Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Standplaatsenbeleid 2021 gemeente Wierden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid 2021 gemeente Wierden
Citeertitelstandplaatsen 2021 gemeente Wierden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-09-2021wijziging

31-08-2021

gmb-2021-300421

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid 2021 gemeente Wierden

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden,

 

Overwegende,

 

dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te leggen, die een nadere invulling geven aan de artikelen 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Wierden 2021 (hierna APV).

Gelet op afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht en op de artikelen 5:17, 5:18, 5:19 en 5:20 van de APV.

 

Besluiten vast te stellen:

 

“Beleidsregels standplaatsen gemeente Wierden 2021”.

HOOFDSTUK 1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: de natuurlijke persoon die een vergunning aanvraagt;

  • b.

    APV: de Algemene Plaatselijke Verordening, gemeente Wierden (2021);

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

  • d.

    Evenementen: een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak als bedoeld in artikel 2.24 van de APV;

  • e.

    Incidentele standplaats: een standplaats die wordt ingenomen, gedurende ten hoogste 1 dag per maand, met een maximum van 12 dagen per kalenderjaar;

  • f.

    Seizoensgebonden producten: producten, die in de regel slechts gedurende een korte periode worden verkocht (bijvoorbeeld ijs in de zomermaanden of oliebollen in het najaar);

  • g.

    Standplaats: standplaats als bedoeld in artikel 5:17, lid 1 van de APV;

  • h.

    Standplaatsvergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18, lid 1 van de APV;

  • i.

    Tijdelijke (seizoen)standplaats: een standplaats, die gedurende ten hoogste drie aaneengesloten maanden wordt gebruikt voor de verkoop van seizoensgebonden goederen;

  • j.

    Vaste standplaats: een standplaats op een in artikel 8 aangewezen locatie, die gedurende een kalenderjaar wordt gebruikt, met een minimum van één dag of dagdeel per week;

  • k.

    Vergunninghouder: degene aan wie een vergunning is verstrekt om een standplaats in te nemen;

  • l.

    Week- en jaarmarkt: een markt als bedoeld in de Marktverordening gemeente Wierden (2003).

 

 

Artikel 2 Toepassingsbereik van de beleidsregels

  • 1.

    Standplaatsvergunningen worden uitsluitend verleend ten behoeve van ambulante handel en dienstverlening;

  • 2.

    Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op het toewijzen en/of innemen van standplaatsen op week- en jaarmarkten en bij evenementen

 

Artikel 3 Natuurlijke personen

  • 1.

    Uitsluitend natuurlijke personen komen in aanmerking voor een standplaatsvergunning;

  • 2.

    Per persoon wordt, gelet op het feit, dat de standplaats persoonlijk moet worden ingenomen per dag of dagdeel, niet meer dan één standplaatsvergunning verleend.

 

Artikel 4 Vereisten van de aanvrager

Om voor een standplaatsvergunning in aanmerking te komen, moet de aanvrager hebben aangetoond, dat hij/zij een natuurlijk persoon is en de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

 

Artikel 5 Wijze van aanvragen

  • 1.

    Een standplaatsvergunning wordt aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier van de gemeente.

  • 2.

    Tegelijk met het aanvraagformulier moeten de volgende gegevens/stukken worden ingediend:

    • a.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager;

    • b.

      een foto van de verkoopinrichting;

    • c.

      afmetingen van de verkoopinrichting;

    • d.

      een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • e.

      een schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond, indien voor het innemen van de standplaats gebruik wordt gemaakt van particuliere grond;

    • f.

      een verzekeringsbewijs in verband met wettelijke aansprakelijkheid;

    • g.

      een kopie van het verblijfsdocument, waarin is beschreven dat de aanvrager de bevoegdheid heeft om in Nederland te mogen werken c.q. te ondernemen (indien van toepassing);

    • h.

      een opgave van de stroomvoorziening, respectievelijk een beschrijving van de wijze waarop wordt voorzien in stroom.

  • 3.

    Voor aanvragen die incompleet zijn ingediend, maar de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag compleet is als datum van ontvangst;

  • 4.

    Aanvragen voor standplaatsen, waarvoor reeds een standplaatsvergunning is verleend, worden niet in behandeling genomen.

  • 5.

    Bij het beslissen op een aanvraag worden de beslistermijnen, genoemd in artikel 1:2 van de APV in acht genomen.

 

 

Artikel 6 Weigeringsgronden

Een aanvraag om vergunning voor het innemen van een standplaats wordt getoetst aan de weigeringsgronden, genoemd in de artikelen 1:8 en 5:18 van de APV. Er wordt verder geen vergunning verleend voor de standplaatsen op dagen, dat er een week- en/of jaarmarkt wordt gehouden.

 

Artikel 7 Vergunningverlening

  • 1.

