Organisatie | Zwartewaterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenreglement Zwartewaterland |
Citeertitel | Havenreglement Zwartewaterland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300137/4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-05-2003 | Nieuwe regeling | 28-04-2003 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;
overwegende dat het wenselijk is uit oogpunt van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente nadere regels te stellen aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats in door ons college als zodanig aangewezen havens;
gelet op artikel 5.3.2, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 begripsomschrijving
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Artikel 2.1 Meldingsplicht passanten
De schipper, wiens vaartuig geen vaste ligplaats heeft, is verplicht zich na aankomst in de haven te melden bij de havenmeester voor het aanwijzen van een ligplaats.
Het is verboden, een vaartuig anders als aan de daarvoor bestemde voorwerpen vast te maken. Een vaartuig mag niet worden vastgemaakt aan palen, steigerwerken, dijk- en glooiingswerken, lichtmasten, relingen van vaartuigen of van steigerwerken en andere niet voor het vastmaken van vaartuigen bestemde of geschikte voorwerpen.
Artikel 2.3 Innemen van een andere ligplaats
De schipper is verplicht trossen en kettingen, waarmee zijn vaartuig is afgemeerd of verankerd, af te vieren, in te korten, zijn vaartuig te verhalen, te meren en gemeerd te houden op een andere door of vanwege de havenmeester aangewezen ligplaats, indien en zodra te kennen is gegeven dat dit vereist is in het belang van de scheepvaart.
Artikel 2.6 Meldingplicht overdracht
De eigenaar van een vaartuig waarmee ligplaats in de haven wordt ingenomen is verplicht, wanneer het in eigendom wordt overgedragen, hiervan zo spoedig mogelijk doch binnen twee weken na de feitelijke overdracht schriftelijk mededeling te doen aan de havenmeester.
Artikel 3.2 Uitstekende voorwerpen
Het is verboden voorwerpen of delen zodanig buiten het vaartuig te doen steken dan wel te hebben, dat de veiligheid van andere vaartuigen in gevaar gebracht kan worden of schade aan die vaartuigen dan wel oever of waterstaatswerken veroorzaakt kan worden.
Artikel 3.3 Gebruik van ankers
Het is verboden ankers, dreggen of andere voorwerpen met hetzelfde doel, in de haven uit te zetten op een glooiing, havendam, haventerrein, kade of dijk. Dit verbod is niet van toepassing, indien de schipper tot zodanig handelen genoodzaakt wordt om schade aan enig vaartuig of kunstwerk te voorkomen dan wel indien er gehandeld wordt met toestemming van de havenmeester.
Artikel 4.1 Geluid- en lichthinder
Het is verboden op een in de haven of de toegang daarvan of aan een kade liggend vaartuig, buiten het geval van noodzaak, geluid- of lichtsignalen te geven.
Artikel 4.2 Gevaarlijke stoffen
Indien een schipper gevaarlijke stoffen aan boord van zijn vaartuig heeft, is hij verplicht hiervan melding te doen aan de havenmeester.
Behoudens het bepaalde in of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de op grond daarvan verleende vergunningen, is het verboden in het water voorwerpen, materialen, stoffen of vloeistoffen van welke aard dan ook die verondieping, verontreiniging, schade, gevaar of hinder kunnen veroorzaken, te pompen, te laten werpen ofte vallen, te laten afvloeien of te laten drijven.
Artikel 4.4 Ontsmetten van vaartuigen
Het is de schipper verboden zijn vaartuig met gassen te behandelen of te doen behandelen met het doel het vaartuig te ontsmetten, tenzij dit geschiedt met toestemming van de havenmeester.
Artikel 6.2 Te water raken en zinken
De schipper van een vaartuig, dat in de haven is gezonken, alsmede de eigenaar, houder, gebruiker of beheerder van een in de haven te water geraakt vervoermiddel of ander voorwerp, dat de veiligheid of het verkeer in de haven in gevaar kan brengen is verplicht, het zinken ofte water raken onmiddellijk aan de havenmeester te melden en dat vaartuig, vervoermiddel of voorwerp, indien het is gezonken dag en nacht te bewaken of te doen bewaken en daarbij de door de havenmeester voorgeschreven bakens en veiligheidstekens te plaatsen of doen plaatsen, alsmede te zorgen dat aan het bevel van de havenmeester, het gezonken vaartuig, vervoermiddel of voorwerp binnen een door hem te stellen redelijke termijn te verwijderen, gevolg wordt gegeven.
Bij gebreke van de melding bedoeld in het eerste lid of ingeval van een bevel, het vaartuig te lichten of te verwijderen, niet binnen de gestelde termijn is voldaan, is de gemeente gerechtigd het gezonken vaartuig in het belang van de haven op kosten van de eigenaar terstond te doen lichten en de overige maatregelen te nemen.
l. Wanneer met een vaartuig schade is veroorzaakt aan de haven, glooiing, de havendammen, de kade, meerpalen, steigerwerken, aanlegplaatsen en dergelijke of enig ander tot de haven behorend voorwerp of werk of aan een onbemand vaartuig, is de schipper verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij de havenmeester en politie.
Indien schade aan enig werk van de haven is ontstaan tengevolge van het laden of lossen van een vaartuig, of het op de kade of haventerrein plaatsen of weghalen van een object of voorwerp, is degene die de feitelijke leiding bij het laden of lossen of plaatsen of weghalen, had, verplicht de schade onmiddellijk te melden bij de havenmeester en/of de politie.
Artikel 6.6 Onbeheerd drijvende voorwerpen
De havenmeester kan onbeheerd drijvende voorwerpen, die in de haven worden aangetroffen alsmede losdrijvende voorwerpen voor rekening en risico van de eigenaar meren, verhalen dan wel in bewaring nemen of dit doen gebeuren.
Artikel 6.7 Gebruik als woonschip
Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van het bestuursorgaan een vaartuig uitsluitend te gebruiken voor huisvesting.
Artikel 6.8 Gebruik als opslag of magazijn
Het is verboden in de haven een vaartuig te hebben dat geheel of gedeeltelijk tot magazijn, tot opslag of bewaring van zaken of tot enige andere beroepsmatige bezigheid wordt gebruikt. Dit is ook van toepassing op tijdelijk opgelegde vaartuigen.
Artikel 6.9 Vaartuig te koop aanbieden
Het is verboden in de haven een vaartuig openlijk ten verkoop aan te bieden.
Artikel 7.1 Uitleg nadere regels
In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of bij twijfel omtrent de toepassing van deze nadere regels, beslist het College van burgemeester en wethouders.
Artikel 7.2 Onvoorziene omstandigheden
Onverminderd het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, moet er in de gevallen waarin de onderhavige nadere regels niet voorzien, alle maatregelen worden genomen, zoals door goed zeemanschap zijn geboden, teneinde belemmering van de scheepvaart te voorkomen. Van deze nadere regels kan worden afgeweken, teneinde belemmering van de scheepvaart of beschadiging van kaden of waterstaatswerken te voorkomen.