Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergeijk

Gemeente Bergeijk - Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergeijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Bergeijk - Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021
CiteertitelBeleidsregels Schuldhulpverlening 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. artikel 1 van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening
  3. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR656259
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-07-2021Nieuwe beleidsregels

13-07-2021

gmb-2021-247468

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Bergeijk - Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk;

 

gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening(Wgs);

 

gelet op het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (Bgs);

 

gelet op de Wet advies bij schuldenbewind (Ags);

 

gelet op de Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag (Vbr);

 

gelet op de Wet vereenvoudiging beslag vrije voet (Wvbvv);

 

gelet op de Beleidsregels bijzondere bijstand Kempengemeenten 2021;

 

gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein (van de Gemeente Bergeijk) op 19 april 2021;

 

overwegende, dat het Beleidsplan schuldhulpverlening 2021-2024 ten behoeve van een eenduidige uitvoering van schuldhulpverlening een nadere uitwerking vraagt;

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

a. college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

 

b. inwoner:

ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij een gemeente is ingeschreven;

 

c. de Wet:

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

 

d. schuldhulpverlening:

het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op voorkomen, beheersbaar maken of aflossen van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon het risico loopt dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn financiële verplichtingen of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

 

e. aanvrager:

persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

 

f. cliënt:

persoon die is toegelaten tot schuldhulpverlening;

 

g. kredietbank:

de externe organisatie waarmee het college een overeenkomst heeft gesloten voor de levering van bancaire producten op het gebied van schuldhulpverlening;

 

h. afloscapaciteit:

gedeelte van het inkomen dat na de berekening van het vrij te laten bedrag over blijft om af te lossen;

 

i. schuldbemiddeling:

het bemiddelen tussen client en schuldeiser(s) om te komen tot een afspraak omtrent de (gedeeltelijke) terugbetaling van de totale schuldenlast in termijnen naar draagkracht en tegen financiële kwijting.;

 

j. saneringskrediet:

lening bij een kredietbank op basis waarvan (het tussen client en schuldeiser(s) overeengekomen percentage van) de totale schuldenlast tegen financiële kwijting kan worden afgekocht. Deze lening wordt gedurende een periode van drie jaar middels maandelijkse aflossingen naar draagkracht afgelost door client;

 

k. budgetbeheer:

beheer van financiële middelen/ inkomen van een natuurlijk persoon door een onafhankelijke derde tegen betaling;

 

l. vroegsignalering:

het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van inwoners met financiële problemen en proberen aan te pakken van (betalings)achterstanden om erger te voorkomen en vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken;

 

m. bewindvoerder:

verantwoordelijke voor het financiële beheer van een natuurlijk persoon die door de rechter onder bewind is gesteld;

 

n. Kempengemeenten:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot, Reusel;

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de Kempengemeenten van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college van hun eigen gemeente wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van maximaal 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Hierbij wordt per cliënt gekeken naar de persoonlijke situatie en specifieke omstandigheden van het geval.

  • 4.

    Wanneer het college een product wil aanbieden dat geleverd wordt, worden zowel college als aanvrager ten aanzien van dit product gehouden aan het beleid van de kredietbank en de gedragscodes van de brancheorganisatie NVKK waaraan de kredietbank zich conformeert.

  • 5.

    Tijdens de uitvoering van een schuldregeling wordt de financiële draagkrachtruimte voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand op nihil gesteld, mits de aanvrager zich houdt aan de bepalingen uit artikel 4 en er geen andere belemmeringen zijn.

  • 6.

    Tijdens de uitvoering van bewindvoering in de vorm van schuldenbewind wordt de financiële draagkrachtruimte voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand op nihil gesteld.

    • a.

      De nihilstelling in het kader van schuldenbewind is voor tenminste 3 maanden en kan eenmalig met eenzelfde periode worden verlengd.

    • b.

      De nihilstelling volgt alleen mits de aanvrager zich houdt aan de bepalingen uit artikel 4 en er geen andere belemmeringen zijn.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Aanvrager en/of door rechter benoemde belangenbehartiger doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Aanvrager en/of door rechter benoemde belangenbehartiger is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

    De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken en het overleggen van benodigde gegevens;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst, budgetbeheerovereenkomst;

    • d.

      alles te doen wat binnen de mogelijkheden van aanvrager ligt om financiële en maatschappelijke positie te versterken.

