Organisatie | Son en Breugel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol bijtincidenten honden Gemeente Son en Breugel |
Citeertitel | Protocol bijtincidenten honden Gemeente Son en Breugel |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Protocol bijtincidenten honden Gemeente Son en Breugel |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2018 | Nieuwe regeling | 23-10-2018 Gemeenteblad 2018, 235794 | 18.11397 |
Agressieve honden en vooral honden die (ernstige) bijtincidenten veroorzaken zijn in vrijwel iedere gemeente een punt van aandacht en zorg. Bij besluit van 27 november 2012 heeft de burgemeester beleidsregel “Protocol bijtincidenten honden Gemeente Son en Breugel” vastgesteld ter uitvoering van artikel 2:64 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Son en Breugel (hierna: APV).
De voorliggende beleidsregel is een aanscherping van de beleidsregel uit 2012.
De beleidsregel houdt in, dat de burgemeester aan de eigenaar of houder van een hond bekend maakt, dat diens hond in verband met diens gedrag gevaarlijk acht en een aanlijn- en/of muilkorfgebod noodzakelijk vindt. De beleidsregel voorziet in een procedure dan wel stappenplan tot gevaarlijkverklaring van een hond.
Bij de toepassing van de huidige beleidsregel is de wens naar voren gekomen de regeling te actualiseren en er ook in op te nemen; een begripsbepaling (artikel 1), regels met betrekking tot honden die hinderlijk gedrag vertonen (artikel 2) en een last onder dwangsom bij een muilkorf- en of aanlijngebod (artikel 4). Daarnaast wordt de regel in het kader van de risico-assessment (artikel 5), afstand doen of inbeslagneming hond (artikel 6), het informeren van het Openbaar Ministerie (artikel 7) en de toepassing van de uitzonderingsbepaling (artikel 8), verduidelijkt. Dit is noodzakelijk en maakt het direct bestuurlijk optreden mogelijk tegen honden bij (ernstige) bijtincidenten. Het biedt de burgemeester de mogelijkheid in te grijpen bij (zeer) ernstige bijtincidenten door individuele honden die een gevaar betekenen voor de samenleving. Dit geldt voor situaties waarbij honden hebben gebeten (ernstige bijtincidenten of met ernstige gevolgen) of waar de vrees daarvoor reëel lijkt.
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
1.de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83, 5:31, tweede lid.
2.de Gemeentewet (Gemw), artikelen 125, derde lid en 172.
3.de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), artikel 2:64.
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Protocol bijtincidenten honden gemeente Son en Breugel
De burgemeester van de gemeente Son en Breugel;
- dat er in de gemeente meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;
- dat het gewenst is om een protocol vast te stellen over de uitleg van het wettelijk voorschrift in de Algemene Plaatselijke Verordening, artikel 2:64 (gevaarlijke honden);
- de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83, 5:31, tweede lid;
- de Gemeentewet (Gemw), artikelen 125, derde lid en 172;
- de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Son en Breugel (APV), artikel 2:64.
Van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon bijt of een ander dier, veelal een hond, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, dat gezien de context van de situatie verklaarbaar is.
Bij een ernstig bijtincident brengt de hond ernstig letsel toe aan een persoon of een ander dier, veelal een hond. Meerdere bijtincidenten binnen een periode van twee jaar kunnen ook worden aangemerkt als een ernstig bijtincident.
Een hond die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.
Als de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk acht, zal hij de eigenaar van de hond een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander en/of de eigenaar de plicht opleggen om maatregelen te nemen op zijn/haar eigen terrein zodat zijn/haar hond niet onbegeleid van het eigen terrein kan afgaan/ kan ontsnappen van het eigen terrein.
Een hond die een bijtincident heeft veroorzaakt.
Aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter overeenkomstig artikel 2:64, tweede lid, onder b APV.
Een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn overeenkomstig artikel 2:64, tweede lid, onder a APV.
De burgemeester acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:64 (APV), als de hond een persoon of een ander dier bijt en daarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Afhankelijk van de ernst van het incident kan worden overgegaan tot inbeslagname van de hond, of kan worden besloten tot het opleggen van een muilkorf- en of aanlijngebod.
De burgemeester acht een hond ook gevaarlijk, in de zin van artikel 2:64 (APV), als op grond van een rapportage van de politie, toezichthouders van de gemeente Son en Breugel of door de buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Son en Breugel blijkt dat deze hond binnen twee jaar een tweede bijtincident heeft veroorzaakt. Als aantoonbaar sprake is van recidive zal een muilkorf- en of aanlijngebod worden opgelegd, ongeacht de ernst van de incidenten.
Wanneer besloten wordt tot het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod, wordt aan dit besluit een last onder dwangsom verbonden. Indien niet voldaan wordt aan het aanlijn- en muilkorfgebod verbeurt de eigenaar of houder van de hond een dwangsom van € 500,00 per overtreding, tot een maximum van € 2.500,00.
Artikel 5 Risico-assessment (gedragstest)
In opdracht van de eigenaar of houder kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Een gedragstest dient te worden afgenomen door een daartoe bevoegde instantie dan wel een bij een beroepsvereniging erkende gedragstherapeut of gedragskeurmeester. De eigenaar of houder dient de burgemeester te informeren over de datum waarop het risico-assessment zal plaats vinden. Na afloop van het risico-assessment dient de eigenaar of houder de gemeente zo spoedig mogelijk de uitslag te sturen.
Artikel 6 Afstand doen of inbeslagname
Als de houder of eigenaar van een hond, welke op grond van artikel 3 van dit protocol door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met de bepalingen in artikel 2:64 (APV) handelt én vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt waarbij sprake is van (ernstig) letsel of (ernstige) gevolgen, wordt de eigenaar of houder gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.
Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden terug geplaatst, resocialiseerbaar, elders herplaatsbaar, of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, wordt door de burgemeester besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts.
Artikel 7 Informeren Openbaar Ministerie
Bij bijtrecidive of bij (zeer) ernstige bijtincidenten informeert de gemeente het Openbaar Ministerie, zodat dit kan overwegen of het instellen van een strafvervolging tegen de eigenaar of houder van de hond, terzake van mishandeling, vernieling, geen voldoende zorg dragen voor onschadelijk houden van een gevaarlijk dier, of overtreding van de APV aan de orde is.
In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van dit protocol af te wijken en kan de burgemeester overgaan tot het toepassen van (spoedeisende)bestuursdwang op grond van artikel 5:31, tweede lid van de Awb of op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond, indien er vrees is voor de verstoring van de openbare orde.