Organisatie | Waterschap Brabantse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Leggerboek bergingsgebieden |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2021 | nieuwe regeling | 08-06-2021 |
Een legger bestaat uit een leggerboek, leggerkaarten, leggertabellen en overige documenten als profieltekeningen. Er is onder andere in te vinden waar duikers, keringen, waterbergingen, vaarwegen en waterlopen liggen en wie verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud. De legger van Waterschap Brabantse Delta is opgedeeld in verschillende deelleggers. Er zijn leggers voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewaterlichamen.
Dit is het leggerboek behorende bij de Legger bergingsgebieden en is van toepassing op de aangewezen bergingsgebieden binnen het beheergebied van het waterschap.
In dit leggerboek vindt u allereerst algemene bepalingen omtrent deze legger, waaronder de juridische grondslag, de aanleiding, begripsomschrijvingen en het toepassingsbereik. In hoofdstuk 2 zijn de leggerbepalingen geformuleerd. De eerste paragraaf ziet op de waterstaatswerken, de tweede ziet op de onderhoudsplicht. In het derde hoofdstuk zijn de bepalingen uit hoofdstuk 2 nader toegelicht.
De legger is (digitaal) in te zien op het hoofdkantoor van Waterschap Brabantse Delta en is tevens te raadplegen via: https://www.brabantsedelta.nl/legger.
In deze legger wordt verstaan onder:
Bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied in de legger is opgenomen;
In artikel 3.2 lid 1 Waterwet (Wtw) is bepaald dat bij provinciale verordening overheidslichamen i.c. waterschappen worden aangewezen die geheel of gedeeltelijk zijn belast met het beheer over de regionale wateren. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de taken van het waterschap zoals opgenomen in artikel 2 lid 2 van de Waterschapswet, tenzij bij reglement of anderszins (lees: bij provinciale verordening) neventaken of andere taken aan het waterschap worden opgedragen.
Naast de taken die op grond van de Waterschapswet en het Reglement aan de waterschappen zijn toebedeeld, kunnen op grond van artikel 3.2 Wtw beheer en zorgplichten aan het waterschap worden toebedeeld. Belangrijk is wat de Waterwet in artikel 1.1 lid 1 verstaat onder beheer. Beheer is de: ‘overheidszorg met betrekking tot een of meer afzonderlijke watersystemen of onderdelen daarvan, gericht op de in artikel 2.1 genoemde doelstellingen.’ De in artikel 2.1 Wtw genoemde doelstellingen betreffen: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Onderdeel van de doelstelling onder a, voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, is het aanwijzen van bergingsgebieden.
Het begrip bergingsgebied is gedefinieerd in artikel 1.1 lid 1 Wtw: ‘een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen’. Een bergingsgebied moet derhalve ruimtelijk bestemd worden voor de (tijdelijke) berging van water. Het waterschap richt zich daarvoor tot gemeenten met het verzoek de bergingsgebieden planologisch in te passen. Met het vaststellen van een bergingsgebied, wordt ook het gebied vastgesteld waar de duldplicht van wateroverlast en overstroming ingevolge artikel 5.26 Wtw geldt.
In artikel 5.1 lid 1 Wtw is bepaald dat het waterschap als beheerder zorgdraagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen: ook wel “de Waterwetlegger”. Daarnaast is bepaald dat de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones moeten worden aangegeven op een overzichtskaart.
Vooruitlopend op de intrede van de Omgevingswet heeft de provincie de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: IO) vastgesteld. De Waterwet bepaalt dat bij provinciale verordening nadere voorschriften kunnen worden gegeven of vrijstellingen worden verleend voor leggers. Dit is gebeurd in artikel 4.14 en 4.15 van de IO.
De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de legger als bedoeld in artikel in artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet. Hierin is bepaald dat het algemeen bestuur een legger vaststelt waarin onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen worden aangewezen: ook wel “de Onderhoudslegger”. Het waterschap combineert beide leggers in één document.
De Keur stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. In de legger is bepaald waar welke regels uit de Keur van toepassing zijn; de legger is van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.
