Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;
- c.
huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onderdeel a, b, of c van de wet;
- d.
aanvrager: de persoon en diens eventuele partner, die een verzoek doet om een tegemoetkoming op grond van de TONK;
- e.
inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van de aanvrager en diens eventuele partner als direct gevolg van de coronacrisis;
- f.
woonlasten: de noodzakelijke kosten van hypotheekrente en -aflossing, kosten van huur alsmede de kosten van gas, water en elektra van de door de aanvrager en zijn gezin bewoonde privé woning;
- g.
woonquote: het procentuele deel van het inkomen over de peilmaand dat uit woonlasten bestaat;
- h.
peilmaand: januari 2021, dan wel de maand waarover voor het eerst recht bestaat op een tegemoetkoming TONK;
- i.
peildatum: de eerste dag van de peilmaand.
Artikel 2: TONK
De tegemoetkoming TONK is een vorm van bijzondere bijstand, waarop de daarop betrekking hebbende bepalingen uit de Participatiewet van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande:
- -
dat de regelingen uit het steun- en herstelpakket NOW en TVL niet als voorliggende voorzieningen worden aangemerkt;
- -
dat geen verplichting geldt om een beroep te doen op verhoogde huurtoeslag of hypotheekrenteaftrek, als voorliggende voorziening;
- -
dat geen verhuisplicht wordt opgelegd;
- -
dat de draagkrachtbepalingen in het inkomen zoals bedoeld in artikel 35, 1e lid van de wet niet toegepast worden;
- -
dat artikel 44, 1e lid van de wet, dat ziet op moment van aanvragen, niet zo strikt wordt toegepast in die zin dat een terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 wordt toegestaan;
- -
dat het drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 35, 2e lid van de wet niet van toepassing is.
Artikel 3 Doelgroep TONK
- 1.
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:
- a.
die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval van meer dan 30%;
- b.
die daardoor de noodzakelijke woonlasten niet meer kunnen voldoen;
- c.
waarvoor de eigen direct beschikbare vermogensbestanddelen onvoldoende toereikend zijn en
- d.
waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende oplossing bieden.
- 2.
Een belanghebbende kan eenmaal voor een tegemoetkoming TONK in aanmerking komen.
Artikel 4 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten
- 1.
Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager als:
- a.
het inkomen in de maand januari 2021, dan wel de peilmaand, meer dan 30% lager ligt ten opzichte van het inkomen in de maand januari 2020 en
- b.
de bruto woonlasten in januari 2021 of de peilmaand meer bedragen dan 25% van het inkomen (woonquote) in diezelfde maand, en
- c.
de woonlasten niet uit de eigen direct beschikbare vermogensbestanddelen kunnen worden voldaan.
- 2.
Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK als de aanvrager over direct beschikbare vermogensbestanddelen beschikt welke hoger is dan: € 12.590,- voor een alleenstaande, of € 25.180,- voor een alleenstaande ouder of de gehuwden tezamen/ samenwonenden.
- 3.
Het recht op een tegemoetkoming wordt vastgesteld op de peildatum en geldt voor de gehele periode tot en met 30 september 2021, of langer voor zover hiertoe de mogelijkheid wordt geboden in het kader van het Corona-steunpakket van de rijksoverheid.
Artikel 5 Noodzakelijke kosten
De tegemoetkoming TONK heeft betrekking op de in de peilmaand voor de aanvrager noodzakelijke woonlasten van de:
- a.
kosten van huur van de woning;
- b.
kosten van de hypotheekrente en (premie ten behoeve van) aflossing voor de privé woning;
- c.
sta- en/ of liggeld van woonwagen of woonboot;
- d.
kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning, woonwagen of woonboot tot een normbedrag van € 150,- per maand;
Artikel 6 Aanvraag
- 1.
De aanvraag voor de tegemoetkoming TONK wordt ingediend met een door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.
- 2.
Aanvrager overlegt bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs als bedoeld in artikel 17, 4e lid van de wet;
- 3.