    Het college maakt bekend, welke standplaatsvergunningen in de gemeente zijn verleend per standplaatslocatie, inclusief de einddatum van de vergunningen. Dit gebeurt door middel van (het plaatsen van) een overzicht met verleende vergunningen op de gemeentelijk website (www.wierden.nl).

  • 2.

    Belangstellenden kunnen 3 maanden voor de einddatum van een standplaatsvergunning kenbaar maken, dat zij interesse hebben voor de standplaats. Uit de groep geïnteresseerden wordt vervolgens op volgorde van binnenkomst een kandidaat gekozen, die voor deze standplaatsvergunning in aanmerking komt. Hij/zij krijgt vervolgens de gelegenheid om binnen vier weken een ontvankelijke aanvraag in te dienen.

  • 3.

    Indien geen ontvankelijke aanvraag binnen de periode, zoals bedoeld in het tweede lid is ingediend en (nog) geen vergunning is verleend, kan voor de beschikbare dag(delen) alsnog een aanvraag worden ingediend door de nummer twee (van de groep geïnteresseerden).

  • 4.

    Indien er geen inschrijvingen zijn, kunnen belangstellenden zich te allertijden inschrijven.

 

Artikel 8 Locaties en maximaal aantal standplaatsen

De volgende 4 locaties, zoals aangeduid op de gewaarmerkte kaarten en die onderdeel uitmaken van deze beleidsregels, zijn aangewezen als plaatsen voor het innemen van één of twee standplaatsen met een kraam, wagen of tafel.

 

Binnen de bebouwde kom Wierden Max aantal standplaatsen

Anjelierstraat op het parkeerterrein 1

Parkeerterrein de Bongerd 2

 

Binnen de bebouwde kom Enter

Dorpsplein 2

 

Buiten de bebouwde kom / het buitengebied van de gemeente

Het college wijst geen concrete plaatsen aan voor het innemen van een standplaats buiten de bebouwde kom, respectievelijk het buitengebied van de gemeente. Wel wil zij de mogelijkheid bieden om standplaatsen langs bijvoorbeeld fiets- en/of wandelroutes in te nemen. Een aanvraag om een standplaatsvergunning buiten de bebouwde kom, resp. het buitengebied wordt getoetst aan de weigeringsgronden, zoals genoemd in de artikelen 1:8 en 5:18 van de APV.

 

Artikel 9 Tijdelijke wijziging situering vaste standplaats

Als tijdelijke omstandigheden het noodzakelijk maken, kan het college – na overleg met de vergunninghouder(s) – wijziging aanbrengen in de situering van de vaste standplaatsen en elders in de gemeente een andere (tijdelijke) locatie aanwijzen.

 

Artikel 10 Vaste, incidentele en tijdelijke standplaatsen

Een vaste standplaats is een standplaats, die structureel en regelmatig wordt ingenomen. Een incidentele standplaats heeft een eenmalig karakter, terwijl een tijdelijke (seizoen) standplaats toeziet op een standplaats met een tijdelijk karakter. Voor wat betreft de laatste twee typen/soorten standplaatsen wordt per geval bekeken waar plaatsing mogelijk is, voor zover dit niet mogelijk is op één van de locaties, zoals opgenomen in artikel 8.

 

Artikel 11 Dagen en tijden

  • 1.

    Het college kan standplaatsvergunningen verlenen voor maandag tot en met zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur.

  • 2.

    Een vaste standplaats wordt, wekelijks of maandelijks, ingenomen voor minimaal 1 dagdeel en maximaal 1 dag (= 2 aaneengesloten dagdelen). Een ochtenddagdeel duurt tot 12.30u en een middagdagdeel begint om 13.00u. In principe wordt een half uur aangehouden als tijd, benodigd om de standplaats op te ruimen, schoon achter te laten, resp. op te bouwen.

  • 3.

    Een standplaatsvergunning wordt voor maximaal drie, aaneengesloten dagen verleend.

 

Artikel 12 Persoonlijk innemen

De standplaats moet door de vergunninghouder in ieder geval persoonlijk worden ingenomen. De vergunninghouder mag zich wel laten bijstaan door derden.

 

Artikel 13 Ontheffing persoonlijk innemen standplaats

In bijzondere gevallen, waaronder begrepen (langdurige) ziekte of afwezigheid wegens vakantie, kan na het schriftelijk indienen van een verzoek daartoe aan de vergunninghouder door of namens het college voor een bepaalde tijd of de resterende periode van de vergunning, ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 12, met uitzondering van vergunningen voor onbepaalde tijd. Hiervoor geldt de uitsterfconstructie, zoals bedoeld in artikel 15.

 

Artikel 14 Looptijd vergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor een aansluitende periode van maximaal drie kalenderjaren;

  • 2.