  • 3.

    Wanneer aanvrager door de rechter onder bewind is gesteld dan is de bewindvoerder verantwoordelijk om alle noodzakelijke documenten, conform de bewijstukkenbijlage van het inlichtingenformulier, aan te leveren om de opstart en uitvoering van de schuldregeling mogelijk te maken.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

  • 1.

    Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2.

    Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt aanvrager de mogelijkheid geboden om alsnog, binnen een termijn van 2 weken de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.

Artikel 6. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de cliënt zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • c.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • d.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • e.

    de cliënt niet in staat is zijn eigen financiën te beheren en passende hulp door hem wordt geweigerd;

  • f.

    de geboden hulpverlening, door hoger geprioriteerde hulpverlening aan de cliënt, niet (langer) passend is;

  • g.

    de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht;

  • h.

    de cliënt de verplichtingen als bedoeld in artikel 4 lid 1 en 2 niet of onvoldoende nakomt.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door aanvrager een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies, budgetbeheer en/of een doorverwijzing.

  • 2.

    Indien minder dan 1 jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

    a. een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de aanvrager is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

    b. ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd;

    c. schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d, e of f;

    kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies, budgetbeheer en/of een doorverwijzing.

  • 3.

    Wanneer een aanvraag tot schuldhulpverlening wordt geweigerd is het college verantwoordelijk voor de doorverwijzing naar een andere adequate vorm van ondersteuning binnen de context.

Artikel 8. Schuldbemiddeling

  • 1.

    Een Schuldbemiddeling kan worden ingezet als aannemelijk is dat de Afloscapaciteit voor de komende drie jaar instabiel blijft.

  • 2.

    Een Schuldbemiddeling kan worden ingezet als Schuldhulpverlening heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt gedurende de looptijd van de schuldbemiddeling de afloscapaciteit behoudt en deze aanwendt t.b.v. het aflossen van de schulden. Gegronde reden zijn in ieder geval als er sprake is van en/of:

    • i.

      Inkomen op het niveau van het beleidsmatig minimum

    • ii.

      Alle inkomensondersteunende maatregelingen zijn aangevraagd of toegekend

    • iii.

      Beschermingsbewind

    • iiii.

      De aanwezigheid van vrijwillige of professionele hulp bij de financiële huishouding

    • iiiii.

      Steun vanuit het sociale netwerk bij de financiële huishouding

  • 3.

    Een Schuldbemiddeling kan worden geweigerd als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de aflossingscapaciteit van cliënt niet duurzaam geborgd is. Gegronde reden zijn in ieder geval als er sprake is van en/of:

    • i.

      Als cliënt een actieve verslaving heeft en/of

    • ii.

      Als cliënt zich op dit moment of de afgelopen twee jaar schuldig heeft gemaakt aan crimineel gedrag in de zin van een misdrijf waar hij/zij voor veroordeelt is en/of

    • iii.

      Als cliënt een ernstige psychiatrische of mentale beperking heeft

Artikel 9. Saneringskrediet

  • 1.

    Een Saneringskrediet kan worden verstrekt als aannemelijk is dat de Afloscapaciteit voor de komende drie jaar stabiel blijft.

  • 2.

    Een Saneringskrediet kan worden verstrekt als Schuldhulpverlening heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt het Saneringskrediet terugbetaalt. Gegronde reden kunnen zijn als er sprake is van en/of:

    • i.

      Beschermingsbewind

    • ii.

      De aanwezigheid van vrijwillige of professionele hulp bij de financiële huishouding

    • iii.

      Bij stabiele steun vanuit het sociale netwerk bij de financiële huishouding

  • 3.

    Een Saneringskrediet kan worden geweigerd als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt het Saneringskrediet niet (volledig) terugbetaalt. Gegronde reden kunnen zijn als er sprake is van en/of:

    • i.

      Als cliënt een actieve verslaving heeft en/of

    • ii.