Bij de aanvraag verklaard de aanvrager:
- a.
de hoogte van het (gezamenlijk) inkomen in de peilmaand of, in geval van onregelmatige inkomsten, het inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de peilmaand;
- b.
dat het (gezamenlijk) inkomen over de peilmaand meer dan 30% lager is dan het inkomen over de maand januari 2020;
- c.
dat die inkomensterugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19) met vermelding van de branche waarin de aanvrager werkzaam is;
- d.
gespecificeerd, de hoogte van de bruto woonlasten van de privé woning;
- e.
over direct beschikbare vermogensbestanddelen te beschikken lager dan de vermogensgrenzen genoemd in artikel 4, 2e lid van deze beleidsregels.
- 4.
Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 maand na afloop van de TONK-regeling in het kader van het Corona-steunpakket en kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 worden toegekend.
Artikel 7 duur en maximale hoogte tegemoetkoming
De maximale tegemoetkoming voor de noodzakelijke woonlasten bedraagt op basis van deze beleidsregels: € 166,67 of € 333,33 per maand.
De hoogte van de tegemoetkoming is opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregels en is afhankelijk van het inkomen in de peilmaand, de totaalsom van de bruto woonlasten, de woonquote en de gezinssituatie.
Artikel 8 Inkomen
- 1.
Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het inkomen over de peilmaand.
- 2.
Bij onregelmatige inkomsten is het gemiddelde inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de peilmaand bepalend.
- 3.
Bij zelfstandigen wordt het inkomen over de peilmaand bepaald op basis van de te verwachten winst over 2021 vermenigvuldigd met de factor 0,83.
- 4.
De middelen bedoeld in artikel 31 lid 2, met uitzondering van onderdeel i, van de wet worden niet tot het inkomen gerekend.
- 5.
Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
- b.
inkomen uit de eigen onderneming;
- c.
inkomen uit een uitkering;
- d.
- e.
inkomen uit partneralimentatie;
- f.
- g.
inkomsten uit studiefinanciering (WSF) of WTOS volgens het normbedrag genoemd in artikel 33, 2e lid van de wet;
- h.
inkomen uit vermogen zoals rente en dividend.
Artikel 9 direct beschikbare vermogensbestanddelen
- 1.
Beschikbare vermogensbestanddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager en diens partner op de peildatum beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.
- 2.
Onder direct beschikbare vermogensbestanddelen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
- b.
geld op betaal- en spaarrekeningen;
- c.
cryptovaluta (zoals bitcoins);
- d.
de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).
- 1.
Beschikbare vermogensbestanddelen uit eigen woning en in onderneming zijn uitgezonderd evenals vermogensbestanddelen vastgelegd in een lijfrente, polis/verzekering voor pensioen, arbeidsongeschiktheidsverzekering, uitvaartkosten of voor studie.
- 4.
De geldmiddelen bedoeld in artikel 4, 2e lid van deze beleidsregels worden niet tot de beschikbare geldmiddelen gerekend.
Artikel 10 Uitbetaling
Na toekenning wordt de tegemoetkoming ineens voor de gehele periode tot het einde van de TONK-regeling in het kader van het Corona-steunpakket uitbetaald.
Artikel 11 Verplichtingen, controle en terugvordering
- 1.
De aanvrager dient aan de inlichtingenplicht en medewerkingsplicht te voldoen zoals bedoeld in de wet.
- 2.
Het college kan besluiten om steekproefsgewijs de rechtmatigheid van de verstrekkingen controleren.
- 3.
Het voor en/ of achteraf niet voldoen aan de inlichtingenplicht waardoor de rechtmatigheid van de verstrekking niet kan worden vastgesteld of wanneer er sprake is van een onrechtmatig verstrekte tegemoetkoming leidt met inachtneming van de wet tot terugvordering van de verstrekte tegemoetkoming. Daarnaast kan een boete worden opgelegd.
Artikel 12 Hardheidsclausule
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.
Artikel 13 Inwerkingtreding en duur beleidsregels
- 1.
Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021 en vervallen op het moment dat de TONK van rechtswege niet meer van kracht is.
- 2.
Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels komen de Beleidsregels TONK, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders op 20 april 2021 te vervallen.
Artikel 14 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels TONK 2021.3 gemeente Harlingen.