De legger van waterschap Brabantse Delta is opgedeeld in verschillende deelleggers: leggers voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewaterlichamen. In de legger staat vastgelegd aan welke kenmerken een waterstaatswerk en bijbehorende ondersteunende kunstwerken moeten voldoen om naar behoren te functioneren. De legger legt naast de ligging en begrenzing van waterstaatswerken en beschermingszones, de technische eisen qua vorm, afmeting en constructie vast. Daarnaast zijn onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen vastgelegd. De legger is van belang voor de toetsing van de waterstaatswerken aan de gestelde normen. Deze legger gaat specifiek over bergingsgebieden.
Het waterschap heeft als taak zorg te dragen voor voldoende aan- en afvoer van water. Waterberging is één van de maatregelen om wateroverlast tegen te gaan. Door ruimte beschikbaar te stellen voor tijdelijke opvang van water, wordt wateroverlast elders tot een acceptabel niveau teruggedrongen.
Ruimte geven aan water kan op verschillende manieren: het vergroten van de bergingscapaciteit (inhoud) van oppervlaktewaterlichamen door het verbreden van waterlopen in polders of aanleg van flauwe oevers, of de afstroom van hemelwater vanaf verhard oppervlak naar een oppervlaktewater-lichaam af te remmen door het maken van een bufferende voorziening (retentie). Die maatregelen komen terug in de legger voor oppervlaktewaterlichamen.
Daarnaast kunnen gebieden worden aangewezen die buiten het oppervlaktewaterlichaam liggen en incidenteel tijdelijk onder water mogen stromen: het aanwijzen van bergingsgebieden. Bergingsgebieden maken deel uit van het watersysteem in beheer van het waterschap.
Het waterschap controleert of er voldoende waterberging aanwezig is. Derhalve behelst deze legger naast de bergingsgebieden vastgesteld tot 2013, nieuw aangewezen bergingsgebieden. De legger van het waterschap bestond uit 53 verschillende leggers, waaronder 27 leggers voor afzonderlijke bergingsgebieden. Voor het verkleinen van administratieve lasten en vergroten van efficiëntie is het wenselijk toe te werken naar één integrale legger voor bergingsgebieden, keringen, vaarwegen en oppervlaktewater-lichamen. Het samenvoegen van de leggers van afzonderlijke bergingsgebieden is onderdeel hiervan. Dit bevordert het gebruiksgemak en sluit met zicht op de Omgevingswet aan bij de wens van overheden om regels met betrekking tot de leefomgeving te bundelen en te vereenvoudigen. Daarnaast vraagt het veel inspanning om iedere legger frequent te herzien en per legger het vaststellingsproces te doorlopen. Hoe actueler de legger, hoe beter de ontwikkeling van de leefomgeving plaats kan vinden.
Deze Legger bergingsgebieden is van toepassing op de bergingsgebieden, daarbij horende overige keringen en bijbehorende ondersteunende kunstwerken en werken in het gehele beheergebied van het waterschap. Ook ziet deze legger op onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtige van deze waterstaatswerken.
Figuur 1 Het beheergebied van Waterschap Brabantse Delta. De ligging van de bergingsgebieden zijn aangegeven. De exacte ligging en begrenzingen zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaart en tabellen.
In dit hoofdstuk is kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden. Het volgende hoofdstuk geeft nadere toelichting op deze algemene leggerbepalingen.