      Als cliënt zich op dit moment of de afgelopen twee jaar schuldig heeft gemaakt aan crimineel gedrag in de zin van een misdrijf waar hij/zij voor veroordeelt is en/of

    • iii.

      Als cliënt een ernstige psychiatrische of mentale beperking heeft

  • 4.

    Het Saneringskrediet bedraagt maximaal de maandelijkse Afloscapaciteit x 36 maanden. De rente die betaald moet worden aan de Kredietverstrekker wordt verwerkt in het Saneringskrediet.

  • 5.

    Het Saneringskrediet wordt in principe in 36 maanden terugbetaald door cliënt. Indien gedurende de looptijd blijkt dat de cliënt door omstandigheden (tijdelijk) minder of niet kan aflossen kan de termijn worden verlengd met maximaal 24 maanden. De totale looptijd komt daarmee op 5 jaar.

Artikel 10. Budgetbeheer

  • 1.

    Budgetbeheer wordt aangeboden aan inwoners die ondersteuning nodig hebben bij het betalen van vaste lasten.

  • 2.

    Aan het budgetbeheer worden extra voorwaarden gesteld, te weten:

    • a.

      Cliënt is in bezit van een betaalrekening, waarop het niet mogelijk is debet te staan;

    • b.

      budgetbeheer wordt afhankelijk van de situatie van de cliënt door het college aangeboden voor zolang dit noodzakelijk is, in ieder geval tot het einde van de schuldregeling, met een maximum van 3 jaar.

    • c.

      Cliënt blijft verantwoordelijk voor zijn financiën

    • d.

      er komt elke maand voldoende inkomen binnen op de rekening van de cliënt;

    • e.

      Cliënt moet tijdens het traject werken aan een structurele oplossing voor het beheer van zijn financiën;

    • f.

      Cliënt moet zich houden aan de bepalingen van de budgetbeheer overeenkomst.

Artikel 11. Vroegsignalering

  • 1.

    Het college ontvangt conform het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (bgs) signalen van betalingsachterstanden bij vastenlastenpartners wanneer een van de volgende situaties zich voordoet:

    • a.

      achterstand betalen huur;

    • b.

      achterstand betalen drinkwater;

    • c.

      achterstand betalen zorgverzekering;

    • d.

      achterstand betalen elektra;

    • e.

      achterstand betalen gas;

    • f.

      achterstand betalen warmte.

  • 2.

    Na het ontvangen van een onder artikel 1 genoemd signaal, neemt het college binnen een termijn van twee weken contact op met de inwoner en doet deze een ondersteuningsaanbod.

  • 3.

    Indien er sprake is van een crisissituatie neemt het college binnen een termijn van 3 werkdagen contact op met de inwoner en doet deze een ondersteuningsaanbod:

    • a.
      • i.

        Een uithuiszetting.

      • ii.

        Een afsluiting van warmte, water, gas of elektra.

      • iii.

        Executieverkoop boedel.

      Een crisissituatie is:

Artikel 12. Adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind

  • 1.

    Bewindvoerder bericht het college binnen twee weken na instelling dat belanghebbende onder bewind is gesteld conform artikel 432 a lid 4 BW.

  • 2.

    Bewindvoerder verstuurt conform artikel 432a lid 1 BW binnen drie maanden na instelling van het bewind de boedelbeschrijving en het plan van aanpak naar het college.

  • 3.

    Het college zendt conform artikel 432a lid 5 BW binnen vier weken een advies over het schuldenbewind naar de rechtbank.

Artikel 13. Hardheidclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een vorm van schuldhulpverlening of budgetbeheer kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van deze beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een vorm van schuldhulpverlening en/of budgetbeheer indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 14. Intrekking eerdere beleidsregels en inwerkingtreding 

  • 1.

    De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2016, vastgesteld bij collegebesluit van 14 juni 2016, nummer 16BW000312 worden ingetrokken.

  • 2.

    De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021 treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als 'Beleidsregels Schuldhulpverlening 2021'.

 

Aldus besloten in de vergadering van 13 juli 2021.

Burgemeester en wethouders van Bergeijk,

H.A.J.Loos

Secretaris

A.Callewaert-de Groot

Burgemeester