumesplaats.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Vriezenveen, 12 oktober 2021
Burgemeester en wethouders,
de secretaris
P.F.G. Rossen
de burgemeester
mr. J.C.F. Broekhuizen
Bijlage: 1 Kwaliteitskader gesubsidieerde peuteropvang en voorschoolse educatie
In de gemeente Twenterand willen we de kwaliteit die beschreven staat in dit kwaliteitskader monitoren door de volgende vereisten:
Als de GGD na haar jaarlijkse inspectie en in een definitief rapport een negatieve beoordeling heeft gegeven over de uitvoering van de VE-onderdelen, vindt er een gesprek plaats met de gemeente Twenterand. Afhankelijk van het onderwerp met betrekking tot VE dat een negatieve beoordeling heeft gekregen wordt er nameting afgesproken.
Hoofdstuk 2 De indicatoren van de kwaliteit
3 = voldoende kwaliteit aanwezig
2.2.Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
2.3.Kwaliteit van de educatie: organisatie
2.4.Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
2.5.Kwaliteit van de educatie: rekening houden met verschillen
2.7.Ouderbetrokkenheid binnen de voorschool
De intake gebeurt in afstemming met de ouders volgens een intake procedure en een standaard intakeformulier. Bij de intake worden ouders actief benaderd en wordt hen aangegeven wat het vve-programma inhoudt en wat dan van hen verwacht wordt. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst met de ouders (zie hoofdstuk 4).
2.8.Kwaliteitszorg binnen de voorschool
Hoofdstuk 3 Bepaalde voorwaarden
Bij alle eisen dient een kinderopvangorganisatie minimaal een voldoende te halen. Onder bepaalde voorwaarden kan hiervan voor de volgende eisen worden afgeweken:
Bij 2.5 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
Bij 2.7 Ouderbetrokkenheid binnen de voorschool
Bij 2.8 Kwaliteitszorg binnen de voorschool
Hoofdstuk 4 Informatie aan ouders
Verplichte informatie voor ouders met betrekking tot VE en de intake.
De volgende onderwerpen dienen besproken te worden bij de intake met ouders van een doelgroepkind. Voor de JGZ en de overdracht naar de basisschool is een handtekening nodig.
Deze gegevens worden verwerkt in het eigen administratiesysteem van de kinderopvang.
Wanneer een kind deelneemt aan VVE, vindt er altijd een mondelinge overdracht plaats naar de basisschool. Hierbij zijn, de groepsleerkracht en of IBer en pedagogisch medewerker (mentor) aanwezig. Ouders mogen ook aanwezig zijn. Bij zorgen over een peuter vindt dit gesprek eerder plaats. Dit is verplicht.