De Legger bergingsgebieden bestaat naast dit leggerboek uit de volgende onderdelen, die onlosmakelijk deel uitmaken van deze legger:
Leggerkaart: een grafische weergave van waterstaatswerken en zones die deel uitmaken van de legger. De kaart geeft naast de ligging en begrenzing van bergingsgebieden de ondersteunende kunstwerken, overige keringen en (afwijkende) beschermingszones weer. Ook zijn kadastrale grenzen weergegeven. De kaart is te raadplegen via: https://www.brabantsedelta.nl/legger;
Leggertabellen: een overzicht met per waterstaatswerk de kenmerkende afmetingen en eigenschappen waaraan het moet voldoen. De tabellen bevatten de gegevens over vorm, afmeting, constructie en ondersteunende kunstwerken. Daarnaast geeft deze tabel in samenhang met de in dit leggerboek opgenomen bepalingen (afwijkende) afmetingen van beschermingszones weer en geeft het de (afwijkende) onderhoudsplichtigen aan. De leggertabel is per waterstaatswerk te raadplegen via de leggerkaart;
Hoogtecijfers (mNAP) van bergingsgebieden die onder normale omstandigheden droog staan, zijn met punten weergegeven op de leggerkaart. Voor bergingsgebieden die standaard (gedeeltelijk) onder water staan is het dwarsprofiel ofwel in pdf via een hyperlink te raadplegen, ofwel te herleiden vanuit hoogtecijfers geprojecteerd op een dwarslijn op de kaart.
2.1.2 Ondersteunende kunstwerken en werken
De ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen, zijn van belang voor het waterstaatkundig functioneren van het gebied als waterberging. De ligging en relevante specificaties van de kunstwerken zijn vastgelegd op de leggerkaart, in de leggertabel en op detailkaarten indien van toepassing.
3 TOELICHTING LEGGERBEPALINGEN
Voor de goede werking van een bergingsgebied en eventuele vergunningverlening is het noodzakelijk de maaiveldhoogten te kennen. De weergave van maaiveldhoogten en dwarsprofielen in deze legger verschilt bij bergingsgebieden die onder normale omstandigheden droog staan ten opzichte van bergingsgebieden die (gedeeltelijk) standaard onder water staan.
3.1.2 Ondersteunende kunstwerken
Ondersteunende kunstwerken in een bergingsgebied zijn onder meer duikers en stuwen met bijbehorende afsluitmiddelen die het gebied als bergingsgebied dienen.
In een aantal bergingsgebieden komen naast ondersteunende kunstwerken ook ‘werken’ voor. Het gaat hierbij onder meer om voet- en fietspaden, bankjes, vogelspotplekken en hoogspanningsmasten. Omdat het voor toekomstige vergunningverlening relevant is welke werken reeds aanwezig zijn, is een luchtfoto van jaar na realisatie (referentiejaar) van het bergingsgebied beschikbaar.
Overige keringen zijn waterkeringen die geen door het Rijk of provincie opgelegde normering hebben. Waterkeringen binnen het beheergebied van het waterschap zijn onderverdeeld in primaire, regionale en overige keringen. Primaire waterkeringen worden aangewezen en genormeerd door het Rijk in de Waterwet. Regionale keringen worden aangewezen en genormeerd door de provincie in een provinciale verordening.
Bergingsgebieden bevatten veelal een aantal grondlichamen die op het oog als overige kering lijken te functioneren. De grondlichamen die van waterhuishoudkundig belang zijn, zijn de grondlichamen die rondom het bergingsgebied liggen. De grondlichamen tussen bergingsgebieden en de reeds aanwezige waterlopen hebben een belangrijke functie om samen met de inlaatwerken en uitlaatwerken het bergingsgebied te doen functioneren. Deze grondlichamen worden daarom aangemerkt als overige kering.
Een overige waterkering valt onder de werking van de legger waaraan deze ondersteunend is. Wanneer de overige waterkering ondersteunend is aan zowel een oppervlaktewaterlichaam als een bergingsgebied geldt de volgende rangorde: 1. Legger oppervlaktewaterlichamen, 2. Legger oppervlaktewaterlichamen en vaarwegen Mark-Vlietsysteem en 3. Legger bergingsgebieden.
3.2 Toelichting onderhoudsplicht
In deze legger wordt conform de Waterschapswet volstaan met vastlegging van de onderhoudsplichtige voor gewoon- en buitengewoon onderhoud, zoals bedoeld in de Keur. De feitelijke onderhoudswerkzaamheden verschillen per bergingsgebied en worden niet vastgelegd in de legger. Onder gewoon onderhoud wordt verstaan de instandhouding van het bergingsgebied overeenkomstig zijn functie. Onder buitengewoon onderhoud wordt verstaan het in stand houden van het gebied overeenkomstig de legger, zoals het baggeren van een gebied.