    Een vergunning voor een tijdelijke seizoensgebonden standplaats wordt verleend voor een aansluitende periode van maximaal drie maanden. De toegestane dagen en tijdstippen worden in de vergunning opgenomen;

  • 3.

    Een vergunning voor een tijdelijke standplaats voor maatschappelijke doeleinden kan in afwijking van het beleid verleend worden;

  • 4.

    Een incidentele standplaatsvergunning wordt verleend voor ten hoogste 1 dag per maand met een maximum van 12 dagen per kalenderjaar. De toegestane dagen en tijdstippen worden in de vergunning opgenomen;

  • 5.

    Vergunningen, die op basis van de oude beleidsregels Standplaats- en ventvergunningen 1999 voor onbepaalde tijd zijn verleend, komen te vallen onder de uitsterfconstructie.

 

Artikel 15 Uitsterfconstructie

Voor standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd – die reeds verleend zijn op grond van de oude beleidsregels Standplaats- en Ventvergunningen 1999 - geldt een uitsterfconstructie. Dit wil zeggen, dat, zodra de huidige standplaatshouder geen gebruik meer maakt van de vergunning, de standplaats niet meer kan worden ingenomen. De vergunning komt te vervallen.

 

Artikel 16 Wijzigingen of intrekken van de vergunning

  • 1.

    Een vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd op grond van het bepaalde in artikel 1:6 van de APV en:

    • a.

      als de vergunninghouder overlijdt;

    • b.

      als gebleken is, dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats in gebruik heeft genomen, zonder dat daarvoor ontheffing is verleend;

    • c.

      bij herhaaldelijk overtreden van de vergunningvoorschriften;

    • d.

      als de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • e.

      niet of niet tijdig de verschuldigde kosten worden betaald, die worden geheven voor gebruik van de grond en gemeentelijke nutsvoorzieningen;

    • f.

      de vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van vier weken geen standplaats heeft ingenomen.

  • 2.

    Als het college het voornemen heeft om de standplaatsvergunning in te trekken, gaat zij hiertoe niet eerder over, dan nadat de vergunninghouder in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord;

  • 3.

    Het college kan, als zij onverwijld optreden noodzakelijk acht, de vergunninghouder - in afwachting van de besluitvorming - het recht ontzeggen om de standplaats, gedurende een periode van maximaal vier weken daadwerkelijk te gebruiken.

 

 

Artikel 17 Overlijden vergunninghouder

Bij overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner of één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen acht weken na het overlijden bij het college van burgemeester en wethouders wordt ingediend. Deze bepaling geldt niet voor vergunningen, die onder de uitsterf-constructie vallen, zoals bedoeld in artikel 15.

 

Artikel 18 Evenementen

Een aantal locaties in de kernen Wierden en Enter wordt tevens gebruikt voor het houden van evenementen. Op het moment dat er een evenementenvergunning wordt verleend op een dergelijk locatie, kan de standplaats niet ingenomen worden.

 

Artikel 19 Kosten standplaats

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaats is de aanvrager leges verschuldigd. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld in de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening, gemeente Wierden;

  • 2.

    Voor het gebruik ten behoeve van het innemen van een standplaats op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is een vergoeding (huur) verschuldigd, waarvoor de gemeente een huurovereenkomst met de aanvrager sluit. De huurprijs bedraagt € 2,50 (prijspeil 2021) per strekkende meter van het fysiek middel, dat wordt gebruikt (zoals een kraam of wagen).

  • 3.

    Voor het gebruik van gemeentelijke nutsvoorzieningen wordt € 2,50 (prijspeil 2021) per dag in rekening gebracht.

  • 4.

    Jaarlijks worden de tarieven, zoals benoemd in het 2e en 3e lid van dit artikel geïndexeerd conform de Consumenten Prijs Index alle huishoudens (CPI) van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).

 

Artikel 20 Verkoop e.d. van verkoopwagen

Wanneer de standplaatshouder zijn kraam, wagen of tafel verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dat de koper, huurder of gebruiker geen recht op gebruik/overname van de standplaats.

 

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar zijn oordeel tot onaanvaardbare gevolgen leidt, af te wijken van deze beleidsregels.

 

Artikel 22 Overgangsrecht

Rechten verkregen op basis van eerder verleende vergunningen behouden hun werking ook onder deze beleidsregels, uitgezonderd de uitsterfconstructie, zoals bedoeld in artikel 15.

 

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag, waarop zij zijn bekendgemaakt.

 

Artikel 24 Intrekken oude beleidsregels

De beleidsregels Standplaats- en Ventvergunningen 1999 van de gemeente Wierden worden ingetrokken op de dag van het in werking treden van deze beleidsregels

Artikel 25 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Standplaatsen 2021 gemeente Wierden”.

 

 

Wierden, 31 augustus 2021

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden,

De burgemeester, De secretaris,